Stijn Dejonckheere: “Ik ben fier als de volleywereld naar ons kijkt”

Terwijl Knack Roeselare het in de terugwedstrijd van de kwartfinales om de CEV Cup onverwacht nog knap lastig kreeg tegen eeuwige rivaal Maaseik, zat een ex-clubicoon van de fiere West-Vlamingen te nagelbijten in zijn zetel. Vorige maand 35 geworden en tot dan nog steeds een gerespecteerd volleyballer, maar uitgerekend op zijn verjaardag sloeg het noodlot toe bij Stijn Dejonckheere en speelde hij zijn schouder aan diggelen.

Een abrupt einde van zijn indrukwekkende volleybalcarrière, al veerde de brandmanager van Knack toch nog recht toen Roeselare afgelopen woensdagavond vlak voor 23 uur alsnog de ‘golden set’ binnenhaalde. Een halve finalist in de CEV Cup, dat scheelt natuurlijk een slok op de borrel als je een zo sterk mogelijk product wil uitbouwen en deze mooie sport op nationaal gebied terug op de kaart wil zetten.

Voor de goede verstaander, Stijn Dejonckheere is nog steeds bezeten van volleybal, is nog wekelijks terug te vinden in de Tomabelhal en is nog altijd zielsblij dat hij zijn passie voor de sport elke dag opnieuw mag beleven. Al is het dus noodgedwongen naast het veld geworden, want eveneens bezeten – bij Stijn gebeurt er nauwelijks iets met mate – door video en montage, werkt hij al bijna zes jaar voor het productiehuis Clementine nadat hij in 2015 al Studio 06 uit de grond stampte. Na ook nog een jaartje ‘content manager’ te zijn geweest voor de toen nog Euro Millions Volley League, was het niet meer dan logisch dat de club van zijn hart hem sinds mei 2019 terug aan boord hees als ‘brandmanager’. Maar wat houdt dat eigenlijk allemaal in? En waarom zullen we Stijn nooit meer terugzien in zijn gekende uitrusting van Knack Roeselare?

We wilden jouw proficiat wensen met jouw 35ste verjaardag, maar vernamen dat er eigenlijk niet zo heel veel te vieren valt?

Stijn Dejonckheere: “Het is inderdaad heel dubbel. Want ook al zie ik die 35 jaar echt wel als een pensioengerechtigde leeftijd in het volleybal, net op mijn verjaardag heb ik mijn schouder kapot geslagen. Symbolischer kan haast niet.”

Hoe bedoel je? Is het dan zo erg?

“Ik kom net terug van de specialist en het verdict is wat ik eigenlijk al voelde aankomen: mijn infraspinituspees, dat is een belangrijke schouderpees die voor de stabilisatie zorgt, is redelijk kapot. Ze is niet volledig afgescheurd en ik zou blijkbaar nog kunnen spelen met inspuitingen en een intensieve revalidatie, maar we zijn geen prof meer natuurlijk, dus het is goed geweest.”

Jammer voor Roeselare B, want jullie waren goed bezig en doen nog steeds mee voor de titel in Nationale 2A?

“Absoluut! Ik wilde de ploeg graag aan de titel helpen, maar het zal nu zonder mij moeten gebeuren. Dat het net gebeurde tegen het Stekene van Yves Kruyner (ex-Menen, Asse Lennik, Cannes) maakt het nog net iets pijnlijker, want het was een belangrijke wedstrijd die we uiteindelijk verloren met 2-3.”

Maar wacht eens even: hoe kan jij jouw schouder kapot slaan? Als libero mag je toch niet aanvallen?

“Ik speelde bij Roeselare B op de receptie-hoek, net zoals ik ook al deed tijdens mijn periode in Menen.”

Jouw persoonlijke planning is dus om zeep?

“Ik wilde zeker nog doorgaan tot het einde van dit seizoen en Roeselare B aan de titel helpen. We hebben er ook echt de ploeg voor, ook al was het onze ambitie begin dit seizoen om in de top drie te eindigen. We staan op amper drie punten van Kortrijk en twee van Stekene, maar wel met een wedstrijd minder gespeeld. Het zou gewoon top zijn voor deze groep, die toch wel wat jonge talenten telt. Ik was veruit de oudste speler, de tweede in rang is al snel tien jaar jonger. Nu heerst er natuurlijk veel teleurstelling in de groep, omdat we ook al verloren tegen Kortrijk (1-3). Maar goed, er is zeker nog niets verloren. En we zijn een ambitieuze club.”

Een titel voor Roeselare B zou inderdaad mooi zijn voor de club in haar geheel, net zoals dat is door de fusie tussen Bevo Roeselare en Hermes Oostende waar Knack ook mee op de boot springt. Ben je daar als brandmanager ook mee betrokken geweest?

“Ik werk er vooral aan mee achter de schermen. Ik sta in elk geval helemaal achter de fusie. In dit verhaal kan één plus één al snel drie worden. We zitten hier op een zakdoek bij elkaar,  hé. Maar als we op de juiste manier de krachten bundelen, kan dit ook een win-winsituatie opleveren voor het volleybal in het algemeen. En het is natuurlijk een gouden kans voor ons vrouwenvolleybal.”

Leg eens uit, dat achter de schermen werken?

“Ik ben vooral bezig met het imago van de club. Hoe we ons profileren naar onze supporters en de sponsors. Want ook al gaat de fusie over vrouwenvolleybal, we trekken als club met hetzelfde verhaal naar buiten.”

Jouw studies communicatiemanagement in Brussel komen dus zeer goed van pas?

“Daardoor ben ik destijds ook al beginnen te experimenteren met een eigen Youtube-kanaal (Sons of gravity) en maakte ik al filmpjes over volleybal. Ik ben me daarna gaan verdiepen in beeld en montage om uiteindelijk samen te werken met Clementine en nu dus producties af te leveren voor klanten zoals Barry Callebaut, Bellewaerde, Westtoer, Greenyard, steden, gemeentes…”

Hoor ik dat goed, Greenyard? De hoofdsponsor van Maaseik?

“Inderdaad, ik begrijp dat het uitnodigt om grapjes te maken. Sommige mensen begrijpen dat misschien niet, maar ik heb tijdens mijn ganse carrière steeds goede contacten opgebouwd met iedereen die ik tegenkwam. Deze contacten staan natuurlijk helemaal los van Greenyard als klant, want het zijn mijn partners bij Clementine die een verleden hebben bij hen.”

Jouw taak bij Clementine is om de zaken verkocht te krijgen?

“Inderdaad en dat is wat ik eigenlijk ook doe bij Knack Roeselare. Een voorbeeld: de manier waarop bedrijven een sportclub sponsoren zijn veranderd. Vroeger gebeurde dat door een reclamebord te sponsoren, maar dat werkt vandaag niet meer. Iedereen verwacht nu resultaatgerichte sponsoring, wat logisch is, want sinds Corona zijn de tijden voorgoed veranderd en verwacht iedereen een vorm van ‘return’.”

Op welke manier probeer je dan nieuwe sponsors aan te trekken of oude sponsors te overtuigen om te blijven?

“Door nieuwe producten te ontwikkelen, bijvoorbeeld zoals live beelden op led boarding. In 2019 heb ik een dossier samengesteld om zelf volleybalwedstrijden uit te zenden voor de nationale competitie en ik heb dat met een gerust hart kunnen doorgeven aan Marie (De Clerck, CEO van de Liga) en Luc (Haegemans, voorzitter van de Liga). Ik vind toch dat er duidelijke stappen zijn gezet, ook al krijgt het volleybal natuurlijk nog steeds veel te weinig aandacht.”

Hoe kan je hier als Knack Roeselare een actievere positie innemen? Uiteindelijk is dit toch één van jouw hete hangijzers op korte termijn?

“Dat is een goede vraag. We zijn daar als club mee bezig hoor, maar zo’n zaken gebeuren niet met één vingerknip. Ik maak niet graag de vergelijking met het voetbal, maar ik ga het deze keer toch doen. We hebben net de kwartfinale van de CEV Cup gespeeld tegen Maaseik. Twee Belgische ploegen in een kwartfinale van een Europese beker, wat zou dat in het voetbal niet opleveren op het vlak van mediabelangstelling? Het land zou op zijn kop staan! Wel, voor deze kwartfinale is het gewoon windstil gebleven bij onze nationale televisiezenders en dat is jammer.”

Jullie als Roeselare hebben op dat vlak wel een voorbeeldfunctie, zeker nu jullie in de halve finale staan. Heb je voor die galawedstrijd tegen de Italiaanse topclub Piacenza al iets in gedachten om er een onvergetelijke avond van te maken, zowel voor de sponsors als voor de supporters?

“Nog niet meteen, omdat de tijd en de middelen echt beperkt zijn. Maar we zullen zeer actief blijven op onze sociale mediakanalen.”

Twee weken geleden hadden jullie een thuiswedstrijd verkocht aan één sponsor, Beobank. Wat was daar de filosofie achter?

“We speelden toen speciaal in een paarse uitrusting. In Amerika noemen ze dit de ‘third jersey game’. Het was één groot succes, want we hebben ongeveer 1.000 mensen van Beobank verwelkomd en hen een plezante avond bezorgd.”

Dat is één sponsor. Maar hoe ga je hier aan schaalvergroting doen?

“Op korte termijn is dit nog steeds een moeilijk financieel verhaal, omdat het water nog steeds aan onze lippen staat. Op middellange termijn wil ik investeren in zaken zoals vloerprojecties, zoals we misschien ook tijdens de bekerfinale zullen zien in het Sportpaleis of zoals al gebruikt werd tijdens het EK. Om dit bij Roeselare meteen in huis te halen, dat is een ander verhaal, maar het is wel de bedoeling om hier naartoe te werken.”

Is dat één van jouw ideeën?

“Nee, want dit kost pakken geld. Bij ons zal dit eerder het eindproduct zijn van een vijf- of tienjarenplan.”

Van de bekerfinale gesproken, hebben jullie dan iets in petto voor de supporters?

“Zeker wel. Al hoop ik wel op nog iets meer enthousiasme van onze supporters. Ons probleem is dat een bekerfinale al niet meer zo speciaal is. Als ik hoor dat Menen al 1.250 tickets heeft verkocht, dan vrees ik dat hun gezangen dominanter zullen zijn tijdens de finale. Maar om terug te komen op onze supporters: of we die finale nu zullen winnen of verliezen, nadien is  onze aanhang welkom in de Tomabelhal om samen met de spelers na te kaarten. Is er bekerwinst, dan zal dat een onvergetelijk feestje worden. Zullen we de finale toch verliezen, dan kan het in elk geval nog steeds een waardevol moment worden om met z’n allen samen na te kaarten.”

Knack Roeselare en Hermes Oostende bekerwinnaars op dezelfde dag.

De supporters van Menen zullen dus hoe dan ook jaloers zijn?

“We wilden Menen mee betrekken in dit verhaal, maar het is praktisch gewoon onhaalbaar. Hoe leuk zou het niet zijn om de bekerfinale af te sluiten met een gezamenlijke afterparty? Alleen logistiek gezien is dat onmogelijk. Maar goed, we hebben het geprobeerd en onze hand uitgestoken en dat wordt geapprecieerd. We zijn in veel zaken een pionier, hé. Ik ben dan ook fier als ik merk dat de volleybalwereld naar ons kijkt.”

Jullie zijn ook gestart met Knack Connect. Leg eens uit wat jullie daar doen?

“Het zijn business events met een hoek af. Op die manier werken we aan onze community en proberen we op verschillende manieren in contact te komen met onze lokale mensen, zonder volleybal hierbij te betrekken. Zo hebben we samen al eens pralines geproefd met Dominique Persoone (bekende chocolatier). Tia Hellebaut stond ook al eens op het programma. Het zijn vooral activiteiten met een leuke insteek en ondertussen kunnen we netwerken.”

Ben je ooit nog wel eens thuis? Of ik zal de vraag anders stellen: hoeveel keer per week ben je nog in de Tomabelhal terug te vinden?

“Ik ben er haast elke thuiswedstrijd van Knack, dus ik passeer er verschillende keren per week, want ik probeer ook de verbinding met de spelers niet te verliezen. Zij zijn toch een deel van het product dat ik moet verkopen.”

We sluiten nog kort af met het sportieve gedeelte. Roeselare is goed bezig en strijdt nog steeds mee op drie fronten: ongenaakbaar in de competitie, favoriet voor de beker en misschien wel kanshebber om in de finale van de CEV Cup te staan?

“Pas op, we merken dat Maaseik serieus aan het groeien is en de prijzen worden pas aan de meet uitgedeeld. Ook de bekerfinale is een wedstrijd op zich. We gaan zeker op de afspraak moeten zijn, al ziet het er natuurlijk niet slecht uit. Ik hoop dat we snel Seppe Rotty en Simon Plaskie zullen recupereren, want ik geloof heel erg in hun potentieel.”

Ontwijk je nu bewust Europa?

“Zeker niet. Op papier is een halve finale in de CEV Cup haalbaarder dan een halve finale in de Champions League, dus we maken zeker kans om door te stoten. Al mogen we niet vergeten dat we in deze fase van de competitie geen zwakke ploeg meer zullen tegenkomen. Kijk maar naar Piacenza.”


Qua promotie voor het volleybal zou het wel kunnen tellen en ook voor jouw functie als brandmanager zou het een geweldig geschenk zijn?

“Het zou inderdaad een ongelooflijke katalysator kunnen zijn voor onze club en het volleybal in het algemeen. Ik denk dat mijn smartphone binnen de kortste keren roodgloeiend zou staan. Als ik kijk wat het succes van de Yellow Tigers heeft teweeggebracht bij het aantrekken van meisjes in het volleybal. Maar ik wil zeker niet te veel vooruitlopen op de zaken en beginnen dromen. Laat ons eerst maar de bekerfinale winnen en dan zien we wel weer verder.”

Tekst: Kenny Hennens