De receptiehoek-aanvalster van VDK Gent, Manon Stragier, en de spelverdeler van Lindemans Aalst, Seppe Van Hoyweghen, mochten op de Volley Proms in Oostende de trofee van Beste Jongere van het voorbije seizoen in ontvangst nemen. Beiden blijven er bescheiden bij en willen volgend seizoen verder werken aan hun progressie als volleyballer.
Allebei maken zij momenteel deel uit van de ruime selectie van respectievelijk de Yellow Tigers en de Red Dragons die recent aan de eerste trainingen van hun zomercampagne zijn begonnen. Bij zijn voorlopige jonge groep bij de mannen nam de nieuwe bondscoach Brecht Van Kerckhove ook de twee voorgangers van Van Hoyweghen als ‘rookie’ op, nl. Simon Peeters en Mathieu Vanneste.
“Ik had het niet direct verwacht”, stelt Manon Stragier over haar prijs. “Ik heb met Gent wel een bijzonder stabiel seizoen gespeeld. Het was zonder twijfel mijn beste seizoen ooit. Dan is het wel aangenaam dat de mensen die mochten stemmen dat ook opgemerkt hebben en mij die erkenning bieden.”
Hoe kijk je terug op het seizoen van Gent?
Manon Stragier: “Ik denk dat wij het maximale eruit gehaald hebben. Zeker gezien de langdurige blessure van Laure Flament. Kapitein en middenspeelster Iris Vandewiele was in de voorbereiding trouwens ook nog geblesseerd. In de reguliere competitie waren wij lange tijd met een drie- of viertal concurrerende teams in de running voor een plaats in de play-offs. Uiteindelijk slaagden wij er na een spannend slot knap in om de derde plaats te bemachtigen. Het enige minpunt van het seizoen was dat wij in de play-offs niet tot het einde konden strijden voor een finaleplaats met Asterix Avo Beveren. Door een 0-3 nederlaag in de voorlaatste wedstrijd thuis tegen Tongeren, had de laatste wedstrijd in Beveren geen belang meer. Tegen Tongeren was iedereen helaas erg vermoeid na een zware vijfsetter een paar dagen daarvoor tegen Oostende.”
Ook het feit dat het bestuur in januari bekend maakte dat de club besloten had om wegens financiële problemen volgend seizoen niet meer in te schrijven in Liga A was een moeilijk moment om te verwerken?
“Ik denk dat wij ons als speelsters daar goed in gedragen hebben. Wij hebben samen een crowdfundingactie op touw gezet, waardoor Gent uiteindelijk op die beslissing kon terugkomen. Hierdoor is de groep ook nog hechter geworden. Voor de rest hebben wij toch de focus op het volleybal kunnen houden, met positieve resultaten dus.”
Door de blessure van Flament kwam er meer gewicht op jouw schouders, maar misschien was dat net goed?
“Dat ik meer verantwoordelijkheid kreeg, was inderdaad al bij al niet slecht voor mijn leerproces. Hoewel de jonge Luka Maertens het prima gedaan heeft op de plaats van Flament, kreeg ik veel passes. En als je veel passes krijgt, zit je vaak beter in de match dan wanneer je maar enkele keren aangespeeld wordt per set.”
Na dit seizoen keer je terug naar Asterix Avo Beveren, waar je drie en vier jaar geleden ook al speelde, maar dan de concurrentie van onder meer Britt Herbots had?
“In mijn vorige periode bij de Waaslanders heb ik wel geregeld invalbeurten gehad. Soms bijvoorbeeld als opposite met receptieverantwoordelijkheid. Maar ik ben er weggegaan omdat ik toch meer wou spelen. Dat heb ik bij Michelbeke en Gent kunnen doen. Maar naar mijn eigen leerdoel toe, denk ik dat het een goede keuze is om nu terug bij Beveren de volgende stap te zetten door daar mijn voorbije seizoen proberen te bevestigen en nog progressie te maken.”
Ook jouw selectie voor de ruime kern van de Yellow Tigers – die naar Bulgarije vertrokken voor hun eerste verplaatsing in het kader van de groepsfase van de Volleyball Nations League (de vroegere World League) – kan jouw niveau nog omhoog halen?
“Dat klopt. Al ben ik natuurlijk nog geen vaste waarde in de nationale ploeg. Ik moet van selectie tot selectie hopen dat ik erbij ben. Maar iedere ervaring op dit wereldniveau is meegenomen en erg leerrijk.
Als ploeg hopen wij het behoud in de Nations League opnieuw veilig te stellen zoals vorig jaar. Daarvoor zullen wij tegen de andere drie Challengers zoveel mogelijk punten moeten pakken. En wij hopen hier en daar eens tegen een topper een sterke prestatie neer te zetten.”
Kan je alle volleybalactiviteiten combineren met jouw studies?
“Ik studeer marketing en communicatie aan de Vives Hogeschool in Kortrijk, maar doe dat via afstandsonderwijs. Daardoor kan ik zelf mijn examens plannen en is het allemaal te combineren.”
Seppe Van Hoyweghen
Ook Seppe Van Hoyweghen zag zichzelf niet als favoriet voor de trofee ‘Rookie van het jaar’.
“Ik had gedacht dat het een van de andere twee genomineerden, Berre Peters en Tim Verstraeten, zou geworden zijn”, zegt Van Hoyweghen. “Omdat zij bij hun team meer in de basis hebben gestaan dan ik. Maar het was uiteraard leuk om die trofee te krijgen. Ik heb er ook veel reactie op gehad. Er waren veel berichtjes van familie en volleybalvrienden.
Misschien heeft men er rekening mee gehouden dat Aalst een ploeg uit de top-drie is? Ik heb bij de Ajuinen nog een contract voor volgend seizoen en voel mij daar goed. Ik kreeg afgelopen seizoen veel invalbeurten en met succes. Een deel van de bekerfinale in het Sportpaleis mogen spelen, was voor mij het meest speciale moment van het seizoen.”
Waren jullie tevreden over de resultaten?
“Ik vond het een mooi seizoen, maar het was alleen zuur dat wij de finale van de play-offs net niet gehaald hebben. Op het einde waren wij wat vermoeid na een zwaar seizoen. Maar dat gold natuurlijk ook voor Maaseik en Roeselare.”
Wat verwacht je persoonlijk van het volgende seizoen?
De Poolse spelverdeler Jan Firlej vertrekt. Wie zijn vervanger wordt, is nog niet bekend. Maar als je bij een club als Aalst speelt, moet je rekening houden met grote concurrentie. Dat is ook nodig op dat niveau. Ik hoop nog een stap vooruit te zetten in mijn evolutie.”
In verband met dat laatste kan ervaring in de European Golden League ook helpen?
“Inderdaad. Ik ben heel blij dat ik erbij mag zijn. Op die manier blijf ik deze zomer op hoog niveau bezig en kan ik twee maanden verder trainen omringd door sterke spelers.”
Hoe viel de kennismaking met de Red Dragons tot nu toe mee?
“De trainingen zijn nu twee weken bezig en het is zeer leuk. Het zijn lange trainingen die mij veel bijbrengen. In het begin ligt het accent op het technische aspect. Naar het einde toe gaat het meer om teamplay.”
Is het een voordeel dat bondscoach Brecht Van Kerckhove zelf spelverdeler is geweest?
“Dat kan voor mij inderdaad een voordeel zijn. Vooral op de technische ochtendtrainingen geeft Brecht mij in ieder geval veel tips en stuurt hij mij vaak bij.”
Verwacht je als (b)rookie veel te spelen in de wedstrijden van de European Golden League?
“Dat wordt afwachten. Wij zijn momenteel met drie spelverdelers. Maar de trainersstaf heeft al gezegd dat zij kansen zullen geven, want dat in dit toernooi het resultaat niet het enige doel is. Ik hoop dus dat zij wel eens zullen wisselen onder de spelverdelers.”
Simon Peeters
Ook de voorgangers van Van Hoyweghen als ‘rookie van het jaar’, met name Simon Peeters (2017) en Mathieu Vanneste (2018), werden geselecteerd voor het eerste deel van de zomercampagne van de Red Dragons, waarin verschillende gevestigde waarden nog rust krijgen.
België speelt vanavond zaterdag om 18uur en morgen zondag om 18u30 al zijn eerste oefenmatchen tegen Tunesië in het Eurovolley Center in Vilvoorde, met gratis toegang. De eerste matchen van de European Golden League vinden plaats op 26 mei om 18 u. tegen Slovakije en op 29 mei om 20 u. tegen Turkije, telkens in Paleis 12 van de Heizel.
“Ik heb vorig jaar ook al meegetraind”, vertelt Simon Peeters. “Maar in de matchen van de European League stond ik toen nooit in de basis. Het bleef beperkt tot een paar keer invallen voor de opslag.”
Verwacht je er nu meer van?
“Ik lig er in ieder geval op gebrand om mij in de basis te werken. Dat zal niet gemakkelijk zijn. Onder meer omdat sommige spelers meer matchritme hebben dan ik. Bij Maaseik heb ik afgelopen seizoen vrij weinig gespeeld. Ik ben ook later bij de groep gekomen omdat wij nog de finale van de play-offs moesten afwerken. Maar nu zal ik mij meer op mijn gemak voelen. Dat er veel jongeren bij zijn, is ook plezant. Vorig seizoen was het de eerste keer en dus was dat wennen. De nieuwe coach toen, Andrea Anastasi, was ook een grote naam die indruk maakte. Het was een erg leerrijke ervaring, maar ik was toen wel wat zenuwachtig.
Met Brecht Van Kerckhove valt het heel goed mee. Hij staat er ook niet alleen voor. Met achttien spelers op training is het ook niet mogelijk om overal bij te sturen. Het is dus goed dat ook Dominique Baeyens, Kris Eyckmans en de andere leden van de staf aanwezig zijn.”
Heb je een voorbeeld op jouw positie als receptiehoekspeler?
“Als ik naar de omvang van zijn carrière kijk, moet ik Sam Deroo noemen. Maar ik probeer van iedere receptiehoek te leren. Qua fysiek ben ik eerder te vergelijken met Kevin Klinkenberg. Dat is meer mijn type speler. Ik besef ook dat vooral mijn receptie sterk moet zijn, als ik de top wil halen. En daar probeer ik nu hard aan te werken. Als ik in interlands mag meespelen, kan dat daar alleen maar toe bijdragen. Hoe beter de tegenstander, hoe meer je verbetert.”
Blijf jij volgend seizoen bij Maaseik?
“Ik heb nog een contract voor de volgende twee jaren. Dat betekent dat zij in mij geloven. Ik heb vorig seizoen wel kansen gekregen. En ik denk dat coach Joël Banks daar tevreden over was. Maar als topsporter is het moeilijk om op de bank te zitten. Daarom kijk ik uit naar de European League om mij te laten zien. Anderzijds ben ik pas 22 en moet ik mijzelf de tijd geven om het bij Maaseik waar te maken. Ik heb op een bepaald moment de stap genomen om na Antwerpen en een terugkeer naar Haasrode/Leuven hogerop te gaan. Maar in Maaseik is de concurrentie groter. Het zijn ook allemaal profspelers. En er is meer druk op de club. Zij moeten presteren en kunnen niet zomaar een jongere opstellen om hem een plezier te doen.
Ik combineer dit momenteel met studies marketing/sales manager, maar met minder studiepunten. Dit studies vormen af en toe een welkome afleiding.”
Opende jouw prijs als Rookie van het Jaar in 2017 bepaalde deuren?
“Dat zou ik niet stellen. Ik voelde mij toen ook nog niet zeker van mezelf en ben nog een jaar van Antwerpen naar Haasrode/Leuven teruggekeerd. Zo’n prijs als beste jongere is een heel leuke erkenning, maar is geen einddoel.”
Mathieu Vanneste
Mathieu Vanneste trainde vorig jaar al eens één week mee met de Red Dragons in de aanloop naar de European League, omdat er toen wat spelers te kort waren. Nu zal hij voor het eerst de volledige campagne meemaken. “Het was vorig jaar een toffe ervaring,” benadrukt Vanneste. “Maar nu zal het natuurlijk nog interessanter zijn.”
Je hebt alleen de pech dat je op de eerste training al een blessure opliep.
“Toen ging inderdaad mijn linkerschouder uit de kom. Maar ik kon afgelopen vrijdag al voor het eerst weer meetrainen, weliswaar zonder te blokken. De schouder herstelt dus goed.”
Reken je op speelkansen in de matchen?
“Vraag is hoe mijn blessure verder evolueert. Wellicht zal iedereen wel wat kansen krijgen. Omdat het een groep is met veel gedrevenheid, zal je die kansen wel moeten pakken en tonen dat je er staat.”
Is die gedrevenheid één van de voornaamste kenmerken van deze jonge groep?
“Ik merk inderdaad heel veel enthousiasme en goesting bij de jongeren. Wij vormen ook een hechte groep. Er heerst een goede sfeer. Verschillende spelers kennen elkaar vanuit de jeugdselecties, maar het klikt ook prima met de iets ouders spelers als Roman Abinet of Wannes De Beul.”
Net als Simon Peeters noem je Kevin Klinkenberg als voorbeeldtype waarin je je herkent?
“Dat klopt. Ik ben niet de aanvaller die de topscorer moet zijn, maar die wel een nuttige pion in het geheel moet zijn. Als ik een voorbeeld uit een ander land moet geven, dan noem ik graag David Sossenheimer uit het team van Vital Heynen, Friedrichshafen. Die laatste beschikt over een erg stabiele receptie en maakt weinig fouten.”
Volgend seizoen stap je over van Haasrode/Leuven naar Menen?
“Ik heb heel veel te danken aan de club Haasrode/Leuven, dus heb ik ernstig getwijfeld. Maar een aantal argumenten hebben mij toch voor de overstap doen kiezen. Ik ga terug bij mijn ouders wonen en niet meer op kot in Leuven. En dan is Menen dichter bij huis. Dat Frank Depestele er trainer wordt, is ook een reden. Als assistent-coach bij VHL bleek hij een uitstekende motivator. De sfeer in de “Hel van Mjiende” trekt mij ook aan. Het maakt indruk om daar om de veertien dagen te mogen spelen. Het is ook een heel familiale club, zoals Haasrode/Leuven. Ik was ook aan een nieuwe sportieve uitdaging toe en vind het een stap vooruit. Ik kijk er dus naar uit en wil er volle bak voor gaan.”
Heeft de titel Rookie van het jaar in 2018 veel teweeg gebracht?
“Ik denk niet dat ik er bekender of populairder door geworden ben. Het was wel een mooie erkenning. Maar ik doe het niet voor een individuele prijs. Ik heb liever dat mijn ploeg een aantal wedstrijden meer wint of een prijs pakt.”
Tekst: Philippe Cryns
Foto’s: Bart Vandenbroucke