Max Staples: “Uit liefde van Australië naar Achel”

Het was meer dan een dozijn jaren geleden dat de Achelse receptie-hoek Max Staples (28) een bezoek bracht aan zijn ouders in City of Subiaco, een voorstad van metropool Perth in West-Australië.  Een gigantisch drukke agglomeratie van meer dan twee miljoen inwoners. In de jaarwisseling vloog hij met zijn vriendin Hanne Claes naar ‘down under’. Hanne is ondermeer kampioen op 400 meter horden (estafette) met in het team Cynthia Bolingo, Helena Ponette en Camille Laus. Hanne is dus een Belgian cheetah, zo snel als een jachtluipaard, de tegenhanger van de super snedige Belgian Tornados bij de mannen.

Het liefdeskoppel genoot van enkele zomerse dagen en van de prachtige stranden in de buurt van Max’ geboorteplaats. Hanne Claes werkt er een stage van een maand af en verblijft in het gezin Staples. Zo keerde Max op zijn eentje terug naar ons land. Klaar voor een 3-2-spetter en twintig treffers tegen VH Leuven. En in de potentiële rush van de zevende naar de zesde plaats in de Liga ook gebrand op het gewin van zes punten in de komende twee wedstrijden tegen Borgworm en Guibertin. “Dat wordt moeilijk, maar we willen de droom van de play-offs met zes nog niet opbergen.”

Jouw ‘roots’ liggen in Sri Lanka, het vroegere en paradijselijke Ceylon. Momenteel geen oord om te bezoeken. Crisis alom.

Max Staples: Mijn vader kwam veertig jaar geleden vanuit Ceylon als immigrant naar Australië. Hij huwde mijn moeder, een geboren Australische in Perth. We hebben nog familie in Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Ik schets even de familiale situatie. Ik heb een tweelingszus Sally. Zij is stewardess bij Emirates, één van de grootste luchtvaartmaatschappijen in de wereld. Ze woont in Dubai. Héél handig voor mij. Ik kan bij haar soms goedkopere of zelfs gratis tickets lospeuteren.

Ik heb ook nog een oudere broer James. Die is geen volleybalfanaat. Hij houdt van Australian Football, ook mijn eerste liefde. Zeven jaar was ik ermee bezig. Maar ik heb me in de High School op het volleybal gestort. Toegegeven, die sport komt in mijn land, zoals in vele contreien, achterop bij gewoon veldvoetbal, Australian football, tennis, surfing en cricket. Wel heb je in hoofdstad Canberra het team van ‘Canberra Heat’, de absolute top in het Australische volleybal.”

Wat moeten we ons voorstellen van Perth? Iedereen kent Sydney, Melbourne en Adelaide, de vaste  toeristische waarden.

“Perth hoort ook bij de toeristische top. Met magische stranden, op twintig minuutjes rijden van thuis. Witte zandstranden, vergelijkbaar met de Gold Coast aan de oostkust in Brisbane. Maar als reistip geef ik alle lezers graag het idyllische Exmouth mee, ook in West-Australië. De natuur is er wondermooi. De koraalriffen daar kunnen de vergelijking doorstaan met het Great Barrier rif.”

Hoe leerde je jouw vriendin Hanne kennen?

“Op de World University Games in Zuid-Korea. Hanne – afkomstig uit Hasselt – heeft twee academische graden behaald aan de KU Leuven. Ze was daar present. Ik bezit een bachelor sportwetenschappen. Vanuit het contact zou de vonk overslaan. Nu wonen we samen in Heverlee. Zij ligt onder contract bij Sport Vlaanderen tot na de O.S. 2024 in Parijs, waar zij een orgelpunt zal zetten achter haar prachtige loopbaan.”

Een Australiër in de Belgische Liga: dat gebeurt ook niet elke dag?

“Ja, je kan stellen dat de liefde me weer naar België heeft gebracht. Ik was een tijd lang kapitein van de nationale ploeg van Australië. Ik speelde de FIVB Nations League in 2022. Maar slechts op één locatie: de poule in Bulgarije. Omdat ik het huwelijk van mijn broer James absoluut niet wilde missen, heb ik het nationale programma bij de Volleyroos — nickname van de nationale ploeg – niet mee afgewerkt in Canada, Japan en Brazilië. De Australische bond heeft zich trouwens diepgaand herbrond en kiest voor een piepjonge nieuwe garde. Omdat ik nu in België leef, zijn de Volleyroos (ik tel 130 caps en was kapitein vanaf 2019) een bijna afgesloten hoofdstuk. Zeker in de FIVB Nations League. Maar ik hoop nog te worden opgeroepen voor de Aziatische kampioenschapen, waarin Australië meedraait.”

Opvallend: je hebt gespeeld bij een hele gordel Europese clubs. Maar praktisch altijd slechts voor één seizoen?

“(lacht) Dat is misschien de aard van het beestje. Ik verander graag van land, van ploeg, van lucht en van mentaliteit. Wispelturigheid zou ik het niet noemen. Maar ik verken liefst meteen andere horizonten als sommige dingen tegen zitten of als de club zelf ermee kapt. Dat is me vorig seizoen overkomen bij Eintracht Frankfurt (Dui) en eerder bij Hypo Tirol Alpenvolleys Haching, ook een voormalige Duitse topclub. Bij Tectum Achel denk ik meer stabiliteit uit te bouwen in mijn carrière.  Ik heb nog een contract voor volgend seizoen en dat hoop ik zeker uit te doen. Al is de afstand vanuit Leuven niet eenvoudig: 180 km heen en weer. Gelukig krijg ik in de auto soms het gezelschap van libero Marijn Claes en van trainer Jan Vanvenckenray die in Houwaart (deelgemeente Tielt-Winge) woont. Carpoolen is de boodschap.”

Je speelde in je carrière vaker samen met illustere spelers?

“Ja, na zeven jaar Highschool-volley in Perth begon ik aan een hele omzwerving. Eerst bij Nassau Orange in Zuid-Frankrijk. Met Jelle Ribbens als ploegmaat. Dan volgden Fusion Arbo Rotterdam en Noliko Maaseik (2015-2016). Gevolgd door een passage bij Draisma Dynamo Apeldoorn (maatje Renzo Verschueren, een grapjas) en het Finse Hurrikaani Loimaa, met mijn landgenoot Tom Powell als ploeggenoot. Het seizoen 2018-2019 werd een topjaar bij Ceske Budejovice in Tsjechië. Momenteel in de play-offs van de CEV Cup tegenstander van Maaseik. We pakten de landstitel in de Exstra Liga en als toetje de Tsjechische beker. Ik herinner me Peter Ondrovic (ex-Lindemans Aalst) in het team.”

En dan volgden enkele moeilijke jaren?

“Dat mag je wel zeggen. Ik ruilde Hypo Tirol Alpenvolleys Haching (Dui) half seizoen voor Kladno in Tsjechië. In dat team was Alès Holubec, één van de publiekslievelingen bij Maaseik, de target man. Maar er doken tal van problemen op.”

Zo belandde je een eerste keer bij Tectum Achel in Noord-Limburg.

“Ja, in 2020-2021. Met in het team Tim Verschueren, Thomas Koelewijn en libero Koen Brouns. We pakten de vijfde plaats. Uniek in de Achelse clubhistoriek. Dat exploot evenaren is geen evidentie.”

En toch verdween je weer van het toneel?

“Ik ga er niet te diep op in. Laat me zeggen, dat het trainerskader nu driemaal beter is ingevuld. Men zegt vaak: je bent geen ‘sant in eigen land’. Maar Jan Vanvenckenray is een vakman, hij verdient meer waardering. Tussendoor probeerde ik bij Eintracht Frankfurt in Duitsland. Uiteindelijk een zware tegenvaller. De club trok de stekker eruit. Ook erg voor coach Christophe Achten, nu bij Lindemans Aalst na een interim in het onderwijs. Ik bel nog geregeld met hem Overigens deed Maaseik zijn voordeel bij het exit van Frankfurt. Ik speelde bij Eintracht samen met de Zwitser Robin Baghdady, die nu door Maaseik is ingelijfd. Geloof me vrij: het is een kanjer van een aanvaller, met ook een super sterke service.”

Een tweede keer Tectum Achel, weliswaar in andere  nieuwe omstandigheden, kon je weer boeien?

“Ja, ik had nog buitenlandse aanbiedingen. Maar ik wilde geen long-distance relatie. Dat is zo fake. We zijn dertigers. Ik wilde met Hanne samenleven. En dat is gebeurd. En ik vond bij Achel Tim Smit, Dion Verweij, Michel Fransen en Ward Van Dyck terug. Een vertrouwde omgeving.”

Je bent precies heel graag in België.

“Heel zeker. Dat heeft uiteraard met Hanne te maken. Maar er zijn nog andere aspecten. Bijvoorbeeld heeft de Bourgondische levensstijl hier duidelijk ook iets Australisch. ‘Down under’ drinken de mensen ook graag een stevig biertje. Bij Tectum Achel kan dat allemaal trouwens ook… dat lekkere pintje na de match. Niemand kijkt er vanop. (lacht) In Maaseik waren ze wel een stuk strenger op dat gebied.”

Ja, je speelde één seizoen bij Maaseik in de campagne 2015-2016.

“Een groot succes werd dat niet. Hoewel ik niet wil klagen. Ik vertoefde in het leuke gezelschap van Wout Wijsmans, Jelte Maan (nu TD bij Maaseik), de Duitser Tim Broshog, Gijs Jorna, Nuno Pinheiro en Mathias Raymaekers. We eindigden tweede na een turbulent seizoen met de trainerswissel. Met de Argentijn Daniel Castellani voor de Italiaan Giovanni Torchio, die in Finland leeft. In dat seizoen kreeg ik last van mijn twee heupen, zodat een ingreep zich opdrong.”

Je bent een heel bezige bij. Je runt ook een eigen bedrijf online…?

“Klopt. Stil zitten is niet aan mij besteed. Ik speel bij Tectum Achel als receptie-hoek. Daarbij werk ik x-aantal uren per week administratief bij Mondea, één van de bedrijven van onze energieke en dynamische voorzitter Joos Gysen, in Mechelen. Bij mijnheer Gysen is overigens ook middenman Tim Smit actief. En…. ik organiseer een eigen webwinkel, online dus. Die heet Top Lipz.”

En waarmee is Top Lipz bezig? Ik ga het googelen.

“Het kan misschien vreemd klinken, maar Top Lipz is een ‘tool’ om rokers van hun slechte gewoonte af te helpen. Ik ben daarmee bezig, want ik moet ook aan de latere toekomst denken, de vele jaren van het après volley. Wij verhandelen nicotinezakjes. Nooit van gehoord? Dat is een Zweeds product. Het zijn zakjes die je op je bovenlip aanbrengt, onder je neus. Je laat die zakjes twintig tot dertig minuten hun werk doen. Het resultaat is dat je drang naar nicotine (ik ben een niet-roker, pech Max), zeer zwaar afneemt. Je kan er zelfs helemaal rookvrij door worden. Ik hoop de mensheid een dienst te bewijzen, want het aantal rokers gaat weer in stijgende lijn.”

Max, je hobby’s zijn muziek en film. En ja, ook een pintje pakken. Maar je schuwt het zware werk niet. Geen ‘dolce far niente’ voor jou?

“Neen, neen. Het is de absolute wil van mezelf en van Tectum Achel om op te klimmen tot een vaste waarde in de Liga. Graag bij de topzes. We zijn bezig dit doel stap voor stap te realiseren. We hebben met ons jonge onervaren team lang op de laatste plaats geparkeerd. Maar ik denk dat die fase overwonnen is. Wat is zo typerend voor mezelf? Ik denk niet na over standen en klassementen. Ik werk elke trainingsdag keihard om te verbeteren. En zo denken het team en het bestuur er ook over. Zonder die doorzetting zouden we VH Leuven niet met 3-2 hebben verslagen. Nu volgen de duels tegen Borgworm en Guibertin. Onze rechtstreekse tegenstanders. Ik speel het spel en ik ga voluit. Als het juiste informatie is, zouden plaatsen 7 en 8 in de Liga trouwens nog voortspelen tegen nummers 5 en 6 voor een Europees ticket.”

Laat me stellen dat de progressie afgelopen speeldag met die 3-2 tegen VHL in de verf is gezet.

“Ja. We raakten in het begin niet voorbij VH Leuven, Gent, Maaseik en Menen. We wonnen geen set. Een dip in de mentaliteit vertoonde die evolutie niet. Wel enige frustratie. Maar de motivatie bleef zeer hoog liggen, ook tegen zware tegenstanders. Het kantelde soms heel nipt. Pak de 2-3 thuis tegen Lindemans Aalst. We drijven mee tot 13-13 in de tiebreak. En dan slaat Bogachev plots twee aces. Ach, Roeselare haalt op één been de dubbel binnen: titel en beker. Ook Maaseik is nog een te hoge horde. Maar daarachter ligt alles open.”

Dat alles open ligt, zullen jullie thuis tegen Borgworm en uit in Guibertin moeten bevestigen.

“Ik geloof er zeker in, dat we zes punten meegraaien. Heen wonnen we met 3-1 thuis tegen Guibertin na een tactisch sterke partij. Het was lang geleden dat we nog zo’n hoog niveau haalden. Uit in Borgworm wonnen we met 0-3. Die cijfers wil ik nuanceren, omdat de Luikenaars met blessureleed kampten. Afin, het zou na de 3-2-spetter tegen een licht ondermaats VH Leuven spijtig zijn als we de lijn niet doortrekken.”

Regulier hebben jullie nog vijf wedstrijden voor de boeg?

“Ja, dat is weinig, hé. De kloof met de nummer zes is toch al vrij groot. Zit er nog iets in? Misschien wel. Zes punten tegen Borgworm en in Guibertin zijn ‘basic’ een noodzaak. Ik ben er zeker van, dat we dat kunnen – yes we can – maar de vorm van de dag is vaak bepalend. In Menen daarna is het bijzonder moeilijk. Maar de laatste twee wedstrijden sprankelen van een enorme inzet. Wij ontvangen thuis Caruur Gent, mogelijk dan al zeker van de topzes. En de laatste reguliere match brengt ons naar Lindemans Aalst. Dat duel kan mogelijk een bijzonder spannende ontknoping in petto houden.”

We keren terug naar ons uitgangspunt: jij bent een Australiër. Je favoriete plek is Exmouth. En verder?

“Ik houd een pleidooi voor andere trekpleisters. Natuurlijk is het erg ver en duur reizen. Maar steden als Sydney, Canberra, Brisbane, Melbourne, Adelaide en Perth branden onvergetelijke herinneringen op jouw netvlies. Voor het leven. Onvergetelijk. Wil je meer de outback verkennen, dan zeg ik wel dat dit een zeer grondige voorbereiding vereist. Niet op je eentje aan beginnen. Als extreem voorbeeld geef ik een roadtrip van Darwin (Noord-Australië) tot in Adelaide (Zuid-Australië) mee. Ongeveer een verticale reis doorheen het  continent. Afstand: ruim 3000 km. Als je een auto huurt, kies dan een voertuig met bijkomend gevulde tanks voor benzine of diesel. Fuel dus! Het kan zijn dat je enkele honderden kilometers geen enkel levend wezen of geen ‘naftpomp’ op je weg vindt. Overigens is een trip van Sydney naar Perth nog een eind verder: zowat 4.000 kilometer en je passeert drie tijdzones. Een zeer grondige voorbereiding is ‘een must’.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: VM archief en Max Staples