Aan dezelfde sport doen op het hoge niveau van de Liga A en B en soms over de grenzen, binnen dezelfde familie. Ja, het komt wel vaker voor. Het geldt voor de tweeling Gert en Tom van Walle, voor Tomas en Hélène Rousseaux, voor het trio Lander, Louis en Gilles Vandecaveye, voor Martijn en Jonas Colson, voor Kaja en Igor Grobelny, voor Ilka en Jutta Van de Vyver… En ook voor Nina Coolman en haar broer Pieter (29). Die twee Bruggelingen van origine zitten gebeiteld bij respectievelijk Hermes Oostende en Knack Roeselare. Pieter heeft er net een deugddoende vakantie van twee weken opzitten in Jamaïca. “Een prachtige reis.”
Pieter ligt bij Knack vast tot 2019. Hij begint aan zijn zevende seizoen. Met alle vertrouwen. “Er was ooit interesse vanuit Frankrijk (Poitiers), Duitsland en Turkije. Maar ik woon sinds mijn huwelijk in 2016 met Lien in Tielt. Op een goed kwartier rijden van de club. Ideaal gewoon. Ik had het nooit durven denken, maar ik kreeg mijn volle ‘boost’ bij Prefaxis Menen. In het goede gezelschap van Kris Tanghe, Alain Dardenne en kleppers als Radovic, Hoho, Sinnesael en Coucke. Dan maakte ik de overstap naar Knack. Echt waar, het kon niet beter lopen voor mij”, aldus Pieter. “Ik ben zo gelukkig in Schiervelde. Het blauwe legioen verkoos me al tot MVP in 2016 en 2017. Na laureaat Wout Ter Maat en Frank Depestele werd ik in 2017 derde in het referendum ‘Speler van het Jaar’. Ik totaliseer vijf landstitels, vier bekers, een aantal Supercups. Ja, het leven is mooi.”
“Net als mijn broer ben ik in het volley gerold door papa en mama. Ze zijn allebei oud-spelers van Rembert en VKT Torhout”, stipt Nina Coolman haar voorbeelden aan. “We hingen als kind rond in al die sporthallen. Altijd weer een belevenis. Als zesjarige begon ik bij Smashing Brugge. Ja, met mijn broer. Ik deed daarnaast aan turnen, ballet, ritmische gymnastiek, tennis, dansen, skiën en zwemmen. Na Brugge volgden VKT Torhout, Hermes Oostende, Asterix Kieldrecht (twee titels, één beker). Ik was bij Asterix ook Yellow Tiger. Maar momenteel ben ik leerkracht godsdienst. Ik koos het zekere voor het onzekere. Ik heb een appartement gekocht in Vilvoorde. Ik focus op mijn nieuwe beroep. Lesgeven is druk, gecombineerd met Hermes. Maar het is ook een mooie combinatie. Voor de rest schiet er weinig tijd over.“
“Ja, Nina is erg veelzijdig. Ik heb alleen tot mijn twaalfde jaar gevoetbald bij Varsenare”, lacht Pieter. “Ik reis graag, ik ga graag op restaurant. Ik doe mijn pet af voor manager Patrick Lefevere (Quick Step) in het wielrennen. En ja, ik ben een fervente supporter van Club Brugge. Voorts heb ik een diploma accountancy en fiscaliteit op mijn naam. Maar eerst wil ik nog een jaar of zeven volleyballen. Daarna zal ik mogelijk training geven op het hoogste niveau. Dat is het proberen waard.”
Jullie hebben allebei een enorme volleybalbagage. Wisselen jullie ideeën uit?
Pieter: “Vroeger meer dan nu. Weet je dat ik ook één jaar beachvolley heb gespeeld. Met Christophe Van de Plas. Nina behoort in het BK-circuit tot de Belgische top. We konden goed met elkaar praten. Toen. En nu nog altijd. Het grote voordeel is dat zij zich zelden druk maakt. Mij zou je op stang kunnen jagen, maar bij Nina lukt dat zelden of nooit. Ze is een heel warme persoon, zelden kwaad, ze maakt zich niet meteen grote zorgen. Dat is haar vorm van ‘savoir vivre’. Ze geniet van elke dag.”
Pieter, in tegenstelling tot Nina heb jij nooit in het buitenland gespeeld. Hoe komt dat?
“Ik voelde die behoefte niet. Ik kan en mag al vele jaren pieken met Knack, ik speel elk seizoen Champions League. En ik hoef er niet eens ver voor te rijden. Nina heeft zo’n buitenlands avontuur wel geprobeerd. Ze heeft er geen spijt van. Drie jaar bij Paris Saint-Cloud in de Franse Pro A. Ze pakte een vijfde en twee keer een derde plaats. In het tweede seizoen kreeg ze met Gentenaar Stijn Morand een bekend gezicht aan het trainersroer. Altijd aangenaam, als je met een landgenoot kan samenwerken. En Maud Catry en Aziliz Divoux kwamen ook naar Parijs. Een mooie ervaring in de lichtstad. Maar de tijd gaat snel. Ze gaat nu al haar derde seizoen in bij Hermes Oostende.”
“Zo heb ik Pieter, na mijn terugkeer naar België, weer dichter bij me. Ik had nochtans stiekem gerekend op een transfer naar de A2 in Italië. Maar dat is door grillen van het lot niet gelukt”, lacht Nina. “Het is fijn om de visie van mijn broer te horen. Hij geraakt nooit uitgepraat over zijn sport. Hij is niet van de grootsten, maar technisch is hij een allrounder. Hij houdt van tactische snufjes. Hij is gepassioneerd door cijfertjes. Hij kan de ingevingen van de spelverdeler aan de overkant goed lezen. En aanvallend en serverend met zijn floats, wordt hij door veel tegenstanders gevreesd. (lacht) Bovendien durft hij ook af en toe een bal verdedigen.”
Nina, in tegenstelling tot jouw broer heb jij wel een tijdje bijna professioneel doorgezet in beachvolleybal.
“Ja, de club Brucap Brussel van Kim Lieckens en Pascal Hens wilde ons steunen. En Julie De Beule – de vriendin van François Lecat – wilde mee in het verhaal stappen. De zaal aan de kant, ons ‘vollen bak’ smijten in het zand. En zien wat er zou van komen. We trainden keihard. In Den Haag (Ned), in Toulouse (Fra) en in Bern (Zwi). En bovendien ging ik dan toch indoor ook nog meedoen op vraag van Hermes, omdat het team speelsters te kort had. Sommige weekends speelde ik tot 20 sets. Zalig. We vonden budget voor zeven internationale toernooien. We smeekten overal om een wildcard. Maar het was bijzonder moeilijk ergens binnen te geraken. Gevolg: je speelt – als je kàn aantreden – constant onder zware druk. Zo zat ons toernooi in Barcelona er na dertig minuten al op. Maar in Ljubljana hadden we een piek: tot in de kwartfinales. Pal in het centrum van de stad. Een paar duizend toeschouwers. Een zalige sfeer. We zijn ook nog naar Roemenië, Georgië en Azerbeidjan gevlogen. Maar sommige van die kleinere organisaties waren een echte puinhoop. Dan ga je je vragen stellen: is het dat allemaal wel waard? De kosten lopen heel hoog op. Het was vaak moeilijk en frustrerend, vandaar dat het internationaal voor ons vrij snel ophield. We spelen nu alleen nog ‘Belgisch’. En ja, die optie verloopt deze zomer onder trainer Pascal Hens (Brucap), de man van Kim, heel behoorlijk.”
Even nog naar Pieter. Wat brengt het nieuwe seizoen?
“Bij Knack zijn de Spanjaarden Trinidad en Fornes en de Pool Orczyk weg. De Amerikaan Sam Holt, de Canadees Brett James Walsh en de Noor Rune Fasteland komen in de plaats. En ‘monument’ Emile Rousseaux is uitgewuifd. Hij bouwde zes jaar aan een fantastisch palmares. Ik heb er alle vertrouwen in dat Steven Van Medegael klaar is voor de volgende episodes in het succes. We spelen altijd mee voor de prijzen. Ik zie dat dik in orde komen. Ook trouwens bij Hermes, als ik Nina zo enthousiast bezig hoor.”
Eerst is er het WK mannen in Italië. Pieter, wat denk je?
“Ook hier ben ik positief. Met Vital Heynen heb ik nooit gewerkt. Ik had toen afgezegd. Ik zie weinig verschil tussen Dominique Baeyens en Andrea Anastasi. De vergelijking is ook moeilijk. Ik ken Andrea nog niet zo lang, moet je weten. Hij hamert wel op extra fitness, op het toeslaan op de cruciale momenten en op de perfectionering van het ploegspel. De sfeer is in elk geval uitstekend. Onlangs konden we vieren: kapitein Sam Deroo is vader geworden van zoontje Bas. Heel tof.”
De Red Dragons willen op het WK eerst doorstoten naar de kwartfinales, ja?
“In Firenze wordt onze eerste poule (4vier poules van zes landen, red.) bijzonder belangrijk. Omdat je bij kwalificatie de punten meeneemt. We spelen tegen Italië, Argentinië, Slovenië, Dominicaanse Republiek en Japan. Stuk voor stuk is elke wedstrijd een uitdaging. Eerste doel zijn de kwartfinales. Daarvoor moeten we in onze groep minimaal tweede worden. Ik denk niet anders dan anderen: ik hoop erbij te zijn in de definitieve selectie. Ik heb speciaal mijn knie grondig laten behandelen. Dat gaat prima. We zijn met vier middenmannen: Van de Voorde, Van de Velde, Verhees en ikzelf. Het wordt knokken voor de plaatsjes. De coach beslist.”
Tekst: Leo Peeters
Foto’s: Bart Vandenbroucke