Suspens verzekerd met drie keer Maaseik tegen Roeselare op één week tijd

Iedere rechtgeaarde sportfanaat had het de Belgische kampioenenformatie Knack Roeselare gegund om door te stoten via de poules in de CEV Champions League als beste derde. Jammer dat het niet gebeurde. De 1-2 voorsprong in de laatste poulematch bij de Italiaanse topclub Lube Civitanova mondde uit in een 3-2-nederlaag. Einde van de CL-campagne.

Zo moest de ongeslagen en onaantastbare leider in de Lotto Volley League het bonte toneel van Europese topclubs verlaten. Het toeval wil dat Greenyard Maaseik, dit seizoen aan zet in de CEV Cup, wist dat het tegen de beste ‘tweede derde’ zou uitkomen in de kwartfinales van de CEV Cup. Tegen wie, dat drong erg laat pas helemaal door. Laat dat uitgerekend tegen Roeselare zijn. Een opponent die Maaseik zeker niet op het verlanglijstje had staan.

 De kalendermaker zorgde bovendien nog voor een andere extra. Zo spelen de twee aartsrivalen op een week tijd drie keer tegen elkaar. Codewoord: suspens. Op woensdag 8 februari Europees heen in Roeselare, op zaterdag 11 februari in Maaseik in de interclub en op woensdag 15 februari opnieuw in Maaseik voor de Europese return. Van het goede te veel? Wie zal het zeggen?

“We gaan drie keer voluit”, lachen spelverdeler Renet Vanker en middenblokker Henri Treial, de twee joviale Esten bij Greenyard Maaseik. “Het is een cliché, maar elke wedstrijd moet gespeeld worden. De afwikkeling is telkens anders, dat is het boeiende eraan. Oké, Knack is heel knap ongeslagen, maar vroeg op laat moet die West-Vlaamse dijk barsten vertonen.” De twee Balten zijn er helemaal klaar om er stevig in te vliegen.

Beide spelers stellen zich even voor aan onze lezers. Renet Vanker (24 jaar, 1m94) komt uit de Estse hoofdstad Tallinn en maakte vijf jaar het mooie weer bij de hoofdstedelijke club Selver. “Mijn ouders wonen nog altijd in de hoofdstad. Net als mijn zus Triinu en mijn broer Robin. Triinu (17) is pas dit jaar met volley in Tallinn begonnen. Ik won de nationale beker en ook de Baltic League. In die Liga werd ik uitgeroepen tot beste spelverdeler. Ik werd vanaf 2015 regelmatig geselecteerd voor de nationale ploeg. Ik draaide ook mee op het EK 2021 en in de European Golden League.”

Als student probeerde Vanker sportwetenschappen aan de unief van Tallinn. Maar die studie staat helemaal ‘on hold’, omdat hij de volle focus legt op zijn professionele volleybalcarrière.

Henri Treial (30 jaar, 2m04) komt uit Vöru (Zuid-Estland) en heeft een broer Rasmus. Hij speelde bij tal van clubs: in Vöru en Tartu in eigen land. Hij begon dan aan een prettige volleybaltrip kriskras doorheen Europa: bij Karlovarsko (Tsj), Mondovia Cuneo (Ita), Saarema (Estland) en bij Saint-Nazaire, niet zo ver van Nantes (Fra). Hij werkt net als Renet Vanker zijn tweede seizoen in Maaseik af. Renet heeft nog een contract voor volgend seizoen, Henri kent zijn toekomst nog niet: blijven of uitwijken, die beslissing moet nog vallen.

Kennen jullie elkaar van in Estland?

Vanker: “Neen, we wonen relatief ver van elkaar. Ik leerde Henri kennen bij de nationale ploeg. Wij komen heel goed overeen, dat wil ik graag beklemtonen.”

Treial: “Omgekeerd geldt dat ook. In die nationale ploeg komt er wel wat beweging. De federatie moet op zoek naar een nieuwe bondscoach. De Italiaan Fabio Soli (Cisterna di Latina, Ita) mag de job door een nieuwe reglementering in zijn land niet meer uitoefenen. Het fijne weet ik er niet van. Ik ben benieuwd naar de oplossing.”

Treial

Hoe kwamen jullie in Maaseik terecht?

Treial: “Ik heb zoals Renet dezelfde manager, een spelersmakelaar uit Finland. Ik had eerder al een aanbieding van VC Greenyard op zak, toen nog geleid door de laatste Maaseikse kampioenenmaker Joel Banks. Tot vandaag is het voor mij een optimale keuze geweest, waarvan ik nog geen seconde spijt heb gehad. Ik wil trouwens, als dat kan, nog een eeuwigheid volleybal spelen. Zo lang mogelijk. Ermee stoppen, neen, dat komt niet in me op. Wat ik na mijn carrière zal doen, is op dit ogenblik koffiedik kijken. Ik kan je geen antwoord geven.”

Vanker: “Ik ben hier toegekomen via de ‘Wintermercato’. Sommigen denken dat ik als ‘medical joker’ werd aangeworven. Maar dat is niet het geval. Ik ben een zuivere wintertransfer, dat klopt. Het aanbod viel een beetje uit de lucht. Ik werd aangezocht, omdat de Iraniër Javad Karimisouchelmaei van de ene blessure in de andere sukkelde. Het liep helaas fout voor hem, eerst tegen Sint-Petersburg en dan opnieuw tegen Dinamo Moskou. Er was sprake van een breuk in de voet. Alleszins kon hij niet meer verder. De tweede Maaseikse set-up Liam Mc Cluskey was op dat ogenblik nog te jong om het commando volledig over te nemen. Hij is dan uitgeweken naar het Nederlandse Orion Doetinchem.”

Het is ook zo dat Maaseik een sterke band heeft opgebouwd met volleybalclubs in Estland. Jullie zijn niet de eerste Balten bij de Maaslandse topclub.

Treial: “Ja, onze voorgangers bij Maaseik waren Timo Tammemaa (nu WKS Czarni Radom/Polen), Andri Aganits (Selver Tallinn), Keith Pupart (naar Roemenië), Taavi Nömmistu (gestopt) en René Teppan (tweede Liga in Polen).”

Vanker: “Ik voeg er graag aan toe dat nog twee andere Esten in de Belgische competitie aantreden. Receptie-hoek Märt Tammearu zien we terug bij Knack Roeselare. Voorts speelt de jonge middenaanvaller Alex Saaremaa bij VC Lindemans Aalst. We staan sporadisch in contact met elkaar, maar door de afstanden lopen we elkaars deur niet plat. Soms praat ik wel eens met hem.”

Vroeger leek volleybal vooral populair in Letland. Ik denk in vroegere tijden aan de roemruchte Alex Belevitch en enkele jaren geleden aan Hermans Egleskalns, die een tijdje in Maaseik meedraafde. Hermans speelt momenteel bij het Franse Cambrai Volley.

Treial: “Oké, maar Estland is de laatste jaren de trendsetter als het over volley gaat in de Baltische staten. In alle grote steden vind je een club. Ik vermoed dat de twee andere Baltische staten te kampen hebben met lagere budgetten. Maar in Estland is er nog altijd mooi wat sponsorgeld voorradig.”

Vanker: “Het is overal een beetje hetzelfde. Voetbal is bij ons de meest populaire sport. Litouwen heeft veel uitstraling door het topbasketbalteam van Zalgiris Kaunas. In Litouwen is basket trendy. In Estland zijn handbal en ijshockey zeer populair.”

Julllie zien weinig verschil tussen de spijskaart in Estland en in België.

Treial: “Ja, ik kan niet meteen een specifiek Ests gerecht opnoemen.”

Vanker: “We hebben trouwens ook friet in ons land, hoor. De oorsprong is misschien Belgisch of Hollands, maar we kennen de ‘patat’.”

Treial (1), Vanker (12)

Is het leven in Maaseik anders dan in jullie thuisland?

Treial: “Het verschil is niet zo drastisch groot.Ik voel me goed in Limburg. Voordeel is dat mijn vriendin Iviko na enkele maanden naar Maaseik is gekomen. Dat vergemakkelijkt het leven. Het is ook veel gezelliger. Je krijgt de steun van jouw partner. De huishoudelijke taken worden netjes verdeeld. Iviko heeft een job in een shoppingcentrum in Maasmechelen en ze speelt als middenblokster bij de Maaseikse damesploeg in de provinciale reeks Promo 1. Wij hebben al een klein stukje van België ontdekt. Zo  bezochten we Brussel en Gent. Een verkenning van de Noordzeekust zit nog in de pijp. Voorts word ik een beetje gek van alles wat met magie en fantasy te maken heeft, vooral dan de fascinerende wereld van Harry Potter. En ik ben een grote fan van tattoos, van rallyrijden en niet te vergeten… van beachvolleybal.”

Vanker: “Ik ben ook zo content, dat mijn vriendin Ingala bij me is. We wonen graag in Maaseik. Ook ik maak afspraken met haar over de organisatie van ons leventje. Het stadje is natuurlijk moeilijk te vergelijken met het wondermooie Tallinn. Maar Maaseik heeft ook zijn eigen charmes: dat kleinschalige bijvoorbeeld. En wij vinden de mensen zeer lief. Misschien zelfs een tikje vriendelijker dan in Estland. Ook Ingala prijst zich gelukkig: zij is actief in de business van IT en computers. Wij hebben nog niet zo veel plaatsen verkend. Wel Hasselt en Genk. Mijn hobby’s buiten het volley concentreren zich  rond alle zomerse sport outdoor, running, zwemmen en beachvolleybal.”

Greenyard staat in de CEV Cup voor een loodzware taak? De kwartfinales zijn Montpellier (Fra)-Piacenza (Ita), Ljubljana (Slov)-Modena (Ita, met Tomas Rousseaux), Karlovarsko (Tsj)-Belchatow (Polen, exit Banks) en Roeselare-MSK.

Vanker: “Het is een prachtige en uitdagende loting. In de halve finale kunnen we de winnaar kruisen van Ljubljana-Modena. Voor mij is de keuze snel gemaakt. Modena, op een dertigtal kilometer van Bologna, is de hoofdstad van de gelijknamige Italiaanse regio Modena. Daar gaat mijn voorkeur naar uit. Het team staat gelijk met Trentino (Wout D’Heer) op de tweede plaats in de A 1. Met ruime achterstand op het ongenaakbare Perugia. Maar oké, Modena is voor ons echt lokspijs om deze week tegen Roeselare tot het gaatje te gaan. Ik hoop dat we de ban breken.”

Treial: “Ik beaam de woorden van mijn collega. Maar ik wind er geen doekjes om: Roeselare is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Het is een gerodeerde machine, met de krachtige Argentijn Kukartsev als targetaanvaller. We werden geklopt heen in de interclub en ook in de Belgische beker. Ik zie in de CEV Cup wel één groot voordeel, dat is onze start op verplaatsing. Dan houden we altijd de mogelijkheid achter de hand om de score heen te resetten en uit te pakken met een klapper in de Golden Set. Ik zal het niet snel vergeten: die bijkomende set leverde ons in Budejovice (na 3-0-verlies) op spectaculaire manier de kwalificatie op. Niemand gaf nog een cent voor onze kansen, we herrezen plots uit de as en konden het zaakje flikken.”

Kan zo’n stunt ook lukken tegen het vaak superieure Roeselare?

Treial: “Ze zijn zeker te verslaan. Het zou niet slim zijn, als ik als sportman er anders zou over te denken. We hebben wel een uitgekiende strategie nodig. Elk dipje moeten we vermijden, daar knelt soms nog het schoentje, maar we zitten in topvorm op dit ogenblik.”

Vanker: “Ik hoop dat onze trainer (Fulvio Bertini, nvdr.) de juiste tactische zetten kan bedenken. Want ik vermoed dat er drie keer niet volgens hetzelfde stramien zal worden geschaakt. Ik reken overigens op drie ‘heel open games’. Een beetje moeilijk te voorspellen hoe het allemaal zal evolueren. De eerste match zal al veel raad brengen. Al kan je in onze sport die zeer intens op ingetrainde automatismen leunt, moeilijk zeer grote veranderingen doorvoeren op heel korte tijd. Dat heeft gewoon geen effect. We spelen op één week drie keer tegen elkaar. Dat is op zich niet meteen boeiend. Of toch? Wie weet , kan het ook vreselijk spannend worden. De inzet is hoog. Om te scoren, moet vooral onze receptie pal staan als een rots. Ook op service moeten we bressen kunnen slaan. Tijdens ons traject in de CEV Cup konden we afrekenen met Mladost Zagreb (Kro), Amriswil (Zwi) en Budejovice (Tsj). Niemand van ons wil dat het nu stopt. Ik bekijk de drie clashes met een relativerende blik. Het is wat het is. Zo’n ‘drie op een rij’ komt zelden of nooit voor. Dat is een boeiend facet van een abnormaal toeval. Wij hadden liever een andere kwartfinale gehad. Een echt ‘Europees gevoel’ is het alleen weggelegd voor de arbitrage.”

Toch heeft de eerste match een Europees tintje. Maaseik trekt dinsdag op afzondering naar Roeselare. Na de wedstrijd keren de spelers en de staf wel meteen terug naar Maaseik. De verplaatsing had – grapje  –  met het sportvliegtuig gekund: van het luchthaventje Genk-Zwartberg naar Wevelgem. Maar de kost om twintig man over te vliegen, zou mogelijk iets te hoog oplopen.   

Tekst: Leo Peeters

Woensdag 8 februari: Roeselare – Maaseik (CEV)

Zaterdag 11 februari: Maaseik – Roeselare (kampioenschap)

Woensdag 15 februari: Maaseik – Roeselare (CEV)