Stijn Morand komt terug naar België

“Vijf jaar heb ik het maximum uit de ploeg van Paris St.-Cloud gehaald, ik had nog een contract voor één jaar, maar om privé-redenen kom ik opnieuw naar België,” vertelt coach Stijn Morand, een half oog gericht op de tennisterreinen van Roland Garros, waarop hij met de meisjes en het bestuur van de ploeg uitgenodigd was.

Het gras is dus niet altijd groener aan de overkant van de heuvel of van de grens. En dus hoopt Stijn zijn ex-club VDK Gent verder organisatorisch te kunnen helpen, zonder daarom een coachesambt te ambiëren. Kortom: het verhaal over het verleden en de toekomstverwachtingen van Stijn Morand.

Dus financiële problemen bij de club uit de Franse hoofdstad?

Stijn Morand: “Ja en neen. In de hoogste vrouwenafdeling waren wij de ploeg met het tweede kleinste budget. Het was dus bij Paris St.-Cloud elk jaar elke Euro in tweeën bijten. Omdat de mannenploeg intussen in de Liga B verzeild geraakte, was de vrouwenploeg dus eigenlijk het hoogst spelende team uit de hoofdstad. Maar de mannenploeg kreeg nog steeds één miljoen Euro aan subsidie van de stad Parijs, terwijl wij het met 250.000€ moesten stellen. Een politiek spelletje ook. Maar zo’n budget was ook niet genoeg om iemand in dienst te nemen voor de administratie. Weet je dat wij de enige ploeg in de Liga A waren, die geen professioneel secretariaat bezat.”

Maar blijft de ploeg dan toch in de hoogste afdeling spelen?

“De hele herrie die we gemaakt hebben omtrent het verder bestaan van de club, heeft dan toch sommigen wakker geschud. Er zijn dingen in beweging gebracht. Er is intussen een overnemer, een nieuwe vennoot, gevonden die borg staat voor een project voor de komende vijf jaren met elk jaar een budgetverhoging vanaf  2020. Het had dus opnieuw hetzelfde spelletje geweest in het komend seizoen: de citroen verder uitwringen. Van de Belgische speelsters in onze ploeg kan Els Vandesteene bij Parijs blijven. Ze heeft in het voorbije seizoen één van haar betere jaren gekend. Valérie Courtois stopt met volleyen en ik denk dat zij verder de wereld zal verkennen. Angie Bland was nog een welgekomen en nuttige invalster vanaf halfweg het seizoen, maar zij zal volgend seizoen bij Hermes Oostende spelen, waar ze haar studies verder kan combineren. Eigenlijk bezaten wij een super wijze groep speelsters.”

Toch wel een lichte ontgoocheling over het eindresultaat van het voorbije seizoen?

“Wij zaten inderdaad dicht bij de play-offs, maar op het beslissende moment blesseerde onze buitenlandse speelster zich, zodat we negende eindigden. Nét buiten de play-offs. Maar we hadden voordien al te veel steken laten vallen tegen ploegen die achter ons stonden, we wonnen en verloren te veel met 3-2. We stuntten dan weer wél tegen Béziers. We hadden een goede kern, maar iets te beperkt. Nog een geluk dat Angie er bij kwam en we de finale van de beker konden spelen.”

Uiteindelijk tevreden over vijf jaar coachen in Parijs?

“Zeker. Toen ik er kwam, haalden we dadelijk een uitstekend resultaat. En raar maar waar, volgens de statistieken van onze ploeg haalden we gedurende vijf jaar ongeveer dezelfde resultaten, op 2% of 3% na. Het budget is gedurende die vijf jaren wél steeds hetzelfde gebleven, terwijl het niveau van het Franse volley in stijgende lijn ging. Ik denk dat ik mezelf weinig of niks te verwijten heb. Ik heb het maximum uit deze ploeg gehaald.”

En wat nu, coach?

“Ik zal zeker het leven in Parijs missen, maar mijn voornaamste prioriteiten gaan nu naar mijn familie en naar mijn vriendin. (nvdr Julie Rumes, ex-volleyspeelster en spelersmakelaar in volley en basket) Toen het nieuws over mijn vertrek in Parijs bekend geraakte, kreeg ik aanbiedingen van verschillende kanten. Ook Oudegem was b.v. geïnteresseerd, maar ik wilde eigenlijk een sabbatjaar inlassen qua coaching en zeker niet starten bij een nieuwe ploeg. Al wil ik zeker nog iets doen in het volley. Ik wil mijn ei kwijt kunnen en mijn ervaring ten dienste stellen van clubs die mij nog willen. Mijn voorkeur gaat in dat verband uit naar VDK Gent, waarmee ik toch nog steeds een goede band heb en die ik jaren op het sportieve vlak geleid heb.”

Wat wil je daar concreet doen?

“Zeker geen coach worden. Maar ik vind vijf trainers op vijf jaar tijd toch iets van het goede te veel. Er wordt niet meer vijf dagen per week getraind zoals bij Asterix, maar aan 4 x 4 uren training komen ze nog altijd wel. Ik denk dat er nog wel werk te verrichten valt op het structurele vlak binnen de ploeg. Ik zou mee de lijnen willen opzetten binnen de club, beginnend vanuit een sterke jeugdbasis en die lijnen blijven opvolgen. Ik wil VDK Gent helpen op gebied van beleid. Is trouwens de functie van voorzitter niet ‘ad interim’?”

Je wil dus voorzitter worden?

“Niet noodzakelijk. Ik weet dat iemand als Guy Seeuws hard gewerkt heeft om op korte tijd een budget samen te stellen, waarmee de club niet meer in het rood staat. Weet ook dat de functie van voorzitter geen bezoldigd ambt is en dat er bij VDK uitsluitend met officiële documenten gewerkt wordt. In Gent zijn wij uitgegroeid tot een sportbastion van grote omvang, zo goed als de enige volleyploeg op hoog niveau bij de vrouwen. Die reputatie moeten we zeker ook blijven hoog houden en in goede banen blijven leiden. Daarvoor wil ik mijn ervaring zeker ten dienste stellen.”

En mocht dat toch niet lukken?

“Ik kijk wel eerst even de kat uit de boom. Ik laat alles open. Ik ben vroeger ook nog coach geweest bij verschillende mannenploegen, in januari kreeg ik zelfs nog een aanbieding om bondscoach van de Canadese nationale ploeg te worden, maar dat aanbod heb ik omwille van de familiale situatie moeten weigeren. Ik heb in mijn opleiding vroeger ook altijd gewerkt aan de gepersonaliseerde fysieke begeleiding van sporters en niet-sporters. Ik laat alle mogelijkheden op me af komen en dan zie ik het wel.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke