Matthijs Verhanneman: “Kom kijken naar De Cecco en ook naar ons”

‘Kom kijken naar Luciano De Cecco en ook naar ons”, zo wil De Roeselaarse hoekaanvaller Matthijs Verhanneman de grote massa aanspreken voor de Champions League-topper van dinsdag 16 januari (20u30) tegen Perugia.

Matthijs heeft gelijk: wie wereldvolley wil bewonderen, moet zich naar Schiervelde haasten. Perugia heeft sinds 2012 zijn opmars ingezet naar de Europese en wereldtop. Te danken aan de steenrijke excentrieke voorzitter Sirci. Die pompt veel budget in zijn ploeg. Met resultaat: vorig jaar zilver in de finale van de CL tegen Zenit Kazan. Misschien wil Sirci de Russen op korte termijn naar de kroon steken. De landstitel en de beker zijn zekere doelen. Op dat punt is er geen verschil met Knack Roeselare.

De 29-jarige Matthijs Verhanneman (1m98), Menenaar van origine, voelt zich kiplekker. Hij heeft met vrouw Yana De Leeuw een huis gekocht in Roeselare. De ouders van Vince (5) en de tweeling Quinn en Jayda (2) willen zich zo settelen in de Rodenbach-stad. Yana speelt overigens ook op het hoogste niveau. Bij Lendelede in eredivisie.
Bij de loting hinkte Verhanneman op twee gedachten. “Ja, het had iets lichter gekund. Kijk naar de poule met VfB Friedrichshafen. Aan de andere kant: we moeten niet naar Novosibirsk of via Moskou naar Belgorod met de nachttrein. Niets dan mooie verplaatsingen voor ons en nog mooiere affiches.”

Jij hebt een Italiaans verleden, ja?
“Een vijftal seizoenen geleden speelde ik twee jaar in Italië. Eerst bij Ravenna. Dat liep niet van een leien dakje. Daarna wel in het Italiaanse zuiden in Molfetta bij Bari. Kay Van Dijk was mijn ploegmaat. Hij speelt nu met Simon Van de Voorde bij Paykan Teheran in Iran. Italië was natuurlijk heel prettig: absolute top. Het moet lukken dat we met Perugia en Civitanova twee superteams uit de Liga A hebben geloot. Het zijn ploegen die veel volk aantrekken, ook hier in België. Ja, Italië en topsport, dat is een heel ander verhaal dan in België. Een verhaal van veel glorie, meer populariteit, sponsors en dolle tifosi. Geregeld dagen tussen drie- en vijfduizend kijkers op.”

Jullie klopten Fenerbahçe (1-3) en het werd nipt 3-0 voor Civitanova. Zat er meer in?
“Misschien wel, ja. Het werd een mooie zege tegen ‘Fener’. Door onze super opslagdruk. We wisselden elkaar serverend goed af. Ikzelf, Pieter Coolman en Hendrik Tuerlinckx aceten het verschil op het bord. Civitanova leverde echter een lichte ontgoocheling op: 26-24 in de tweede set. Ze kwamen een beetje vermoeid terug van het WK voor clubs in Polen. Zo stegen onze kansen, we stonden ruim voor in de derde set. En toch kwamen ze terug: 25-22, 26-24, 25-22.” (Lees verder onder de foto.)

Perugia is nog een ander paar mouwen? Wat denk je van trainer Bernardi?
“Lorenzo Bernardi was ooit een wereldspeler. Hij deed als trainer veel ervaring op bij Jastrzebski in Polen. Een gerespecteerd man op mondiaal vlak. Hij pakte de Supercup tegen Civitanova, heeft de halve finale van de beker (op 27/1) bereikt tegen Trentino. Zijn team is koploper in de Liga A en ook in CL-poule A. Dat zijn fameuze adelbrieven.”

Wat bewijst de 3-2-zege van Perugia tegen Civitanova voor jou?
“Het verbaast me dat ze Civitanova in de CL nog kraakten na een 0-2-achterstand. Het werd alsnog 3-2. Dit wijst op een ‘serieuze’ prestatie, ongelooflijk veel kwaliteit en heel veel mentale weerbaarheid. (lacht). Laat ons dinsdag ook 2-0 voorkomen, dan hebben we al zeker een punt. Geen onbelangrijk doel, omdat in de andere poules enkele vijfsetters werden afgewerkt. Elk punt kan de doorslag geven voor de play-offs 12 bij de ‘beste derdes’. Ik denk dat voor ons alleen iets te rapen valt, mocht Perugia niet zijn topniveau halen.”

Als derde doorgaan, kan dat in het dubbele Italiaanse gezelschap?
“Ik denk het wel. Onze spelers houden de uitslagen en standen in de andere poules dan ook van nabij in de gaten. Knack heeft nu drie punten, dat ziet er gunstig uit. Het zou fantastisch zijn als we de kwalificatie afdwingen in onze laatste poulematch, thuis tegen Fenerbahçe. Maar niets is een evidentie op niveau van de Champions League.”

Opvallend: Perugia heeft een kern van 14 man?
“Klopt. Die uitgebreidere kern valt op als één van de verschillen met onze eigen competitie. Dat maxi-aantal aan spelers leidt tot veel meer mogelijkheden. Méér spelers kunnen het verschil maken. Interessant voor de coach: hij kan veel meer opstellingen uitproberen. Wij hebben twaalf spelers, maar met veel blessureleed voor Piotr Orczyk (pees in rechterknie) en in lichtere mate voor Ruben Van Hirtum, door een contractuur in de kuit. Zo is youngster Lou Kindt enorm gedreven om door te breken. Op training bij ons draaien enkele jongeren mee: Mathijs Desmet van de volleybalschool en de jonge Waal Antoine Cornil. Maar ‘Rome’ is niet op één dag gebouwd.” (Lees verder onder de foto.)

Kan je even Perugia onder het vergrootglas houden?
“Ik zou zeggen: beste mensen, kom kijken naar de Argentijnse spelverdeler Luciano De Cecco. En ook naar ons natuurlijk. De Cecco heeft ongelooflijk goeie polsen. Vanuit benauwde situaties kan hij lastige ballen spelen. Hij houdt ervan een moeilijke pass te geven. Het is een publiekspeler, een showbeest. Voor zo iemand zak je af naar de sporthal. Hij kan dingen die anderen niet kunnen. Top vijf van de wereld, als je het mij vraagt. Dan is er Atanasijevic: een Servisch volleybalbeest met een keiharde schouder. Meesterlijk hoe hij hoeken maakt. Vreemd voor mij dat hij niet altijd eerste keuze is in de nationale ploeg van Servië. Het is iemand die constant presteert. Speerpunt drie is middenman Marko Podrascanin. Hij heeft heel veel bereikt. Ik heb veel respect voor deze man. Ook Ivan Zaytsev, de Italiaan met Russische roots, is van een speciaal kaliber. Bij Perugia is hij receptie-hoek. Bij de nationale ploeg van Italië is hij opposite: hij pakte zilver op de O.S. in Rio.”

Andere vraag tot slot: sta je open voor de Red Dragons?
“O ja. Maar ik werd niet opgeroepen in 2017. In principe weiger ik nooit een selectie. Ik sta er ook nu voor open. Maar bij de Dragons is er dat grote aanbod van flankaanvallers. Stilaan denken Deroo, Rousseaux, Lecat of Klinkenberg na over de zware combinatie tussen de clubcampagne en het drukke internationale zomerprogramma. Zo kan ik misschien toch een deel mee afwerken. Weet je: ik voel me de laatste twee jaar erg goed. Vrij ook van blessures. Hout vasthouden. Anderzijds: volgens allerlei kanalen ruilt Vital Heynen de Dragons voor de nationale ploeg van Polen. Dan ontstaan weer andere omstandigheden. Als Vital vertrekt, wordt het een moeilijke oefening voor de bond om een opvolger te vinden.”

Tekst: Leo Peeters
Foto’s: Bart Vandenbroucke