Elise Van Sas: “Geloven in onszelf en hopen op slechte Spaanse dag”

De heenwedstrijd in de 1/16de finale van de CEV Cup bezorgde VC Oudegem een vroege nieuwjaarskater. De Spaanse competitieleider Kiele Socuéllamos won overtuigend met 3-0, maar in tegenstelling tot wat de setstanden (25-14, 25-18, 25-13) doen vermoeden, is het kalf van Dendermonde nog niet helemaal verdronken. De vraag is: hoe zal het jong geweld van coach Fien Callens nog voor de ommekeer kunnen zorgen tegen de ervaren Spaanse rotten?

In Oudegem rekenen ze in elk geval op de meerwaarde van hun krijgers zoals natuurlijk Nina Coolman, maar zeker ook Elise Van Sas. De trouwe setter van VC Oudegem kent ondanks haar 25 lentes toch wel de klappen van de zweep en is erop gebrand om ook in Europa te tonen dat de eerste plaats in de competitie geen toevalstreffer is.

VC Oudegem, dat is niet alleen de fiere bekerwinnaar van vorig seizoen, maar dus ook de huidige competitieleider in ons land. En dat met uitsluitend jonge Belgische talenten, toch wel een straffe toer. Al zijn de uitstekende recente prestaties van de Oost-Vlaamse club ook niet helemaal onverwacht. Stapje voor stapje wordt de club er onder het goedkeurend oog van coach Fien Callens elk seizoen een beetje professioneler, al creëren die investeringen natuurlijk ook een hoger verwachtingspatroon.

Want topsport, dat betekent presteren, op zo veel mogelijk vlakken en dus weet VC Oudegem nog wat te doen zo vlak voor Kerstmis en Nieuwjaar. En presteren, daar weet Elise Van Sas alles van. Dankzij haar ervaring bij de Yellow Tigers, de verbetenheid tijdens haar studies bio-ingenieur en de nooit aflatende wil om te winnen in haar ondertussen toch al tiende seizoen Liga A-volleybal, straalt de Turnhoutse setter vooral heel veel vertrouwen en goesting uit.

En die goesting bij VC Oudegem vertaalde zich in het begin van het seizoen al in steile ambities: strijden voor de titel en opnieuw in de bekerfinale staan. Na een wisselvallige start, hebben jullie dat tweede doel al moeten laten schieten?

Elise Van Sas: “Spijtig genoeg wel. Onze seizoensstart was misschien een beetje ontgoochelend, want we verloren zowel de Supercup van landskampioen Gent met 3-2 als de kwartfinale van de beker tegen Asterix Avo met 3-2. Twee keer aan het kortste eind trekken in de tiebreak, dat doet toch wel zeer. Bovendien begint dat ook al op mentaal vlak te werken. Het zou toch niet zijn zeker dat we een seizoen in gaan waarin we geen enkele vijfsetter zouden kunnen winnen? Gelukkig zijn we snel uit dat dalletje gekropen.”

Nochtans, ook in de competitie verloren jullie nog eens met 2-3, opnieuw tegen Gent.

“We hadden het liever anders gezien, want ook daar hebben we twee punten te grabbel gegooid. Gelukkig is het daarbij gebleven.”

En dan was jullie trein plots vertrokken met vier opeenvolgende zeges waardoor jullie helemaal bovenaan het klassement staan.

“Top gewoon. We werken hard en het gevoel zit goed. Al mogen we niet vergeten dat we in januari meteen nog Charleroi en Asterix Avo treffen, de respectievelijke nummers twee en drie. Het ligt bovenaan allemaal op een zakdoek bij elkaar, maar dat maakt de competitie net zo leuk natuurlijk.”

Jij zit ondertussen aan jouw tiende jaargang in Liga A na twee seizoenen Asterix Kieldrecht, ééntje bij Hermes Oostende en ondertussen al jouw zevende seizoen bij VC Oudegem. Is dit de beste seizoensstart bij Oudegem tot nog toe?

“Ik denk het wel. Ik had er eigenlijk nog niet over nagedacht, maar onze voorzitter, Gerdi De Kimpe, kwam onlangs de sporthal binnen met het feit dat dit de eerste keer is dat VC Oudegem herfstkampioen is. Of noem ik het beter kerstkampioen? (lacht)”

Hadden jullie dit scenario aan het begin van dit seizoen voor mogelijk gehouden?

“Zoiets is natuurlijk moeilijk te voorspellen. Er zijn veel ploegen veranderd. En een ploeg kan uit goede speelsters bestaan die dan weer niet goed kunnen samenspelen. Als ploeg zijn we er vanaf het begin wel vol voor gegaan. We wisten bijvoorbeeld dat de kwartfinale in de Beker van België tegen Asterix moeilijk ging worden en dat het ging afhangen van de vorm van de dag, dus dan moet je zo’n nederlaag incalculeren.”

Het betekent ook wel dat enkel nog de competitie als groot doel overblijft. Of hebben jullie ook doelstellingen verbonden aan het Europees avontuur?

“Nu we uit de beker liggen, gaan we inderdaad vol voor de titel. De top vier is al enkele jaren onze doelstelling en in het verleden werd er ook al eens van de titel gesproken, maar dan moeten alle factoren natuurlijk mee zitten. We merken wel dat we onszelf op de kaart aan het zetten zijn en dat we onze voet kunnen plaatsen naast de andere topploegen. En op Europees vlak gaan we ons best doen om te overleven, maar een echt einddoel hebben we nooit besproken.”

Vooraleer we naar de CEV Cup overschakelen, toch nog één ding: waaraan merk je dat VC Oudegem een voet naast de andere topclubs zoals een VDK Gent of Asterix AVO kan plaatsen?

“We zijn professioneler geworden. En ook al gaat dat vaak over details zoals het kunnen beschikken over een automatische ballenmachine, deftige blokborden, betere fysieke begeleiding omdat we met verschillende kinesisten werken, een massage krijgen na de training, … Om niet te vergeten dat we binnenkort verhuizen naar een grotere sporthal, iets waar onze coach Fien Callens al lang achter vraagt. Op wedstrijddagen, en bij ons is dat in de competitie op zondag, komen we nu bijvoorbeeld ook al ‘s middags samen om samen nog even te trainen, te eten en dan nog een uitgebreide tactische analyse te doen.”

Door al die kleine maar noodzakelijke ingrepen, ga je je als speler op een soort natuurlijke wijze ook al wel professioneler gedragen, toch?

“Natuurlijk, dat gaat hand in hand. We beseffen ook wel dat we er nu iets meer voor moeten laten, maar je krijgt er als speelster ook veel meer voldoening voor in de plaats.”

En jij vindt in jouw tiende seizoen in de Belgische competitie en jouw zevende jaargang bij VC Oudegem nog steeds genoeg voldoening? Of wat ik eigenlijk wil vragen: kriebelt de lokroep naar het buitenland soms niet of is die mogelijkheid er nog niet geweest?

“Concrete voorstellen zijn er nog niet geweest. Ik zit nu in mijn laatste jaar bio-ingenieur aan de UGent waar ik meewerk aan een doctoraat om een vaccin tegen chlamydia te ontwikkelen. Ondertussen voelt dat aan als een stage en begint dat gevoel om te gaan werken ook wel te groeien, maar mocht de kans zich aanbieden om naar het buitenland te gaan, zou ik daar toch ook wel serieus over nadenken.”

Nog iets anders: je bent spelverdeelster en 1,88 meter groot, dat is best wel atypisch voor een Belgische volleybalvrouw. Was je, gezien jouw lengte, niet beter een middenspeelster geworden?

“Oh, maar ik ben zeker niet de enige grote spelverdeelster hoor. Kijk maar naar mijn ploeggenote Charlotte Coppin. Zij meet ook 1,86 meter. Het heeft zo zijn voordelen, want zo kan ik ook blokkerend een meerwaarde zijn. In de jeugd heb ik wel eens in het midden gestaan en tijdens mijn opleiding bij de topsportschool in Vilvoorde heb ik natuurlijk ook getraind op receptie en dergelijke, maar mijn lengtepredictie zat altijd rond 1,83 meter. Niemand had kunnen voorspellen dat ik uiteindelijk vijf centimeter groter ben geworden.”

Een setter van 1,88 meter, jouw vierde seizoen als aanvoerder van de ploeg… Jouw raad en aanmoedigingen zullen nuttig zijn voor de terugwedstrijd tegen Socuéllamos. Waren jullie een beetje onder de indruk van de omstandigheden of hebben zij de heenwedstrijd verdiend met 3-0 gewonnen?

Nina Coolman

“Maar ik ben niet de enige die de groep op sleeptouw kan nemen hoor. Nina (Coolman) is er met al haar ervaring ook nog. Elke speelster van Oudegem is op haar manier belangrijk. Kijk maar naar onze laatste wedstrijden waar quasi iedereen aan bod is gekomen. En in verband met Socuéllamos: zij waren sterk, maar de setstanden (25-14, 25-18, 25-13) waren toch ook wel overdreven, want wij deden telkens goed mee. Wat bij hen vooral opviel, is dat zij niet zo groot waren in lengte, maar fysiek wel enorm scherp voor de dag kwamen. De sprongkracht die ik daar bij sommige meisjes heb gezien, amaai.”

Waar viel jouw oog nog op?

“Hun spelverdeelster, Almeida. Een kleine Peruaanse, maar o zo vinnig. Ze hebben wel wat Zuid-Amerikaanse klasse rondlopen daar en daarvan zijn er toch wel heel wat met de nodige ervaring die weinig fouten maakten. Ook hun verdediging was top. Elke set werden er toch wel serieus lange rally’s gespeeld, maar wij trokken vaak aan het kortste eind omdat wij het punt maar niet konden scoren. Zoiets begint na verloop van tijd ook mentaal te spelen natuurlijk. Al moet ik ook toegeven dat wij op sommige momenten meer konden doen in verdediging en in de aanval soms niet scherp genoeg waren. Zij hebben ons veel pijn gedaan en onze pijnpunten blootgelegd. Want ook al sta je eerste in de Belgische competitie, we weten nu opnieuw waar we moeten aan werken.”

De foutenlast! Want dat mag wel gezegd worden: jullie foutenlast lag echt veel te hoog. Jullie maakten 27 ‘onnodige’ fouten, Socuéllamos amper 10. Dan wordt het wel heel moeilijk natuurlijk.

“Kwam er nog eens bij dat ons aanvallend percentage veel te laag was om die foutenlast te compenseren. Als je dan kijkt naar hun aanvallers… Zij maakten over de ganse wedstrijd amper twee fouten en pakten soms onmogelijke ballen in verdediging.”

Misschien is dat dan toch een beetje het gevolg van jullie gebrek aan Europese ervaring? Veel jeugdig talent in de kern is goed, maar in Europa bekoop je dat soms nog?

“Maar daarom is het net belangrijk dat we meedoen aan de CEV Cup. Deze wedstrijden in Europa zijn van cruciaal belang voor hun ontwikkeling en zorgt ook voor een verdere professionalisering van de club in haar geheel. Daarom is het ook goed dat speelsters als een Nikita De Paepe en Nel Demeyer al deel hebben uitgemaakt van de kern van de Yellow Tigers. En niet vergeten dat een trip naar Spanje voor onze vele studenten toch ook altijd iets speciaals is. Uit zo’n ervaringen leren ze het meest.”

Nikita De Paepe

Wat zegt jouw gevoel: maken jullie eigenlijk nog wel een realistische kans?

“Het is heel moeilijk om dit in een percentage uit te drukken, maar ja, ik geloof nog in onze kansen. Als we in de flow zitten, kunnen we veel beter. We moeten gewoon in onszelf geloven en wie weet hebben de Spanjaarden een slechte dag? Je weet bijvoorbeeld nooit dat ze een zware reis achter de rug hebben. Al moeten we ook naar onszelf in de spiegel durven kijken en beseffen dat het verdedigend veel beter moet. Gelukkig is hier nog veel ruimte voor verbetering in vergelijking met de heenwedstrijd, dus dat opent wel perspectieven.”

Misschien wel nog een minpuntje: jullie spelen niet in jullie vertrouwde zaal, maar wel in het Sportcomplex van Sint-Gillis Dendermonde? Dat scheelt toch bijvoorbeeld een pak in de benadering van jullie receptie?

“Dat klopt. In de competitie hebben we op dat vlak een heel duidelijk thuisvoordeel, dat zal nu iets minder zijn. Maar ik speel wel enorm graag in de zaal van Sint-Gillis Dendermonde en we hebben daar de voorbije seizoenen ook Europees gespeeld, dus het is niet dat we de omstandigheden daar niet gewoon zijn. Het is ook een grote zaal die de echte Europese sfeer uitademt, dus nu is het gewoon hopen dat er heel veel volk komt kijken. Al heb ik geen enkel idee hoe het voorlopig met de ticketverkoop loopt.”

Stel, we zijn donderdagavond 23u. Op welke manier gaan we een tevreden Elise terugzien in Dendermonde?

“Een 3-0 of 3-1 moet zeker tot de mogelijkheden behoren en dan kan er in de ‘golden set’ nog van alles gebeuren. Maar goed, voor hetzelfde geld zit er zelfs geen ‘golden set’ in natuurlijk. Kijk, als we ons ware gelaat hebben getoond en het gevoel hebben dat we er alles aan gedaan hebben om de wedstrijd te winnen, dan zal ik al heel tevreden zijn. Met dat gevoel moeten we aan de wedstrijd beginnen en zullen we hopelijk ook eindigen. En met alleen dat gevoel moeten we ook de feestdagen ingaan.”

CEV Cup: 1/32e finales:  VCO Oudegem – CV Kiele Socuélamos – 22/12 – 20 uur in Sportcomplex Sint-Gillis Dendermonde.

Tekst: Kenny Hennens