Alain Dardenne: “De kloof tussen 1ste nationale en Liga is veel te groot”

Met zijn ploeg Hellvoc staat hij op drie wedstrijden van een titel in nationale 1, het vroegere Liga B. “Wij gaan alleszins spelen om kampioen te worden, maar wat dan?”, weet Alain Dardenne als geen andere. Voor zichzelf heeft hij het al wel beslist.

“Vier jaar bij dezelfde ploeg is genoeg. We stegen van tweede naar eerste nationale, twee jaar geremd door Covid, vorig jaar derde en nu staan we – voorlopig – nog eerste. Ik stap op als trainer van Hellvoc. Het is goed voor de spelers om eens iemand anders te hebben. Zelf ben ik bezig om een soort sportief manager te worden bij Lindemans Aalst,” besliste de altijd even rustige Brusselaar met een schitterend palmares.

Maar eerst de situatie bij Hellvoc, de ploeg die in 2011 ontstond na de samenvoeging van Hemix (Hemiksem) en Schelle. Ze staat momenteel voor een dilemma. Ofwel wordt ze kampioen en volgens de regels van de bond moet de kampioen stijgen naar Liga A. Maar in de Liga word je dan weer pas toegelaten als je over de geschikte accommodatie beschikt, een drietal semi-profs in de rangen telt en het budget toereikend is. In die laatste drie punten schiet Hellvoc te kort. Net zoals Marke trouwens, de ploeg die op één punt volgt van de Klein-Brabantenaars.

Volgens dezelfde regels van de bond moet de ploeg die niet kan/wil stijgen, degraderen tot de laagste regionen van het volley. En dat willen ze ook niet bij Hellvoc. Dan maar enkele keren verliezen in de laatste drie wedstrijden van de competitie: tegen Mortroux, tegen Antwerpen en tegen Amigos Zoersel? “Geen sprake van,” klinkt het unaniem bij coach en spelersgroep. “Wij willen een kampioenenfeestje.”

Kloof

Met zijn ruime ervaring in het Belgisch volley weet Alain Dardenne wel waar het schoentje wringt.

“De kloof tussen eerste nationale en de Liga is intussen veel te groot geworden. Er wordt anders getraind: bij ons slechts twee tot drie keer per week. Je treft in onze reeks een ander soort spelers aan. Er is een enorm verschil in budget met de Liga-ploegen. Bij ons wordt niemand betaald, tenzij enkele verplaatsingsvergoedingen. Ons totaal budget is ‘peanuts’ in vergelijking met dat van de Liga-clubs. Bovendien heeft het bestuur ervaring met het vroegere  verval van Hemiksem na een tijdje in de topreeks en dus zal ze dat avontuur ook niet aan gaan.

En aan de Liga-voorwaarden geraken ze nooit: een andere vloer, een grotere accommodatie, grotere kosten voor het betalen van scheidsrechters en commissarissen. Promoveren is bijgevolg een compleet fiasco, want wat kunnen wij op sportief gebied concurreren met de topclubs? Ik vind dat er over deze kwestie een dringend overleg moet komen tussen de bond en de Liga,” vindt Dardenne.

“Een andere vraag is: waarom schrijf je in voor een competitie met een ploeg die zodanig is samengesteld dat de mogelijkheid bestaat dat je kampioen kan spelen. Dat is een totaal andere vraag. Anderzijds is zakken tot de laagste reeks een complete ramp. Een hele moeilijke zaak.”

“Maar de spelers en de technische staff willen tonen wat ze kunnen en ze azen dus op een titel en een bijhorend feestje. Twee keer winnen en één keer 3-2 mag dus nog. Eigenlijk hadden we in het begin van het seizoen nooit gedacht dat we kampioen konden spelen. Antwerpen was de absolute favoriet en vertelde ook overal dat ze kampioen wilden spelen, tot ze bij ons een 0-2 voorsprong lieten teloorgaan in 3-2 verlies. Naarmate het seizoen vorderde, zag je ook de stress bij ons toenemen. Tegen Marke speelden we niet op ons niveau, maar de gemotiveerde West-Vlamingen speelden toen schitterend en overdonderden ons met 0-3.”

Of het tot een mogelijke ruil van stamnummers kan komen met Antwerpen, zoals ook al gefluisterd werd?

“Als ik hoor welke ploeg ze intussen klaar hebben voor volgend seizoen, dan denk ik niet dat Antwerpen al gewapend is om in de Liga uit te komen. Ik vraag me dus ook af of ze eigenlijk wel willen promoveren.”

Lindemans Aalst

Het is intussen al wel een tijdje een publiek geheim dat Alain Dardenne bezig is om volgend seizoen bij Lindemans Aalst een volwaardige eersteklasser op de been te brengen.

“Noem het een taak als adviseur, die mettertijd kan uitgroeien tot sportief manager naast Johan Devoghel als algemeen manager. Zelf trainer worden, doe ik niet meer. Trouwens, Christophe Achten heeft als coach bijgetekend voor twee seizoenen. Maar het is de  voorbije jaren een beetje mis gegaan met de rekrutering. Er waren nog wel enkele spelers gebleven en met Seppe Baetens en Robbe Van de Velde hadden we nog twee Belgen in de ploeg. Het bestuur had toen het volste vertrouwen in de toenmalige coach Idner Martins, die een ganse groep buitenlanders binnen haalde, maar die kwalitatief lang niet allemaal voldeden.

Die fout willen we dus nu niet meer maken. We willen zelf een ploeg samenstellen met een aantal jongere Belgische spelers, we willen de ploeg een beter imago geven dan het de laatste jaren het geval was en tot hiertoe denk ik dat we op de goede weg zitten. Het is daar een mooie club met een uitstekende infrastructuur, maar natuurlijk moeten we – zoals overal – rekening houden met de budgettaire beperkingen. En aan zulke club wil ik mijn medewerking verlenen,” vindt Alain Dardenne.

Yentl Van der Aa: “14 ploegen en volgend seizoen drie stijgers”

Intussen blijven echter de spelers van Hellvoc in het ongewisse over hun volleytoekomst. Aanvoerder en spelverdeler Yentl Van der Aa heeft daar wel een gefundeerde kijk op.

Yentl Van der Aa.

“Als we kampioen spelen, denk ik dat de club haar licentie zal aanvragen om in de Liga te spelen, waarna dat voorstel verworpen zal worden. Als ploeg willen we wel kampioen spelen, maar ook dat wordt nog een zware brok. Mochten bond en liga toch tot een akkoord komen om ons te laten promoveren, dan wordt dat voor een groepje amateurs, dat gewend is om al jaren aan een stuk veel te winnen, een doodsvonnis.

Wij zijn een hele hechte groep vrienden, al gedurende vele jaren en als ploeg hangen we uitstekend aan mekaar. Maar we moeten ook realist zijn: met twee keer trainen per week missen we alvast fitnesstrainingen en ik denk dat we in de hoogste afdeling hooguit één of twee wedstrijden kunnen winnen. Voor mezelf en voor de ganse groep niet leuk.

Er werd trouwens op een vergadering aan de ganse groep gevraagd wie er eventueel de stap naar de Liga wilde wagen en niemand antwoordde positief. Bovendien ben ik zelf al 35 jaar, net als onze middenman. Eén speler zou de club verlaten, maar we hebben geen budget om zware transfers te doen. Het wordt dus een netelige situatie.”

Yentl heeft er ook begrip voor het feit dat Alain Dardenne vertrekt.

“Hoewel iedereen in de ploeg ontzettend veel respect heeft voor Alain. Toen hij hier kwam, leek hij de zaken echt professioneel te willen aanpakken. Maar we zijn stilaan naar mekaar toegegroeid en hij weet perfect wat deze ploeg nodig heeft. Dat hij vertrekt, wordt ons grootste verlies als groep. Hij bereikte het maximum met deze niet fysiek sterke ploeg.

Wat voor tactische richtlijnen hij allemaal uit zijn hoge hoed toverde? Geweldig. De scouting van de tegenstander klopte steeds perfect. Op dat gebied was hij ook heel sterk bezig. En de keren dat we zijn richtlijnen niet helemaal volgden, verloren we ook punten.”

Het stamnummer ruilen met Antwerpen?

“Wil Antwerpen wel nog promoveren op dit ogenblik. Ik denk dat ze daar nu een juiste beslissing genomen hebben en een ploeg aan het samenstellen zijn zonder ‘vedetten’. Ze zouden heel wat beloftevolle jonge gasten in de ploeg hebben, die door coach Raf Vekemans best nog kunnen bijgeschoold worden en ook een goede groep kunnen vormen. Dan denk ik dat ze daar bezig zijn met werking op lange termijn en dat ze geen drie stappen meer willen overslaan.”

Welke oplossing kan er komen voor deze pat-stelling, zowel voor Hellvoc, Marke en halvelings ook Antwerpen? Yentl ziet een oplossing wel zitten, die enerzijds diplomatie vergt, maar die anderzijds het verder bestaan van een aantal goede clubs niet in het gedrang brengt.

“Doe voor één jaar bij uitzondering de verplichting weg dat de kampioen moet stijgen, maar koppel daar tegelijkertijd wél de verplichting aan vast dat volgend seizoen de eerste drie stijgen. Dus 9 ploegen in de Liga en 14 ploegen in eerste nationale. Stel dat Hellvoc, Marke en Antwerpen volgend seizoen stijgen, dan hebben ze enerzijds tijd om zich op die situatie voor te bereiden, terwijl deze drie ploegen dan toch wel wat winstkansen kunnen krijgen in de Liga met onderlinge ontmoetingen en wedstrijden tegen de huidige laatste drie van de Liga.”

Een voorstel dat ons inziens aandachtig moet bekeken en besproken worden door alle betrokkenen, want momenteel is de situatie ook niet langer houdbaar.

Tekst: Marcel Coppens