Els Vandesteene: “Revanchegevoelens? Wees maar zeker”

Op kwaliteit staat geen leeftijd. Vraag dat maar aan VDK Gent dat maar al te graag één van haar boegbeelden nog minstens één extra seizoen aan zich wil binden. Want ondanks haar 35 lentes brandt ex-Yellow Tiger Els Vandesteene nog altijd van ambitie en wil ze koste wat kost de volleybalmicrobe vasthouden. Daarom dat de van nature uit receptie-hoekspeelster dit seizoen met veel plezier op haast elke positie heeft gedepanneerd.

Daarom dat de Oost-Vlamingen op nationaal vlak nog maar één keer hebben verloren. Daarom dat Vandesteene en ploegmaats op kruissnelheid liggen om die unieke dubbel te pakken en naar onze bescheiden mening de topfavoriet zijn voor de bekerfinale tegen Asterix Avo van komende zondag.

Even een korte terugblik naar vorig jaar rond deze periode toen VDK Gent net zoals dit seizoen afstevende op nationaal succes op beide fronten. In de competitie was het uitmuntend en liet het op dat moment amper één puntje liggen tegen Charleroi. Ook in de Beker van België leek de suprematie groot tot VC Oudegem wakker schoot en als een ‘deus ex machina’ na een zware wedstrijd alsnog de beker binnenhaalde.

Nadat Gent voor de 1-1 zorgde, bleef Oudegem doordrukken en won het verrassend maar wel verdiend met 3-1. Geen vroege prijs dus voor Gent, dat daarna wel nog ongeslagen bleef in de competitie en met verve de titel pakte. Maar ondanks de champagne op het einde van vorig seizoen, blijft die verloren bekerfinale als een lang uitgestrekte zweer op de maag liggen. Zelfs bij Els Vandesteene, de op één na oudste volleybalster van onze competitie, is de honger nadien alleen maar groter geworden.

We zijn één jaar later en het lijkt wel een déjà vu. Want opnieuw is de dominantie in de competitie groot en opnieuw staan jullie in de bekerfinale.

Els Vandesteene: “Als je de Europese wedstrijden tegen de Hongaarse kampioen Vasas Boedapest (In de kwalificatieronde voor de CEV Champions League won Boedapest twee keer met 3-0) en het Poolse Lodz (Gent verloor recent nog twee keer met 3-0 in de kwartfinales van de CEV Cup) niet meerekent, hebben we inderdaad nog maar één wedstrijd verloren, niet toevallig van Charleroi. Die nederlaag was trouwens verdiend, want Charleroi was beter. Zij waren heel erg gemotiveerd, gingen achter elke bal en ook hun vocale steun was best wel indrukwekkend. Maar goed, in de beker zijn we wel nog ongeslagen gebleven, dus we draaien voorlopig een uitstekend seizoen. Voorlopig zitten we dus nog altijd op koers om onze ambities waar te maken.”

Waarin jij toch in heel wat wedstrijden voor de cement hebt gezorgd zodat de ploeg aan elkaar bleef plakken?

“Bedoel je dat ik op veel verschillende posities heb gespeeld? Dan klopt dat helemaal. Ik heb al in het midden gespeeld, als libero en ik ben ook al ingekomen als opposite. Enkel als setter heb ik nog niet gespeeld, maar het seizoen is nog lang,hé (lacht). Kijk, ik heb gespeeld op die plaatsen waar de ploeg mij het best kan gebruiken of waar het soms gewoon nodig is om geblesseerde ploegmaats te vervangen. Ik hou trouwens wel van wat variatie. Voor mij is het na al die jaren ook een mooie uitdaging om op een andere positie te spelen.”

Goed twintig jaar sta je al op het hoogste niveau te spelen, dat is best wel uitzonderlijk. Een volleybalster van vele oorlogen, zeggen we dan, vooral als receptie-hoek. Blijft dat dan jouw favoriete positie?

“Misschien wel, omdat je gewoon erg veel aan de bal komt en dat is fijn. Maar iedere positie heeft zo zijn voordelen en charmes. Volgend seizoen ga ik me bijvoorbeeld toespitsen op de positie van libero. Dat gaat goed zijn voor mijn lichaam.”

Ok, dan hebben we bij deze een kleine primeur. We dachten al te vragen of je er bij een mogelijke bekerwinst nog een jaartje bij zou doen, maar bij deze is die vraag dus overbodig.

“Pas op, ik heb nog niet bijgetekend, maar er zijn wel al gesprekken geweest en die gaan de goede richting uit. De club weet wat ze aan mij heeft en omgekeerd. Ik heb mijn woord al wel gegeven en bij mij is een woord een woord. Dat weten ze ondertussen al wel in Gent. Kijk, ik wil mijn ervaring blijven doorgeven aan al dat jong geweld dat hier rondloopt en deel blijft uitmaken van deze toffe groep.”

Maar het is dus wel degelijk de bedoeling dat je de nieuwe libero wordt?

“Die positie zou in elk geval vrij komen, maar voor de rest kan ik daar nog niet veel over zeggen, behalve dat ik daar enorm veel goesting in heb. De positie van libero ligt me best wel goed, dat is dit seizoen al gebleken. Ik was positief verrast dat die dienende rol mij zo op het lijf geschreven is. Het is ook een positie waarvan ik voel dat ik er nog veel beter in kan worden en dat is ook wel leuk.

Volleybal is gewoon al heel lang de houvast in mijn leven. Het heeft een therapeutisch effect op mij. Ik kan hier altijd mijn ei in kwijt. Ik ben heel blij dat ik deze mooie sport nog altijd met heel veel passie kan beleven en wie weet kan ik als libero mijn afscheid nog even uitstellen. Al is het maar om mijn zinnen te blijven verzetten. Kijk maar naar de libero van Charleroi, Diana Castaño. Zij is er 40 en draait nog altijd goed mee.”

Dat klinkt best wel filosofisch?

“Iemand heeft altijd gezegd dat ik volley speel op mijn gevoel en ik ben best ook wel een gevoelig persoon. Al heb ik doorheen de jaren wel geleerd om niet koppig te blijven piekeren op zaken die je toch niet kan veranderen. Daarom ben ik gestopt met mijn studies als kleuterjuf. Ik ben altijd al iemand geweest die het meer moet hebben van haar daden in plaats van woorden. Tijdens mijn stages voelde ik dat het niet goed zat, dus heb ik besloten om mijn energie terug volledig in het volleybal te steken. En in mijn zoektocht naar een job.”

Heb je al enig idee welke richting je wilt uitgaan?

“Ik heb binnenkort een oriëntatiegesprek om te kijken in welke sector ik mijn ei kwijt kan. De laatste tijd zegt mijn buikgevoel om in een bakkerij te gaan werken. Ik zou het wel zien zitten om patisserie te leren. Of wie weet word ik wel chocolatier? Mijn bijnaam bij de Yellow Tigers was niet voor niets Choco Tiger (lacht). Die bijnaam heb ik gekregen, omdat ik wel heel graag chocolade eet, meer bepaald fondant. In Nantes (Frankrijk) kreeg ik dat ook als cadeau zodat ik dat tijdens het ontbijt tussen mijn boterham kon leggen. Nu zijn mijn eetgewoontes ‘s ochtends wel al wat gevarieerder. Ik eet dus meer dan alleen boterhammen met choco, maar choco hadden ze wel in elk land en op elk hotel waar we naartoe gingen. (lacht)”

Je bent een echte snoeper dus, dat is duidelijk. Wel een zware stiel, die bakkerswereld. Voor dag en dauw de veren uit om een ganse nacht te werken. Is dat wel te combineren met volleybal op het hoogste niveau?

“Als ik iets heb geleerd in mijn leven is het wel dat als je iets wil bereiken, je er dan hard voor moet werken. Dus ja, ik zie dat zeker zitten. Ik heb dat ook gewoon nodig om hard te kunnen werken en mij op die manier af te reageren. Het belangrijkste is gewoon dat er ook tijd voor mezelf over blijft. Ik ben graag onder de mensen, maar ik ben ook graag alleen, al is het maar om mijn batterijen op te laden en mijn hoofd leeg te maken. Als ik alleen ben, kom ik tot rust.”

Nu je gestopt bent met de studies, zal jouw batterij dus zeker op maximumcapaciteit draaien komend weekend. Hoe hard kijk je uit naar de bekerfinale?

“Ongelooflijk hard. De bekerfinale staat met stip in mijn agenda aangeduid. Bij iedereen van de ploeg trouwens. Dat is ook de reden waarom heel veel speelsters gebleven zijn. De winnaarsmentaliteit in onze ploeg is zo groot dat we geen genoegen nemen met een nederlaag. Daar kunnen we echt ziek van zijn. Of er sprake is van revanchegevoelens na de vorige bekerfinale? Wees daar maar zeker van.”

Welke rol gaat coach Stijn Morand voor jou weggelegd hebben?

“Ik ben altijd wel het rustpunt en tegelijkertijd zorg ik voor de mayonaise binnen de ploeg. Ik vind het bijvoorbeeld enorm belangrijk dat er een goede sfeer heerst. Ik kan het niet verdragen als er mensen zijn die op het negatieve focussen of beginnen te roddelen en te klagen. Als dat gebeurt, zal ik die persoon daar zeker over aanspreken, want te veel negativiteit kan averechts werken. Ik ben ook iemand die altijd zal focussen op de positieve punten en zal mijn medespeelsters daar ook op attent maken. In volleybal worden er enorm veel fouten gemaakt, dus is het een kunst om daarmee te leren omgaan. Wie het snelst leert uit zijn fouten, zal de meeste vooruitgang boeken.”

Op dat vlak was het dan misschien een zegen dat jullie – hoe bizar het ook mogen zijn – op uitzondering van de thuiswedstrijd tegen Asterix alleen maar uitwedstrijden hebben afgewerkt in de competitie. Dan moet je mentaal toch enorm sterk staan?

“Raar hé. Als ik dat aan iemand vertel, denkt men dat ik een grapje maak. Ik heb dit in heel mijn volleybalcarrière nog nooit meegemaakt, maar blijkbaar heeft het te maken met de kalender van de mannen en kwam het nooit goed uit voor onze competitiewedstrijden om in de Edugo Arena te spelen. Maar goed, we hebben dat uitstekend gedaan en hopelijk plukken we daar nu in de bekerfinale de vruchten van. Mentaal vergt dat wel enorm veel van je als speler, want eigenlijk hebben we ons voltallige thuispubliek dus nog maar amper bezig gezien.”

Jullie hebben dus best wel zware weken achter de rug, in combinatie met de Europese wedstrijden?

“De uitschakeling door Lodz hebben we al doorgespoeld. Zij wonnen twee keer verdiend en waren zo sterk, daar was weinig aan te doen. Als je naar de Poolse competitie kijkt, dan weet je eigenlijk al genoeg. Op zich is de uitschakeling in Europa nog niet zo slecht hoor. Zo kunnen we onze focus toch weer naar België verleggen. Net op tijd, want de weken van de waarheid komen eraan.”

Hoe gaan jullie de bekerfinale voorbereiden?

“We gaan deze week nog wat extra teambuilding doen en karaoke zingen. En we gaan dit weekend allemaal samen op afzondering. Dat gevoel zal dus wel snel komen. We mogen vooral niet vergeten om te genieten, want te veel druk kan verlammend werken.”

Je hebt in jouw beginperiode bij Gent al eens de beker gewonnen en je kent Asterix goed. Hoe schat jij de kansen in voor dit VDK?

“Ik vind dat best wel een moeilijke vraag. Zij zijn goed op dreef, terwijl wij veel wedstrijden achter elkaar hebben gespeeld en misschien meer automatismen hebben? De ploeg die het best met de stress en de omstandigheden van de dag kan omgaan, zal grote kans maken om te winnen. De uitslag van de bekerfinale voorspellen? Daar ga ik mij dus niet aan wagen.”

In de competitie wonnen jullie met 3-1. Een voorbode?

“We wonnen die wedstrijd verdiend en ik ben toen ingekomen als receptie-hoek. Maar zondag wordt een totaal andere wedstrijd hoor en we zullen ook een ander tactisch plannetje hebben. Ik zal bijvoorbeeld als eerste reserve op het wedstrijdblad staan. We hebben dit seizoen al bewezen dat onze wissels voor het verschil kunnen zorgen. Misschien zijn wij op papier wel favoriet, maar Asterix heeft in totaal al meer bekerfinales gewonnen. Er is over beide ploegen wel iets te zeggen.”

Waar gaan jullie het verschil proberen te maken?

“Met ons enthousiasme en ons snelle spel. Dat kan zowel een snelle bal naar de hoek zijn als een eerste tempoaanval.”

Waarvoor wordt het opletten geblazen bij Asterix?

“Ze hebben een goede driemeterlijnaanval. Ze hebben ook een jonge ploeg die op elke bal blijft verdedigen, maar zo’n ploeg zijn wij eigenlijk ook. Ach, ik kijk eigenlijk liever niet naar de tegenstander en ga uit van onze eigen sterktes.”

Welke tips zal jij deze week nog aan jouw ploegmaats geven?

“In het volleybal is het nooit gedaan. De inzet is soms belangrijker dan de pure kwaliteit. Dat is altijd al mijn credo geweest. Iedereen in de kleedkamer weet dat ik inzet enorm belangrijk vind.”

Heb je eigenlijk ooit al de dubbel gehaald in jouw rijkgevulde carrière?

“Nee, dus dat zou echt wel mooi zijn. Voor alles moet er een eerste keer zijn.”

Tekst: Kenny Hennens