Ouders Hendrik Tuerlinckx: “Wij zijn zenuwachtiger dan hij in bekerfinale”

Al vele jaren volgen Martine Colon en Jan Tuerlinckx een pak volleywedstrijden en zijn ze graag geziene supporters van hun zoon Hendrik Tuerlinckx, de aanvoerder van Knack Roeselare. Die is zondag om 14 uur in het Antwerps Sportpaleis toe aan zijn tiende bekerfinale tijdens het twaalfde jaar dat hij actief is bij de West-Vlaamse topploeg. “Hij won zes van de negen finales,” weten zijn ouders. Ze volgen hem al sinds zijn jeugdjaren, wanneer hij training kreeg bij Heverlee, maar met een dubbele aansluiting ook deel uitmaakte van Averbode, een ploeg die met Urnaut, Deroey en Hendrik zelf veel jeugdtitels in de wacht sleepte. Een verhaal van vele jaren volley en van vele bekerfinales.

Aan welke bekerfinale van Roeselare hebben jullie nog memorabele herinneringen in jullie geheugen?

Jan Tuerlinckx en Martine Colon unaniem: “De matchen in de Lotto Arena en later in het Sportpaleis waren steeds speciaal. Topevenementen ook. Maar ik denk dat Hendrik het meest uitgeput was na de finale tegen Maaseik, dat met 0-2 leidde, maar dat uiteindelijk de beker naar Roeselare zag vertrekken. Er waren toen twee volle bussen supporters aanwezig vanuit Averbode.”

Ook voor jouw zoon altijd een speciale gebeurtenis, zelfs is het al zijn tiende bekerfinale…

“Weet je dat Hendrik steeds op zijn best is als het om belangrijke wedstrijden gaat. Met bekermatchen en zeker met bekerfinales zit je altijd goed met hem. Daarin maakt hij dikwijls het verschil. Dat is zo’n beetje zijn handelsmerk. Daarin maakt hij het verschil. Laat er maar veel volk zijn en veel druk, dan speelt hij meestal uitstekend.”

Hoe kijken jullie na zovele jaren en na zovele topmatchen tegen een bekerfinale zoals die van zondag aan?

Martine: “Ik denk dat wij nog zenuwachtiger zijn dan hij. Je bent er toch mee betrokken: het is tenslotte onze zoon. Jan heeft dan zelf nog op niveau volley gespeeld bij Averbode en tijdens zijn studies kreeg hij bij Red Star Leuven nog training van Julien Vleminckx. Wij zijn zelf nog een beetje betrokken bij Averbode, waar ook Bob Verbeeck van Golazo een soort project heeft opgestart en de ploeg stilaan aan een heropbouw bezig is. Maar een bekerfinale blijft steeds iets aparts, want vrienden en familie zijn daar aanwezig. Het is een heel speciale sfeer met iedereen in een blauw T-shirt – ‘the blue wall’ – wat een groot gevoel van samenhorigheid weergeeft.”

En toch nog zenuwen?

“Ja. Dat begint van het moment dat je jouw plaats inneemt. Meer volk, een speciale zone waarin je zit, meer betrokken ook. Maar ook altijd heel fier als hij weer eens met een prijs mag pronken. En dan zeker zo’n beker: dat blijft toch altijd een heel duidelijke trofee. Dat geeft iets speciaals aan het geheel. Als Hendrik er niet bij is, gaan we natuurlijk ook wel kijken, maar dan hebben we duidelijk minder zenuwen. Zoals we ook gaan kijken naar ons 10-jarig kleinzoontje dat voetbal speelt. Maar dat is natuurlijk een andere beleving.”

Als ouders hebben jullie soms wel weet van een aantal mogelijke kleine probleempjes op gebied van familie – zieke kindjes b.v. – of van blessures.

Martine: “Ik denk dat spelers met kindjes het nog moeilijker hebben om steeds geconcentreerd te zijn. Hendrik heeft een vrouw met een goede job bij KBC Roeselare, maar het vergt toch wat organisatie om de kindjes van en naar school of crèche te brengen of te halen. Hij is natuurlijk niet de enige in de ploeg, maar ik denk dat papa’s toch een grotere belasting op de schouders meetorsen.”

Jan: “De blessure van Hendrik is nu wel helemaal genezen. Tegen Kedzierzyn liep hij een scheurtje op in de ligamenten van de teen. Niks ergs. Maar in de volgende Europese match tegen Novi Sad heeft hij twee sets gespeeld met een inspuiting. Die twee sets heeft Roeselare toen trouwens gewonnen. Nadien heeft hij daar nog wel even last van gehad, maar nu is hij volledig fit. Net als de rest van de ploeg, terwijl ik hoor dat Oprins bij Aalst zou ontbreken wegens een blessure.”

Jullie bezochten al vele zalen in binnen- en buitenland. Zijn er die de vergelijking met het Sportpaleis kunnen doorstaan?

“Chapeau voor de bond. Volleybal spelen voor 12.000 of 13.000 toeschouwers blijft toch wel iets unieks. Fantastisch gewoon. Door het feit dat ze ook steeds zorgen voor aangepaste randanimatie, komen er ook veel mensen naar het Sportpaleis, die anders niet naar het volley komen kijken. Het blijft een hele belevenis, een promotie voor het volley. De finales worden nu wel uitgezonden door Sporza, maar ik heb soms toch een beetje het aanvoelen dat de zaalsporten iets té stiefmoederlijk behandeld worden in de media.”

Vergelijk het Sportpaleis eens met andere zalen.

“Paleis 12 op de Heizel in Brussel had ook wel iets, vond ik. Kleiner. Geschikt voor 7000/8000 toeschouwers, maar dat was voldoende voor de matchen van de Red Dragons. We zijn ook naar Kedzierzyn geweest. Een mooie zaal, maar niet helemaal vol en we misten er ook de beleving bij het publiek. Als je de supporters van Roeselare zo bij mekaar ziet, spreken ze van een ‘Blue wall’, hoewel ik moet toegeven dat Aalst vorig jaar over een minstens evenwaardige ‘Orange wall’ beschikte tijdens de bekerfinale.”

Is het een voordeel dat Knack Roeselare al meer ervaring heeft met spelen in het Sportpaleis?

“Zij hebben wel ervaring zat met dit soort situaties. Of het een voordeel is, weet ik niet, maar ik denk toch niet dat het gewenningseffect zal meespelen. Bij beide ploegen zitten ook ‘nieuwe’ buitenlanders, die dit evenement nog nooit meemaakten. Gaan zij onder de indruk zijn? Ik denk dat Roeselare vorig jaar wel voordeel haalde in de finale tegen Aalst, dat wel de eerste set won, maar nadien toch helemaal wegdeemsterde. Overweldigd?”

Hoe schat je de kansen van Roeselare in tijdens deze finale?

“Er zijn enkele buitenlanders bijgekomen, die uitstekend in het systeem passen. In competitie heeft de Knack twee keer gewonnen van Aalst, maar verder bleef Aalst het zo goed doen, dat ze de reguliere competitie afsloot met één puntje voorsprong op Roeselare. Die lieten de eerste plaats ontglippen door een 3-0 nederlaag tegen Haasrode Leuven. Al speelden de vele blessures in de ploeg toch wel mee. Maar in de laatste onderlinge competitiewedstrijd ging Roeselare met 0-3 winnen bij Aalst. Dat moet een mentale ‘boost’ geven. Net als de overwinning eerder deze week tegen Friedrichshafen, waardoor ze nog kans hebben om door te stoten naar de kwartfinales van de Champions League.”

Is Hendrik moeilijk uit zijn evenwicht te brengen tijdens een match?

“Heel moeilijk. Maar hij hoort en ziet wel wat er allemaal gebeurt en wat de supporters soms roepen. Zo is hij in de Ahoy in Nederland na een match eens naar de speaker van dienst geweest, die fanatiek commentaar gegeven had en soms zelfs persoonlijk negatief tegenover Hendrik. Hij heeft die man even gezegd dat zoiets niet kon en een dag later kreeg hij zelfs openlijk een dankwoord omwille van zijn assertiviteit en het feit dat hij rechtuit zijn mening gegeven had, rechtstreeks tegen de betrokkene.”

Wat wil Hendrik nog bereiken…buiten de beker en de titel?

“Hij kan natuurlijk al terug kijken op een mooie carrière, maar hij zou ook nog eens graag voor de vijfde keer ‘speler van het jaar’ worden. Dan is hij tevens recordhouder. Daar is hij toch gevoelig voor…”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Tuerlinckx en Bart Vandenbroucke