Tim Degruyter: “Het is niet van ‘moeten’ in Caruur Gent – Knack Roeselare”

Woensdag 16 oktober begint de Euromillons Volley League editie 2019-2020 met Gent-Roeselare, Aalst-Haasrode/Leuven en Maaseik-Waremme.

Volley Magazine blikt vooruit met de Gentse spelverdeler Tim Degruyter, die in de Gentse kern onder meer zijn beachmaatje Gilles Vandecaveye terugvindt, waarmee hij tijdens de voorbije zomer een mooi Belgisch beachseizoen afwerkte. Hij ziet Roeselare, Maaseik en Aalst opnieuw boven de rest uit steken en voor de rest geen zwak team meer in de hoogste reeks.

“Wij hopen na de reguliere competitie op een vijfde plaats te eindigen”, antwoordt Degruyter op de vraag met welk doel Caruur Gent aan de komende competitie begint. “Dat zou betekenen dat wij in de tweede fase niet tegen een ploeg uit de top-3 zouden uitkomen. Na de reguliere competitie speelt immers het nummer één tegen het nummer acht, twee tegen zeven, enzovoort. Op die tweede fase volgt dan een winnaarspoule van vier en een verliezerspoule van vier.”
“Ik vermoed dat er binnen de Caruur-familie ook wel mensen zijn die stiekem dromen van een top-4. Maar ik ben daar eerder realistisch in. Die vijfde plaats zou al een knap resultaat zijn. Al gaan wij zeker proberen, als wij daar de kans toe krijgen, om in de tweede fase voor een stunt te zorgen.”

Om de vertrekkers Leonis Dedeyne, Pieter-Jan Bormans, Niels Engels, Stijn Bossee, Jacub Kovac, Thomas Konings en Stijn Van Schie te vervangen, wierf Gent Basile Andriessen (Menen), Wout D’heer (Topsport School Vilvoorde), Gilles Vandecaveye (Menen), Simon Plaskie (Topsport School Vilvoorde), Robbe Vandeweyer (Aalst), Serghei Predius (Waremme) en Hristiyan Dimitrov (Unterhaching) aan. Blijvers zijn naast trainer Jan Van Huffel, Michiel Ahyi, Bert Dufraing, Tybo Engelschenschilt, Chris Ogink, Tim Degruyter. Is de ploeg dus versterkt?

Degruyter: “Ons team is zeker versterkt in de breedte. Er kwam overal wat kwaliteit bij. Wij hebben geen Van Schie meer, maar beschikken over twaalf volwaardig inzetbare spelers. Dat moet trainer Van Huffel meer wisselmogelijkheden geven. Vorig seizoen hadden wij redelijk veel blessures en dat zouden wij nu – indien nodig – ook beter moeten kunnen opvangen.”

Zie je iets veranderen aan de bestaande hegemonie tussen de verschillende clubs?

Degruyter: “Wij hebben in de voorbereiding Roeselare en Aalst ontmoet. Maaseik heb ik nog niet gezien, maar die halen ieder seizoen een sterk geheel samen. Wellicht zal er aan de top-3 dus weinig veranderen. Daarnaast ben ik benieuwd naar Haasrode/Leuven, dat versterkt is en met het houden van opposite Gert Van Walle een stevige troef in handen heeft. Voor het Belgische volleybal is het positief dat Menen, nadat het bijna van nul is moeten herbeginnen, er toch in geslaagd is om opnieuw een zeer degelijke ploeg samen te stellen. Omdat er maar acht ploegen zijn, zitten alle goede spelers verdeeld over die ploegen. Dat maakt dat er geen zwak broertje tussen zit en dat het iedere speeldag knokken zal worden.”

Gent bouwt geleidelijk aan aan de weg. Het haalde al één keer play-off I, in het jaar van de Nederlanders Wouter Ter Maat (die toen Speler van het Jaar werd) en Fabian Dosset. Droom je er dan toch niet van om dat nog eens opnieuw te beleven?

Degruyter: “Die play-offs1 werden met zes teams gespeeld. Nu is er een andere formule en moet je top-4 halen. Het zou natuurlijk plezant zijn om nog eens play-offs1 te halen, maar dat wordt allesbehalve gemakkelijk. Vorig seizoen eindigden wij in de reguliere competitie zesde en dat was dus eigenlijk een evenaring van het Ter Maat-seizoen. Onze club probeert stapvoets de topclubs een beetje bij te benen en tegelijkertijd financieel overeind te blijven. Caruur Gent zit nu ongetwijfeld in een opwaartse spiraal. Daardoor lukt het ook om extra sponsors aan te trekken. Die vooruitgang lukt aardig. Al blijft sportief gezien de kloof met de volledig professionele teams groot.”

Hoe kijk je tegen jullie openingswedstrijden aan deze week?

Degruyter: “Wij starten thuis tegen Roeselare en dat is misschien niet slecht. Zo krijg je voor eigen publiek niet direct een match waarin het “moet”. Ik hoop dat wij vrijuit zullen spelen en wie weet een of twee sets pakken. Al besef ik dat Roeselare zeer sterk is. Zelfs zonder Tuerlinckx en Coolman waren zij een maatje te groot in een oefenduel. Zij hebben een bank die even goed is als onze basisploeg. Dat zag je vorige zondag nog in de Supercup, waarin ze ook speelden zonder hun twee buitenlanders en toch Maaseik versloegen.
Zaterdag volgt dan de uitwedstrijd in Leuven. Dat is onmiddellijk ook een moeilijke verplaatsing, mede door de eerder kleine zaal waarin zij spelen. Maar wij gaan daar het beste van proberen te maken. Resultaten in oefenduels betekenen meestal weinig en eens de competitie bezig staat iedereen scherper.”


Jij mag een echte clubspeler genoemd worden, die al van bij de jeugd in Gent speelde?

“Ik vat nu mijn drieëntwintigste seizoen voor Gent aan. Op twee jaar Zulte en een jaar Puurs heb ik hier altijd gespeeld. Ik woon op vijf minuten van de sporthal. De trainingen bij Gent zijn ideaal te combineren met mijn werk als zelfstandig architect. Ik werk eigenlijk drie dagen per week voor een bureau en de andere dagen voor eigen projecten. Voor die laatste moet ik soms ook ’s avonds de baan op. Dat is dan vaak puzzelen. Daarom ben ik ook mijn vrouw Marjoke bijzonder dankbaar dat zij dan voor de opvang van ons kindje zorgt en zich opoffert om mij de kans te geven mijn job en mijn sport te combineren.”

Tekst: Philippe Cryns

Foto’s: Bart Vandenbroucke