Stijn D’Hulst enige Belg in kwartfinale Champions League

 

Geen Sam Deroo, geen Pieter Verhees, geen Hendrik Tuerlinckx, geen Simon Van de Voorde, geen Jolan Cox en geen Vital Heynen in de kwartfinales van de Champions League. Maar sinds gisterenavond weten we zeker dat er slechts één Belg nog vertegenwoordigd is in de strijd om een Europese titel en dat is Stijn D’Hulst, als tweede spelverdeler bij het Italiaanse Civitanova, het vroegere Lube Macerata. Gisteren mocht hij zelfs als basisspeler beginnen aan de wedstrijd tegen Kedzierzyn (zonder De Roo) en hij leidde zijn ploeg naar een sensationele 3-2 winst na de negende matchbal, die meteen de uitschakeling van Kedzierzyn betekende.

Een unieke gelegenheid om deze spelverdeler van de Red Dragons eens aan het woord te laten over zijn bevindingen bij een Italiaanse topclub en over zijn toekomstverwachting. Sympathieke Stijn antwoordt eerlijk, recht voor de raap zoals hij het denkt. Lees maar wat hij aan Volleymagazine vertelde.

Stijn, waarom heb je – na lang wachten – uiteindelijk gekozen voor Civitanova?

Stijn D’Hulst: “Ik zou toch dom moeten zijn (denk ik), mocht ik die kans niet grijpen. Meedraaien in één van de beste clubs ter wereld. De club was niet tevreden over de aankoop die ze gedaan hadden en ze zochten een vervanger. Ik speelde een goede zomercampagne met de Red Dragons op het WK en zo kwam ik bij Civitanova terecht. Ik heb een risico genomen door wat langer te wachten om ergens te tekenen, maar achteraf gezien kwam me dat goed uit.”

Je hebt er nog geen spijt van, want op een zeldzame invalbeurt na, zit je haast constant op de bank.

“Ik wist vooraf wat me te wachten stond. Ik zit inderdaad veel op de bank, maar een zeldzame invalbeurt vind ik toch wel overdreven gesteld. Vanaf weekend 1 (Supercup) werd ik vaak ingeschakeld. Ik speelde bijna de volledige competitiematch in Modena. Ik deed aardig mijn deel op het WK voor clubs. Ik startte daar in de vierde set in de basis tijdens de finale. Helaas zonder succes, want we verloren toen met 3-1.”

Wat heb je dit seizoen bijgeleerd?

“Ik word dit jaar 28 en ik doe hier heel wat ervaring op. Ik train elke dag met de beste spelers van de wereld. Ik heb het hier best naar mijn zin.”

Civitanova is een ambitieuze club. Hoe hard werkt de bekernederlaag tegen Perugia door in de club. Vallen er dan koppen? Harde woorden? Of vinden ze dat resultaat toch nog niet zo slecht?

“Het is misschien minder bekend in België, maar er werd al in december van coach veranderd. Na de bekernederlaag was er een enorme ontgoocheling. De zoveelste finale op rij die verloren werd. Harde woorden zijn er niet gevallen. Je verliest een finale waarin je echt topvolley brengt, ja, dat was zeer pijnlijk. Maar zoals jullie wellicht wel gezien of gehoord hebben, was aan de overzijde Leon op dat moment superieur.”

Wat zijn dan de ambities nog voor Civitanova dit jaar?

“Er rest nog de competitie en de Champions League. We doen er alles aan om beide te winnen.”

Wat zijn jouw eigen ambities nog dit seizoen?

“Met Lube wil ik de ploeg helpen waar mogelijk om het hoogste te bereiken: de Champions League winnen en de ‘scudetto’. Met de Red Dragons staat er ons een belangrijke zomer te wachten, met als hoogtepunt de kwalificatie voor de Olympische Spelen in augustus.”

Zal je present kunnen zijn bij alle wedstrijden van de Red Dragons?

“Dat valt af te wachten. Mochten we de finale van de play-offs halen, dan zijn we bezig tot einde mei en dan wordt het moeilijk om deel te nemen aan de eerste periode met de nationale mannenploeg.”

Krijg je regelmatig bezoek uit België en worden jouw prestaties gevolgd in het vaderland?

“Ik krijg af en toe wel bezoek. Vrienden en familie. Mijn vriendin komt elke maand vijf dagen langs. Ik heb het gevoel dat mijn prestaties in België zeker gevolgd worden. Misschien in mindere mate door de journalisten. Enkele weken geleden kwam Lander Vandecaveye op bezoek, vergezeld van Johan Callens en zijn vrouw Christa. Ik was blij ze in de tribunes te zien, al wonnen we die dag onze wedstrijd wel heel gemakkelijk met 3-0.”

Volg je zelf ook de resultaten van Roeselare en wat vind je van hun prestaties tot dusverre?

“Ik volg de resultaten in België zeker en vast. Ik zie toch dat Roeselare, samen met Maaseik, als eerste geplaatst is voor de play-offs. Ze zijn dus op goede weg, denk ik. Ze wonnen ook de beker, al hadden ze misschien in de Champions League nog iets meer kunnen betekenen.”

Heb je nog een contract bij Civitanova of kom je volgend seizoen terug naar België?

“Ik heb nog geen zicht op de plannen voor volgend seizoen. Ik weet dat ze me hier willen houden, maar dat er ook nog belangstelling is van andere clubs. Maar het is allemaal nog te vroeg. Een terugkeer naar België zie ik niet dadelijk gebeuren, maar ik sluit niks uit.”

Kwamen er verrassingen te pas bij jouw – alleen – leven in Civitanova?

“Ik speelde vorig seizoen ook al in Duitsland (Düren), waar ik toen alleen woonde. Het was dus voor mij niets nieuws om alleen te gaan wonen en ik kwam dus ook niet voor verrassingen te staan.”

Hoe gebeuren hier de verplaatsingen? Woon je samen in een appartement met andere ploegmaats? Kan je eventueel gaan eten in de restaurants die de club sponsoren en voel je je hier aanvaard bij Civitanova?

“Alle verplaatsingen gebeuren met de bus. Ik woon alleen in een appartement aan zee. Ik ga inderdaad op regelmatige basis eten in de twee restaurants die de club sponsoren. Ik vermoed dat ik wel degelijk goed in de groep lig, ik voel me toch goed in dit team. Maar als je meer wil weten, moet je dat misschien eens vragen aan Bruno of Juantorena. (lacht)

Bij de bekerfinales in Italië waren er 8900 toeschouwers, in België meer dan 10.000. Gaat het volley achteruit in Italië? Zijn er clubs in financiële problemen? Gebeuren de betalingen hier steeds correct?

“Chapeau voor dat grote evenement in het Antwerps Sportpaleis. In weinig landen is dat te zien. Maar hier in Italië stromen de zalen toch ook wel vol voor elke competitiewedstrijd en dan hebben we het over 4000 tot 5000 toeschouwers. De topploegen hebben dit jaar de beste spelers ter wereld binnen gehaald. Ik ben niet op de hoogte van de financiële situatie bij de meeste clubs, maar ik vermoed dat er geen grote problemen zijn. Ik ben altijd correct betaald en dus denk ik niet dat het volley er op achteruit gaat in Italië. En zo’n kleine 10.000 aanwezigen voor een bekerfinale vind ik ook niet weinig.”

Teksten verzameld door Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke