Frank Depestele: “Met Decospan Menen wil ik ‘beste derde’ worden in Champions League”

Het zijn drukke tijden voor onze volleybalclubs die in de Europese bekers aantreden. Zo werkt ook headcoach Frank Depestele een hectisch programma af in zijn vierde seizoen bij VC Decospan Menen. Hij combineert de job van T 1 met een trainerstaak bij VC Kruikenburg Ternat in de Brabantse Promo 1 mannen.

“We prijken achter Wolvertem op de tweede plaats. Het zou mooi zijn als ik in de reguliere competitie met Decospan in die buurt zou kunnen finishen”, lacht eeuwige optimist Depestele.

Na de 3-0-nederlaag bij Trentino (Ita) prijkt woensdagavond (20u30) – vanavond dus –  het Poolse Kedzierzyn-Kozle op de affiche in de Champions League. Een topper die wordt afgehandeld in de Tomabelhal van Knack Roeselare. “We hebben nog altijd  geen gehomologeerde zaal in Menen. Gelukkig komen we met de Knackies heel goed overeen”, waardeert Depestele de inspanningen van het Knack-bestuur om alles ‘pico bello’ te laten verlopen.

Je staat tweede met Kruikenburg, achtste momenteel met Decospan. Dat is een ruim verschil.

Frank Depestele (lacht): “Ja, maar ik bespeur een kentering bij Decospan. We beginnen aan een inhaalrace. Na vier verloren confrontaties hesen we 0-3-winst aan boord bij een gehavend Tectum Achel. De Noord-Limburgers moesten met de Australiër Max Staples, de Nederlander Dion Verweij en libero Claes drie basisspelers vervangen. Maar dat maakt mijn rekening niet. Onze driepunter – eindelijk die hatelijke nul weg – betekent een heel grote opluchting. Dat geef ik toe. We hadden dringend nood aan een eerste zege. We moesten winnen om kans te maken op de play-offs in de achtervolging op VHL Leuven, Borgworm, Lindemans Aalst en Guibertin. De eerste stap is nu gezet. We hebben de ban gebroken en bewandelen hopelijk verder het pad dat naar succes leidt. We moeten onze reputatie als vicekampioen kunnen waarmaken.”

Heb je door de slappe aanhef enige vorm van paniek gevoeld?

“Paniek misschien net niet. Maar toch extra druk. We verloren thuis en ook uit: dat waren fameuze wake-up calls. Zeker de knock-downs tegen Guibertin en Borgworm. Ik voelde onrust oplaaien in de ploeg. Tja, je begint aan alles te twijfelen. Op training pakte alles nochtans goed uit, maar in de wedstrijden zelf wilde het niet lukken. Die gang van zaken begon stilaan ‘in de kopjes’ te spelen. We hebben nu de knop omgedraaid. Ik hoop te beginnen aan de opmars. Dan komt alles goed. Weliswaar wordt in die optiek elke wedstrijd zeer belangrijk. Er is trouwens een interessante en boeiende competitie aan de gang. De uitslagen zijn soms onvoorspelbaar. Je moet elke speeldag vechten voor de punten. Vorig seizoen draaiden we meteen heel soepel en zaten we snel ‘in the winning mood’.”

De ster van Caruur Gent schittert aan de leiding. Is dat een verrassing?

“Neen, niet meteen. De bekerhouder finishte vorig seizoen vrij sterk. Er werd weinig veranderd aan het concept. De basis is ongeveer dezelfde gebleven. Daarop kon Gent slim verder bouwen. Ik wist dat ze een puike start zouden nemen. Ik ben me ervan bewust dat ze op dit ogenblik een eind verder staan dan wij.”

In jouw team was er meer beweging tijdens de transferperiode.

“Klopt. Seppe Rotty en Simon Plaskie zijn naar Knack Roeselare getrokken. De Deen Simon Andersen verkaste naar het Tsjechische Kladno en onze spelverdeler Akseli Lankinen keerde naar Finland terug. En dus moesten we een rist nieuwkomers inpassen: de Fin Jiri Hänninen (Sastamala), de Fransman Maxime Capet (AS Illac Volley Bordeaux), Thiemen Ocket (Caruur Gent), Arno Van de Velde, (Knack Roeselare) en Basil Dermaux (Knack Roeselare, Promo 1).”

Ben je tevreden over de aanwervingen?

“Ik zeg volmondig ja. De beslissing om iemand aan te trekken, gebeurt uiteindelijk op mijn verantwoordelijkheid. Ik ben content, dat ik heb toegezegd voor elke aanwerving. Ik sta achter al mijn jongens. Ons budget is inderdaad een beetje beperkt. Maar oké, ik kan leven met de gang van zaken.”

Het klassement had er anders kunnen uitzien. Maar jullie lieten hier en daar winstkansen onbenut.

“Ja, het liep moeizaam. Met horten en stoten. Dat had ook te maken met de omstandigheden. De blessureduivel, weet je wel, die teisterde onze rangen. Hoofdaanvaller Lou Kindt liep een scheurtje op in de aanhechting van de buikspieren. Het had zijn tijd nodig om hem weer op het vertrouwde niveau te krijgen. Tegen Lindemans Aalst (3-0) hebben we kansen laten liggen. Bij winst stonden we nu hoger in de ranking. En dan lieten we ons verrassen, dubbel thuis door Guibertin (0-3) en door Roeselare (0-3) en ook uit in Borgworm (3-1). Het was voor mij zoeken naar de juiste opstelling. Het ging soms over details, die niet juist in elkaar pasten. Tot overmaat van ramp hebben we kapitein Jelle Sinnesael gemist, nadat hij een pees in de biceps afscheurde. Tel alles bij elkaar, dan krijg je een duidelijkere verklaring voor onze problematische aanhef.”

Wat zijn precies de ambities van Decospan?

“We zijn het verplicht aan onze status om de play-offs te halen. Dat is een absoluut minimum voor een club als Menen. En ja, we hebben een zeer grote kans om de finale van de Beker van België te bereiken. De beker zou de kroon kunnen worden op ons seizoen. We werden  aan de ideale kant van de tabel geloot, op voorwaarde dat we Borgworm kunnen uitschakelen. Ik ben heus wel op mijn hoede voor de Luikse club. Ook voor hen biedt zich in de beker een historisch unieke kans aan. Ik voorspel in december (3 en 17/12) twee hypernerveuze veldslagen. We hebben wel het voordeel dat we in die halve finales het thuisvoordeel hebben bij de terugmatch.

Ik vermoed dat mijn team in stijgende lijn zal gaan, nu we het spook hebben verjaagd in Achel. In de marge vertel ik graag dat er dit seizoen weer geen degradant zal zijn. Dat geeft de lager geklasseerde teams enige  ruimte om in alle rust goed te werken. Ze kunnen weer een jaartje proeven van de Liga zonder dalersangst. Alleen de kampioen van eerste nationale promoveert. Volgend jaar zijn we met zijn tienen in de Liga. De laatste moet – was eerder wel zo beslist – geen barrage spelen tegen de nummer twee van eerste nationale. Op dat punt zijn Volley Belgium en de Liga tot een vergelijk gekomen. Een goede zaak.”

We blikken met jou vooruit naar de tweede clash in de Champions League. Tegen het Poolse Kedzierzyn-Kozle, de CL-winnaar van vorig seizoen in een finale tegen Trentino.

“Ja, de loting zat ons totaal niet mee. We zijn debutant in de CL en we krijgen twee kanjers voorgeschoteld. We zijn helemaal nieuw, maar ook onervaren. Spijtig genoeg kruisen we de twee finalisten van de editie 2022. Dat is geen cadeau. In Trentino (3-0) deden we het ondanks de afgemeten cijfertaal niet zo slecht. Ik zag positieve elementen. Het werd alleszins geen negatieve ervaring. Zeker niet.”

Hoe ver staat het met de lang aangekondige nieuwe zaal in Menen?

“Helaas hebben we voor onze eerste thuismatch in de campagne ’22-’23 nog altijd geen sporttempel in de stad. Er is wel sprake van. Er lopen gesprekken met het stadsbestuur, dat beseft dat er daadwerkelijk iets staat te gebeuren. Een concreet perspectief heb ik nog niet. Ik ken de plannen niet. Ik verwacht nochtans over enkele weken baanbrekend nieuws. Het dossier zit langzaam maar zeker in een versnelling. Er moet dus een beslissing volgen. Ik kijk uit naar de initiatieven terzake. Ik vermoed dat men geen totaal nieuw complex zal bouwen, maar dat men zaal Vauban zal moderniseren en vergroten. Mogelijk zal de groots opgezette renovatie gevolgen hebben, want zo’n ‘newlook’ operatie kan je niet allemaal op twee maanden realiseren. Waar we ondertussen zullen spelen, weet ik nog niet. Europees in elk geval dus in Roeselare.“

Vroeger laaide er een enorme rivaliteit op tussen Menen en Roeselare. Maar dat lijkt me veranderd.

“Inderdaad, voor ons opent Roeselare een ideale variant als locatie. Knack heeft veel ervaring, er is een fijne verstandhouding gegroeid tussen de beide supportersclans. De samenwerking verloopt zeer goed. Dat is een leuk gegeven. We zijn de zaal stilaan gewoon. En ook in Roeselare durven onze aanhangers veel decibels produceren. Ze hebben hun koudwatervrees overwonnen. De trip naar Roeselare wordt er vlotter dan vroeger bij genomen. Het Europese budget is overigens ook positief geëvalueerd, met de sponsoring zit het goed. We hebben een beetje meeval dat Rusland door de oorlog is uitgesloten. Het risico op peperdure verre verplaatsingen is zo helemaal weggevallen.”

Trentino en Kedzierzyn-Kozle zijn normaal te hoog gegrepen. Het zal dan moeten gebeuren voor de derde plaats tegen het Tsjechische Karlovarsko.

“Ik vertrouw erop dat die intentie kan slagen. In Trentino hebben we goede dingen laten zien. De Italianen speelden niet in hun sterkste bezetting, dat is waar. Maar die aanpak werkte in ons nadeel. De wisselspelers, zo gaat dat eenmaal, wilden dubbel en dik hun kwaliteiten in de verf zetten om de coach te overtuigen. Ach, op termijn moeten Belgische ploegen er meer in geloven dat ook tegen de Italiaanse top stuntwerk mogelijk is. Gemakkelijk is het zeker niet. Maar een sterker geloof in winstkansen kan bergen verzetten. Al besef ik maar al te goed dat het niveau van de CL elk jaar een heel eind de hoogte ingaat. In elk geval hoop ik dat team Decospan zich volledig smijt in zijn thuiswedstrijden.”

Jelle Sinnecael tegen Trentino

Kedzierzyn-Kozle versloeg Karlovarsko in de CL-opener met 3-1.

“Dat is voor de Polen een goed begin. Aan het roer staat de bekende Finse coach Tuomas Sammelvuo. Ik ken hem al vijfentwintig jaar. Een heel toffe kerel. Ik heb zo vaak tegen hem gespeeld. Ik ontmoette hem al in interlands met de nationale ploeg toen ik nog een tiener was. We hebben een goede band gesmeed. Ik kijk er naar uit wat we tegen hem kunnen presteren. Wij willen zeker iets laten zien. Ik schat Kedzierzyn ietsje minder sterk dan Trentino. Uiteraard besef ik wel dat Sammelvuo voor de poulewinst en het rechtstreekse ticket voor de kwartfinales geen punten wil wegschenken.”

In de Plusliga draait het ietsje minder voor Kedzierzyn-Kozle.

“Het loopt niet echt ideaal, ze staan zesde. Ze pakten zes zeges in negen duels. Ze verloren tegen Rzeszow, Stal Nysa en Zawierci. Ze triomfeerden wel tegen Projekt Warschau, Gdansk, Bielsko Biala, Lubin, Olsztyn en afgelopen zondag ook tegen Barkom Lviv, de Oekraïense club die in de Poolse Plusliga meedraait. Kedzierzyn-Kozle lijkt me stilaan op toerental te komen. Het team is nog altijd de winnaar van de laatste CL-finale. Ze acteren met drie buitenlanders: de Oekraïener Pashytskyy, de Amerikaan Shoji en de Nederlandse middenman Twan Wiiltenburg. Maar Twan komt niet zo vaak aan de bak.”

Wie moeten jullie in de gaten houden in de sterke Poolse formatie?

“Het wordt moeilijk om hun opposite Lukasz Kaczmarek lam te leggen. Kapitein Alexsander Sliwka op receptie-hoek is één van de dragende elementen in de Poolse nationale ploeg. En ik kijk ook uit naar de inbreng van hoekspeler Adrian Staszewski (ex-Asse-Lennik en Lindemans Aalst). Ik heb enkele seizoenen met hem samen gespeeld. Adrian kan het verschil maken met zijn snoeiharde opslag. Hij is een heel degelijke speler, die weinig fouten maakt. In de nadagen van zijn carrière staat hij niet zo vaak meer in de basis. Toch wil ik hem nog een keer aan het werk zien. Ik redeneer zo: elke wedstrijd moet gespeeld worden, we zien wel wat het wordt.”

De derde plaats is wellicht voor jullie het maximum. De ‘beste derde’ krijgt nog een kans om de kwartfinales te halen.  Dat lijkt me de grote uitdaging voor Decospan.

“Het CEV heeft het format inderdaad veranderd. Er is veel commotie rond. De vijf poulewinnaars zijn meteen kwartfinalist. De vijf ‘beste tweedes’ en de ‘beste derde’ (zes teams) spelen onderlinge barrages voor de drie resterende tickets voor de kwartfinales. Voor ons wordt het een hels karwei om door te stoten. De laatste acht halen, zou een droomresultaat zijn. De kwalificatie was in het verleden als zeer moeilijk. En dat wordt er in de toekomst niet eenvoudiger op.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: CEV e.a.