Sofie Goos aarzelt om opnieuw naar het volley te komen

 

Wie kent haar niet? Die charmante, blonde professionele triatlete, die jarenlang het boegbeeld was voor haar sport en triomfen boekte in binnen- en buitenland. Maar wisten jullie ook dat Sofie Goos eigenlijk haar sportcarrière begon in het volleybal? Eerst als spelverdeelster bij het gezellige ploegje uit Oud-Turnhout, nadien als lijn- of scheidsrechter, met zelfs een bekerfinale als één van haar hoogtepunten in het arbitreren van volleymatchen.

Sinds september 2018 kwam er een einde aan de professionele triatlonloopbaan van de intussen 38-jarige Kempense. Zien we haar misschien toch nog terugkeren naar het volley? Zeg nooit nooit…

 

Rad van tong is Sofie nog steeds. Een heerlijke flapuit en genietend van haar vele leuke momenten in het volley. Natuurlijk koestert ze ook haar triatlonsuccessen, die in 2008 begonnen met winst in o.a. een ¾ triatlon in Ibiza. Nadien volgden overwinningen in ontelbare kwarttriatlons (Brugge, Kapelle o/d Bos, Brasschaat…), de halve triatlon van Lissabon, de Ironman in Florida, Antwerpen en vijf keer nam ze deel aan het WK Iron Man in Hawaï met o.a. een 19de en een 25ste plaats, vooraleer ze in 2016 tijdens haar training in het Antwerpse Park Spoor Noord geblesseerd geraakte na een aanval van een gestoorde man. Ook nadien volgden nog mooie resultaten. Maar vedettenallures? Helemààl niet.

 

 

Sinds wanneer begon je eigenlijk volley te spelen, Sofie?

Sofie Goos: “Sinds mijn jeugdjaren. Een precies jaartal kan ik daar niet op kleven, maar ik weet nog wel dat ik in de eerste ploeg van Oud-Turnhout speelde toen ik 14 jaar oud was. Wij hadden daar toen een talentrijk ploegje en we zijn uit de gewestelijke reeksen gepromoveerd naar nationale. Heel plezant. Veel kampioenenvieringen en ons reusachtig geamuseerd.

Ze zullen dat misschien niet graag horen bij het triatlon, waar ze me wel eens verweten dat ik te laat met die sport begonnen ben, maar eigenlijk is het bij mij echt perfect gelopen zoals het gegaan is. Niet te vroeg beginnen met triatlon en ook eens proeven van andere sporten.”

Je was spelverdeelster?

“Ja. Ik was te klein voor andere posities in het team.”

Libero eventueel?

“Daar speelde mijn zus al.” (lacht)

Wat vond je zo leuk aan volley?

“Ach, ik koester zo veel goede herinneringen aan het volley. Ik heb zo hard van die sport genoten. Ik heb ooit deelgenomen aan de kwalificaties voor het programma ‘Robinson’ en ze vroegen daar wat ik als enige voorwerp zou meenemen naar een verlaten eiland en ik heb geantwoord: ‘Een volleybal’. Ik zou me daar een ganse dag mee kunnen amuseren. Natuurlijk is ook het teamverband bijzonder gezellig. Wij speelden in Oud-Turnhout eigenlijk met twaalf toffe vriendinnen. De vriendschap die je ervaart in zo’n team is ook heel bijzonder. Ik geniet er nog altijd van.”

Werd dat anders als scheidsrechter?

“Niet echt. Ik ging daar ook niet in die stoel zitten om nu eens de baas te spelen. Ik kende ook de meeste ploegen wel. Dat was een voordeel. Het was wel een nieuwe uitdaging. Ik werd daarin trouwens heel hard gesteund door de toenmalige verantwoordelijken voor de scheidsrechters zoals Johan Callens. Ik was eigenlijk wel benieuwd om te zien hoe ver ik daarin zou geraakt zijn. De bekerfinale tussen Kieldrecht en VDK Gent van 2011 met een vrouwelijke scheidsrechter (Marie-Cathérine Boulanger) en vier vrouwelijke lijnrechters vond ik nog steeds één van de tofste herinneringen.”

Waarom ben je dan eigenlijk gestopt?

“Ik bleek ook nogal wat talent te hebben voor het triatlon en daardoor werd het steeds moeilijker om de twee zaken te combineren. Ik besefte ook dat het niet leuk was voor de mensen die de scheidsrechters aanduidden, dat ze regelmatig een briefje of mailtje van mij kregen om te melden dat ik het volgende weekeinde nog in het buitenland zou zitten. En dus was het niet eens een moeilijke keuze om te stoppen. In het triatlon vond ik ook mooie uitdagingen en later ook successen.”

Je werd nochtans gerespecteerd als scheidsrechter…

“In mijn jeugdjaren was Cristina Moga één van mijn grote idolen en plots mocht ik een match leiden van haar ploeg. Toen was ik toch wel zenuwachtig, hoor!  Maar ik kreeg felicitaties omdat ik de wedstrijd kordaat en correct geleid had. Onlangs ontmoette ik ook nog een ex-speler van Kapellen en hij vond dat ik moest terugkomen. Hij vond dat ik een goede ‘arbiter’ was, die altijd consequent een match kon leiden.”

Wat vond je zelf leuk aan arbitreren?

“Als je op de stoel zat, moest je natuurlijk geconcentreerd blijven op de match. Je moet bij de les blijven. Maar ik bereidde me daar toch ook altijd mentaal op voor. Je weet dat je die avond niks anders meer moet vastleggen, want je bent onderweg van half zeven tot half twaalf. Het leuke was dan weer dat ik graag volley zie en dat ik kon genieten van b.v. een lange rally. Hoeveel keer was de bal niet over en weer gegaan. Het mocht voor mij best een spannende match zijn. Liever een boeiende 3-2 dan een saaie 3-0.”

 

 

 

Ben je tussendoor nog naar volleymatchen gaan kijken?

“Dat gebeurde de laatste zeven jaar nog amper. Maar weet je wat me ontzettend veel plezier deed. Ik heb intussen een plus-dochter en die heeft nog nooit een volleymatch gezien. Maar op school kregen ze de beginselen van het volley aangeleerd en weet je wat ze koos voor haar 13de verjaardag? Jawel, een echte volleybal.”

Dus misschien zien we binnenkort Sofie Goos opnieuw in een volleyzaal?

“Mijn dochter heeft dus nog nooit een match gezien en ik wil haar wel eens laten kennis maken met de sfeer van zo’n volleyontmoeting. Ik las dat de Antwerp Girls van Cristina Moga het niet slecht doen. Ik moet eens in de gaten houden wanneer ze hun bekermatchen spelen, want ze maken dus kans om op 10 februari de bekerfinale te spelen in het Sportpaleis. Klopt toch, hé?”

Absoluut. Maar zien we Sofie Goos zélf nog terug als scheids- of lijnrechter?

“Ik ben pas sinds eind september gestopt met het triatlon. Ik moet mijn eigen planning nog maken. De puzzel moet nog een beetje in mekaar vallen. Ik ben met mijn vriend Jef de Batist in de Antwerpse Riemstraat een fietsenwinkel begonnen. In ‘Amici di Bici’ wil ik mijn ervaring delen met mogelijke klanten. Ik geef ook workshops en sportadvies, ik doe een aantal presentaties, ik sta ook halftijds in het onderwijs, af en toe help ik hier of daar eens met de catering. De vraag is of ik daar nog een avond kan inpassen om opnieuw volleywedstrijden te (helpen) leiden. Ik zou wel niet graag hebben dat ik opnieuw helemaal onderaan moet beginnen. Ik zou het dus wel graag doen, maar anderzijds hang je dan toch weer tijdens het weekeinde een avondje vast. Ik moet het allemaal nog eens bekijken. Maar zeg nooit, nooit.”

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke