“Een compliment geven kost niks. Zeker als het recht uit het hart komt.”

Volgende week vertoeven de Red Dragons in Florence om er deel te nemen aan het WK. Ze zullen er niet alleen zijn, want al sinds verschillende jaren worden zij – zowel ter plaatse als vanop het thuisfront – gevolgd door een schare trouwe supporters. Ouders van de spelers (zoals vader en moeder Van den Dries), volleyliefhebbers (zoals Daniël De Wit) of gewoon mensen die na de werkuren zo snel als ze kunnen naar hun tv-toestel rennen om te kijken waar de Red Dragons ergens actief zijn (zoals Jan Wuyts).

Wegens zijn job als opvoeder in een jeugdinstelling in Mol zal Jan er deze keer niet bij zijn. Maar hij is altijd gefascineerd geweest door twee zaken: volleybal en gedrag.
“Over dat laatste heb ik al vele boeken gelezen – over volley trouwens ook – maar ik tracht altijd positieve commentaren te geven als er op de verschillende sites iets verschijnt over onze spelers en speelsters. Een compliment geven kost immers niks. Zeker als het gemeend is en recht uit het hart komt,” is zijn devies.
Jan Wuyts heeft zelf al heel wat op zijn volleypalmares staan. Vorig seizoen nog kampioen gespeeld met Dessel in 1ste provinciale, met Gitte Cools en Nona De Groof twee beachkampioenen afgeleverd in de jeugdreeksen, samengewerkt met o.a. Hugo Spildoorn, Ronny Rongé, training gegeven aan o.a. Kris Eyckmans en aan de jongens en meisjes die bij Split vakantiekampen volgden. Het nieuwe seizoen wordt hij trainer bij Lommel en ook daar heeft hij er een goed oog in dat het uitstekend zal vlotten.

Over de spelers en speelsters van de nationale ploegen heeft hij niks dan lof. Maar zonder aan iemand te kort te doen, heeft hij één uitgesproken favoriet. “Iedereen heeft er behoefte aan om af en toe eens extra gewaardeerd te worden, maar ik vind Britt Herbots zo’n groot talent. Zij wordt de beste speelster van het land en ik ben benieuwd hoe ze het er gaat afbrengen in Italië. Maar ik vind velen uiterst sympathiek: Tuerlinckx, Coolman, Martin Colson, Van Gestel, Sarah Smits… Eigenlijk tref je in het volley weinig niet-sympathieke mensen aan.”


Door zijn werk met soms moeilijke uren en zijn vrouw die al eens verplichtingen heeft in het cultureel centrum van Mol, betreurt Jan het wel dat hij de nationale ploegen niet van nabij kan volgen. “In de zaal is toch nog anders dan op televisie,” weet hij. Maar als hij kan, ziet hij ze ‘live’ aan het werk. En tijdens de bekerfinales en de optredens van de nationale ploegen in eigen land is hij altijd present. “Soms stuur ik de spelers of speelsters een berichtje om ze aan te moedigen en soms gebeurt het dat ze argwaan krijgen,” glimlacht hij vergoelijkend bij zulke misverstanden. “Voor wie ik zeker mijn hoed afdoe, is voor Gert Vande Broek. Hoe lang is hij al niet bezig bij dezelfde ploeg en bij het nationale team en steeds slaagt hij erin nieuwe, jonge talenten te doen openbloeien. Ik denk trouwens dat we fier mogen zijn op onze Belgische trainers: Jan De Brandt, Vital Heynen, Emile Rousseaux en consoorten zijn ook in het buitenland erg gewaardeerd.”

Zijn mening over het komende WK voor mannen? “Als de trainer erin slaagt om de spelers boven zichzelf te laten uitstijgen, dan is er veel mogelijk,” klinkt het.

Benny Van den Dries: “Tweede ronde halen moet mogelijk zijn”
Als vader van Bram staat Benny van den Dries nog dichter bij de huidige spelersgeneratie. Te meer omdat hij al sinds het Achtlandentoernooi in het Zweedse Uppsala in 2006 de nationale ploegen elk jaar volgt. “Ik kan mijn vakanties bij Proximus redelijk flexibel regelen en dus proberen we er steeds bij te zijn. Samen met de families Van de Voorde en Verhees vormen we eigenlijk al een vast groepje ouders, samen met supporters zoals die Kurt uit Maaseik, die de Red Dragons steeds aanmoedigen.

Hoeveel geld hij en zijn echtgenote al gestoken hebben in al die reizen, kan hij bij benadering niet zeggen, maar dat vindt hij ook niet belangrijk. “Dankzij het volley zijn we al op vele plaatsen geweest, waar we anders nooit naartoe zouden gaan. En je moet het ijzer smeden als het heet is,” beseft hij.

Mooie herinneringen bij de vleet bijgevolg. “Dat eerste toernooi in Uppsala waar we de finale haalden, nadat we de Nederlanders in halve finale geklopt hadden. En het jaar dat Bram in Zuid-Korea speelde, zijn we er ook een keer naartoe geweest. We werden er echt in de watten gelegd: een speciale tolk voor ons, mee verblijven in het spelershotel en een geweldige ambiance. Eén uur voor de match begon het al, elke dag was er een match op tv, rondom de zaal gadgets en ‘merchandising’ over de club en de spelers. Een totaal andere cultuur en alleen de taal was er wel een probleem. Verder hebben we ook met open mond het nieuwe stadion van Krakau bekeken bij het vorige WK. In-druk-wek-kend! Gigantisch. Ook de stad en de omgeving maakte een grootse indruk. Jammer dat het resultaat nét niet meeviel.”

Woensdag zijn ze er weer bij in Florence, al staat er ook een bezoekje op het programma in een klein dorpje richting Perugia, waar Bram ooit speelde. “Eén klein cafeetje, één restaurant van een Japanner en bijzonder gastvrije mensen. Het ligt op ongeveer 150 km van Florence en dan rijden we daar met een huurauto naartoe.”

Maar de andere dagen zitten ze steevast in de sporthal om er de Red Dragons te steunen. “Wij wonnen wel de laatste drie wedstrijden tegen Italië, maar ik vrees dat ze deze keer met een té sterke ploeg zullen aantreden. De volgende ronde halen, moet de doelstelling zijn en dat betekent dat ze twee ploegen achter zich moeten houden. Ik tip op de Dominikaanse Republiek en op Japan. Maar ze halen best ook nog punten tegen de andere ploegen, want de punten van de eerste ronde tellen nadien ook mee. Jammer dat je als supporter zo moeilijk kan zeggen waar ze die volgende ronde spelen: Milaan, Bologna of zelfs Varna. Niet te realiseren om dat vooraf te boeken. Jammer!”

 

Daniël De Wit: “Nederlandstalige gids vastgelegd”
Ook Daniël De Wit is door de volleymicrobe gebeten: elk jaar is hij met zijn familie aanwezig op de grote toernooien, waaraan zowel de Yellow Tigers als de Red Dragons deelnemen. Het begon eigenlijk al veel eerder, want Daniël was zijn ganse leven leraar wiskunde aan het Sint-Romboutscollege in Mechelen. “Maar ik gaf er ook initiatie volleybal aan de leerlingen en in 1980-81 wonnen we zelfs de Kardinaalsbeker, waardoor we naar de Fisec-spelen in Parijs mochten. Eigenlijk bestond de ganse ploeg vooral uit de jeugdspelers van VTB Mechelen. We speelden de openingswedstrijd tegen Bordeaux, kwamen 2-0 achter en wonnen uiteindelijk nog met 2-3. Je kan denken wat een feestje het in de kleedkamers werd!”

En vermits nadien zijn twee zonen volleybalden en zijn intussen 17-jarige kleinzoon aan de rand van een doorbraak naar de eerste ploeg van Puurs staat, besloot hij ‘als wederdienst’ jeugdscheidsrechter te worden. “Zelf speel ik nog mee met de KWB in Reet. Ik ben in het volley gerold en het is blijven rollen,” lacht hij.

Daniël De Wit blikt al sinds 2014 terug op een mooi buitenlands parcours met de nationale ploegen. “Het begon met het WK in Krakau in die prachtige sporthal (R.D.), dan naar Bari (Y.T.), naar Varna en Sofia in Bulgarije (R.D.), naar Catania (Y.T), Rome (R.D.), in 2017 opnieuw Polen met Katowice en Krakau (R.D.), zonder daarbij de openingswedstrijd te vergeten in het voetbalstadion van Warschau met 64.000 toeschouwers. Dat was echt een kippenvelmoment. Bij de bijzondere matchen die we gezien hebben, stond die belevenis op één. Al waren we ook opgetogen over de knappe resultaten van de Red Dragons in Katowice, waar ze Frankrijk klopten, een achterstand ophaalden tegen de Turken en van Italië wonnen. Op nummer drie zet in de wedstrijd Bulgarije – Duitsland in een enorm sfeervolle zaal en trillende tribunes in Sofia.

Vorig jaar hadden we pech dat de Yellow Tigers niet in Bakoe of Tbilissi speelden. Anders waren we zeker gegaan. We kijken nu uit waar ze volgend jaar het EK spelen, want ik heb het gevoelen dat ze opnieuw gelanceerd zijn. Soms moeten we overschakelen op ‘live stream’, maar als onze ploegen in Antwerpen of Kortrijk spelen, gaan we altijd kijken. En raar genoeg volgen we de Champions League-matchen van Maaseik. We koppelen daar steeds een overnachting aan. Ach, we beleven een mooie volleybaltijd.”

Al beperken de De Wits zich niet uitsluitend tot het volley. Ze gaan zeker nog kijken naar het WK artistieke gymnastiek in Stuttgart, nadat ze door de kampioenschappen in Rotterdam en Antwerpen gefascineerd geraakten door deze sporttak. Begin 2018 trokken ze naar het WK baanwielrennen en er staat nog wel één en ander op het verlanglijstje.
“Zo lang de gezondheid het toelaat, willen we erbij zijn. In Florence hebben we al een Nederlandstalige gids ingehuurd om het culturele van die prachtige stad te koppelen aan de sport. We doen dat met vele Belgische supporters samen. Vooral bij de Red Dragons is er een beter contact met de ouders en de andere supporters. Bij de Yellow Tigers is het ploegje dan weer iets pittiger. Ooit willen we ook eens gaan kijken naar een play-offmatch in Italië.

En het WK volgende week? Italië voor eigen publiek zal wel groepswinnaar worden, maar dan weet ik het zo goed niet met Slovenië, Argentinië, Japan en de Dominikaanse Republiek. Hoe dan ook: op onze steun kunnen de Red Dragons rekenen.”

Tekst: Marcel Coppens
Foto’s: Bart Vandenbroucke, eigen foto, FIVB