Steven Vanmedegael: “Met Slovakije een resultaat neerzetten, doet pas deuren openen”

Hij liet ze vechten zoals de Galliërs tegen de Romeinen, zodat Europa kon zien dat ze geen kleine Belgen meer waren. Toen Roeselare tegen Modena in de finale van de CEV Cup uiteindelijk het onderspit moest delven, kon hij zijn ontgoocheling maar moeilijk verbergen. Natuurlijk was Steven Vanmedegael (36) diep van binnen best wel trots, maar de ratio domineerde zoals steeds het sentiment. Is het misschien daarom dat hij vijf jaar (te) lang moest wachten op de verkiezing als coach van het jaar?

Is Vanmedegael misschien te ambitieus en veeleisend voor de buitenwereld, net zoals hij het onderste uit de kan wil halen bij zijn spelers? Het leverde Knack in elk geval geen windeieren op, want de dominantie in eigen land was nooit zo groot. De West-Vlaamse pletwals mocht sinds afgelopen vrijdag niet alleen de titel, maar ook nog eens de triple vieren. Een feestje? Jawel. Een welverdiende vakantie? Welgeteld vier dagen, want vanaf donderdag zullen ook de Slowaakse internationals ondervinden hoe bezeten een coach kan zijn van deze mooie sport.

Zesendertig. Gezien zijn staat van verdienste zou je het niet verwachten, maar Steven Vanmedegael is nog steeds jeugdig jong. Al vijf jaar lang dirigeert hij Roeselare naar de absolute top van ons land en bij uitbreiding de subtop van Europa. En we mogen ook zeker de vijf seizoenen daarvoor niet vergeten toen hij als rechterhand van topcoach Emile Rousseaux de basis aanscherpte die hij al verwierf als gerenommeerd nationaal jeugdcoach.

 Mocht je er nog aan twijfelen, elke stap die Vanmedegael zet is doordacht, of het nu in functie van de ontwikkeling van zijn spelers of zijn eigen trainersloopbaan is. Waar dit zal eindigen? Voor Roeselare hebben we hier recent een pasklaar antwoord op gekregen, maar als het over hemzelf gaat, laat Vanmedegael moeilijker in zijn kaarten kijken. In onze ogen zeker terecht, al zet de buitenwereld vaak een andere bril op.

Dat Vanmedegael tegen heilige huisjes schopt, moeten we – naar onze bescheiden mening – appreciëren. Wie tot topprestaties wil komen, kan niet altijd de ja-knikker spelen. Dat bewezen zijn spelers nogmaals toen ze na een loodzwaar seizoen afgelopen vrijdag eeuwige rivaal Maaseik punten- en dus ook titelloos naar Limburg stuurden. Nadien ging het dak er nog eens af in de Tomabelhal. Of ook Vanmedegael alle remmen los liet, komt je te weten uit ons gesprek, the day after.

Eerst en vooral proficiat met jouw derde opeenvolgende titel voor de club, de veertiende in totaal al voor Roeselare. Hoewel niemand nog twijfelde aan het kampioenschap, moet er toch een pak last van jouw schouders zijn gevallen?

Steven Vanmedegael: “Dankjewel! En inderdaad, zo voelt het een beetje aan, ook al stonden we in de onderlinge confrontaties duidelijk in het voordeel. Natuurlijk hebben we ook onze dipjes gekend, maar we zijn die telkens op een volwassen manier te boven gekomen. Al mogen we niet vergeten dat we het in de eerste set (32-30) moeilijk hadden en ook in de tweede set was het tot 23-20 lang spannend.”

Het cruciale moment van deze play-offs was volgens ons de derde set in Maaseik?

“Die analyse is correct. We stonden daar plots 13-9 achter, maar uiteindelijk snoepten we met 27-29 hen toch nog de set af. Het gaf deze strijd een andere dimensie, want nadien zijn we veel beter beginnen spelen. Je zag Maaseik twijfelen en zoals zo vaak dit seizoen hebben we van die momenten gebruik gemaakt.”

Als we naar de statistieken kijken, valt alleen de foutenlast op.

“Dat is ook altijd mijn benadering geweest. Het begint natuurlijk met de kwaliteiten van de spelers, maar een gans seizoen lang hebben we hier op training aan gewerkt.”

Het doel was om een Champions League-ticket te halen, dat zei je al enkele weken voor de play-offs. De titel zorgt nu voor de kers op de taart. Is het laat geworden na de laatste wedstrijdpunt van dit seizoen?

“Ik lag om 2u30 in mijn bed, dus dat valt goed mee (lacht). Na de wedstrijd volgden de eerste interviews, de terugblikmomenten met de staf, de ontmoetingen met familie, vrienden, enzovoort. Dan ging het richting de VIP voor de sponsors om af te sluiten met de kampioenenviering van de spelers op de trap van onze sporthal zodat ook onze supporters hun moment kregen.”

De ochtend na de titel tekende je al meteen present op een webinarsessie van Volley Vlaanderen. Van een ongelukkige timing gesproken?

“Misschien wel, maar het was leuk. Ik kreeg o.a. vragen over opslagsnelheid en hoe ik dat als coach probeer te benaderen, hoe we een aanval in transitie voorbereiden, enzovoort. Meer dan 600 mensen hebben de sessie gevolgd. Knap toch?”

Een informele afsluiter met de spelers zat er dus niet in?

“Jawel, we werden maandag op het stadhuis verwacht en de club is nog iets aan het regelen. Vermoedelijk zal dit een barbecue zijn.”

Je postte dezelfde ochtend ook het volgende citaat van Colin Powell, de ondertussen overleden oud-minister van Buitenlandse Zaken van Amerika: “There are no secrets to success. It is the result of preparation, hard work, and learning from failure”. Licht eens toe.

“Het is de samenvatting van ons seizoen. Soms lijkt het voor de buitenwereld wel dat je gewoon een goede speler moet kopen om resultaten te halen. Of dan hoor ik mensen zeggen dat het logisch is dat we winnen, omdat we veel meer budget hebben. Maar als je kijkt naar onze Europese campagne en onze zeges tegen ploegen waarvan het werkingsbudget extreem hoog ligt, dan … (zucht). We zijn altijd met de intentie vertrokken om ook tegen die ploegen iets te rapen. Als je nadien dan met die mensen gaat praten en vraagt hoeveel uren per week ze individueel en in groep trainen of hoeveel videoanalyses ze bespreken, dan geven ze toe dat ze daar geen extra tijd voor vrijmaken. Ik geef toe dat ik soms maniakaal bezig ben met het analyseren van onze fouten en tekortkomingen, maar enkel zo kan je spelers individueel beter maken. Zo kies ik er bewust voor om in de voormiddag met heel kleine groepjes te werken van maximaal twee of drie spelers. Dit is echt fine tunen. Als ik dan hoor dat er bij heel wat Belgische clubs, zonder namen te noemen, verscheidene spelers zijn die een ganse dag op hun appartement zitten te wachten om dan enkel ‘s avonds te trainen, dan stopt voor mij de discussie.”

Hoeveel tijd spendeer je wekelijks aan volleybal?

“Ik heb het onlangs eens uitgerekend: in een normale week komt dat op ongeveer 65 uur. Met een Europese wedstrijd erbij gaat dat regelmatig richting de 90 uur. Dat is veel, maar ik heb daar nooit een punt van gemaakt. Ik reken trouwens niet in uren.”

Het loont wel, want die unieke triple is binnen. Voor Roeselare was dit al geleden van 2006.

“Ik ben nu tien jaar bij de club en die triple is altijd mijn grote droom geweest. Eindelijk dus! Tegelijk is dit ook een oproep aan de federatie om de Supercup herop te waarderen. Als je kijkt hoe de Supercup in Italië of Polen wordt benaderd, daar wil iedereen die beker winnen. Ik zeg niet dat we net zoals de bekerfinale moeten uitwijken naar het Sportpaleis, maar maak er opnieuw een event van, zowel voor de mannen als de vrouwen. Het gaat onze sport alleen maar ten goede komen.”

Dit topseizoen leverde jou ook eindelijk de trofee als coach van het jaar op. Onbegrijpelijk dat dit zo lang heeft geduurd.

“Ik heb er mijn eigen mening over. Jij weet evengoed dat er dit seizoen op een andere manier is gestemd. Ik ben nu eenmaal geen coach die met Jan en alleman aan de toog blijft plakken, als je begrijpt wat ik bedoel. Vroeger was het echt een populariteitscontest en dat speelde niet in mijn voordeel. Nu, het is wat het is. Maar om dit thema positief af te ronden, ik ben enorm blij en fier over deze erkenning.”

Nog een leuk weetje: jullie verloren maar vijf keer in 47 officiële wedstrijden. Een miraculeus winstpercentage!

“We verloren tegen Civitanova, Tours, Modena, Piacenza en Maaseik, dus niet de minste ploegen. Het benadrukt alleen maar onze dominantie.”

De keerzijde van de medaille is dat je volgend seizoen aan een nieuwe ploeg moet bouwen, want al jouw buitenlanders zijn weg. Kukartsev (Tourcoing), Tammearu (Tours) en Fasteland (Nantes) trekken naar Frankrijk, de Braziliaan Leite keert terug huiswaarts en Ayhi verhuist naar Duitsland.

“Gelukkig is het geraamte van de ploeg met Deroey, D’Hulst, Verhanneman en Coolman intact. Rotty heeft trouwens bewezen dat hij veel in zijn mars heeft en Plaskie heeft nog voor het einde van afgelopen seizoen de knop omgedraaid. Hij zal er ook nog doorkomen.”

Voor de vervangers zijn jullie vooral in België gaan zoeken. Middenmannen Henri Treial en Lennert Van Elsen komen respectievelijk over van Maaseik en Haasrode Leuven, opposite Hugo Fisher van Gent.

“Met Treial hebben we voor zekerheid gekozen. Van Elsen heeft enorm veel potentieel, dat weet iedereen, net zoals Fisher. Zij zijn jonge talenten die nog moeten bijgeschaafd worden, maar wel de kwaliteiten hebben om een meerwaarde te zijn.”

Met Van Elsen zal je toch moeten werken aan zijn opslag. Hoe zit het trouwens met zijn enkelblessure?

“Die foutenlast is inderdaad een werkpunt, dus daarom wil ik hem ook zo snel mogelijk bij de groep hebben. De operatie aan zijn enkel is trouwens goed verlopen. Het eerste deel van de revalidatie werkt hij af bij de fysische staf van de Red Dragons en wanneer hun eerste stuk van de European Golden League erop zit, komt hij naar de club om zijn werk verder te zetten.”

Er is voorlopig één inkomende transfer uit het buitenland. De 20-jarige hoekspeler Jasper Wijkstra komt over van het Nederlandse Orion. Hoe zie je hem in de ploeg passen?

“Kijk, met Verhanneman, Rotty en Plaskie hebben we al drie verschillende types en Jasper is nog een ander type. Met zijn 2,04 meter is hij enorm groot, dus hij moet onze nieuwe spiker worden. Al is er zeker nog werk aan de winkel, want onlangs kwam hij naar een thuiswedstrijd kijken en zag ik dat mijn biceps groter waren dan de zijne. Ik heb meteen gezegd: ‘Jongen, trek vaker naar het krachthonk, want dat moet een pak beter.’ Hij beseft dat natuurlijk ook wel.”

Het feit dat Roeselare dit jaar de finale van de CEV Cup heeft gespeeld, opent dat geen deuren voor spelers die anders niet haalbaar zouden zijn?

“Nee, daarvoor moet het niveau van onze competitie omhoog en moeten onze zalen een heropwaardering krijgen. Kukartsev moest van zijn bondscoach om die reden vertrekken of hij kon de Olympische Spelen op zijn buik schrijven. In het buitenland zien ze trouwens ook naar de veel te kleine accommodaties van Achel, Menen, Guibertin en Leuven. VHL trekt vanaf volgend seizoen gelukkig definitief naar de Sportoase.”

En wie wordt de vervanger van Kukartsev. We lazen en hoorden de naam van Bram Van den Dries passeren?

“We hadden een akkoord, maar die berichtgeving in de krant was niet correct. Hij heeft op het laatste moment de deal afgeblazen. De details blijven binnenskamers, maar voor mij is zijn transfer nog niet definitief van de baan. Ik denk trouwens dat we onze laatste transfer deze week nog kunnen afronden. We zijn bezig met drie à vier kandidaten. Na de draft in Zuid-Korea, waar waarschijnlijk zo’n 5 van de 55 opposites zullen gekozen worden, blijven er dus nog serieus wat opties over.”

Dat wordt nog even zweten. Woensdag vertrek je al naar Slovakije, waar je voor het eerst bondscoach wordt van een nationale ploeg. Waarom toch Slovakije, een ploeg in wederopbouw zonder één grote naam?

“De bekendste speler is Julius Firkal, een receptie-hoek die speelt bij een ploeg uit het Oekraïense Lviv die in de Poolse competitie uitkomt. Kijk, ik heb een goede mix jonge tot zeer jonge spelers met potentieel. Een beetje zoals de huidige selectie van de Red Dragons. Ik wil Slovakije binnen drie jaar echt top maken en een prestatie neerzetten op het EK.

Kreeg je na de finale van de CEV Cup geen betere aanbiedingen?

“Ik wil de juiste keuzes maken en ik twijfel of dat zo is als ik naar de nummer 10 in Italië zou trekken. Dus ja, er zijn aanbiedingen geweest, maar ik heb nog een contract van één jaar in Roeselare en dat respecteer ik. Als ik met de nationale ploeg van Slovakije kan presteren, dan zal dit pas deuren openen en op internationaal niveau de nodige weerklank krijgen.”

Het is dus vooral een persoonlijke investering?

“Dat mag je zo stellen, al heb ik natuurlijk ook wel mijn huiswerk gemaakt. Ik ken de spelers goed, omdat ik sinds Kerstmis alle wedstrijden van de Slovaakse competitie heb gedownload.”

De European Golden League wordt in een groep met Finland, Estland en Tsjechië meteen een goede waardemeter?

“Finland is tof. Dat wordt een blij weerzien met Joël Banks. We openen tegen Tsjechië, dat is geen cadeau. Ach, ik zou eigenlijk niet liever hebben dat we een goed pak rammel krijgen, zodat de spelers beseffen dat het nodig is om een bepaald niveau te halen.”

Wat wordt voor jou de ideale zomer?

“Een vruchtbare periode met Slovakije, een leuk weerzien en hard werken met de aanwinsten bij Roeselare en zeker ook een leuke tiendaagse vakantie in Italië. Dit jaar gaan we naar de buurt van Lago Maggiore en zoek ik naar een goede balans tussen genieten met het gezin en zelf sporten. We houden van Italië: een prachtig land, lekker eten, aangenaam klimaat en warme mensen.”

Na een nieuwe triple met Roeselare trekt Vanmedegael volgende zomer dus definitief naar de Serie A1?

“Alleen als de juiste club zich aanbiedt.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Jan Vanmedegael