Kan Staf Moyson zijn ploeg Lindemans Aalst naar de titel masseren?

 “Als het kan, wil Lindemans Aalst na zijn thuiszege op de eerste speeldag van de Final 4 tegen Knack Roeselare graag doorstoten naar de titelfinales. En daarna wil Lindemans ook de landstitel pakken. Ik zeg duidelijk … als-als-als, als het kan.”

Aan het woord is Staf Moyson (53), al een kwarteeuw kinesist, specifiek in het volleybal. Hij runt een groepspraktijk in Asse met twee osteopaten en twee collega’s kiné. De zaak heet ‘Beweging in balans’. Staf bekommert zich vooral om sporters.

Staf Moyson heeft zijn hart verpand aan Lindemans Aalst. “Ik speelde in een vroeger leven – lacht – spelverdeler bij Merchtem op lager provinciaal niveau. Zo kreeg ik de microbe te pakken. Ik was al supporter in Lennik met wijlen Jo Baetens nog voor ik mijn studie kiné aanvatte aan de VUB in Brussel. Mogelijk weet niemand dat, maar ik heb als kiné mijn eerste ervaringen opgedaan bij voetbalclub RWDM: Racing White Daring Molenbeek. Bij trainers Erwin Vandendaele en Hugo Broos. Ik heb zelfs ooit Franky Vercauteren op de massagetafel behandeld. Ik ben professioneel als kiné in het volleybalcircuit gerold via Marc Walravens. Hij was kiné bij Kruikenburg Ternat, met Jan De Brandt als headcoach. Van het één kwam het ander: via Kruikenburg trok ik naar Lennik, dan Zellik, ook Asse-Lennik. En nu ben ik bezig aan mijn derde seizoen bij Lindemans Aalst.”

Dankzij Jan De Brandt kon je ook aan de slag bij de nationale jeugdselecties. Herinner je je de grote namen?

Staf Moyson: “Ja, Jan was bondstrainer. Zo kon ik werken met de jonge Wout Wijsmans en tiener Frank Depestele. Ik ben ook een tijdje actief geweest bij de volleybalschool in het EVC in Vilvoorde. En bij de nationale vrouwenploeg, nog voor ze werd omgedoopt tot Yellow Tigers. Koen Hoeyberghs en Sacha Koulberg waren de nationale vrouwentrainers. Grote namen die ik zo voor de vuist opnoem zijn Anja Duyck, Olga Barinova, Frauke Dirickx, Daisy Decoen, Virginie De Carne en Tatiana Teterina.”

Nog verrassend: door Vesco Ivanovic kon je een jaar spenderen als kiné bij Voléro Zürich. Was het een topervaring?

“Klopt. Er zat bij Voléro een steenrijke Rus aan het roer. Alles was mogelijk, zonder limieten. Hij heeft nu trouwens het Franse Le Cannet opgekocht. Toen hij Vesco naar Zwitserland haalde, mocht de Serviër zelf zijn medisch kader uitbouwen. Dank u wel, Vesco. Zo heb ik een wondermooi jaar beleefd. Zürich is een schitterende stad aan het meer. De Amerikaanse spelverdeelster Robin Ah-Mow Santos is me bijgebleven. Deze Hawaïaanse won trouwens met de USA zilver op de Olympische Spelen.”

Heb je ook bij de nationale mannenploeg gewerkt?

“Helemaal in het begin werkte ik inderdaad met wijlen Jo Baetens, youngsters Wijsmans en Depestele. Later ook met Ben Croes, Johan Praets, Claudio Gewehr en Bart Wuyts. In een nog latere fase was ik met de Red Dragons present in Turkije, toen coach Dominique Baeyens de Euroleague won. Ik maakte toffe reizen mee in het kader van de World League naar Canada en Australië. En ook naar Denemarken voor het EK. Een schitterende tijd.”

Ervaar je een bepaalde evolutie in jouw vak, gerelateerd aan volleybal?

“Ja, de begeleiding is veel professioneler geworden. Dan gaat het om preventie, krachttraining, zeker ook screening bij transfers. Dat laatste is zeer belangrijk: de medische screening van nieuwkomers. Ik volg weliswaar geen bestuursvergaderingen, maar ik word intens betrokken bij de globale werking van de club. Voorts tracht ik alle mogelijke wetenschappelijke publicaties op te volgen. Voorlopig is op dat gebied nog geen sensationeel nieuws op komst in de evolutie van de kinesitherapie.”

Wat zijn volgens jou de vaardigheden van een goede kiné? Wat is het credo?

“Je weet: atleten die op de massagetafel relax liggen, vertellen spontaan allerlei verhalen. Zeker ook uit hun persoonlijk leven. Een goeie kiné is dus enerzijds ook een goeie psycholoog. En hij/zij moet vooral ook goed kunnen zwijgen. Het gaat om een vertrouwensrelatie. Als je als kiné uit de biecht gaat klappen, dan is het heel snel afgelopen. Je moet de info ook zeer grondig filteren. Uiteraard is het niet de bedoeling dat je als kiné gaat ‘klikken’. Nooit trouwens naar buitenstaanders.

Anderzijds is er ook het specifieke medische aspect. Over een zwaar letsel kan je de trainer en het bestuur wel informeren. Nooit echter over een of andere persoonlijke problematiek. Omdat we dag in dag uit werken met sportblessures zijn we soms met specifieke letsels beter vertrouwd dan veel huisartsen. Belangrijk element: je moet de atleet ook een beetje kennen. En zo de ernst van het probleem inschatten. Iedereen reageert immers anders. Er zijn spelers die elke dag wel iets voelen. Anderen kraken pas, als ze niet meer kunnen bewegen.”

Hoe is het medisch kader van Lindemans Aalst precies samengesteld?

“Ik denk dat we uitstekend bezig zijn. Huisarts Renaat Verhoeven kan dagelijks worden geconsulteerd. Qua kiné wissel ik af met Bram Wuyts, ook actief in de volleybalschool en de jeugdselecties. Bij twee trainingen per dag verzorgen we elk een shift. Soms verdelen we ook de matchen. Ik moet – lacht – immers ook een beetje aandacht hebben voor de wensen van mijn vriendin. Heel interessant is onze samenwerking met het ziekenhuis Onze-Lieve-Vrouw, met een dubbele vestiging in Asse en in Aalst. Ze hebben een schitterende sportmedische dienst. Cardioloog dr. Peytchev en dr. fysische geneeskunde Roel Parys zijn van goudwaarde in de opvolging van onze spelers. Roel Parys volgt trouwens alle olympische atleten op.”

Klopt mijn vermoeden dat je veel meer werk hebt door de overbelaste kalender?

“Dat zou kunnen. Die zware kalender is al jaren een pijnpunt, omdat FIVB, CEV en de nationale bonden elk een eigen koers varen. Van oktober tot voor kort heeft Lindemans Aalst 35 wedstrijden gespeeld. Alles bij elkaar: competitie, Belgische beker en Europese beker. Dat is dus enorm, echt enorm belastend: op zaterdag of zondag plus een midweek. Ik vind het echt fantastisch dat de Final 4 nu alleen in het weekend wordt afgewerkt. Niet snel-snel-snel, neen: elk team krijgt voldoende tijd om te recupereren. Fysiek, maar zeker ook mentaal na een nederlaag.“

Bij Lindemans Aalst heerst euforie: 3-1 tegen Roeselare. En was er nog ander gunstig nieuws?

“Dat mag je wel zeggen. Misschien heeft dat nieuws zelfs een rol gespeeld in het eindresultaat. Onze hoofdsponsor Lindemans heeft verlengd voor drie seizoenen! Knap hé. En de sponsoring van Lindemans – Nadia en Dirk – wordt substantieel verhoogd. Succes hangt altijd samen met budgetten, want return van tv-rechten zoals in het voetbal is er niet. De club Lindemans Aalst zit dus een hele tijd safe. Dat nieuws gaf ons een ‘boost’. We verloren twee keer tegen Knack Roeselare in de interclub, ook in de bekerfinale. Maar in de Final 4 had onze opslag na 0-1 een moordend effect. Oké, Van Hirtum speelde niet bij Knack wegens rugklachten, ook Verhanneman (lichte blessure) was ietsje minder dan wat we van hem gewend zijn. Maar anderzijds misten wij Tim Smit: onze middenman viel in de opwarming uit met een knieblessure. Voor de trip naar Menen is hij twijfelachtig.”

Tim Verstraete wordt de nieuwe libero ter vervanging van Dennis Deroey?

“Geen kwaad woord over Dennis. We hadden hem graag gehouden. Maar ja. Als hij zich kan verbeteren bij Knack Roeselare, dan moet hij op zijn leeftijd die stap zetten. Met Tim Verstraete (Haasrode VHL) hebben we meteen een 20-jarige youngster aan boord gehaald.”

Ben je liever actief in volleybal dan in voetbal?

“Ja, ik voel bij Lindemans Aalst zeer veel waardering. Het volleybal is een prettig milieu om in te werken. De betrokkenheid is groter dan in het voetbal. Misschien omdat ik een volleybalfanaat ben, dat kan de verklaring zijn. Wat onze ambities aangaat: dit in ons derde jaar in zaal Schotte in Aalst: pas na de volgende twee speeldagen – uit in Menen en in Maaseik – komt er veel klaarheid. Daarna ontvangen we die twee tegenstanders. En mogelijk is het knokken tot de zesde en laatste speeldag. Yep: uit naar Roeselare. Ik hoop dat de beslissing al eerder is gevallen.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: VM, Bart Vandenbroucke