Leo Bergmans, voorzitter van de ‘Cinderella League’

Leo Bergmans is nu reeds anderhalf jaar voorzitter van de ‘Belgian Volley League Women’. Daarvoor was hij 15 jaar voorzitter van VDK Gent. Hij werpt zijn blik over de vele hete hangijzers en geeft een heldere visie op het volleybal bij de vrouwen in ons land.

En hoe moet dat eigenlijk verder na de play-offs?

Je was eigenlijk reeds gestopt bij de Gentse volleybalclub, maar daarna werd je toch voorzitter van de Liga.

Leo Bergmans: “We hebben met de Gentse volleybalclubs aan een jarenlang project gewerkt. Er waren heel wat fusies noodzakelijk om tot een grote club uit te groeien. Daar waren heel wat verenigingen uit de buurt bij betrokken. VDK Wondelgem, Nova Smash Sint-Amandsberg, Heusden, White Star Sint-Amandsberg, VOM Gentbrugge, Logeen Gent en VC Oostakker. U moet het schema maar eens bekijken. Ik spreek over de tijd dat Merelbeke nog een ploeg had in de hoogste reeks van het volleybal. Zowel bij de vrouwen  als bij de mannen. Stel je voor. Toen alles samengesmolten was, promoveerden we naar de toenmalige ereklasse.

Ik ben nog steeds van mening dat een mannen- en een vrouwenteam in eenzelfde club nooit optimaal samen kunnen functioneren. Zeker wanneer ze allebei in de hoogste klasse spelen. Nadat VC Oostakker indertijd ook in het project stapte, splitsten we de club in VDK Gent heren en VDK Gent dames. We liepen mekaar niet meer in de weg. Ik bleef voorzitter tot 2008.”

Nu ben je de president van de Liga en we hebben de indruk dat er een vrij vruchtbare samenwerking groeit met de ‘Lotto Volley League’ bij de mannen.

“Er groeit inderdaad een mooi partnership. We wisselen veel ideeën uit, onze visies over het volleybal komen dichter bij elkaar. We willen de sport op een hoger niveau brengen. Er moet een upgrade komen, de publieke belangstelling moet omhoog. Want na de coronaperiode – dat is de grote schuldige van de neerwaartse trend – zijn alle initiatieven welkom. Alle initiatieven zijn broodnodig.

We hebben echter een belangrijk probleem, wij hebben bij de Liga bij de vrouwen geen geld. Ik noem het soms wel eens de ‘Cinderella League’. Wij zijn de Assepoesters van het volleybal. Wanneer we in het begin van het seizoen onze eigen website gemaakt hadden, waren de weinige inkomsten bijna opgebruikt. Hoe kun je dan deftig werken? Voorlopig moeten we het zonder grote sponsor stellen, zoals bij de mannen, die met de ‘Lotto Volley League’ een aanzienlijke financiële armslag hebben. Zonder geld kunnen we niets doen.”

Dus de ondersteunende functie van de Liga beperkt zich tot het aanreiken van ideeën aan de clubs?

“Marie De Clerck, algemeen directeur van de mannenliga, vindt het ook abnormaal dat het vrouwenvolleybal zo weinig belangstelling krijgt. Terwijl er in clubverband – nationaal en internationaal met de Europese competities – toch uitstekend gepresteerd wordt. De Yellow Tigers hebben het ook fantastisch gedaan.

De clubs moeten zelf voor hun eigen kwaliteitsinjectie zorgen. We willen wel proactief handelen en oplossingsgerichte ideeën verzamelen om te voorkomen dat volleybalteams in financiële problemen komen. Wij gaan bijvoorbeeld, samen met de mannenliga, omstandigheden creëren waarbij in de toekomst één live uitzending per week tot stand zal komen. Bij de mannen bestaat dit reeds. Het onevenwicht in de Liga bij de vrouwen is – niet alleen budgettair – gewoon te groot. Iedereen beseft dat daar iets moet aan gedaan worden.

Concreet wil dit zeggen dat we de clubs voortaan zullen helpen met livestreaming, TV-uitzendingen en verhoging van de aandacht voor het vrouwenvolleybal via onze website. Ik kan u nu reeds aankondigen dat tijdens het laatste weekend van april (misschien met een derde wedstrijd op 1 mei) de finalewedstrijden van de play-offs bij de vrouwen live zullen uitgezonden worden.

Meer publiciteit in de media – vooral televisie – leidt ontegensprekelijk tot een verhoging van de inkomstenbronnen. Daardoor worden samenwerkingsverbanden met plaatselijke bedrijven, organisaties en overheden realiseerbaar. Meer belangstelling leidt tot meer steun voor de activiteiten in de diverse clubs. Daar ijveren we met z’n allen voor.”

Nu we het over de play-offs hebben, daar moeten ook knopen doorgehakt worden.

“De play-offs bij de vrouwen zullen afgewerkt worden via een ‘Round Robin’ formule. Iedereen start aan de nacompetitie met een voorgift van punten die behaald werden na de reguliere competitie. (6-4-2-0). De ploegen 1 tot 4  (Asterix Avo Beveren, VDK Gent, Oudegem en Charleroi) spelen de ‘Qualifier 1’, de ploegen 5 tot 8 (Oostende, Antwerp, Tchalou en Genk) de ‘Qualifier 2’. De nummers 9 en 10 (Kalmthout, Haasrode Leuven) spelen ook twee extra wedstrijden. Als de stand op 1-1 staat, volgt een derde beslissend duel. De verliezer degradeert. Dat is alleszins de bedoeling.

De ploegen die na de play-offs op de eerste en de tweede plaats eindigen, spelen de ‘Champions PO’ in een best of 3-formule. De winnaar daarvan verdient de landstitel en krijgt een ticket voor de Champions League. De verliezer gaat naar de CEV Cup. De derde ploeg uit de ‘Qualifier 1’ krijgt ook een Europees ticket en de nummer vier speelt ook nog eens een extra competitie (best of 3) tegen de winnaar van ‘Qualifier 2’.

Zo staat het voorlopig op papier (zie schema, red.). Vermits de Europese volleybalbond ondertussen heeft beslist dat België volgend jaar vijf ploegen naar de CEV-bekers mag sturen, worden deze matchen waarschijnlijk overbodig. Want de vierde deelnemer in ‘Qualifier 1’ en de eerste in ‘Qualifier 2’ krijgen dan alle twee toegang tot de Europese competities.”

Binnenkort hebben we een algemene vergadering met de clubs. En dan zal dit thema zo constructief mogelijk besproken worden. Ik zal er als voorzitter, samen met mijn vice-president Abdon Moens (Oudegem), onze secretaris Benjamin De Herdt (Antwerpen) en penningmeester Sonia Van Cauwenberghe (Michelbeke) over waken dat er pas een beslissing genomen wordt, wanneer alle clubs met het aangepaste schema van de play-offs en de verdeling van de Europese tickets akkoord gaan. In onze Belgian Volley League Women mogen we Jeroen Devey niet vergeten. Hij zorgt als trouwe medewerker voor onze sociale media en voor de statistieken op de website.””

De competitiekalender was ook een discussiepunt dit seizoen. Jouw ex-club – want je bent als Ligavoorzitter niet meer verbonden met VDK Gent – moet in 2023 slechts één uitwedstrijd spelen (tegen Asterix Avo nog wel) en, hou je vast, àcht thuiswedstrijden na elkaar. Dat is niet logisch, toch?

“Hoe raar het ook klinkt, maar VDK Gent en Caruur Gent zijn het slachtoffer van hun eigen succes. In de originele kalender stonden zij geprogrammeerd met vier thuiswedstrijden tijdens de heenronde van de competitie, zoals alle ploegen trouwens. Maar toen men de beide schema’s naast elkaar legde, werden de veelvuldige conflicten over de zaalverdeling zichtbaar.

De competitieverantwoordelijke Frank De Smet moet zowat 30 kalenders maken. Hij had echt geen tijd genoeg om alles uit te pluizen. Want de mannen van Caruur en de vrouwen van VDK spelen én voor de competitie én draaien ieder jaar lang mee voor de Beker van België. Bovendien zijn de beide Gentse ploegen actief in de Europese competities, waarbij de Edugo Arena reeds een dag vooraf beschikbaar moet zijn voor de tegenpartij, volgens de regels van de CEV. Daardoor moesten de vrouwen wel meer uitwedstrijden spelen, de sporthal was gewoonweg niet beschikbaar.

Ik ga voorstellen om dat volgend jaar zelf op te lossen, gewoonweg om de competitieleiding te ontlasten. Ik puzzel dat wel uit, want het is niet eenvoudig. De Ligamannen spelen dit seizoen vijf wedstrijden op woensdag. De vrouwen krijgen in de Belgische competitie twee midweekmatchen. Bovendien heeft Julien Van Brusselen – de competitiemanager bij de mannen – begrijpelijkerwijze wel rekening gehouden met de Europese wedstrijdschema’s bij de mannenteams, maar niet bij de vrouwen.”

De sportclubs krijgen klappen. De recente faillissementen van Eurosped en Taurus uit Nederland en Straubing uit Duitsland zijn alarmerende tekenen van dieper liggende problemen.

“Het is inderdaad pijnlijk om te zien hoe deze teams, die zo veel passie en toewijding aan de volleybalsport tonen, getroffen zijn door financiële problemen. Het is een zware klap voor de spelers en stafleden, die hard hebben gewerkt om hun ploegen tot op grote hoogte te brengen.

Maar het is tegelijkertijd een waarschuwing voor de gehele volleybalsport. Het gebrek aan duurzaamheid heeft verschillende oorzaken. Het hoeft niet alleen over geld te gaan. In ons land kregen we het nieuws over de nieuwe samenwerking tussen Oostende en Roeselare. Vorig jaar was er het verhaal van Michelbeke, dit jaar dat van Fixit Kalmthout, dat forfait zal geven voor de play-downs. Daarom willen we ingrijpen met onder meer de live-uitzendingen. Met de bedoeling om, via soortgelijke initiatieven, teams te helpen zodat er niet meer clubs het slachtoffer worden van dit soort tragische situaties.

Clubs moeten inkomsten genereren uit andere bronnen dan alleen wedstrijdtickets of sponsorshops. Meer merchandise verkopen en meer evenementen organiseren. In Gent heeft men zelfs ooit een ‘crowdfunding’ campagne opgezet om te overleven. Een slim beheer van financiën, het vaststellen van realistische begrotingen en het bijhouden van financiële controles moeten voor meer stabiliteit zorgen.

Tevens moet het mogelijk worden dat er meer kan geïnvesteerd worden in opleiding voor clubleden en stafleden om de kwaliteit van de sport te verhogen. Daardoor ontstaat er meer aandacht van sponsors en fans. Binnenkort organiseren we een voorlichtingssessie door een ambtenaar van de FOD Financiën in verband met de financiële en fiscale verplichtingen van de Ligaclubs. Alle beetjes helpen.”

Iedereen krijgt te maken met het groeiend probleem van tekort aan vrijwilligers en vergrijzing van bestuursleden.

“Minder volk leidt tot verminderde mogelijkheden om activiteiten te organiseren en evenementen te ondersteunen. Men doet steeds een beroep op dezelfde mensen. Het draait om passie en clubliefde. Een werving van vrijwilligers dringt zich op. Meestal worden enthousiaste ouders van jeugdspelers aangesproken. Hoeveel van die mensen blijven voor lange tijd aan de club plakken? Dat aantal vermindert zienderogen.

Ook jongere mensen moeten betrokken worden bij de werking van het bestuur in de club, zodat ze de toekomst van de sport kunnen waarborgen.”

Ondertussen is het onderzoek voor het opstarten van een BeNeLiga ook een ‘dingetje’ aan het worden.

“Schrijf maar op: dat is een onzinnig idee. Ik ken heel weinig clubs die dat zien zitten. Het liep al fout toen plots bekend werd dat de vrouwenclubs, dus niet alleen de mannen, bij de BeNeLiga betrokken waren. Men had ons hierover vergeten te verwittigen. Na 9 december hebben we over dit waanzinnig thema al twee vergaderingen achter de rug. Ik verzeker je, het enthousiasme zat ver onder nul. Het vriespunt werd zelfs niet bereikt. Zeker toen bekend werd hoeveel euro’s er – alleen maar aan het onderzoek – gespendeerd werden.

Ik beschouw dit als weggegooid geld, want er komt niets van. Ik vertelde je reeds dat de Liga geen financiële middelen heeft. Wel, ze mochten beter die 80 000 euro onderzoeksgeld – weliswaar netjes in de helft verdeeld tussen Nederland en België – aan ons gegeven hebben. Wij hadden dat beter benut.

Wat ik eventueel wel slaagkansen geef is een ‘BeNeCup’. Georganiseerd als een event met de beste twee teams uit België en de sterkste twee ploegen uit Nederland. Er moet nog veel gebeuren om zoiets te organiseren. Ik heb een respectabele leeftijd bereikt, 77 jaar. Asterix Avo had zich met de vorige voorzitter teruggetrokken uit de Liga. Tegen wil en dank ben ik dan president geworden. Nu is de Beverse club er – gelukkig – opnieuw bij. Ik blijf voorzichtig optimistisch, omwille van de goede relatie met de damesclubs en de mannenliga. Met een toekomstgerichte samenwerking kunnen er nog positieve zaken gebeuren.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: o.a. Rudy Pollé en Guy Verbraeken