Eva Crispyn: “Een stunt van de underdog zou leuk zijn”

Haar team Saturnus Michelbeke is komende zondag geen favoriet in de bekerfinale tegen competitieleider Hermes Oostende. Toch wil dat volgens de linkshandige aanvalster Eva Crispyn niet zeggen dat het kansloos is. Voor Crispyn heeft het duel een extra tint, omdat zij vorig seizoen nog de kleuren van Hermes verdedigde en het Gentse trainersduo van de kustploeg, Frederik De Veylder en Jonathan De Henau, al een seizoen langer kende van bij Oudenaarde.

Toen Eva Crispyn twee jaar geleden nog in Liga B speelde met dat Oudenaarde, had zij wellicht nooit kunnen denken dat zij in de nadagen van haar carrière nog de bekerfinale zou meemaken. Ook niet toen Michelbeke in het begin van het seizoen onder de verwachtingen presteerde. Maar intussen zijn de resultaten en het spelpeil fel verbeterd bij Saturnus en staat het daar toch maar mooi.

“Wij moeten realistisch zijn”, schat Crispyn de kansen op bekerwinst in het Sportpaleis in. “Dat Oostende aan kop staat in de competitie bewijst dat het dit seizoen over een zeer sterke ploeg beschikt. Wij staan momenteel achtste in de stand en dat verschil zegt op zich al veel.”

Toch speelt Michelbeke de jongste maanden beduidend beter dan in de aanvangsmaanden van de competitie?

Eva Crispyn: “In het begin was er weinig vertrouwen. Zeker op de beslissende momenten naar het einde van de sets toe. Wij hadden dan ook een grotendeels vernieuwde ploeg, met een nieuwe trainer. Iedereen was nog zijn rol in de ploeg aan het zoeken. Coach Audrey Frankart heeft ook een paar opstellingen geprobeerd eer alles in zijn plooi viel. Zo was Radovic aanvankelijk opposite, maar bleek zij uiteindelijk beter tot haar recht te komen als aanvalster op positie vier.

Op een bepaald moment is er een klik gekomen. En sindsdien bezit het team enorm veel meer vertrouwen, ook in de zogezegde money time. Wij versloegen intussen bijvoorbeeld Gent en Zoersel. Wij zijn nu meer een geoliede ploeg. Wij weten als speelsters ondertussen ook beter wat wij van elkaar kunnen verwachten. Daarom geef ik ons toch een kans. Wij zijn de underdog, maar in sport kan de underdog soms gevaarlijk zijn.”

De omstandigheden in de immense zaal en het ongewoon groot aantal toeschouwers voor een vrouwenwedstrijd in het volleybal kunnen hun invloed hebben?

“Het is uniek en blijft met niets te vergelijken. Bij Oostende zijn er enkele speelsters die het al meer meegemaakt hebben. Bij Michelbeke is Evelien Roosens de enige die erbij was toen Saturnus de vorige keer in 2014 onder coach Nico De Clercq de bekerfinale haalde. Maar het blijft een zeer speciale match. Bij Oostende maakt de entourage er een hele heisa over, terwijl het Michelbeekse bestuur dit gebeuren heel bescheiden tegemoet gaat. Misschien zijn er bij Hermes wel mensen die er na de halve finale al te euforisch van overtuigd waren dat zij de beker al met één hand vast hebben? Zij zullen wellicht met meer zijn in de tribunes. Maar ook in de gemeente Michelbeke leeft het en staan verschillende bussen klaar om richting Antwerpen te trekken.”

Hoe verliepen de onderlinge confrontaties in competitieverband?

“In de heenronde in Oostende hadden wij een zwakke dag en hebben wij slecht gespeeld. Maar in de terugronde thuis wonnen wij een set en toonde Hermes slechts op de cruciale ogenblikken dat het iets meer kan.”

Nu je dit evenement onverwacht mag meemaken, hoop je allicht om toch ook een tijdje op het terrein te kunnen staan?

“Ik hoop inderdaad een stuk van de finale te mogen meedoen. Ik heb dit seizoen al redelijk wat speelminuten gekregen. Ik heb een aantal keer op cruciale momenten, onder meer aan opslag, mijn duit in het zakje gedaan. Ik hoop alleen dat ik niet moet inkomen omdat de ploeg slecht draait. Ik reken eerder op een collectief sterke prestatie waarbij iedere speelster haar inbreng heeft.”

Waarom koos je eind vorig seizoen voor Michelbeke?

“Ik hoef daar geen doekjes om te winden, ik moest weg bij Oostende. De club wou, omdat vorig seizoen niet de gewenste resultaten werden gehaald, het team versterken en dus paste ik niet meer in het plaatje. Normaal gezien ging ik dan eigenlijk stoppen. Maar toen Michelbeke – dat mij vroeger al eens gecontacteerd had – mij een aanbod deed, ben ik daarop ingegaan. Het is een charmante, gemoedelijke familieclub en dat sprak mij aan. Bovendien vond ik er met Julie Demyttenaere een vriendin terug, met wie ik vijf jaar bij Tielt heb gespeeld. Ook Evelien Roosens ken ik goed. Ik zag dit jaar dan ook als een mooiere afsluiter dan het slot bij Oostende. De late trainingen ’s avonds bij Michelbeke zijn ook beter te combineren met mijn job in het biotechbedrijf Ablynx in Zwijnaarde en de afstand is kleiner.
Nu blijkt trouwens ook dat het bestuur heel dicht bij de speelsters staat. Zij bleven ons in alle omstandigheden steunen en dat vind ik tof.”

Je hebt de nationale jeugdselecties doorlopen. Heb je er dan geen spijt van om het niet vroeger eens geprobeerd te hebben in Liga A?

“Ik behoorde inderdaad tot de U18 bij de nationale selectie. Ik heb wel nooit op de Topsportschool gezeten. Lore Gillis was in die lichting de eerste opposite en ik was haar doublure. Omdat ik voor een masterdiploma in de biomedische wetenschappen studeerde, had ik niet de ambitie om terzelfdertijd in Liga A te spelen. In Liga B moest ik maar twee maal per week trainen en dat was ideaal om alles te combineren. Bovendien was ik iemand die ook nog andere prioriteiten in het leven had dan volleybal. In Liga B had ik ook meer een voortrekkersrol als speelster en dat lag mij beter, terwijl in Liga A mijn speelkansen veel kleiner waren en ik dan ook minder van invloed kon zijn.”

Je speelde al twee seizoenen geleden onder de trainers Frederik De Veylder en Jonathan De Henau, toen jullie samen kampioen speelden met Oudenaarde in Liga B, maar die club besloot om geen avontuur in de hoogste reeks aan te gaan. Wat is hun sterkte?

“Het zijn twee handen op één buik. Zij vullen elkaar prima aan en voelen elkaar ook uitstekend aan. Frederik pakt eerder het teamgebeuren en het tactische aspect aan. Jonathan is sterk in individuele feedback en kan rust brengen wanneer dat nodig is. Een van hun sterke punten is ook dat zij aan een zeer uitvoerige scouting werken. Ik herinner mij ook dat wij veel technische oefeningen deden op training om dat aspect te verbeteren of op peil te houden. Terwijl wij nu bij Michelbeke eerder tijd spenderen aan ploegsituaties.”

 

Tekst: Philippe Cryns

Foto’s: Bart Vandenbroucke