Frank Depestele: “Zo spijtig voor mezelf en mijn maats van Bolivar”

Spelverdeler Frank Depestele hoopt na zware knieblessure op nieuw contract in Argentinië

Vroeger dan verwacht moest Frank Depestele uit Argentinië naar België terugkeren. Zoals bekend verliet hij Lindemans Aalst half seizoen voor VC Bolivar, een topclub in de Argentijnse Liga. Maar een zware knieblessure door een breuk van de patellapees maakte ver van huis een bruusk einde aan een korte, maar intense en zeer succesvolle periode. “Op de Zuid-Amerikaanse kampioenschappen in Monte Claros in Brazilië liep het mis bij een sprongopslag. Ik ging prompt door mijn knie. Dat is vijf weken geleden”, aldus de onfortuinlijke Depestele die na een ingreep in hoofdstad Buenos Aires in ons land revalideert. “Ik loop al rond op krukken. Ik draag een brace. Het gaat al vooruit. Ik kan de knie nog niet plooien. Maar ik ben op mijn veertigste vastbesloten om terug te komen.”

Frank Depestele heeft momenteel veel tijd voor zijn kinderen Dyte (7) en Sabe (10). “Maak u geen zorgen. Ik let goed op mezelf. Ik hoop na een herstel van vier tot vijf maanden weer paraat te zijn, als het geluk me niet in de weg staat. Vreemd dat me dit nog moet overkomen op ‘mijn ouwe dag’. Het was twintig jaar geleden, dat ik zwaar sukkelde met mijn knieën. In Beauvais (Fra) brak ik een keer mijn hand na een contact met een andere speler. Die botsing kostte me zes weken herstel. Maar dit is van een andere orde.”  (Lees verder onder de foto.)

“Bolivar was dit seizoen voor passeurs bijna een behekste plaats”

Gelukkig kan Depestele alles goed plaatsen. Hij kan daarvoor terugvallen op een schat aan ervaring. En op veel relativerend vermogen. In eigen land speelde hij bij Lennik, Maldegem, Antwerpen en Roeselare. In het buitenland bij Näfels (Zwi), Odintosovo en Belgorod (Rus), Fenerbahçe (Tur), Saloniki en Panathinaikos Athene (Gri), Kharkiv (Oekraïne) en Beauvais (Fra). “Ik ben door de wol geverfd: een type dat in het buitenland vlot zijn plan kan trekken. Ook zo in Bolivar, op goed 350 km ten zuiden van hoofdstad Buenos Aires. Het volleybal is er populair. (lacht) Maar voor passeurs was de stad dit seizoen bijna een behekste plaats. Hoe kwam manager Carlos Javier Weber bij mij uit? Heel simpel hoor. Zijn eerste set-up viel uit met een achillespeesblessure. De back-up liep een voetbreuk op. En later een vervelende buikspierblessure in de titelfinales. Weber was op bezoek in België, bij Waremme. Ik speelde er met Lindemans. Zo kwamen we met elkaar in contact. Het ging dan allemaal heel snel.” (Lees verder onder de foto.)

“Ik had het gevoel dat ik als topsporter de stap moest zetten”

Lindemans was niet zo gelukkig met je vertrek? “Ach, de banden zijn zeker niet verbroken. Ik ben zelf nog niet langs geweest, maar pa wel. De spelersgroep toonde overigens alle begrip: ik moest en zou de kans grijpen. Ik begrijp ook de reactie van het bestuur. Maar voor mij was het ook niet gemakkelijk. Toch was het de juiste keuze. In basket en voetbal zijn transfers trouwens schering en inslag. Elke topsporter zou de kans grijpen die ik kreeg bij Bolivar. Ik ben bijna ‘fin de carrière’, ik wilde nog iets spectaculairs ervaren. Bolivar is een begrip in de wereld. En raar maar waar: ik ging naar het onbekende. Maar ik had het gevoel dat ik de stap per se moést zetten. En nog gekker: ik voelde me in Argentinië dadelijk thuis. Ik heb er veel plezier gevonden. Ik ben naar ginds gevlogen op 1 januari, jawel. Ik had het vliegtuig op Nieuwjaarsdag bijna helemaal alleen voor mij. Ik heb dan dadelijk een heel mooie periode aangesneden. Ook al kwam ik vanuit de Belgische winter in 40 graden hitte terecht. In sporthallen zonder airco. Maar ik kon de aanpassing zonder veel moeite verwerken.”

“Spijtig dat ik het bestuur en mijn ploegmaats in de steek moest laten”

Je had heel veel succes? “Jazeker. Ik tekende voor drie maanden. Bolivar stond op de vijfde plaats. Ik won negen van tien matchen. Ook tegen Pereyra (ex-Maaseik) en Christian Imhoff (ex-Roeselare). Ik versierde mee de eerste plaats. Iedereen geloofde in mij en dat hielp bij het opstapelen van overwinningen. Zo waren de verwachtingen hoog gespannen. Tot verdorie de blessureduivel toesloeg. Mijn ploeg heeft nog de titelfinales gehaald. Maar toen ik uitviel, was het allemaal mentaal gaandeweg een beetje sneller op. Ja, finalist Bolivar beleefde eigenlijk een vreselijk slot van de competitie. Zo werd UCPN San Juan Argentijns landskampioen in vier finales. Ach, het is zo triest dat ik niet meer kon helpen. Ik moest de ploeg in de steek laten. Dat hadden de jongens absoluut niet verdiend. Zo hoop ik de zaken recht te zetten in het seizoen 2018-2019, als het God en de sportgoden belieft.”

Eerst wil je volledig herstellen. “Ja, daar zal ik alles voor doen. Mijn medisch lot ligt in handen van de Aalsterse dokter Parys. Hij kent me. Ik heb er alle vertrouwen in, dat het goed komt. Na de krukken en de brace moet ik mijn knie via intensieve kiné weer volledig kunnen plooien. Dan aansterken enzovoort. Ik heb één groot geluk: een patellapees is niet hetzelfde als een gebroken of afgescheurde kruisband, dat is nog heel andere koek.”

“Ook mijn vrouw Loes en de kinderen hebben inspraak. Mijn toekomst wordt een gezamenlijke beslissing. Maar Loes besefte na haar bezoek dat ik daar een fijne tijd beleefde.”

Het gerucht ging dat je ook dacht aan de Red Dragons, de Belgische nationale ploeg? “Ja, dat klopt. In eerste instantie wilde de bond een Belg als coach de kans geven. Dan vond ik dat ik ook kandidaat kon zijn. Maar concreets is er niets van gekomen. Natuurlijk: bij de keuze van de Italiaan Anastasi verdwijnen alle Belgische kandidaat-opvolgers voor Vital Heynen in het niets. Anastasi is de allerbeste keuze, dat staat buiten kijf.”

Je wil dus terug naar Bolivar? “O ja. Het is een knusse stad met 30.000 inwoners. Ver weg van de kust. Er zijn zes tot acht tv-kanalen, volgepropt met ….rarara…… voetbal. Maar het volleybal leeft hier ook. Tot 3000 kijkers voor de finales. Het bestuur kwam alle afspraken na. Daarvoor heb ik veel waardering. De contractbesprekingen waren trouwens bezig, toen ik door mijn knie zakte. Of ik terugkeer, hangt af van mijn medische evolutie. Eerst horen wat de dokters zeggen. Ook mijn vrouw Loes en de kinderen hebben inspraak. Het wordt een gezamenlijke beslissing. Maar Loes besefte na haar bezoek dat ik daar een heel fijne tijd beleefde. Ik had een bungalow met een tuin ter beschikking. Net buiten het centrum. Koken deed ik zelf. Als je afkomt naar ginds, (lacht) dan wil je misschien mijn Argentijnse steak proeven. De kans is zeer reëel, dat ik bij vicelandskampioen Bolivar zal bijtekenen.”

Tekst: Leo PEETERS
Foto’s: Bolivar