Simon Van de Voorde zonder baard naar de ayatollahs

 

“Dit wordt een interessante uitdaging”

 

Nadat hij zich – alweer met een glansprestatie – in Kortrijk met de Red Dragons geplaatst had voor het WK in 2018, schuddebolde Simon Van de Voorde met het hoofd. Hoe was het mogelijk dat hij – nagenoeg als enige international – nog niet aan een nieuwe ploeg geraakt was na een schitterend seizoen bij Trentino? Net voor hij zou afreizen naar het EK in Polen kwam dan toch het verlossende en een beetje onverwachte bericht dat hij in het komende seizoen aan de slag kan bij Paykan Teheran in Iran. De eerste Belg in de Iraanse competitie!

 

“Dat het zo lang duurde vooraleer ik een ploeg vond, heeft enerzijds te maken met het feit dat middenmannen niet zo zeer gegeerd zijn als b.v. spelverdelers of opposites, maar anderzijds ook met het feit dat de trainer van Trentino een serieuze bocht maakte. Bij ons laatste gesprek toonde hij zich zeer tevreden en stond het zo goed als vast dat ik, zoals de meeste andere spelers bij Trentino, zou mogen blijven. Maar een paar dagen na het beëindigen van de competitie bleek dat hij – op twee spelers na – een gans nieuwe ploeg wilde,” legt Simon uit.

“Dat kwam ook als een verrassing over bij mijn manager, die er immers ook van overtuigd was dat ik mocht blijven. Tot enkele weken geleden van hem de vraag kwam of ik geïnteresseerd was in een verblijf bij één van de topteams in de Iraanse competitie, nl. Paykan Teheran. We waren met de Red Dragons wel in Teheran geweest, maar daar zaten we in een soort park, waar we haast niet buiten kwamen, tenzij om naar de zaal te rijden. Ik heb dan een aantal mensen geraadpleegd, zoals de vriendin van mijn vrouw die er een tijdje geleefd heeft, en iedereen had niets dan lovende woorden over dat land. Het schrikt blijkbaar vele mensen af, maar er waren ook al een aantal Nederlandse spelers, die zeer tevreden waren over de omstandigheden in Iran.

Dat ik er de eerste Belg zal zijn, die daar ooit aan een competitie deelneemt, is natuurlijk ook een hele eer voor mij. Tot voor kort werd uitgeweken naar landen als Italië, Polen of Frankrijk, maar stilaan worden de Belgische spelers blijkbaar ook bekend in andere competities. Ik kom er terecht in één van de beste teams van Azië en Paykan komt bijna elk jaar uit in de Champions League van Azië. Ik speelde al twee keer de Final Four van de Europese Champions League. Het zou leuk zijn, mocht ik nu ook de Final Four bereiken in de Aziatische Champions League,” lacht Simon Van de Voorde, toch ook nog altijd ambitieus in zijn professionele carrière.

 

“Ik speel er met één van de beste spelverdelers ter wereld”

 

“Ik kreeg in Teheran niet alleen financieel een interessant aanbod, maar ook op sportief gebied speel ik er aan de zijde van één van de beste spelverdelers in de wereld, nl. Saied Marouf.” In het seizoen 2015-16 werd hij in Iran uitgeroepen tot ‘sportman van het jaar’, hij is de charismatische aanvoerder van de Iraanse nationale ploeg en toen hij – uitzonderlijk – mocht meedoen aan een andere competitie, werd hij in 2014 met Kazan uitgeroepen tot beste spelverdeler van de Champions League. “Kortom, het wordt een leuke, nieuwe uitdaging!”

Al beseft Simon ook wel dat hij zich zal moeten aanpassen aan een nieuwe wereld en een andere cultuur. “De officiële taal is er het Farsi, het Perzisch, maar er zijn wel voldoende mensen die ook het Engels beheersen. Voor mannen is een lange broek dragen een verplichte zaak, terwijl de vrouwen een hoofddoek moeten dragen. Er is ook wel een evolutie ingetreden in de zeden en gewoonten in Iran. Ik herinner me dat er op het WK 2014 in Polen nog protesten waren van Iraniërs over het feit dat vrouwen niet toegelaten werden in de volleyzalen. Toen wij er enkele maanden geleden met de nationale ploeg waren, mochten er al wel vrouwen binnen. Weliswaar in een aparte tribune en zeker niet op de beste plaatsen, maar ze mochten toch al komen kijken. De banken zijn er (nog) niet aangesloten op het Europese bankensysteem, maar er werd me toch toegezegd dat ik in Euro’s zou betaald worden.”

Simon, die een tijdje door het leven ging met een baard, die hem zeker bij de ayatollahs populair zou gemaakt hebben, weet nog niet of hij zijn baard opnieuw zal laten groeien. “Ze blijven me daar echt wel beschouwen als een Belg, hé!” grinnikt hij.

Maar eerst nog het EK in Polen. “Wij moeten er toch minstens de tweede ronde kunnen halen,” meent Simon. “In principe kunnen we niet winnen van Frankrijk, maar Ngapeth zou met zijn rug sukkelen en ik vind ook dat ons niveau toch wel in stijgende lijn gegaan is na afloop van de World League. Dan volgen Turkije en Nederland. Over de Turken hebben we nog niet veel informatie, maar ik denk dat we ons in eerste instantie moeten focussen op onszelf als ploeg. Nederland blijft dan weer altijd een heel gevaarlijke ploeg, waar je altijd moet voor oppassen. Hen kennen we natuurlijk een stuk beter, maar dat geldt ook omgekeerd. Als we erin slagen ons spel op te dringen, dan moeten we zeker van hen kunnen winnen. En mochten we in de tweede ronde geraken, dan zien we wel verder tegen wie we moeten spelen.”

 

Tekst: Marcel Coppens

Foto’s: Bart Vandenbroucke