Christophe Achten: “Graag in Finland en IJsland, maar familie wordt belangrijker”

Maaseikenaar Christophe Achten, de man van speelster Stephanie Van Bree van Asterix Avo Beveren, gedijt zeer goed in de Finse competitie. Het is ver weg van huis. Toch is hij bezig aan een tweede mooi seizoen bij Raision Loimu in de Finse topklasse. Raision is een stadje aan zee, Loimu betekent ‘Flames’ of ‘Vlammen’. Afgelopen week speelde hij als bondscoach van IJsland (mannen) de EK-kwalificatie in Moldavië. IJsland verloor met 0-3.

 Een EK is voor de IJslandse mannen, net als voor het vrouwenteam, voorlopig niet haalbaar. “Toch is er een prettige bijkomstigheid voor mij: ik kon bij onze terugkeer op dinsdag 8 januari in IJsland ’s anderendaags supporteren voor de Yellow Tigers. Zij werkten hun laatste EK-kwalificatiematch af. Wij ook: thuis tegen Slovakije. Overigens: dikke proficiat voor de troepen van Gert Vande Broek. Het ticket voor ‘Eurovolley 2019’ was eerder al aan boord.”

De laatste wapenfeiten in ons land van Christophe Achten dateren van zijn taken als assistent van bondscoach Dominique Baeyens bij de Red Dragons. Christophe ging ook aan de slag bij Puurs in de Liga B. Hij laat in het gesprek doorschemeren dat hij op korte termijn graag dichterbij huis een ploeg wil vinden.

Jullie speelden zopas in Moldavië. In het latere voorjaar doet IJsland ook mee aan de Spelen voor kleinere landen in Montenegro. Waarom?

“Vooreerst: de trip naar Moldavië paste prima in ons programma. Ik heb de banden met Vilvoorde nooit echt doorgeknipt. Zo koos ik met IJsland als voorbereiding op Moldavië voor een leuke tussenstop: een driedaagse stage in het EVC. We keerden wegens de gunstige prijs trouwens via Brussel terug huiswaarts. Woensdag traden de IJslandse mannen en vrouwen dan samen op eigen bodem aan in de afsluitende EK-kwalificatie. De federatie wilde ondanks de voorspelbare uitschakeling die EK-voorronde graag spelen. Anders kan je onmogelijk vooruitgang boeken. Daarom doen we, einde mei en begin juni, mee aan de Spelen van de kleinere Europese landen met minder dan 300.000 inwoners. Het gaat op die Spelen niet louter om volleybal. Allerlei sporttakken komen aan bod. Ik hoop succes te boeken tegen ministaatjes zoals Liechtenstein, San Marino, Luxemburg of Andorra. Er wordt zelfs een heus atletendorp opgetrokken. En ja, in Montenegro heeft de IJslandse federatie meer ambitie dan op het niveau van een EK-voorronde. Heel logisch: we staan als klein land pas aan het begin van een enorm lange weg naar een plaatsje tussen grotere Europese naties.”

Je levert bij je Finse club zeer goed werk. Maar zoals overal is succes ook in Scandinavië een kwestie van genoeg budget. Klopt dat beeld?

“Ja, klopt perfect. Toen ik bij Raision begon, was het een degradatieteam. We werden krap elfde. Ik haalde wel de kwartfinales van de play-offs. Een jaar later, op dit moment, staan we op een vijfde stek. Vierde is zeker haalbaar: dat is het doel. Zo zouden we in de kwartfinale van de play-offs thuis mogen aantreden tegen de vijfde. Je ziet: de club boekt vooruitgang in de organisatie. Ik heb veel geadviseerd wat er diende te veranderen. Natuurlijk heeft Raision tot vandaag niet het budget om te wedijveren met de top drie. Hurrikani Loima kan in zijn begroting het dubbele uitrollen.”

De Finse competitie wordt lager ingeschat dan de Belgische. Is dat zo? En het is er vaak bar koud, de afstanden zijn groot. Is dat niet lastig?

“Wat het niveau betreft: dat ligt gemiddelde hoger dan je denkt. De top-drie kan wedijveren met de Belgische Liga. Op één staat VC VaLePa Sastamala. Dat is de ploeg van ex-Maaseikenaren Alan Domingos op de libero en Mikko Esko (40 jaar) aan de pass. We deden het tegen hen niet onaardig: twee keer een 2-3-nederlaag. Hurrikani staat op drie.

Maar voor mij is Savo Volley op ‘twee’ best interessant. We hebben ze zowaar met 3-2 geklopt. Ik vind het een knap team. Het is een fusieploeg in en rond Kuopio. Met Antti Siltala (ex-Maaseik), een Japanse libero, de Est Andrus Raadik. En met de Fin Olli-Pekka Ojansivu, de beste opposite van het land. Hij leerde het vak in Turkije en Rusland. Vooral het project van Savo Volley boeit me. Ze zijn heel vaak ‘on the road’: ze spelen afwisselend in liefst zeven sporthallen in de regio om en rond Kuopio. Ze doen dat bij wijze van promotie. Er is een zwaar budget mee gemoeid. Het andere deel van jouw vraag: met de koude valt het op dit ogenblik mee. Maar ik heb een periode van zes weken meegemaakt, tussen -5 graden en -22. Een lange periode van vorst. Alle rivieren vroren dicht. Ook de eerste meters van het strand aan zee. De zwaarste verplaatsing is Rovaniemi in Lapland: 1200 km. De trip gaat per slaaptrein. We spelen eerst een match na 900 km en rijden dan door tot daar.”

De Finse competitie verloopt net zoals in België razendsnel. Is de kalender ook zo overladen?

“Dat mag je inderdaad stellen. We hebben nu al 21 wedstrijden gespeeld: 19 in competitie (28 punten gehaald), 2 in de beker. We noteerden in de balans 9 zeges tegenover tien nederlagen. We wonnen de achtste finale van de beker. Maar in de kwartfinale ging het nipt mis (2-3) tegen Hurrikani. Helaas moesten we al een ‘medical joker’ aantrekken in onze kern van 14. Omdat Finland de EK-kwalificaties speelt tegen Denemarken begint mijn club pas op 15 januari. Zo stemde het bestuur ermee in, dat ik even naar IJsland kon. Ik ben maximaal tien dagen weg, dat vinden ze oké. IJsland heeft nu eenmaal geen druk programma. En bij Raision heb ik een Finse assistent die mijn werk overneemt.”

Even terug naar ons land. Andrea Anastasi, de opvolger van Vital Heynen, is bij de Red Dragons vrij snel vertrokken. Begrijp je dat?

“Ja, al ken ik zijn situatie privé niet helemaal. Hij werkte op twee plaatsen: in België en in Polen. Dat is familiaal niet lang houdbaar. Zijn vrouw is niet mee, de mijne trouwens ook niet. Anastasi was dus na het seizoen in Polen verder de hele zomer op pad. Tja, soms is het gewoon ‘too much’, ‘trop is te veel’. En er komt opnieuw een bijzonder drukke zomer aanzetten. Met weinig rust. Bovendien: Anastasi hoeft met zijn palmares niets meer te bewijzen. Stilaan is bij hem – en zeker ook bij mij (Christophe is 40 jaar, nvdr.) – het besef groeiende, dat familie zeer belangrijk is. Voor wie me IJsland zou benijden: ik zit daar soms enkele weken op een piepklein kamertje in een heel ‘basic’ hotel. Het is geen luxe resort, hoor. Die mythe wil ik uit de wereld helpen. Anderzijds kan ik wel rondtoeren doorheen wondermooie landschappen. De schoonheid van die fjorden, dat kan je niet geloven, als je er niet bent geweest. Ook dat prachtige noorderlicht in een schitterende omgeving.”

Brecht Van Kerckhove volgt Anastasi op. Hebben jullie een goed contact?

“Zeer zeker. We horen elkaar vrij vaak, al heb ik nooit met Brecht samengewerkt. Het leuke voor hem is dat zijn assistentschap bij de Red Dragons hem zeer veel positiefs heeft geleerd. Niet alleen bij Vital Heynen, ook bij Anastasi, twee toppers met elk hun eigen visie. Brecht kan nu de synthese maken. Zo zal hij snel zijn eigen weg vinden vanuit al die vroegere ervaringen. Jammer voor Brecht en Vital werden ze – een zware domper – zomaar teruggefloten van de World League naar de Golden European League. Onterecht. Maar niets aan te doen.

Ik heb zelf gewerkt met Gert Vande Broek, Marko Klok (Asse-Lennik) en Dominique Baeyens (geplaatst voor WK in Polen). Ook ik neem van al deze toppers een deeltje bagage mee. Ik kon bijvoorbeeld met Dominique naar groep 1 van de World League promoveren. Zo heb ik al die unieke belevenissen in een eigen verhaallijn gegoten.”

Denk je aan verlenging in Finland? Of droom je van een trainersopdracht dichterbij?

“Ik sta open voor alles. Een terugkeer naar België is een zeer grote optie. Maar veel opportuniteiten doen zich helaas niet voor. Vorig seizoen stond ik dicht bij de Franse tweedeklasser Nancy, op goed 350 km van mijn woonplaats Ranst. Die verplaatsing is in een vrij weekend geen onoverkomelijk probleem. Maar Nancy is niet doorgegaan. De eisen in Frankrijk liggen hoog voor trainers. Het is zeer moeilijk, zelfs als trainer A. Je moet aanvaard worden door de Franse ‘formation’.”

En wat ga je doen met je taken bij het mannenteam van IJsland?

“Mijn contract loopt einde juni af. Dan ga ik alles bekijken. Maar eerlijk gezegd: ik zag graag een nieuwe strategie bij de IJslandse bond. Op zoek naar meer middelen. Nu speelt één procent van de bevolking volleybal. Dat aantal moet stijgen. Weet je dat ik training ben gaan geven aan een dertigtal kinderen in een dorpje waar Tom Waes (tv: Reizen Waes) is gepasseerd. Dat stimuleert. Er moet méér promotie worden gevoerd in het land. Dat is natuurlijk niet gemakkelijk, omdat bedrijven zeer grote budgetten pompen in voetbal en in handbal. In Finland gaat het grote geld, vergelijkbaar met de Amerikaanse NBA-basketbal, dan weer naar ijshockey. Dat is in IJsland minder het geval.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Ivan Plettinckx en Bart Vandenbroucke