Arno Van de Velde: “Thibaut Courtois keept. Dat deed ik ook. Maar ik koos voor topvolley”

De Belgische Red Dragon Arno Van de Velde (23) is een geboren Aalstenaar. Regio Oost-Vlaanderen. Getuige van zijn Vlaamse roots zijn enkele ludieke filmpjes in het ‘Aolsters’ op de site van de Belgian Red Dragons. Carnaval is minder aan hem besteed. De jonge middenaanvaller straalt vooral veel rust uit. Je brengt hem niet zo snel van zijn stuk. Hij gooit graag zijn lengte van 2m10 in de strijd. Hij achtte de tijd rijp om dat voordeel om te zetten op de internationale markt. Zoals zijn toekomstig schoonbroer Tomas Rousseaux dat doet bij het Poolse Asseco Resovia Rzeszow in de Plusliga. Inderdaad: relationeel zit Arno al ruim een jaar ingekapseld in de familie Rousseaux. Door zijn relatie met Yellow Tiger Hélène Roussaux, zus van Tomas. Voor zo ver de vrije tijd het toelaat, verblijven Arno en Hélène op hun nieuwe appartement in Brussel. Maar veel ruimte om samen te zijn, is er niet echt. Skype kan helpen als instrument van communicatie. Arno spendeert ook graag een beetje tijd bij zijn ouders in Haaltert, een lieflijk stadje tussen Aalst en Ninove.

Van de Velde leerde het volleybalmétier bij Deco Denderhoutem. Met de witgrijzende Wilfried Van Mol destijds als grote motor en draaischijf in die club. Van Mol is een naam als een klok voor de insiders. Wilfried verzamelde naam en faam als coach in het vrouwenvolley. Met Deco scheerde hij zeer hoge toppen. Hij is ook bekend van Voltraweb, een specifieke site voor trainers en coaches. Arno himself trok van Deco naar de volleybalschool in Vilvoorde. Hij werd er opgemerkt door Knack Roeselare. Arno hapte graag toe. De perfecte keuze voor zeven stevige seizoenen. Hij was ‘rookie’ van het jaar in 2016. Zijn periode bij Knack bekroonde hij met vijf titels en evenveel bekers. Maar nu is de tijd aangebroken om een stapje hoger te zetten. De lengte (2m10) en schoenmaat 48 vallen nog redelijk mee voor Arno. “Kleren vinden is wat anders. Maar het lukt wel. Die gestalte was een beetje lastig in mijn jeugdjaren wegens de logische kleine pesterijtjes over ‘die lange’. Maar ik ben heel tevreden dat ik groot ben.”

Zit die lengte in de familie?

“Dat kan kloppen, ja. Papa speelde met zijn 2m02 bij basketbalclub Okapi Aalst, mama is ook 1m81 lang. Broer Bjarne (21) zat in de volleybalschool in het EVC. Via Puurs en Gent keerde hij terug naar zijn roots bij Deco Denderhoutem. En zus Lore (15) is eveneens verknocht aan Deco. Zij focust echter meer op paardrijden als haar grootste passie.”

Eén van jouw voorbeelden, heel verrassend, is Thibaut Courtois, de topper als sluitstuk bij de Koninklijke Real Madrid?

“Inderdaad. Thibaut Courtois was volleyballer en doelman. Ik was of ik ben dat ook. Bij FC Haaltert stond ik in het doel. Voor mij is het uiteindelijk volley geworden. Die knoop heb ik doorgehakt. Maar versta me niet verkeerd: ik kan zeker nog altijd goed ‘keepen’.”

Tomas Rousseaux heeft getekend bij Rzeszow in Oost-Polen? Jullie gingen er samen misschien naartoe. Of is dat een fabeltje?

“Ja, ik zou dat gegeven verwijzen naar de wereld van ‘kwakkels, geruchten en fake news’. Ik kreeg nooit een aanbod van Resovia, laat dat duidelijk zijn. Dat ik met Tomas en Hélène samen zou gaan leven in Rzeszow is eigenlijk pure fantasie. Dat zal niet zo zijn. Hèlène gaat wellicht andere oorden opzoeken na haar zware knieblessure. Het herstel heeft maanden gevergd. Maar ze zal er volgend seizoen weer staan. Zelf trek ik naar Arago de Sète (Pro A) in het Franse Zuiden. Ik hoor niets dan positieve geruchten over die club, al ben ik er zelf nog niet geweest. Ik trek er naartoe met andere Red Dragon Lowie Stuer. Hélène zoekt nog. Ze neemt haar tijd. Ze droomt van Italië of Turkije.”

Welke rol heeft Emile Rousseaux, de papa van Hélène, gespeeld in jouw carrière?

“Die invloed is enorm. Niet te schatten. Toen ik onder zijn hoede kwam, was ik amper 16 jaar. Zodus. Hij heeft mij gekneed tot wie ik nu ben. Versta me niet verkeerd: Ik heb ook zonder privileges of een voorkeurbehandeling moeten vechten voor een basisplaats. Maar Emile bijt zich echt in iemand vast, als hij in een speler potentieel ziet voor de ploeg. Dat geluk had ik. Hij is hardnekkig, dus veeleisend. Hij is veel met mij bezig geweest. En ja, daarvan is resultaat gekomen.“

Je vertrekt bij Knack even later dan je toekomstige schoonvader?

“Ja , ik heb bij Knack een fantastische tijd gehad. Maar ik vond het een uitgelezen moment voor een andere bestemming. Graag in het buitenland. Alleen jammer dat ik niet met een zesde titel kon vertrekken. Maar bij Arago de Sète word ik herenigd met mijn vroegere schoolmaat Lowie Stuer. We zaten in Vilvoorde in dezelfde klas. Hij verlaat Menen na amper één seizoen voor een nieuw volleybalhoofdstuk bij de Zuid-Franse club. Ik ben zo blij: onze onderlinge verstandhouding kan niet stuk.”

Had je nog andere aanbiedingen dan Arago de Sète?

“Mijn Italiaanse manager Leonardo Caponi bekeek ook de opties van Montpellier en Narbonne. Nice had ook gekund, maar het wordt Sète. Ik ga Knack Roeselare missen na zeven seizoenen. Maar ik wil een nieuwe wending geven aan mijn carrière. Ik heb het gevoel dat ik nog meer kan uitgroeien tot een top speler. Liefst in Italië, Rusland of Turkije. Sète wordt mijn eerste buitenlandse avontuur. Maar geen schrik hebben: ik ben een plantrekker. Deze jongen kan meer dan een eitje bakken. Ik sta graag aan het fornuis. Voor een goed stuk vlees, warme groentjes, een spaghetti of allerlei lekkere slaatjes. En Lowie is dus in de buurt. We kunnen samen optrekken. Altijd leuk. Bovendien: Emile Rousseaux werkt in Toulouse voor de Franse federatie. Op twee uur rijden van Sète. Dat is niet zo ver uit de buurt.”

Je neemt afscheid met de Belgische beker. Dat kan tellen. Maar de titel ontsnapte.

“Maaseik was te sterk in die ‘best of 5’ tijdens de titelfinales. Daar is niks mis mee. Steven Vanmedegael, de opvolger van Emile, heeft bij zijn debuut schitterend werk geleverd. Het kwam niet tot een dubbelslag. Tja, Maaseik is natuurlijk ‘niet niks’. Maar die nieuwe beker heeft veel deugd gedaan. Vergeet niet dat we de eerste set moesten prijsgeven. Maar via uitblinker Matthijs Verhanneman en de afscheidnemende libero Stijn Dejonckheere konden we de bekerklus klaren in vier sets.”

Wat wordt het in de Golden European League? Die verloopt niet helemaal naar wens.

“We moeten na de nederlaag in Letland op onze tellen passen voor het behoud. Dat verlies van vorige week in Riga (3-1) was niet echt ingecalculeerd. Maar oké. De Letten waren sterker. Door de Volley Nations League van de afgelopen dagen voor de Yellow Tigers (matchen tegen Rusland, Polen en Servië) moeten we in de voorbereiding uitwijken naar de zaal van de KUL Leuven en naar Schiervelde in Roeselare. Geen probleem. We kennen ‘De Lange Munte’ heel goed. Ik ben het bijna gewoon daar te spelen. Wellicht worden de ramen weer afgeplakt, omdat er soms veel licht binnenvalt. Maar die lichtinval mag geen excuus zijn. We hebben de koppen bij elkaar gestoken. De verlieswedstrijd in Riga is doorgepraat. Met Sander Depovere en Gil Hofmans zijn er twee wijzigingen doorgevoerd. Roman Abinet en Lienert Cosemans krijgen rust. We moeten natuurlijk scoren. De degradatie naar de Silver European League is voor ons geen optie.”

Daarna volgen in augustus de olympische kwalificatie in Rotterdam en in september het EK in Italië. Wat denk je?”

“Ik ben benieuw naar de selectie. Ik hoop er zeker bij te zijn. Ik droom van Tokio 2020. Voor het middencompartiment sluiten Simon Van de Voorde, Pieter Verhees, Wannes De Beul (geplaagd door zijn knie) en ook Wout D’Heer in augustus aan. De bondscoach zal knopen moeten doorhakken. Natuurlijk wil ik graag meespelen. Dat gevecht voor een olympisch ticket? Dat worden in de Rotterdamse Ahoy best pittige confrontaties tegen de Verenigde Staten, Nederland en Zuid-Korea. Alleen de winnaar is geplaatst. Ik ga er alles aan doen. Met opgeladen batterijen. Want gelukkig is er vooraf een beetje tijd om vakantie te nemen. Met Hèlène en Tomas ga ik mee naar Egypte. Op bezoek bij de Amerikaanse vriendin van Tomas. Zij is actief in de cultuursector. Vooral in de danswereld. Het is niet mijn bedoeling om daar de zonneklopper uit te hangen. (lacht) Ik moet trouwens weinig doen om te bruinen.”

Voor de vierde EL-match tegen Letland in Kortrijk zijn een paar wijzigingen doorgevoerd.

“Ja, Simon Peeters was in Riga niet beschikbaar (trouw van broer in Kasterlee nvdr.), hij zit nu terug in de kern. Mathieu Vanneste verdwijnt. Lienert Cosemans en Roman Abinet maken even plaats voor Sander Depovere (mijn set-up bij Knack) en Gil Hofmans (Haasrode Leuven).”

Wat kan je persoonlijk nog beter doen?

“Emile Rousseaux hamerde er vaak op: mijn emotionele beleving. Dat is een zeer groot werkpunt. Ook nog meer mobiliteit en snelheid brengen aan het net. Een probleem dat zich wel vaker stelt voor zeer lange aanvallers. Anderzijds heb ik ook enkele wapens: een strakke float op service, een stevige counter op de tegenaanval en een degelijk blok op de hoge ballen van de tegenstander.”

Sète wordt hopelijk voor jou een springplank naar veel meer internationale bekendheid.

“Ja: ooit spelen in Polen, Turkije of Rusland is een jeugddroom. Ik teken meteen, als die kans zich aandient. Arago de Sète beschouw ik als een jaar investeren in het buitenland. Ik heb een contract getekend voor één seizoen. Tien maanden dus. Ik kijk daarbij niet naar het geld. Neen, ik wil mijn naambekendheid vergroten. En ook héél veel leren. Vanuit die ervaring – ik ben nog piepjong – hoop ik een echte topcarrière uit te bouwen.”

Golden European League: zaterdag 8 juni (Kortrijk – 20u.): België-Letland

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke