Castellani: “Bijzonder goeie herinneringen aan Maaseik”

Het klinkt bijna verontschuldigend uit de mond van de Argentijn Daniel Castellani, (ex-)toptrainer bij vice-kampioen Noliko Maaseik. “Ik maak het afgesproken traject niet af. Het aanbod van Volei Taubate in de Braziliaanse Superliga kan ik niet in de wind slaan. Ik speelde er ooit zelf. De Brazilianen waren bereid de afkoopsom neer te tellen. Het is een heel mooie uitdaging. En eerlijk gezegd: na twaalf jaar rondzwerven in Europa wilde ik dichter bij huis een club vinden. Ik wil een beetje meer aandacht schenken aan mijn vrouw en mijn familie in Buenos Aires.

Vooraleer Castellani in januari 2016 Maaseik overnam van de Italiaan Giovanni Torchio leidde hij teams in Polen, Turkije en Italië. “In Polen was dat Skra Belchatow, goed voor drie titels in even veel seizoenen. Ik was ook twee seizoenen de nationale bondscoach. Het leverde mij en het land Polen de Europese titel op. Ik werkte twee jaar bij Fenerbahçe (Tur), één seizoen in Kedzierzyn (weer in Polen), dan opnieuw twee seizoenen bij Fenerbahçe. Ik ging nog enkele maanden aan de slag bij het Italiaanse topteam Perugia. Tot eind december 2015. In januari sneed ik dan anderhalf seizoen Noliko Maaseik aan.”

Had je je van Maaseik meer voorgesteld dan gedacht?
Daniel Castellani: “Niet meer of niet minder. Knap hoor: Maaseik. De club kan gerust de vergelijking doorstaan met bijvoorbeeld Skra Belchatow. Ook een kleine stad, met een grote traditie in volleybal. Er is wel één groot verschil: (lacht) het budget. Dat geldt evenzeer voor Kedzierzyn, de Poolse landskampioen met Sam Deroo. Geen stad met een reusachtige bevolking. Opnieuw wèl… met een veel groter budget dan Maaseik. Kedzierzyn leeft van de chemische industrie. Ook Perugia, heel toeristisch, is dankzij voorzitter Sirci -geldschieter- duivel doet al, ook coach achter de lijnen- budgettair niet vergelijkbaar.
De parallel verder doortrekken met Fenerbahçe ligt echter moeilijker. Istanboel is een gigantische metropool. Topsport is er altijd ‘hot’, de supporters zijn dolgek, het impact van winnen of verliezen is gigantisch.”

Waarom zette je dan toch de stap naar Maaseik?
“Door toedoen van Wout Wijsmans. Hij wist dat het na enkele maanden voor mij afgelopen was in Perugia. Ik zat zonder club. Hij zei: kom naar ons. Je krijgt hier ‘carte blanche’. Er staat een goede organisatie. En ja, dat beeld klopt. Het mooiste is de familiale ‘spirit’ die door de club waait. Dat idee van ‘one family’ vind je trouwens ook bij Roeselare. Ik bereikte snel een akkoord met de voorzitter. In tegenstelling met de geldschieter van Perugia kreeg ik bij Maaseik de volledige vrijheid. Ja, het leven aan
de Maas vond ik heel fijn. Heel rustig ook. Ik kon er ‘ideaal’ werken. Maar Taubate kan ik gewoon niet weigeren. Ik heb Mathi Raedschelders dan ook meteen geïnformeerd over mijn beslissing om de club te verlaten. Hij toonde alle begrip. Het ging niet over vergoedingen of een project of zo: neen, ik had voor mezelf uitgemaakt dat ik wilde afkicken van Europa. Ik noem het een jaar ‘refreshen’ in Zuid-Amerika. Dat heb ik echt nodig.”

Kan je een soort van conclusie formuleren over het eeuwige gevecht tegen Roeselare?
“De Maaseikse ploeg dreef op up en downs. Heel mooi eerste in de reguliere competitie en ook in de play- offs. Maar de scherpte ontbrak een beetje in de bekerfinale. Ook in de titelfinales werd het ‘net niet’, in tal van heel krappe sets tegen Roeselare. Ik besef dat de Supercup als prijs niet genoeg was. Maar we speelden alle finales, da’s best aardig.”

Maaseik werd door Roeselare afgerekend op de details? Akkoord?

“We toonden veel ‘karakter’, in elke wedstrijd. Soms speelden we echter minder goed. Maar er werd hard gevochten, we gaven het nooit op, we probeerden het onderste uit de kan te halen. Dat waren onze sterke punten. Maar de Maaseikse side- out had onvoldoende stabiliteit. Zo draaide de bekerfinale op een grote ontgoocheling uit: we speelden een paar sets gewoon niet mee, Skladany had een handblessure, Maan ging papa worden van Laurine en sukkelde met de rug: het was gewoon niet goed. Overweldigd ook door de sfeer, had ik de indruk. Slechts een tweetal spelers was gewend een topper af te werken in dergelijke omstandigheden.” “We gingen wèl tot het uiterste in de titelfinales. Het verschil was piepklein. Slechts enkele puntjes. De winnende schakel ontbrak. Nicolas Bruno was niet altijd top en ‘medical joker’ Ivan Raic moest veel hooi op zijn vork nemen. Hij deed het, gezien de omstandigheden, niet onaardig. Maar hij kreeg weinig tijd: de aanloop naar de finales was voor hem erg kort. Zo kreeg ik moeilijk de juiste ‘balans’ in de ploeg. We hadden te vaak problemen in receptie. Ach, ik moest ook zo vaak ‘switchen’ met youngster Kamil Rychlicki: op de hoofdaanval, dan als receptie-hoek, ook op de bank. Roeselare heeft de titel niet gestolen: ze hebben een grotere kern met vier schitterende buitenspelers, ook meer ervaring in de rangen. Toch ben ik trots op Maaseik: de breuklijn tussen winst en verlies was uiterst dun.”

Heeft het meningsverschil tussen Liga en Bond over de data van de finales veel invloed gehad?

“Misschien niet. Het ging om veel emotie en commotie. Maar uiteindelijk was het gevecht afgelopen na vier finales. Wat ik wel vind: Liga en Bond, duidelijk in overleg (!), moeten hun kalender beter beheren. De FIVB hanteert regels. Die regels zijn beide instanties bekend. Waarom dan al dat gehakketak. Neen: men heeft veel te lang gewacht. Aan tafel zitten, zat er blijkbaar niet in. In zo’n geval worden eenzijdige beslissingen getroffen die niet bij alle partijen in goede aarde vallen.”

Wat zal je van België nooit vergeten?
“Dat het leven hier zo mooi in elkaar steekt. Zo optimaal georganiseerd. Het valt me ook op: een woord is een woord. Een ja is een ja. Laat me zeggen dat er in Argentinië op vele vlakken ‘verwarring’ heerst. Dat is nog zachtjes uitgedrukt. Hoofdstad Buenos Aires (14 miljoen inwoners) is een ‘zottenkot’ zoals Istanboel (20 miljoen inwoners).”

Kan je VM wat meer vertellen over Volei Taubate en de ploeg?
“Taubate is een universiteitsstad. Dus een studentenstad. Levendig, veel jonge mensen, hoog energiegehalte. Ik krijg een topteam in mijn handen met de Serviër Ivovic (MVP van de laatste World League). Hij komt van Resovia Rzeszow in Polen en is de enige Europeaan. Voorts in het team: de Braziliaanse hoofdaanvaller Wallace (3x olympisch goud) en ook Eder en Lucarelli, nog twee Braziliaanse goudhaantjes in Rio 2016. Taubate is inderdaad een rijke club. Anders dan in België is het vooral de stad (!) die de grote hoofdsponsor is. Aangevuld met kleinere geldschieters. Taubate heeft ook mijn ‘buy out’ betaald. Ik lag nog onder contract bij Maaseik. Over welk bedrag dit gaat, weet ik niet. Naar Braziliaanse normen wellicht een habbekrats.”