“Nooit zo goed geamuseerd als bondscoach als nu”

Bondscoach Gert Vande Broek en zijn Yellow Tigers breiden in Kortrijk een goed verlengstuk aan de uitstekend gestarte VNL-campagne en het behoud bij de wereldelite van het volley staat zo goed als vast. Het enthousiasme dat zijn ploeg vertoonde, zorgde voor nog meer populariteit voor zijn team vanwege de Belgische supporters en voor een bijzonder grote waardering van de buitenlandse ploegen voor het geleverde werk van het ‘kleine België’. Op elf jaar tijd zorgen voor twee succesvolle generaties volleyspeelsters: je moet het maar kunnen. Tijd voor een uitgebreid gesprek met de voornaamste realisator van dit project.

“Toen de VRT me in januari vroeg wat ik zou kiezen: een plaats bij de top-8 op het EK of het behoud in de VNL-competitie, dan koos ik resoluut voor de tweede optie. Er wel aan toevoegend dat dit alleen kon gebeuren door het niveau van ons team op te drijven. Cruciaal was onze eerste wedstrijd tegen Bulgarije, waarin we een 0-2 achterstand konden omzetten in 3-2 winst. De Bulgaren in een diepe put en onze ploeg spelend op zulke ‘drive’ dat we voor het eerst konden winnen van Japan. De Bulgaren hebben die klap nooit verwerkt en ik kijk met belangstelling uit hoe hun coach zich uit deze moeilijke positie zal kunnen redden. Want eerlijk gezegd: in de huidige competitie zit geen zwak zusje zoals dat vorig jaar het geval was met Argentinië en ik ben zeker dat velen ons zagen als voornaamste kandidaat om te degraderen. Ik ben dan ook trots dat we voor het derde jaar op rij met deze zeer jonge groep zulke resultaten kunnen voorleggen. Zij doen dat met een onwaarschijnlijke inzet, onvoorwaardelijk en met een grote teamspirit. Zij worden ook elk jaar sterker, je mag vijf weken constant presteren echt niet onderschatten en er worden hier geen cadeaus uitgedeeld.”

Je zegt het zelf: vijf weken haast onafgebroken bij mekaar zijn, is niet niks…

Vande Broek: “Zeker voor een team als het onze, dat steeds onder druk staat om te moeten presteren. Als je dan merkt dat een aantal landen lang niet bezig is met het behoud omdat ze toch verzekerd zijn van hun plaats voor de komende vijf jaren, dan denk ik dat dit een beetje afbreuk doet aan de bedoelingen van het FIVB, dat een heel professioneel systeem op poten zet. Ik denk ook dat heel veel coaches en speelsters vijftien wedstrijden op vijf weken veel te veel vinden. Pas op, persoonlijk vind ik dit fantastisch voor deze groep, al zorgt dit systeem voor een zware belasting. Vooral bij de Europees spelende ploegen zie je dat ze zich meer concentreren op het olympisch kwalificatietoernooi en het EK, zodat landen zoals b.v. Nederland, Italië, Servië en Rusland aan de VNL-competitie deelnemen met een soort veredeld B-team. Alleen de vier zgn. challengers moeten met hun volle potentieel in een bikkelharde strijd aan deze wedstrijden meedoen.”

Vande Broek: “Zeker voor een team als het onze, dat steeds onder druk staat om te moeten presteren. Als je dan merkt dat een aantal landen lang niet bezig is met het behoud omdat ze toch verzekerd zijn van hun plaats voor de komende vijf jaren, dan denk ik dat dit een beetje afbreuk doet aan de bedoelingen van het FIVB, dat een heel professioneel systeem op poten zet. Ik denk ook dat heel veel coaches en speelsters vijftien wedstrijden op vijf weken veel te veel vinden. Pas op, persoonlijk vind ik dit fantastisch voor deze groep, al zorgt dit systeem voor een zware belasting. Vooral bij de Europees spelende ploegen zie je dat ze zich meer concentreren op het olympisch kwalificatietoernooi en het EK, zodat landen zoals b.v. Nederland, Italië, Servië en Rusland aan de VNL-competitie deelnemen met een soort veredeld B-team. Alleen de vier zgn. challengers moeten met hun volle potentieel in een bikkelharde strijd aan deze wedstrijden meedoen.”

Waaraan merk je dat de Yellow Tigers verbeterd zijn?

“Aan de cijfers. Vorig jaar konden we op een diefje winnen van Thailand en de Dominicaanse Republiek. Dit jaar konden we Thailand kloppen terwijl ze ons toch kenden. Ook tegen een sterk Japan en een misschien iets minder sterk Rusland en Servië boekten we duidelijke zeges. Slechts twee wedstrijden hebben we onder ons niveau gespeeld: tegen de Verenigde Staten en tegen Zuid-Korea. Maar voor het overige merk ik wel een meer constant niveau, we kunnen beter met de druk om, speltechnisch doen we het goed en we beschikken over sterke mentale weerbaarheid. Ik stel ook vast dat bij deze meisjes een lange uithuizigheid  geen probleem vormt. Die komen elke ochtend uit hun kamer met de vraag wanneer ze kunnen trainen.”

Krijg je daar reacties op van buitenlandse delegaties?

“Absoluut. Die kijken met zulke grote ogen toe naar de manier waarop we dit allemaal klaar spelen. Deze nieuwe generatie wordt heel sterk gewaardeerd. Met zulke jonge groep omgaan met de druk zoals in matchen tegen Argentinië vorig jaar en tegen Bulgarije dit jaar. En dat met een groep jongeren, die allemaal nog een poster in hun kamer hadden hangen van de vedetten waar ze nu tegen moeten spelen. Je moet het maar doen.”

Hoe groot is de inbreng van de andere leden van de technische staff?

“Enorm groot! Kris en ik vormen al jaren een sterke tandem maar onderschat ook de bijdrage niet van Raf Vekemans in de matchanalyses en van teammanager Sarah Smits in het communicatieproces met de groep. Het is een schitterende samenwerking. Iedereen kent zijn job. Wij zijn echt complementair aan mekaar. De taken vloeien vlot over mekaar door en iedereen voelt er zich goed bij. Op en naast het veld is het een toffe groep om vijf weken de hele wereld mee rond te trekken. En eigenlijk is dat voor Raf, Kris en mezelf het ganse jaar zo als je er Asterix bijneemt. Heel aangenaam voor mij. Ze weten dat ik onmiddellijk na de match gerust gelaten wil worden, maar op dat moment is Kris bezig met de analyses van de komende tegenstander en die komen dan soms om drie uur ’s nachts bij mij binnen. Hij is van de late shift. Maar om zes uur ’s ochtends ben ik dan weer van de vroege shift om zijn analyses door te nemen en om acht uur vergaderen we met z’n drieën om samen de scouting te bepalen. Wij met z’n drieën. Weet je hoeveel stafleden de Japanse ploeg telt? Twaalf! Ik heb soms de indruk dat niet iedereen beseft hoe zwaar zulke VNL weegt op de sportieve staf.”

Het nadeel van de Belgische ploeg is dan weer dat de ‘visvijver’ voor nieuw talent beperkter is…

“Daar proberen we ook aan te werken. We hebben inderdaad een type-team, waarin de speelsters eigenlijk regelmatiger zouden moeten vervangen worden. Met de alle speelsters uit de kern zijn er duidelijke afspraken gemaakt rond hun rol en verantwoordelijkheid. Zij passen goed binnen het team en onze invalsters supporteren enthousiast mee voor de anderen in de groep. Wij proberen te roteren waar het mogelijk is. Met het oog op de toekomst organiseren we tijdens het seizoen een aantal ‘Tiger Days’. Dat wil zeggen: een tweedaagse stage waarin we de kandidaat-speelsters voor de nationale ploeg oproepen die in België spelen, hetzij bij Asterix, Gent, Oudegem,Tongeren, Lendelede, Tchalou,…”

Kunnen zij concreet ook in de ploeg ingeschakeld worden?

“Wel, eens we ook mathematisch zeker zijn van het behoud in de VNL wil ik me daar niet op focussen, maar dan zullen die speelsters zeker iets meer in aanmerking komen voor een selectie. Al is dan ook de periode aangebroken om te werken aan onze andere procesdoelstellingen die wanneer we onder prestatiedriuk spelen onvoldoende geaccentueerd kunnen worden.  Het zal dan ook belangrijk zijn om een aantal nieuwe dingen uit te proberen. Tegen fysiek sterkere ploegen ondervinden we nog steeds problemen om zware opslagdruk te verwerken.”

Wanneer vind je als coach zelf nog rust in zulke drukke tijden?

“Ik train volgend seizoen Asterix niet meer, ik blijf er nog wel als sportief directeur op hun verzoek en dat van Kris die hoofdtrainer wordt. Mijn mailbox wordt regelmatig gevuld met aanbiedingen van buitenlandse clubs. Recent wees ik een lucratief voorstel af om bondscoach te worden bij een concurrent en liet ik de kans liggen om coach te worden van een ploeg die reeds de Champions League gewonnen heeft bij de vrouwen. Dit is een bewuste keuze om me voluit te kunnen focussen op de verdere uitbouw van deze toffe ploeg. Onze doelstelling is deel te nemen aan het WK in 2022. Ik heb me als bondscoach – op één jaar na – altijd goed gevoeld bij de nationale ploeg, maar ik heb me nooit beter geamuseerd als nu.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke