Claude Holvoet: “Er is meer samenhorigheid tussen de vrouwenclubs”

Iets meer dan een jaar is Claude Holvoet voorzitter van de commissie ‘vrouwenvolley’ bij Volley Vlaanderen. Tijd om eens te horen of er in die periode iets grondig gewijzigd werd en wat zijn plannen zijn voor de toekomst van het vrouwenvolley. Tussen zijn drukke job bij de firma Kwadro en zijn vele bezigheden bij zijn club Amigos Zoersel – met liefst 43 ploegjes – vindt hij toch nog even tijd om Volleymagazine te woord te staan.

Tevreden over de werking van de commissie na één jaar voorzitterschap?
Claude Holvoet: “Je moet in de eerste plaats beseffen dat het hier voor iedereen vrijwilligerswerk is, met alle gevolgen van dien. We hebben een aantal zaken uitgegeven, maar eerlijk gezegd had ik er toch nog iets meer van verwacht.”
Waarover ben je uiteindelijk toch wel tevreden?
“Ik denk dat er meer openheid gegroeid is binnen de commissie. Er wordt redelijk professioneel vergaderd: iedereen krijgt vooraf een agenda, zodat ze weten waarover het op een bepaalde avond zal gaan. Ik vind dat er minder achterdocht bestaat tussen de clubs. We werken meer transparant en iedereen neemt meer zijn verantwoordelijkheid op.”
Wat had er nog meer kunnen gerealiseerd worden?
“Het komt allicht nog in orde voor het einde van het jaar, maar we willen zeker van start gaan met de juridische structuur van een vzw. Dat punt staat alleszins op de agenda voor de volgende vergadering. Eens alles juridisch in orde is, kunnen we ook het marketingbeleid verder op punt zetten.”
Vond je de voorbije formule van de play-offs geslaagd?
“Ik dacht het wel. Het bleef toch spannend tot de laatste speeldag om te weten wie er Europees zou spelen. Tongeren viel er nog nét af, terwijl Antwerpen de verrassing van het seizoeneinde werd. Het is nu kwestie om de bestaande structuur gedurende een aantal jaren te behouden, zodat er toch een zekere continuïteit in de formule blijft bestaan en het voor iedereen duidelijk blijft.”
Toch hoorden we al wanklanken over de samenstelling van de nieuwe competitiekalender met midweekmatchen en zelfs dubbele weekends met matchen op zaterdag en zondag. Daar tussendoor spelen sommige ploegen dan nog Europees…
“De bedoeling was dat het slechts om drie, vier wedstrijden zou gaan. Maar dan kwamen er vragen tot afwijking voor de Europees spelende ploegen, die dan inderdaad niet op de voorziene dagen konden spelen. Die (inhaal)matchen zullen dus nu in de tijd gespreid worden. Misschien moeten we dat onderwerp toch eens op tafel leggen tegen de komende competitie. Ik denk dat er ook op dat gebied meer samenhorigheid tussen de clubs bestaat om eventueel dergelijke problemen op te lossen. Al is het samenstellen van de kalender geen lacheding, want je moet er rekening mee houden dat niet alle sporthallen eigendom zijn van de clubs.”
Hoe kijk je aan tegen de komende competitie bij de vrouwen op het hoogste niveau?
“Ik verwacht eigenlijk een kwaliteitsverbetering. Er zijn een aantal goede speelsters bijgekomen en dus verwacht ik een grotere spankracht in de competitie, al zal er wellicht nog niet getornd worden aan het jarenlange overwicht van Asterix Avo Beveren, dat nu ook over een mooie, nieuwe zaal beschikt. Dat die kwaliteitsverbetering er komt door de ‘import’ van enkele buitenlandse speelsters is een feit. Zij kunnen wellicht ook voor een meerwaarde zorgen. Een andere tendens is dan weer dat de instroom van jongere talenten iets minder vlot gebeurt. Zeker bij de clubs uit het tweede gedeelte van de tabel.”
Wat zal er anders zijn in vergelijking met de vorige competitie?
“Op papier is Hermes Oostende fel versterkt. Ook Lendelede bezit enkele talentrijke buitenlandse speelsters. Tongeren zal allicht dit seizoen proberen om bij de top-5 van de reeks te behoren, terwijl Antwerpen toch de mooie prestaties van vorig seizoen moet bevestigen. Ik verwacht in de komende competitie dan ook geen zwakke zusjes meer en dat is goed om het niveau opgekrikt te zien.”
Zijn alle clubs ook financieel gezond?
“Moeilijk om daar zicht op te krijgen. De budgetten zijn meestal weinig transparant en het is duidelijk dat in het vrouwenvolley alle clubs moeten vechten om te overleven. Ik hou ook een beetje mijn hart vast, mochten bij sommige clubs bepalende figuren wegvallen. En je kan zelf wel weten over welke clubs het dan gaat.”
Steunen jullie ook de Yellow Tigers en de Europees spelende clubs op één of andere manier?
“Er zijn nog amper speelsters van de nationale ploeg, die in onze competitie meedoen. De meesten spelen in het buitenland. Maar je kan niet ontkennen dat de verjonging bij de Yellow Tigers meegevallen is en dat ze uitstekend gepresteerd hebben. Wat de data van de competities betreft, moeten we misschien pro-actief werken en eens duidelijke afspraken maken met het CEV over de periode dat de clubs aanspraak kunnen maken over hun speelsters. Nu mogen we b.v. niet eerder met de competitie beginnen omdat er internationale competities lopen, terwijl er bij mijn weten geen enkele speelster van een Belgische club bij betrokken is.”
Kunnen jullie geen akkoord bereiken met de clubs over de steeds vroeger bekend rakende transfers. Begin februari kennen sommige clubs al de samenstelling van hun nieuw team, terwijl de play-offs nog moeten beginnen.
“Dat irriteert me ook mateloos en dat blijft een pijnpunt. Maar ik vrees dat we daar geen pasklaar antwoord op kunnen geven. We zouden een convenant kunnen opstellen, maar zijn zulke voortijdige transfers dan uitgesloten? Doordat er een tekort is aan degelijke Belgische speelsters, wachten die ook iets langer om hun woord te geven en de prijs op te drijven.”

Bestaat er een samenwerking met de Liga mannen? Jullie hebben opnieuw een Supercup?

“Wij werken los van de Liga mannen, waar trouwens betaalde mensen in dienst zijn. De Supercup is dan weer een organisatie van de federatie. Ik heb er niks op tegen dat de bond enkele evenementen per jaar organiseert, maar we waren daar toch graag iets vroeger bij betrokken geweest. De Supercup organiseren een week voor onze competitiestart was allicht toch meer gewenst.”
Zijn er buiten het opheffen van de technische time-out nog wijzigingen te noteren?
“Op zich heb ik niks tegen het opheffen van een technische time-out, maar ook hierover werd weinig communicatie gevoerd. En in de toekomst moeten we toch de kalenders zodanig kunnen samenstellen dat we matchen kunnen spelen, die zowel voor kijkers als voor sponsors op een gunstig tijdstip vallen. Om bij mijn eigen club te blijven: het verschuiven van een datum brengt bij ons, met onze 43 ploegjes, heel wat moeilijkheden teweeg.”
Nog een laatste sportieve wens voor de nabije of verre toekomst van het vrouwenvolley?
“Misschien zou het voor een kwalitatieve ‘boost’ kunnen zorgen, mochten onze betere speelsters na hun buitenlandse carrière terugkeren naar hun oorspronkelijke Belgische clubs. Misschien niet meer als speelster, maar als steun in de club- of jeugdwerking. Jongere speelsters kunnen naar hen opkijken en de vroegere vedetten kunnen hun ervaring overdragen op een volgende generatie, wat zeker moet zorgen voor een toegevoegde waarde, die het vrouwenvolley zeker zou ten goede komen.”

Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: Bart Vandenbroucke/ eigen foto