Robbe Van Loon: “Tegen Menen trappen we de deur in naar de bekerfinale”

Youngster Robbe Van Loon (19) en heel Borgworm zijn stevig opgepept voor een piekprestatie in de halve finale heen van de Belgische beker tegen Decospan Menen, het team van klepper Frank Depestele. Vicekampioen Menen heeft een zware week achter de rug in de Champions League na 3-0-verlies bij het Tsjechische Karlovarsko.

Misschien komt Borgworm een stuk frisser aan de start. Anderzijds zette de Luikse formatie de uitdager een fikse hak in de interclub van de Liga op 2 november. De youngsters van Frédéric Servotte graaiden via 3-1 een totaal onverwachte driepunter mee. “Die stunt ben ik nog niet vergeten”, lacht Van Loon. ”We stonden net als de grensploeg op de gemakkelijke helft van de lotingtabel. We knokten ons voorbij Brabo Antwerp VT met 3-1 en voorbij Hellvoc Hemiksem-Schelle met een heel nipte 3-2. Borgworm zal tot het uiterste vechten om een nooit geziene prestatie te verwezenlijken: het historisch unieke ticket voor de finale van de Belgische beker.”

Robbe Van Loon (2m02, positie middenman) is een jongbloeier. Hij kreeg de smaak te pakken op een klein balsportkamp. Hij komt uit het Limburgse Opglabbeek, dat fusioneerde met buur Meeuwen-Gruitrode op 1 januari 2019 en ‘Oudsbergen’ is gaan heten. Hij kreeg zijn opleiding in zijn kinderjaren bij VTO Opglabbeek en het toenmalige Noliko Maaseik, geleid door John McCluskey, de pa van passeur Liam, die van Maaseik transfereerde naar Orion Doetinchem in Nederland.

Piepjong nam je een zeer drastische beslissing? Dat getuigt van veel lef.

Robbe Van Loon: “Ja, na de lagere school koos ik voor de Volleybalschool met trainer Wim De Boeck in Leuven (lagere cyclus), gevolgd door de hogere cyclus, met trainers Mieke Moyaert en Kris Eyckmans, op de Volleybalschool in Vilvoorde. In het begin pinkte ik op internaat een traantje weg. Maar lang heeft dat niet geduurd. De Volleybalschool was de enige weg om mijn sportieve dromen te realiseren. Ik zou de keuze meteen opnieuw maken. Mijn vader – een architect, nvdr. – heeft gevoetbald. Hij stuurt nu mijn carrière aan en ik heb ook alle steun van zijn moeder en van mijn zus Roos. Mijn ouders leerden elkaar kennen op de unief van Diepenbeek-Hasselt. Pa komt uit Schoten, mams uit Leuven. Ze zijn in Limburg blijven hangen. Dat ik stevig uit de kluiten ben gewassen, heb ik te danken aan de genen, die ik van mijn beide opa’s heb geërfd. Misschien komt er nog één centimetertje bij. Dat mag.”

Hoe komt iemand als jij bij Borgworm terecht?

“Ik geef even mee dat de Volleybalschool alle namen van de laatstejaars die hun middelbaar zullen afronden, oplijst en doorspeelt naar de ligaclubs. Die krijgen dan de kans de jongste generatie van afgestudeerden te testen. Zo werd ik uitgenodigd door drie clubs: Decospan Menen, Tectum Achel en Borgworm. Omdat ik ervoor gekozen heb om op kot te gaan in Kessel-Lo en een professionele bachelor L.O. wilde studeren aan de hogeschool UCLL Leuven-Limburg was Borgworm gewoon om praktische redenen de beste optie. De club is vlot te bereiken, niet eens zo ontieglijk ver, want slechts 55 km enkele rit. Ik dacht ook dat ik bij Borgworm de meeste speelkansen zou krijgen. Pa en ma stelden me een auto ter beschikking – dank u wel paps en mams – en ploegmaat Tijl Van Looveren (ook iemand uit de Volleybalschool) is mijn passagier. We hebben het statuut van topsporter. Da’s handig. Met eerste set-up Lienert Cosemans, libero Tim Verstraete en opposite Jippe Schroeven vormen we een compagnie van vijf Vlamingen  bij de Luikse topclub. De voertaal is er Engels, speciaal voor de Deen Kalle Madsen. En ja, ik leer met de Franstaligen Pierre Perin, Sam Fafchamps, Vianney Vandooren, Roman Abinet, Fabio Cocchini, Martin Lallemand en Matthis Humblet in de ploeg ook een mondje Frans spreken.”

De Volleybalschool heeft dus de basis gelegd?

“O ja, vele  spelers uit de school zijn al doorgebroken of staan zoals ik op het punt carrière te maken. Ik denk aan Simon Peeters, Lennert Beelaert, Jippe Schroeven, Liam Mc Cluskey, Berre Peters, Mathijs Desmet, Sibren Peters, Ferre Reggers, Seppe Van Hoyweghen, Simon Plaskie, Basil Dermaux, Seppe Rotty en nog een hele rist andere medeleerlingen.”

Via de Volleybalschool speelde je enkele toffe toernooien met de Young Red Dragons U19. Geleid door Mieke Moyaert. Je was een vaste waarde in dat team.

“Klopt. Ik kan niet alle events opsommen. Maar vorig jaar wonnen we het WEVZA-kampioenschap (zie foto) met Ferre Reggers als beste hoofdaanvaller. We werden ook toernooiwinnaar op een voorbereidend WK-toernooi, met deelname van Frankrijk, Portugal, Duitsland, Spanje en Nederland. Het WK 2021 hebben we afgewerkt in de Iraanse hoofdstad Teheran. Helaas hebben we niks van de stad gezien door strenge maatregelen wegens COVID-19. Het is gebleven bij gependel tussen het hotel en de sporthal. We behaalden er de elfde plaats. Best leuk, want we werden geloot in een loodzware poule tegen Rusland, Bulgarije, Kameroen en Thailand. Al bij al zijn we tevreden thuisgekomen. Zelf deed ik het blokkerend vrij goed. Ik werk er trouwens dagelijks aan. Net zoals ik intensief bezig ben met mijn floatservice en de drang naar nog meer stabiliteit en precisie. Mijn grootste werkpunt is een hoger rendement te puren uit mijn aanvalsacties.”

Robbe Van Loon, achterste rij, vierde van rechts.

Als team behaalde Borgworm enkele geweldige resultaten. Welke zijn de ingrediënten voor het succes? Jullie dwongen tegen Maaseik zowaar aan vijfsetter af.

“De sfeer in de ploeg is geweldig. Door ons jeugdig enthousiasme vormen we een heel toffe bende. We gaan ‘close’ met elkaar om. Met Matthis Humblet erbij steunen we op een negental spelers die maximaal 20 jaar oud zijn, waarvan een vijftal nog tiener is. Daar ben ik dus bij. Vooral Roman Abinet (31 j.) krijgt de rol van ‘the boss’ toebedeeld. Hij moet al dat jong geweld in goede banen leiden. Nog andere aspecten geven mee de doorslag. We treden aan als een echte vechtersploeg. We maken onze shirts heel graag nat en geven nooit op. Neen, nooit. Met die enorme ‘over-mijn-lijk mentaliteit’ etaleren we een geweldig doorzettingsvermogen. Technisch en tactisch zou ik Martin Lallemand en de Deen Madsen naar voor willen schuiven als steunpilaren.”

Je mag de invloed van nieuwe trainer Frédéric Servotte niet onderschatten.

“Dat wilde ik net zeggen en ook heel sterk benadrukken. Borgworm vertoefde jarenlang in de onderste kelder van het klassement. Daar is via ‘Fred’ verandering in gekomen. Omdat T 1 Sacha Koulberg naar Brabo Antwerp VT verkaste, kon T 2 Fred in de pikorde een rang opschuiven. Als geen ander kan hij het vuur in de ploeg jagen. We knokken bikkelhard tot het allerlaatste gespeelde punt. Ik moet zeggen dat ook een uitstekende transferpolitiek is gevoerd. Met het aantrekken van de Deen Kalle Madsen (VK Vestjälland), Tijl Van Looveren (ex-Feniks Haacht), Martin Lallemand (ex-Ohio State Buckeyes, net terug uit de VS) en libero Tim Verstraete (ex-Lindemans Aalst).”

Borgworm had aanvankelijk even tijd nodig om zijn draai te vinden.

“Ja, op de eerste speeldag, uit in Caruur Gent, konden we geen set pakken en haalden we in de drie sets geen twintig punten. Het was ons dagje niet, we haalden die avond niet het verwachte niveau. Maar dan is de trend helemaal omgeslagen. Met de 3-1 zege tegen Decospan Menen. Na 15-25-verlies in de openingsset konden we ‘de omslag’ bewerken. Opgejut door een volle sporthal. Ik was verrast hoeveel hevig volk er in Borgworm leeft.“

Jullie pakten ook een punt, uit in Maaseik: 3-2.

“Opnieuw een straffe toer. Dat had nog beter gekund, maar Abinet was nog niet helemaal fit door een handblessure na een werkongeval. En onze Deen Madsen kampte met knieperikelen. Jippe Schroeven moest van de opposite switchen naar receptie-hoek. De omstandigheden waren verre van perfect en toch dwongen we Maaseik tot het uiterste na een beklijvende prestatie. Het werd een heel mooie krachtmeting, die op mijn netvlies staat gebrand.”

In Roeselare boden jullie veel minder weerstand. Deels te wijten aan omstandigheden.

“Ja, we ondergingen de wet van de sterkste. De blessureduivel vergemakkelijkte de opdracht van de landskampioen. Pierre Perin, de broer van libero Martin (Maaseik), was niet fit, ook Martin Lallemand viel uit. Zo werd ons spelsysteem helemaal ontregeld. Middenman Sam Fafchamps moest postvatten op de hoofdaanval. Niet zijn ideale positie. En ja, Knack Roeselare kwam wervelend uit de hoek. Ze zijn de grote titelkandidaat op basis van zeer veel ervaring. Al de spelers van Steven Vanmedegael weten perfect wat ze doen.”

Laatst moest VH Leuven zwaar op de tanden bijten om 0-3 uit de brand te slepen. Jullie verloren nipt met 26-28, 17-25 en 27-29. Die cijfers moeten Menen enige angst inboezemen.

“Hoe Menen daar tegenaan kijkt, weet ik niet. Ze zijn alleszins gewaarschuwd. We dachten tegen VHL te winnen. We hadden twee sets kunnen pakken. Maar tot onze grote ontgoocheling lukte dat niet. Misschien door iets te weinig alertheid in ‘moneytime’. En dat Fred Servotte het team alweer moest vertimmeren, werkte in ons nadeel. In ieder geval blijft het ons grote doel om de play-offs te halen en… als het even kan de bekerfinale te bereiken als mijlpaal voor de club.”

Ik denk dat Menen zich niet zomaar wil laten kisten. De grensploeg zal aantreden in de volle staat van paraatheid. De West-Vlamingen houden op zondag 18 december ook nog de terugwedstrijd achter de hand. In de moeilijke zaal Vauban heeft het al vaker gespookt.

“Oké, maar ik ben niet het type dat zich snel uit het lood laat slaan. Dan ken je me niet. We weten ook dat we toppers als kapitein Jelle Sinnesael, de onverzettelijke Mathieu Vanneste, vechtjas Lou Kindt, reus Arno Van de Velde en set-up Seppe Van Hoyweghen moeten terugwijzen. De Fransman Capet en de Fin Hänninen kennen ook het klappen van de zweep. Ik besef dat we de mosselen nog niet aan wal hebben. Ik ben zelf benieuwd naar de uitslag. Omdat we een gelijkaardige speelstijl hanteren. Met technisch handige hoekaanvallers, blokkerend sterke centrale kleppers en opposites die van wanten weten. Ik weet ook dat we receptioneel en defensief veel vooruitgang hebben geboekt met de komst van Tim Verstraete als opvolger van Thibault Detandt die naar Brabo Antwerp VT is vertrokken. Tim heeft een groot aandeel in onze sterk vergrote stabiliteit.”

Een nadeel kan zijn dat jullie minder uren per week trainen?

“We zijn elke werkdag toch een drietal uur bezig, op vrijdag soms iets minder lang. De oefensessies bestaan uit twee uur veldtraining en een uur ‘power’. Tja, ons team wordt gevormd door tal van studenten. Receptie-hoek Madsen is onze enige full-prof. Andere jongens als Cosemans, Abinet en Lallemand hebben een job. Zij moeten sport en werk combineren. Dat is niet altijd even evident.”

Met welke attitude bereid je de clash tegen Menen voor?

“Ik maak me sterk dat we kunnen stunten vanuit onze intrinsieke motivatie en het gegeven dat Menen in zijn team nog niet alle connecties even goed uitvoert. Het loopt er stilaan wel beter, daarmee ga ik akkoord. Maar ze draaien nog niet zo super zoals vorig seizoen. Net daarom zie ik voor ons grote winstkansen in het verschiet. Ik vermoed dat we met veel meer vuur en passie spelen. Ja, Borgworm wil echt wel in de bekerfinale present zijn. Voor mezelf zal ik zorgen dat ik heel ontspannen op het veld kom. Ik ben veel bezig met muziek, vooral dan met gitaar spelen en drummen. Zo vind ik mentale rust.”

Hoe zie je jouw sportieve toekomst?

“Over de toekomst heb ik nog niet veel nagedacht. Ik ben er niet mee bezig. Ik zal mijn contract bij Borgworm zeker uitdoen. Mijn verbintenis loopt tot het einde van volgend seizoen. Het is pa die op dat vlak alles voor me regelt. Ik zie wel wat op mijn pad komt. Ik focus duidelijk vol op het volleybal. Aan een vriendin denk ik nog niet. Aan het buitenland in dit ‘momentum’ helemaal niet. Mijn studie heeft bovendien ook alle aandacht nodig. Ik ben eerstejaars aan de UCLL, ik wil het goed doen.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Robbe Van Loon en Mieke Moyaert

Zaterdag 3 december Beker van België: halve finales heen

20u30: Borgworm-Decospan Menen

20u30: Knack Roeselare-Greenyard Maaseik