Wie kent Frauke Dirickx (38) niet? Topspelverdeelster in ons land en in de wereld. Jarenlang het grote boegbeeld van de Yellow Tigers en gegeerd door Italiaanse, Poolse, Turkse en Spaanse topteams. Bij leven kon voor haar al een standbeeld worden opgericht. Prachtige carrière, super palmares, een geweldige staat van verdienste, ook fantastisch veel internationale ervaring. En zo bescheiden.
Dat siert haar nog het meest. De meisjes van de topsportschool, in competitie in de Liga B, kunnen van Frauke alles leren. Tot einde van het schooljaar 2018-2019 vervangt ze Fien Callens, de vrouw van beachtopper Dries Koekelkoren. Fien is immers bevallen van haar tweede kindje. Proficiat namens de redactie van VolleyMagazine.
Frauke Dirickx begon haar loopbaan als achtjarig kind bij Saco Halle. Haar zus en broer speelden ook volleybal. Vandaar ook haar optie. Frauke genoot eerst van danssport en paardrijden. Maar ze koos voor zaalsport. Ze maakte bij Saco acht jaar de dienst uit. Nu woont ze in Kontich. Met haar vriend Hans. Voluit Hans Melis, de broer van Dieter. En wie kent de uitermate oud-volleyballer Dieter Melis niet? Frauke: “Het is heel fijn wonen in Kontich. Vlakbij Antwerpen. Ideaal, nabij de oprit van de autostrade. Ja, ik ben een vrouw: er zijn inderdaad (lacht) heel veel winkels in de buurt. En toch is het er zeer rustig. Ik volg de uitslagen van de lokale club KOKAZ misschien van te ver. De hoogste tijd dat ik er een keer ga kijken.”
Saco Halle was in eerste instantie de aanzet naar je grote carrière. Met welke trainers werkte je daar?
“Ik ben in Halle begonnen bij de C-jeugd, bij de echtgenote van Enrique Pisani. Een lagere categorie dan C bestond in die tijd niet. Ik heb heel wat goeie trainers gehad. Voor de vuist opgesomd: Myriam Dooms, Koen Hoeyberghs, Kato Snauwaert en wijlen Herman De Brandt in mijn beginjaren. Later ook Hugo Spildoren, Jan De Brandt, Cristina Moga, Moniek Cauberghe (mama van Wout Wijsmans, nvdr.) en de grote Enrique Pisani, vooral dan op stages. Ik mag Koen Embrechts niet vergeten als fysical trainer. Dat zijn de meest bekende namen die me momenteel te binnen schieten.”
Hoe, waar en door wie ben je kunnen doorgroeien naar de Europese top? Die begon in 1996 en duurde tot 2016. Dus twintig jaar zonder onderbreking.
“De eerste stap vanuit Saco gebeurde na mijn transfer naar het grote Datovoc Tongeren. Ik ging daarna na één seizoen in Limburg mee met coach Koen Hoeyberghs. Met hem trok ik naar het grote Herentals (3 seizoenen) van Dore Wellens. Ik was trouwens niet altijd ‘passeur’. Ik speelde ooit in het midden. Herentals reeg de titels aan elkaar. Hoe we dat deden, dat zie je nu heel zelden: dat gebeurde destijds in een 4-2-systeem.”
Je zette na Herentals de stap naar het buitenland. Was dat moeilijk?
“Neen, niet echt. Ik ben niet anders dan anderen. Ik ging zeer graag in op buitenlandse aanbiedingen. Top spelen, dat wil toch iedereen. Ik kon dat doen bij de Italiaanse teams Piacenza, Vicenza (2x), Reggio Emilia, Sassuolo, Busto Arsizio en Conegliano. In Turkije bij Fenerbahçe en Bursa. In Polen bij Dabrowa Gornicza en Impel Wroclaw. En in Roemenië bij CSU Metal Galati. ”
Wat is dè piek in die lange 20-jarige carrière met buitenlandse ploegen?
“Dat is ongetwijfeld de finale van de Champions League in Cannes. Bekroond met een zilveren medaille na 2-3 tegen de Italiaanse winnaar Bergamo. In mijn eerste jaar won ik met Vicenza overigens de CEV-Cup. Een ideale intro op de internationale ‘Bühne’.”
Oké. In eigen land werkte je mee aan de ongelooflijke opgang van de Yellow Tigers. In die ‘boost’ ben je de spilfiguur?
“Toch heb ik mijn aantal ‘caps’ niet bijgehouden. Het zouden er meer dan 250 kunnen zijn. Exact weet ik het niet. Hopelijk wordt dit bijgehouden door de federatie. Ik heb een geweldige tijd gehad. Echt waar. Ik speelde zo graag volleybal. Niet te vatten, hoe we met Gert Vande Broek super successen konden behalen.“
Kan je jouw vijf persoonlijke sportieve hoogtepunten noemen?
“Ja, die CEV-titel met Vicenza. Ook die finale van de Champions League in Cannes. Met de Yellow Tigers pakten we brons op het EK 2013 in Berlijn, we haalden ook de Final Six van de FIVB Grand Prix. We versierden een WK-deelname. Ongezien, heel markant, heel plezierig. Om nooit te vergeten.”
Jouw koosnaampje bij de Yellow Tigers was ‘Frostie-tiger’. Vanwaar die ‘Frostie’?
“Het lijkt wat op Frau(ke). Dat denk ik toch. De tijger op de verpakking van Kellogs. Frostie zit wel een beetje in mijn voornaam. En ik was ook de oudste en de leidster van de ploeg. Als ik terugblik, heb ik echt alles uit mijn carrière gehaald. Méér was bijna niet haalbaar in de Belgische context.”
Je bent nu ‘ad interim’ de trainster van de meisjes op de topsportschool in de Liga B. Is dat fijn?
“Ik doe het echt heel graag. Ik kan mijn kennis en ervaring doorgeven. Ik geef elke dag training van 13 tot 19 uur. In het weekend hebben we dan een wedstrijd. Prima zo. Deze interim loopt voor een schooljaar. Ik vind het een ideale combinatie met mijn weliswaar late studie. Ik hoop in januari af te studeren aan ‘Odisee’ als Bachelor Secundair Onderwijs in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingsrecreatie. Het is momenteel heel druk. Begin 2019 heb ik normaal dat diploma behaald. Dat opent weer andere perspectieven.”
Hoe zie je de toekomst van het vrouwenvolley in België? Zit het goed? Of moet er iets veranderen of verbeteren? Wat dan?
“Ik heb één grote zorg: de meisjes van de Topsportschool mogen niet verloren gaan. Ze verdienen het clubs te vinden, die hen goed begeleiden op technisch, fysiek en mentaal vlak. Twintig uur training per week en veel spelgelegenheid zijn daarbij twee ‘musts’. Dan kunnen al die jonge talenten doorgroeien naar een zeer goed nationaal of internationaal niveau. Via de Yellow Tigers of ook bij een buitenlandse club, als het Belgische clubniveau in trainingsvolume niet extra kan groeien.”
De topsportscholen bestaan in Vlaanderen weldra twintig jaar. Dat wordt speciaal gevierd op 4 december. VM heeft vernomen, dat je al foto’s hebt gepost in dat verband. Als één van de eersten?
“Ik vond dat ik dat moest doen. Sport Vlaanderen wil inzetten op carrièrebegeleiding. Ze organiseren daarom speeddates met oud-leerlingen die topprestaties hebben geleverd of een carrière hebben uitgebouwd op academisch vlak en op het werkveld. Sport Vlaanderen wil ook een campagnebeeld samenstellen uit ‘selfies’ of actiefoto’s van iedereen, die vroeger en ook vandaag meewerkt aan de uitbouw van alle faciliterende maatregelen voor de loopbaan van een topsporter. Dan gaat het om F-statuten, carrièrebegeleiding, een profparcours, topsportstudentenproject, geïndividualiseerde opleidingstrajecten en loopbaanbegeleiding. Foto’s kunnen gepost worden op Instagram met hashtag #topsportfeest. Insturen tegen 15 november.”
Hoe belangrijk is die begeleiding van toptalenten?
“Zeer belangrijk. Topsport is hard en zwaar. Alle talent in de topsportscholen, ook bij ons, verdient daarom alle steun op echt alle echelons. De leerkrachten in de topsportscholen verdienen dat ook. Ze leveren uitstekend werk. Hun engagement is groot. Alle betrokkenen doen dit met volle overgave.”
De huidige coaches van de topsportschool in Vilvoorde (tweede en derde graad) en Leuven (eerste graad) zijn Frauke Dirickx (Liga B meisjes), Robin De Bont (divisie meisjes), Kris Eyckmans (Liga B jongens), Mieke Moyaert (divisie jongens), Wim De Boeck en Didier Witvrouwen (eerste graad Leuven).
Voor de fysieke begeleiding staan onder andere Fons Vranken, Gerrit De Loose, Bram Wuyts, dr. Frank Pauwels en Styn Vereecken in. De detectie van talentvolle spelers gebeurt door Kris Vansnick, Lieven Vrijders en Wim De Boeck.
Dominique Baeyens is het hoofd van de topsportschool.
Tekst: Leo Peeters
Foto’s: Bart Vandenbroucke