Stijn Morand: “Die twee bekermatchen zijn telkens alles of niets”

Sinds kort is hij assistent in de bekende praktijk van fysiotherapeut Lieven Maesschalck. ‘Personal trainer. High performance coach. Expert balsporten’ staat er op zijn visitekaartje. Verder is hij nog gastprofessor aan een hogeschool in Brugge. En sinds dit seizoen is Stijn Morand ook nog voorzitter van de vrouwenploeg VDK Gent.

En die doet het ook niet slecht: zaterdagavond spelen ze in eigen zaal de heenmatch van de halve finale van de Beker van België tegen huidig bekerhouder Hermes Rekkenshop Oostende. “Straks en binnen twee weken in Oostende worden dat twee matchen van alles of niets,” weet deze ervaringsdeskundige, die de voorbije vijf jaren Paris St.-Cloud op het goede spoor hielp zetten.

Maar daar gaat het dit seizoen duidelijk minder goed…

Stijn Morand: “Als je in de situatie zit als Paris St.-Cloud dan moet je eigenlijk kunnen bouwen aan een plan van twee, drie jaren. Daarvoor heb je visie nodig en geloof in dat proces. Maar zulke houding is soms ver te zoeken. Net zoals in vele takken van het bedrijfsleven willen ze ‘instant’ resultaten. Dat gaat niet.”

Bij de vrouwenploeg VDK Gent zijn die resultaten er dit seizoen al wel…

“Klopt. Ik denk niet dat je ploegen zal aantreffen, bij wie ze zowel in Liga A als in Liga B bij de top-3 van hun reeks staan. Bij ons dus wel, ondanks het uitvallen in de B-ploeg van de ervaren spelverdeelster Anke Allemeersch. Want ervaring is vooral op die positie wel belangrijk. Herinner je hoelang iemand als Pavlova nog op het hoogste vlak bleef meedoen.”

Je werd voorzitter van VDK Gent. Slorpt dat niet enorm veel tijd op?

“Dat valt wel mee. Ze komen natuurlijk binnen de club met allerlei vragen af, maar het voornaamste was voor mij dat er een vaste structuur en bepaalde filosofie geïnstalleerd werd. Want elk jaar werken met een nieuwe coach, dat kan eigenlijk niet. Ik heb alleszins het aanvoelen dat iedereen van goede wil is en wil meewerken aan de verdere uitbouw van de club. Er waait toch wel een nieuwe wind doorheen VDK Gent, er is enthousiasme en we zijn bezig opnieuw een reputatie op te bouwen. Van een voorzitter wordt ook verwacht dat hij mee helpt zorgen voor sponsoring, voor geld, voor speelsters… Zo willen we mee bouwen aan een iets professioneler klimaat, waardoor de speelsters zich nog alleen hoeven te bekommeren om het sportieve aspect. Zo was het vijf jaar geleden en zo moet het opnieuw worden.”

Kriebelt het niet om opnieuw coach te worden?

“Zeg nooit nooit. Maar ik heb het voorzitterschap op mij genomen met de uitdrukkelijke voorwaarde dat ik geen coach van de club zou worden. Ik steek er momenteel veel tijd in om de club zo goed mogelijk te leiden en dat wil ik eerst goed doen. De grootste stappen zijn intussen gezet omdat ik niet meer zo veel om handen had. Die fase is nu wel voor een stuk voorbij. Alles draait behoorlijk met een nieuwe dynamiek. Trouwens: een job als trainer-coach zou er niet meer bij kunnen. Zeker nu ik ook nog andere taken op mij nam.”

Zie je nog redenen waarom het dit jaar beter loopt met VDK Gent?

“Tegen blessures kan je niet op. Wij hebben dit seizoen zes nieuwe speelsters ingepast. Dat verliep vrij goed. Maar vooral: we konden opnieuw een beroep doen op Laure Flament, die in de vorige competitie amper kon meedoen wegens blessurelast. Wij hadden ook de kans om een Finse speler in te halen, die normaal gezien niet haalbaar was voor ons budget, maar omdat ze pas hersteld was van een zwaar kruisbandletsel, lukte dat wel. Wij hebben dus nu misschien wel meer wisselmogelijkheden dan vorig seizoen.”

Jullie werden vorige week door Asterix Avo Beveren wel opnieuw met de voetjes op de grond gezet…

“Die ploeg blijft nog altijd absoluut titelkandidaat. Ze kunnen rekenen op uitstekende speelsters, die uit de Topsportschool komen en ze hebben de staff van de Yellow Tigers. Ik zie hen dit jaar nog steeds als grote favoriet. Maar wij denken momenteel nog niet aan de play-offs. De beker staat nu hoog op de agenda. Eigenlijk was dat al bij de ploegvoorstelling het geval. Toen daar gevraagd werd naar de ambities, antwoordde elke speelster dat ze ging voor de bekerfinale.”

Hoe groot schat je jullie kansen op een bekerfinale in?

“Hermes Oostende blijkt nog altijd een sterke ploeg. Ze zitten met een nog steeds geblesseerde Angie Bland en ze moesten een topaanvalster als Lise De Valkeneer vervangen en enkele buitenlanders inpassen, zodat ze eigenlijk bijna van nul moesten herbeginnen. Zij hebben dan wel het voordeel dat de terugmatch bij hen gespeeld wordt, wat belangrijk kan zijn, mocht er b.v. een gouden set bij te pas komen. Ach, in de beker is het alles of niets. Wij leven er naartoe, want het Sportpaleis halen, blijft toch een bijzondere aantrekkingskracht hebben op onze speelsters. Er staan ook twee ambitieuze voorzitters tegenover mekaar. Ik zou zeggen dat wij 45% kansen hebben op de bekerfinale.”

Was het geen aanpassing om aan een ander soort job te beginnen bij Lieven Maesschalck?

“Ik moest opnieuw denken aan mijn beginperiode. Fysiek was wel altijd mijn passie en bij VDK Gent combineerde ik vroeger mijn trainersjob met het cursus geven aan de hogeschool voor het vak ‘Trainingsleer en fysiologie’. Zowel bij de Franse als de Belgische clubs was ik bezig met de fysieke begeleiding. Maar nu heb ik te maken met individuele personen, die allemaal willen revalideren en opnieuw hun hoog niveau willen halen. Ze komen ook uit verschillende sporttakken. Deze week moest ik nog een voetballer van Shakdar Donetzk klaar maken voor de competitie vanaf december. Maar ik krijg net zo goed te maken met een golfspeler of met iemand die voor de eerste keer wil deelnemen aan de Ten Miles. Ik kon mijn theoretische achtergrond goed gebruiken om ze in praktijk te brengen.”

Wij hebben dus te maken met een gelukkig man…

“Absoluut. Eén van de redenen waarom ik terug naar België wilde komen, was ook om mijn zoon en mijn gezin meer te zien. Ik blijf nog wel voor veel open in de toekomst, maar nu zie ik mijn gezin veel meer. En tenslotte: trainer-coach zijn, blijft een eenzaam beroep, ver van de familie soms. Julie Rumes zie ik ook meer. Zij is soms meer in het buitenland dan ik. Dat heeft geen rechtstreekse gevolgen voor VDK Gent, hoewel ik haar van daar al ruim twintig jaar ken. Maar de speelsters waarmee zij werkt, passen niet in het budget van onze club.

Dat ik bovendien kan werken bij een topper als Lieven Maesschalck is ook voor mij een enorme verrijking. Hij is de ‘goeroe’, de ‘Dalai Lama’ in zijn domein. Hij ziet dingen die de anderen gewoon niet opmerken. De job is ook sportoverschrijdend en iedereen komt er echt wel om hard te werken. Gemotiveerd en met een bepaald doel voor ogen. Ik ga wel een beetje minder uit eten en ik moet op mijn ‘lijn’ letten. Toen ik zelf training gaf, kwam ik op mijn stappenteller dikwijls aan 20.000 stappen per dag. Daar kom ik nu niet meer aan. Ik eet bijgevolg gezonder en doe nog amper een beroep op noodvoeding. Je hebt tenslotte een voorbeeldfunctie.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke