Stijn D’Hulst: “Wij zijn de float-opslagen van Knack Roeselare niet zo gewend”

Hoog bezoek woensdagavond in Roeselare. Niemand minder dan de Italiaanse kampioen, tevens wereldkampioen in de clubcompetitie en recent ook winnaar van de Coppa Italia tegen het Perugia van Vital Heynen… Welkom Civitanova (het vroegere Macerata) en vooral welkom thuis Stijn D’Hulst, want de spelverdeler van de Red Dragons komt met zijn Italiaanse ploeg niet alleen op bezoek bij zijn vroegere club, maar uiteraard ook bij zijn familie, zijn vrienden en zijn supporters.

Tijd voor een uitgebreide babbel met deze sympathieke krullenbol, vond Volleymagazine.

Aan welke titel wordt in het algemeen in Italië, en bij Civitanova in het bijzonder, het meeste belang gehecht?

Stijn D’Hulst: “In Italië spreekt iedereen natuurlijk van de scudetto, de landstitel.                   Dit seizoen was het WK voor clubs toch wel een doel voor de club omdat die prijs nog nooit gewonnen werd. De ontlading was enorm nadat we wereldkampioen werden. De Champions League en de scudetto zijn super belangrijk voor de club. Dus eigenlijk bijna alles 😊.”

Ik weet dat jij bijzonder gewaardeerd wordt in Italië, o.a. ook al omdat je na het overlijden van jouw vader speciaal naar Italië terugkwam omdat Bruno de Rezende geblesseerd was. Je werd toen zelfs op de schouders gehesen! Was dat voor jou toch geen moeilijke beslissing?

“Dat was zeker een moeilijke beslissing! Voor mijn zus was dat vrij snel duidelijk, ‘wat zou papa gewild hebben?’ Ik heb er een nachtje over geslapen en ben vertrokken. Het team had me nodig. Papa zou trots geweest zijn.”

Ik heb de indruk dat het bijzonder goed klikt tussen jou en Bruno. Klopt dat? En wat leer je nog dagelijks van hem?

“Dat klopt absoluut. Bruno is niet alleen een topper op het veld maar ook ernaast een warm, hartelijk persoon. We spreken veel met elkaar, pikken dingen op van elkaar en tillen zo de ploeg naar een hoger niveau.”

Wordt een bekerzege in Italië anders gevierd dan bij ons? Cafetaria, feestje, drank, uitbundige nacht… ?

“We hadden hier na de bekerfinale twee dagen vrijaf, dus een uitbundige nacht kon er wel af. Had Roeselare na de bekerfinale geen belangrijke Champions League-match gehad dan denk ik ook dat die beker tot in de vroege uurtjes ging gevierd worden. Niet zoveel verschil dus denk ik.”

Word je nu zelf ook herkend in de straten of op restaurants in Macerata en omgeving? Vind je dat leuk of vervelend?

“Dat gebeurt vaak, ja! Ambetant vind ik dat niet. Het is ook niet dat ik om de vijf minuten aangesproken word. Ik ben geen Osmany Juantorena, die heeft het hier moeilijker om buiten te komen.”

Wat vind je zelf de sterkte van dit Civitanova?

“We hebben enorm veel power in huis. Als we onze dag hebben in service zullen er niet veel ploegen zijn die ons kunnen kloppen. Service en aanval zijn onze wapens.”

Welke factoren schuif jij naar voren om te zeggen dat jij de ploeg kan versterken? En wat vinden ze bij Civitanova jouw grootste kwaliteiten?

“Op elk moment kunnen ze op mij rekenen. Wanneer Bruno zijn dagje niet heeft, kom ik hem vervangen en breng ik opnieuw ritme en continuïteit in ons spel. Mijn grootste kwaliteit? Hmm, misschien toch wel de combinatie D’Hulst – Simon, je zal ons moeilijk kunnen stoppen.”

Vorige week zondag speelde je tegen Vital Heynen. Zei hij achteraf iets tegen jou? Of was hij voor één keer een slechte verliezer?

“De dag voor de wedstrijd hadden we een kort gesprek. Na de match kruiste ik hem nog in het hotel. Hij wenste me proficiat.”

Ondanks het feit dat je bij Civitanova veel op de bank zit, had ik bij de Red Dragons toch het aanvoelen dat je aan maturiteit gewonnen had. Vind je dat ook en hoe komt het?

“Ik heb op dit moment de pech dat we geen tweede opposite hebben, waardoor een dubbele wissel moeilijk is en ik minder tot spelen kom in vergelijking tot vorig seizoen. Toch denk ik de laatste jaren belangrijke stappen gezet te hebben en enorm veel ervaring heb opgedaan, die ik nu gebruik in mijn spel. Ik ben nog aan het groeien. Mijn beste jaren moeten er nog aankomen.”

Was je tevreden met de lottrekking tegen ‘hometown’ Roeselare? Komen ze jou dan ook van alles vragen over de komende tegenstander? Zo ja, wat allemaal?

“Tuurlijk was ik tevreden. Zo zie ik eens mijn familie en vrienden tijdens het seizoen. Een weerzien met de supporters van Knack wordt fijn natuurlijk. Ik speelde daar tenslotte zeven jaar, dan bouw je wel iets op. Uiteraard zullen ze me hier, meer dan anders, betrekken in de voorbereiding.”

Kijk je er zelf naar uit om eventueel op het terrein te staan in Schiervelde of zal je misschien toch de ganse match in de huppelhoek moeten staan?

“Je staat natuurlijk het liefst op het veld, maar ik heb geen idee, dat hangt van het wedstrijdverloop af.”

In welke mate verschilt de Italiaanse aanpak binnen de club met de Belgische?

“Zo veel verschil is er niet. Er wordt even hard gewerkt volgens mij in een topclub in Italië als in een topclub in België. Er komt natuurlijk een pak meer druk bij kijken. Er wordt verwacht dat we elke prijs pakken. Eén wedstrijd verliezen en de dag erna staat onze president in onze kleedkamer. Dit zie ik niet snel gebeuren in België.”

Buiten de eer om in het sterke Italië te mogen spelen, vragen vele mensen zich af hoe groot het loonverschil is tussen een Italiaanse en een Belgische topclub en is er een extra bonus voorzien bij winst van beker, titel, Europese beker…???

“Ik weet geen exacte bedragen maar ik vermoed dat een Italiaanse topclub makkelijk het viervoudige budget heeft dan dat van een Belgische topper. Een bonus kon er wel vanaf na het wereldkampioenschap.”

Je kent Roeselare ook goed genoeg: op welke manier kunnen zij jullie ‘pijn’ doen op het terrein en vice versa?

“Een ploeg met een gevarieerd snel spel die heel weinig rechtstreekse fouten maken. De vele float serves zijn we hier ook niet gewend dus dat wordt toch wel eventjes aanpassen. Het hangt ook wat af van hun Canadese spelverdeler, als die zijn dagje heeft doet hij de ploeg goed draaien. Maar hij kent ook mindere momenten. Hendrik (Tuerlinckx) en Matthijs (Verhanneman) blijven twee belangrijke sleutelspelers in hun team. Daar staat tegenover dat zij onze services natuurlijk niet gewend zijn in de Belgische competitie. Als onze opslagen goed functioneren, dan wordt het moeilijk voor hen om hun spel te ontwikkelen.”

Er doen geruchten de ronde dat je de keuze hebt: vier jaar langer bij Civitanova of vier jaar Knack Roeselare. Klopt dat? En zo ja: al een keuze gemaakt?

“Dat klopt helemaal niet. Geen van beide geruchten trouwens. We zullen wel zien. Het is nu nog te vroeg.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: CEV en Bart Vandenbroucke