Stijn D’Hulst: “Met een stunt tegen Lube is het eerste zaadje geplant”

Quizvraag: welke speler won niet alleen zeven keer de titel en vijf keer de beker in onze vaderlandse competitie, maar ook nog eens de CEV Champions League en het FIVB Club World Championship? Dat kan alleen maar Stijn D’Hulst zijn, enerzijds natuurlijk met Roeselare en anderzijds met het Italiaanse Lube Civitanova.

Wel, woensdagavond kijkt de bezeten spelverdeler van Roeselare zijn ex-ploeg in de ogen in de derde wedstrijd van deze Champions League. Een onbegonnen opdracht? Niet helemaal, want hoewel ‘Lube’ als gedoodverfde favoriet naar Schiervelde trekt, weet je met Knack op het kampioenenbal maar nooit. Al zeker niet wanneer Stijn D’Hulst in een begenadigde dag verkeert en zijn ploegmakkers mee op sleeptouw kan nemen, zoals hij al talloze keren heeft bewezen.

De weken van de waarheid komen eraan voor Knack en dat is eigenlijk nog maar zachtjes uitgedrukt. Nog voor Kerstmis krijgt de West-Vlaamse topploeg op minder dan drie weken tijd achtereenvolgens Civitanova (Champions League), Maaseik (heenwedstrijd halve finale beker van België), Gent, Aalst, Benfica Lissabon (CL) en opnieuw Maaseik (terugwedstrijd beker) voorgeschoteld. Een pittig programma, maar na een relatief rustige zomer lijken de troepen van Steven Vanmedegael klaar voor de strijd.

Want na de eerder verrassende en nipte 2-3-zege op de openingsspeeldag tegen Guibertin lijkt Roeselare vroeger dan de vorige seizoenen op toerental te komen. Bovendien hebben ze met Stijn D’Hulst een echte generaal in huis. Iemand die zijn troepen weet aan te sturen op de juiste momenten en ook zelf nog eens kan verrassen vanuit de achterste linie wanneer hij zijn opslagwapen bovenhaalt.

Het tactisch genie in D’Hulst is trouwens geen toevalstreffer. In de intro schreven we in elk geval niet toevallig ‘bezeten’. We durven namelijk met enige zekerheid stellen dat Stijn D’Hulst de meest volleybalgekke speler is die er in onze competitie rondloopt. Naar eigen zeggen volgt hij haast elke wedstrijd van de Poolse en Italiaanse competitie via livestream en pikt hij als tussendoortje ook nog wel enkele Franse en Duitse topwedstrijden mee.

Handig voor een coach, lijkt ons. Knack heeft geen scoutingsapparaat meer nodig?

Stijn D’Hulst: “Maar Steven (Vanmedegael, hoofdcoach) en Bram (Van den Hove, assistent-trainer) zijn minstens even bezeten hoor. Al moet ik toegeven dat ik tijdens mijn vrije momenten bijna altijd voor mijn computer terug te vinden ben, op zoek naar een livestream. Op de website volleymetrics komen haast alle wedstrijden online en als ik dan toch een belangrijke wedstrijd gemist heb, zal ik nadien nog wel de statistieken opzoeken.”

Nu, in de competitie hebben jullie toch al lang geen scoutingsapparaat meer nodig. Indrukwekkend welke constante jullie de voorbije weken weer aan de dag hebben gelegd. Enkel Guibertin kon jullie al een puntje afsnoepen.

“We zijn heel tevreden over waar we nu staan in de competitie. We werden weliswaar een beetje verrast op de openingsspeeldag tegen Guibertin, al hebben we hen misschien ook een beetje onderschat. Het was voor hen de eerste wedstrijd sinds lang op het hoogste niveau, dus eigenlijk hadden we hun enthousiasme wel moeten zien aankomen.

Nu goed, zij speelden vrank en vrij, zonder enige druk, er was veel volk in hun zaaltje en dan zag je dat die gasten één voor één boven zichzelf begonnen uit te stijgen. Ook serverend, want ze speelden alles of niets en alles lukte. Maar goed, we hebben er uiteindelijk gewonnen. Achteraf is daar trouwens niets van blijven hangen. Dat zegt veel over het goede gevoel waarmee we de competitie zijn kunnen starten.”

We hebben inderdaad het gevoel dat jullie veel sneller op toerental zijn gekomen dan de voorbije seizoenen. Toen waren jullie vaak een diesel die pas na nieuwjaar zijn volledige rendement begon te halen. Hoe zie jij dat?

“We staan met een wedstrijd minder aan de kop van het klassement en hebben nog geen wedstrijd verloren. Dat zegt al veel.”

Jullie zijn toch nog geen enkele keer in de problemen gekomen? Zelfs niet tijdens de 3-1-zege tegen Maaseik.

“Misschien was er daar wel even een momentje dat we minder waren, maar inderdaad, het is al anders geweest de voorbije seizoenen. We hebben ook gewoon een totaal andere voorbereiding gekend. De afgelopen jaren kwamen de spelers pas toe eind september door allerlei verplichtingen met de nationale ploeg, maar dat was deze zomer compleet anders. We hebben een heel lange voorbereiding gekend van ongeveer twee maanden met stevige oefenwedstrijden in Duitsland en Polen. Die lijn trekken we nu dus gewoon door in de competitie. En maar goed ook, want ik had het op het einde van onze aanloop wel gehad met al die oefenwedstrijden. De goesting en de honger om te beginnen, was groot.”

Jullie namen in het tussenseizoen afscheid van o.a. Mathijs Desmet en Arno Van de Velde, maar kregen wel raspaardjes Simon Plaskie en Seppe Rotty erbij. Hoe verloopt hun integratie?

“Ik kende hen natuurlijk al van bij de nationale ploeg en ben zeer blij met hun komst. Hun integratie is zeker vlot verlopen, al was het ook wel niet zo simpel. Je voelde toch dat het voor hen aanpassen was: de eerste keer volleyballen in zo’n professionele omgeving, twee keer per dag trainen, de veeleisendheid die er gevraagd wordt… Voor die jongens was dat allemaal nieuw hé. Maar ze hebben ‘hun doop’ vlot doorstaan. Het zijn twee heel leergierige jongens, dus het is zeker tof om hen in de ploeg te hebben. Bovendien doen ze mij terug jong voelen (lacht). Niet vergeten dat ik 31 ben en er dus zo’n tien jaar verschil in leeftijd is, hé. Het is gewoon top om die gasten erbij te hebben, want zo weten ook wij als ‘oudjes’ wat er leeft bij hun generatie.”

Dan zullen jullie dus ook mate een caipirinha hebben leren drinken? De vermoedelijk lievelingsdrankjes van enerzijds jullie Zuid-Amerikaanse nieuwkomers, de Argentijn Pablo Kurkartsev en de Braziliaan Maicon Leite.

“Flair hebben ze zeker! Nee, het gaat goed met hen, maar natuurlijk is hun integratie door het cultuurverschil wat stroever verlopen dan bij Simon en Seppe.”

Hoe zou je hen omschrijven?

“Leite was er van in het begin al bij en is een heel joviale kerel. Hij vertelde ook dat hij met enorm veel goesting naar ons is gekomen. Hij heeft letterlijk gezegd dat hij het een eer vindt om voor Roeselare te spelen. ‘Een voorstel dat hij niet kon laten liggen’, noemde hij het. Kukartsev is wat later aangekomen omdat hij met Argentinië nog op het WK stond, maar ook hij is een gemakkelijke jongen in omgang.”

De voertaal is dus geen West-Vlaams meer?

“Nee, al moeten we daar als ploeg soms wel aan herinnerd worden. Een Fasteland bijvoorbeeld begrijpt al heel goed Nederlands, dus daar spreken we eigenlijk al geen Engels meer mee. Na een aantal weken werden we er dan ook plots op gewezen dat we tijdens het groepsgebeuren Engels moeten spreken, zodat er meer interactie tussen de spelers is. Nu, ik ben er zeker van dat ze zich thuisvoelen bij Roeselare. Ook onze aanvoerder, Matthijs Verhanneman is een krak in het smeden van een hechte groep.”

En hoe goed verstaan jullie elkaar al tijdens wedstrijden?

“Met Kukartsev loopt dat prima, eigenlijk al vanaf het begin. Hij is een speler die heel gemakkelijk aanspeelbaar is en op éénder welke manier kan aanvallen. Met Maicon was het wat zoeken, omdat hij het gewend was om op een trager tempo te spelen terwijl mijn spel is opgebouwd rond snelheid en het midden af te wisselen met de hoeken. In het begin was het daarom echt moeilijk om de pipe te spelen, maar we hebben daar open met elkaar over gesproken en hij zag er natuurlijk wel het nut van in. We zijn dan begonnen met een normale eerste tempo te spelen en die aanpassing verliep al veel vlotter voor hem. Maicon beseft zelf ook wel dat mijn spel daardoor beter uit de verf komt en dus uiteindelijk ook de ploeg beter draait.”

Van Plaskie hebben jullie spijtig genoeg niet veel kunnen genieten?

“Simon sukkelt nog altijd met zijn knie en dat is inderdaad jammer. We kunnen hem nochtans gebruiken, zeker ook op training. Ik vrees dat zijn knie altijd een werkpunt voor hem zal zijn. Ook Seppe heeft trouwens wat gesukkeld met de buikspieren. Niet onderschatten hoe belastend volleybal is voor het lichaam.”

Dan heb jij het als spelverdeler net iets gemakkelijker?

“Goh, je mag dat niet onderschatten. Ik spring misschien iets minder voluit, maar ik ben wel vaak aan het rondlopen.”

Hoe voel je je momenteel?

“Heel goed. Vorig jaar heb ik toch wel de naweeën gevoeld van mijn operatie aan een liesbreuk in april 2021. Ik heb me nadien ook wat geforceerd bij de nationale ploeg, dus daarom dat ik er afgelopen zomer bewust voor gekozen heb om het wat rustiger aan te doen. Het deed natuurlijk pijn om er niet bij te zijn bij de Red Dragons, zeker als ook Sam Deroo uitvalt en Matthias Valkiers die last had van de rug. De bondscoach had dan ook verschillende keren gevraagd naar mijn beschikbaarheid, maar ik ben voet bij stuk blijven houden en heb twee maanden geen bal aangeraakt, voor het eerst in acht jaar.”

Niet slecht met het oog op de toekomst?

“Ik wil inderdaad graag nog een aantal jaren verder op topniveau. Ook met de nationale ploeg. Als je kijkt naar onze EK-loting, die is niet van de poes. Estland is zeker niet te onderschatten en Italië en Servië, daar hoef ik al helemaal geen uitleg bij te geven. En bij Duitsland valt dan weer af te wachten of Grözer erbij zal zijn, ook al hebben ze genoeg talent daarnaast. We moeten niet flauw doen, dit is een loodzware poule.”

Maar een derde plek moet toch het doel zijn? Winnen van Estland en Zwitserland en dan battelen met Duitsland om vlak onder Italië en Servië door te stoten?

“Dat is zeker haalbaar. Ik hoop gewoon één ding en dat is dat Sam zijn knie in orde blijft. Hij is ondertussen toch terug aan het spelen bij Kazan en dat maakte me blij, want hij is een onmisbare pion bij de Red Dragons. Met Ferre Reggers hebben we misschien wel het grootste talent op de opposite en ook op de libero en in het midden zitten we goed, en allemaal jonge gasten. Als je kijkt naar de toplanden, daar zijn de middenmannen allemaal 35 of 36 jaar oud. Het is dus een positie die veel ervaring vraagt. Wout en Lennert hebben dat misschien nog niet, maar dat komt wel. Die jonge gasten hebben enorm veel honger, dus het is belangrijk dat ze op zo’n EK matchritme kunnen opdoen op het allerhoogste niveau.”

Van het allerhoogste niveau gesproken. Dat zal Roeselare snel moeten bovenhalen om een waterkansje te behouden tegen jullie eerstvolgende tegenstander in de Champions League, jouw ex-ploeg Lube Civitanova. Hoe hard keek je naar deze confrontatie uit?

“Toen ik de loting zag, ging ik uit mijn dak (lacht). Als je dan één ploeg mag kiezen… Ik was ook vooral blij dat we niet tegen Perugia uitkomen, want die steken er dit seizoen echt wel bovenuit.”

Misschien kan je nu ook eens deftig afscheid nemen van de spelers en staff, want je bent in volle covidperiode vertrokken in Italië.

“Inderdaad, de laatste maand dat ik daar was, heb ik niemand meer gezien. Die link met de club was toen door mijn verplichte quarantaine letterlijk afgesneden met de schaar. Jammer, want ik zat er in mijn tweede seizoen en we hadden juist de kwartfinale van de Champions League gewonnen.”

De ploeg is ondertussen wel grotendeels veranderd?

“Er zitten nog enkele Italiaanse spelers zoals Diamantini, Balaso en Anzani, maar de rest is allemaal nieuw voor mij, evenals de coach (Gianlorenzo Blengini). De rest van de staff is wel nog hetzelfde gebleven en samen met de leden van het bestuur zal het dus vooral met hen een leuk weerzien worden.”

Hoe sterk zijn ze in vergelijking met jouw periode?

“Misschien zijn ze net iets minder sterk, omdat er toch wel wat jonge jongens in de plaats zijn gekomen. Dat is duidelijk een bewuste keuze geweest. Daardoor denk ik wel dat ze net iets minder constante in hun spel hebben. Pas op, ze zijn nog altijd top hoor, dus kwetsbaar is een groot woord. We zullen moeten wachten op een zwak moment en dan proberen elke kans te verzilveren.”

En jij bent met al jouw volleybalkennis de ideale speler om die gaatjes in de Italiaanse verdediging uit te buiten?

“Op Schiervelde kan altijd iets speciaals gebeuren in de Champions League, hé. Maar dan moet alles goed zitten en moet iedereen van ons aan de top van zijn kunnen presteren. Ons doel moet zijn om hen één setje af te snoepen en hen zo te doen twijfelen. Maar je moet een kat een kat noemen: als wij maar ‘ok’ zijn, gaan we er niet bij te pas komen. Dan moet je hopen op onderschatting bij hen, al durven Italiaanse ploegen dat wel al eens doen als ze tegen een Belgische ploeg uitkomen.’

De 0-3-nederlaag tegen Tours is kennelijk toch al verteerd?

“Dat was toch een kleine klap hoor. Anderzijds, als we achteraf de analyse maken, moeten we toegeven dat we eigenlijk niet eens zo slecht gespeeld hebben, maar dat Tours gewoon top was. Zij hebben van het eerste tot het laatste punt gedomineerd door bijvoorbeeld heel veel in verdediging te pakken. Ik denk dat wij zelfs nooit op voorsprong hebben gestaan.

De 2-3-winst op Benfica Lissabon was dan weer wel een voltreffer?

“Misschien dat je kan zeggen dat het eigenlijk 1-3 moest zijn, maar het was inderdaad belangrijk dat we die wedstrijd wonnen. Zo behouden we onze kans om door te stoten, want dat is toch het grotere doel. Op dit moment doen we nog altijd mee voor de tweede plaats.”

Daarom is het misschien spijtig dat jullie in de competitie nauwelijks onder druk staan?

“En dan krijg je plots Tours voor de kiezen en kom je als ploeg plots in een nieuwe situatie terecht. Tegen Tours misten we echt die over-mijn-lijk-mentaliteit. Maar goed, we hebben daar ook uit geleerd en zijn klaar voor de belangrijke maand december.”

Inderdaad want naast Lube en Benfica thuis wacht jullie ook nog een dubbele confrontatie tegen Maaseik voor de beker?

“Een stuntje tegen Civitanova, winnen tegen Benfica en Maaseik uitschakelen. Zou dat niet mooi zijn?”

Jij wil Sinterklaas en Kerstmis in één keer?

“Grapje, maar goed, we moeten ambitie tonen. In het verleden hebben we al eens Modena geklopt, dus het kan zeker. Op zich is het wel raar om al voor het einde van dit jaar te weten waar we staan. Tweede ronde Champions League? De bekerfinale? Als competitieleider aan de play-offs beginnen ? Dat zijn toch onze drie grote doelen. Ik kan in elk geval nu al stellen dat we revanche willen nemen voor de bekeruitschakeling van vorig seizoen, want dat heeft echt lang nagezinderd. We gaan dat dus geen tweede keer meer laten gebeuren.”

Als je dan toch een cadeau mag vragen aan de Sint, wat zal dat dan zijn?

“De drie punten thuishouden tegen Benfica en dan misschien toch ook een kleine stunt tegen Lube. Dan hebben we dat eerste zaadje geplant, hebben we voor de Champions League nog alles in eigen handen en kunnen we met een topgevoel Maaseik tegemoet zien in de beker.”

Tekst: Kenny Hennens