Hendrik Tuerlinckx: topscorer bij Haasrode, coach bij Averbode en Red Dragons

Zijn er nog zekerheden in het volleybal? Na het huzarenstukje van Roeselare tegen Piacenza in de halve finale van de CEV Cup durven we dat toch – weliswaar met veel plezier – in twijfel trekken. Al is de West-Vlaamse dominantie in onze vaderlandse competitie dan weer absoluut geen verrassing, net zoals de spelersnaam die helemaal bovenaan staat in het klassement ‘topscorer’.

Hoeveel keer Hendrik Tuerlinckx daar de voorbije seizoenen ook alweer heeft gestaan? Neem het ons niet kwalijk, maar we zijn de tel kwijtgeraakt. Om maar te zeggen: de meest bekroonde Belgische volleyballer van de 21ste eeuw is in het tweede seizoen bij zijn jeugdliefde Haasrode Leuven opnieuw de straffe Hendrik zoals we hem leerden kennen tijdens zijn dertien seizoenen Roeselare.

Maar ook de derde club van zijn hart, het vroegere VC Everbeur en huidige Averbode, laat hem evenmin onberoerd. Daarvoor is de lokroep naar de heimat te sterk. En daarvoor hebben zowel de club, die momenteel in de middenmoot bengelt van derde nationale D, als de Leuvense aanvoerder een goede reden voor. Een win-winsituatie, zeg maar. Welke? Dat wordt hieronder duidelijk, maar om voorlopig te eindigen met een nieuwe zekerheid: beide hoofdrolspelers zullen er zonder twijfel beter van worden en dat zal hopelijk ook het Belgische volleybal ten goede komen.

Over die nakende kruisbestuiving straks dus meer, maar eerst keren we terug naar de orde van de dag. De Lotto Volley League is eindelijk in zijn beslissende fase beland, al moeten we eerlijk zijn: het ontbreekt deze Champions Play Off – voorlopig toch – aan spankracht.

Ook al ontkrachtte Dirk Specenier, algemeen directeur van Roeselare, daags na de historische kwalificatie voor de eerste Europese finale sinds 2001 de veronderstelling dat zijn club te groot zou zijn voor Liga A, er viel naar onze bescheiden mening tot nog toe maar één kleine verrassing te noteren en dat was het puntenverlies van Maaseik in eigen zaal tijdens tegen Haasrode Leuven. De nipte 3-2-nederlaag tegen de recordkampioen deed de Leuvenaars stilletjes dromen van meer dan de vooropgestelde derde plaats, maar ondanks de 28 punten van Tuerlinckx mag die droom na het 3-1-verlies in Gent naar alle waarschijnlijkheid opnieuw opgeborgen worden.

Opnieuw met de voeten op de grond, klinkt dan het cliché.

Hendrik Tuerlinckx: “En dat hebben we puur te danken aan onszelf en onze wisselvalligheid. Ik heb je dat dit seizoen al een paar keer gezegd. Dat is natuurlijk enorm frustrerend, maar met zulke zaken moet je als topsporter kunnen omgaan. Ik denk dat we terecht mogen mikken op plaats drie of vier, maar hoger in de rangschikking? Dat zouden we niet verdienen, juist omdat we te veel hoogtes en laagtes hebben gekend. Die tweede plaats, echt waar, ik geloofde daar oprecht in. Zeker als je kijkt naar onze kalender en je ziet dat we onze laatste wedstrijd tegen Roeselare moeten spelen. Met vorig seizoen in het achterhoofd moet ik daar geen tekening bij maken. Maar goed, we moeten realistisch en vooral eerlijk blijven.”

Jammer dat Lennert Van Elsen in Gent die ‘free ball’ op setpunt mist waardoor de tweede set alsnog verloren gaat. Als hij die bal afmaakt, dan had het een heel andere wedstrijd kunnen worden. Dat merkten we ook aan jouw reactie.

“Dat is natuurlijk mijn winnaarsmentaliteit die naar boven komt. Ik denk dat iedereen in de Edugo Arena heeft gehoord wat ik heb geroepen (lacht). Ach, zo’n dingen gebeuren, al is het natuurlijk wel een cruciale bal. Toch mogen we deze nederlaag zeker niet toeschrijven aan die gemiste bal van Lennert, dat zou niet eerlijk zijn. We moeten Gent ook feliciteren, want ze hebben het ons serverend erg lastig gemaakt. We moeten uit die nederlaag vooral het positieve onthouden en dat is dat we in elk spelonderdeel, op uitzondering van onze opslag-receptie, de betere waren van Gent.”

Maar plaats drie of vier, dat maakt toch niet uit? Jullie spelen dan sowieso Europees en dat is toch het doel?

“Ik ben niet helemaal akkoord. Je wilt toch altijd zo hoog mogelijk eindigen en voor de club zou de derde plaats een unicum zijn. Als speler wil je er toch alles aan doen om voor jouw club geschiedenis te schrijven? Daarom heb ik na Gent tegen de ploegmaats gezegd dat we moeten blijven investeren in onszelf en dat we vol moeten gaan voor die derde plaats.”

Je klinkt al als een echte coach! Toeval of niet?

“Dat is ook deels mijn rol als meest ervaren speler.”

We weten dat je volgend seizoen bij Averbode dezelfde rol gaat opnemen.

“Ik vind het een logische stap in mijn carrière. Bovendien voelt het aan als thuiskomen. Averbode is een klein dorpje en buiten het volleybal is daar, met alle respect, niet veel te doen. Wel, ik hoop dat ik de mensen daar nog wat meer plezier kan bezorgen.”

De cirkel is rond, dat kan je wel zeggen. Jouw professionele volleyballoopbaan begon in 2006 bij VC Everbeur. De club waar zowel jouw moeder als vader voorzitter zijn geweest. Jouw vader heeft er ook jaren als hoofdsponsor rond gelopen.

“Heerlijk toch. Al kreeg ik vroeger aanvankelijk wel het verwijt dat ik bij Everbeur mocht spelen, juist omdat ik de zoon was van… Al motiveerde mij dat alleen maar hoor. Als ik mijn carrière vooraf had mogen uitstippelen met mijn eerste stappen in Averbode, de verhuis naar Leuven (toen nog VC Heverlee), Averbode, Perugia, Roeselare, Leuven en dan nu terug Averbode. Ik had het zeker niet anders gepland.”

Van het beruchte Everbeur met klinkende namen zoals Ruben Van Hirtum, Dennis Deroey, Simon Van de Voorde en Steven Shittu blijft natuurlijk helemaal niets meer over. Wat hoop jij te bereiken bij een club die zoekende is in godbetert derde nationale?

“Daar liggen mijn roots en ik ben al enkele jaren peter van de club, dus zo onlogisch is mijn engagement nu ook weer niet. Jammer genoeg was het destijds niet mogelijk om de club financieel gezond te houden, maar dat was ook niet abnormaal aangezien Averbode maar een klein dorpje is.”

Dat is er nu natuurlijk niet gemakkelijker op geworden.

“Ik denk dat je als club sowieso de lokale overheid moet mee hebben. Er moet een stad achter je staan. Op zich is dat positief, maar dan vraag ik mij af hoe het in Wallonië zit? Met alle respect voor goed werkende clubs zoals Borgworm en Guibertin, maar waar zitten Charleroi, Luik en Namen bijvoorbeeld? Daar moet toch allemaal eens goed over nagedacht worden.”

Maar goed, jouw rol bij Averbode dus?

“Ik kom terecht in een club en omgeving waar het volleybal echt leeft en waar de ambitie leeft om naar Liga B te gaan. Hoger moeten we niet mikken, want dat zou niet realistisch zijn. Mijn rol daarin? Ik zal mijn steentje proberen bij te dragen op twee niveaus. Ten eerste zal ik de hoofdcoach bijstaan door wekelijks één training voor mijn rekening te nemen. Met mijn ervaring zal ik de focus vooral leggen op technisch en tactisch vlak. Ik kom terecht in een groep die bestaat uit een goede mix van jonge en ervaren spelers. De moeilijkheid zal er natuurlijk in bestaan om trainingen te ontwerpen op het niveau van de huidige spelerskern.

Wat ga ik van die spelers kunnen eisen en hoe ver zal ik daarin kunnen gaan? Al ga ik wel uit van de filosofie dat je beter moeilijke dan te gemakkelijke oefeningen kan geven. Ten tweede stel ik ook mijn kennis van het volleybalwereldje ter beschikking aan het bestuur, al zal ik daar eerder achter de schermen werken. Eens bellen met een mogelijk nieuwe speler, aantrekken van nieuwe sponsors, zo’n zaken.”

Vorig jaar vertelden onze bronnen binnen Averbode dat dit toen ook al de bedoeling was. Wat is het verschil met dit jaar?

“Het heeft vooral te maken met de drive van het huidige bestuur. Vorig seizoen werden er geen knopen doorgehakt. Nu is het allemaal veel concreter, ook al speelt mijn jeugdvriend Willem de Jongh hierin een cruciale rol. Het is gewoon de bedoeling om het spelplezier en amusement voor de supporters terug naar Averbode te brengen. En om volop in de jeugd te investeren en juiste vrijwilligers te vinden.”

Ik heb al een eerste opdracht voor jou: de clubwebsite updaten!

“Dat klopt. En daar heb ik bij Haasrode Leuven ook achter gezeten. Dat vraagt niet veel tijd of financiële middelen en je kan in één klap heel veel mensen bereiken. Bij Roeselare is dat bijvoorbeeld een echte machine.”

Hoe reageert VHL op deze nieuwe wending?

“Laat het mij anders stellen: Haasrode Leuven weet dat ik hen nog steeds absolute prioriteit geef. Zij zullen dus steeds voorrang krijgen op Averbode. Ik heb er na dit seizoen trouwens nog een contract voor één jaar en zoals ik mij nu voel, zit er misschien zelfs nog meer in.”

Je bent de laatste weken inderdaad goed op dreef. Helemaal anders in vergelijking met vorig seizoen, toen we het gevoel hadden dat je niet echt goed in je vel stak?

“Volledig correct. Ik moet toegeven dat ik mijn overgang naar Haasrode ook anders had voorgesteld, want mijn aanpassing verliep veel moeizamer dan verwacht, ook al gooiden enkele vervelende blessures eveneens roet in het eten. Maar momenteel mag ik zeker niet klagen. Ik vind persoonlijk dat ik mijn beste vorm van bij Roeselare benader en daar zit afgelopen zomer zeker voor iets tussen. Door afscheid te nemen van de Red Dragons kon ik mijn lichaam in optimale conditie voorbereiden voor de competitie. Met succes, want ik heb dit seizoen nauwelijks kwaaltjes gehad waardoor ik niet toevallig topscorer ben van de competitie.”

Onkruid vergaat niet. Vorig jaar belden we jou rond deze tijd nog toen je in een hotelkamer zat in Qatar.

“Maar vorig seizoen was totaal anders. VHL had na de uitschakeling in de belle tegen Aalst niets meer te winnen of te verliezen. En ik heb van iedereen binnen de club toestemming gekregen om die unieke kans te pakken.”

Waren er nu dan geen aanbiedingen?

“Jawel hoor, deze keer vanuit Koeweit, maar daar heb ik zelfs niet eens over nagedacht. Vooral omdat de situatie bij Haasrode Leuven nu volledig anders ligt. Ik wil zo hoog mogelijk eindigen in de play-offs.”

Maar we hebben wel het gevoel dat je nog altijd niet het achterste van jouw tong hebt laten zien. Ben je aan het broeden op een tweede carrière als coach? Bij Everbeur zet je alvast een eerste kleine stap. Stel dat je volgend seizoen toch de fysieke weerslag krijgt van al die seizoenen topvolleybal, zit er dan ook zo’n rol aan te komen bij VHL?

“Zolang ik fit ben, blijf ik spelen, gegarandeerd. Al bereid ik mij inderdaad ook voor op een coachende rol. Averbode heeft voor mij het ideale scenario uitgeschreven, omdat ik zo niet meteen voor de wolven word gegooid. Ik zie het eerder als een opportuniteit om dan binnen een x-aantal jaren de nodige ervaring te hebben en wie weet hoofdcoach te worden van een club in Liga A. Wie weet kan ik bij VHL op termijn een dubbelrol aannemen en bijvoorbeeld eerst nog als back-up fungeren van bijvoorbeeld Christophe Witvrouwen.”

We zien een gelijkenis met Frank Depestele. Akkoord, hij was geen back-up voor een speler, maar onder de vleugels van Kris Eyckmans leerde hij als assistent wel de kneepjes van het vak en ondertussen draait hij al vier seizoenen mee als hoofdcoach van Menen.

“Het is zeker een tweede stap, want mijn ambitie ligt absoluut hoger dan Averbode. Daarom zal ik mij deze zomer ook ten volle proberen te bewijzen.”

Hoe bedoel je?

“Ik zal tijdens het eerste deel van het zomerprogramma van de Red Dragons ook fungeren als assistent-coach.”.

Bondscoach Emanuele Zanini.

Dat moet een grap zijn?

“Nee, ik ben doodernstig. Ik zal in mei en juni zowat de tussenpersoon worden tussen de eerste en vooral jonge selectie in functie van de Euroleague. Wanneer de meer ervaren jongens erbij zullen komen in functie van het EK ligt dat natuurlijk iets moeilijker. Eerst en vooral zal ik dan met Haasrode Leuven aan de voorbereiding van het nieuwe seizoen beginnen. Maar ook, ik ben met heel wat van de oudere spelers bevriend en ik ben van principe dat er een zekere afstand moet bewaard blijven.”

We vermoeden dat Kris je voor deze rol gepolst heeft?

“Die connectie is er vanzelfsprekend. Maar we zitten ook met het gegeven dat Koen Aerts, de huidige scouter, het tijdens de zomer nog moeilijk gecombineerd krijgt met zijn taken bij VHL. Daarom heeft Kris dit met bondscoach Zanini besproken en hij was er meteen voor te vinden. Pas op, ook dit heb ik goed doorgesproken met iedereen binnen Haasrode Leuven, net zoals ik niet onder stoelen of banken steek dat ik hier ook op clubniveau mee bezig ben. Het ligt in het verlengde van de keuzes die ik in mijn gedachten heb.

Zowel VHL als ikzelf weten dat die optie er is. Maar dit zal allemaal pas volgend seizoen concreet besproken worden. Ik heb nog een contract van één jaar. Ik ben er hard over aan het nadenken of dat nu mijn laatste seizoen moet worden of niet. Al wil ik voorlopig alleen maar als speler mijn motivatie en energie in de club steken, omdat ik voel dat er nog heel veel progressie in zit.”

Maar dan moet je als aanvoerder van de club ook durven zeggen dat nederlagen zoals tegen Gent eigenlijk niet passen in het vooropgestelde groeiproces, toch?

“Kijk, die vraag werd niet eens gesteld na Maaseik. Om maar te zeggen hoe een bepaald gevoel en de daaraan gekoppelde ambitie kunnen keren op amper één week tijd. Het ligt allemaal zo kort bij elkaar. Het grote verschil is nu dat je het nu niet meer in eigen hand hebt, voor Gent was dat wel nog het geval. Maar ik praat liever niet in de verleden tijd. Ik vind het nu belangrijker om te mikken op die derde of vierde plaats. Het verleden heeft al bewezen dat, als er op iets te veel klemtoon wordt gelegd, die druk verlammend kan werken.”

Zijn dat zaken die besproken zijn geweest na de nederlaag in Achel in de reguliere competitie? Want nadien was het tegen Gent echt van moeten en buigen jullie een 2-0-achterstand nog om naar winst.

“Ik kan je zeggen dat er na Achel inderdaad een stevige meeting was. Maar sindsdien zijn we mentaal wel sterker geworden. We zijn opnieuw zeer hard en veeleisend voor elkaar op training en zo heb ik het wel graag. Dat is iets waar we aan moeten blijven vasthouden.”

Nog een andere positieve noot om af te sluiten: jullie verhuizen voor de komende thuiswedstrijden in de play-offs naar de Leuvense Sportoase. Een volleybaltempel in vergelijking met de gezellige maar veel te kleine sporthal in Haasrode.

“Eerlijk? De spelers kijken daar al een gans seizoen naar uit. Ik heb dat zelf nooit onder stoelen of banken gestoken, maar als VHL nog stappen wil zetten, moeten we toch verhuizen uit Haasrode hoor. Voor de progressie van de club is dat een absolute must. Je kan in mijn ogen geen modern volleybal meer spelen in een zaal zoals die in Haasrode. De Sportoase, dat is voor ons een verademing en het zullen ook voor de supporters veel leukere omstandigheden zijn om onze wedstrijden mee te beleven.”

Dat komt er natuurlijk van als je geen Europees volleybal speelt.

“Dat is dit seizoen een groot gemis geweest. Niet alleen omdat je als groep gewoon beter gaat spelen na een Europese wedstrijd, maar ook omdat zo’n internationale competitie van cruciaal belang is voor de cohesie binnen een spelersgroep. De zaken die je opbouwt als je als groep twee of drie dagen van huis weg bent, die zijn van onschatbare waarde.”

Hop dus naar die derde of vierde plaats?

“Geef mij dan maar de derde plaats. Dat is mijn enige hoofddoel nog dit seizoen, dus ik zal er mijn kop voor leggen. Geen woorden maar daden.”

Tekst: Kenny Hennens