Athanasios ‘Sakis’ Protopsaltis: “Woensdag met Maaseik naar achtste finale CEV Cup”

 In de vaderlandse competitie gaf VC Greenyard Maaseik tegen zijn zin al vijf puntjes weg. In de Tomabelhal tegen gastheer Roeselare (3-1) en in twee winnende vijfsetters tegen Caruur Gent en verrassend ook tegen Borgworm. In die laatste wedstrijd woekerde de Grieks-Cypriotische springveer Athanasios ‘Sakis’ Protopsaltis (29) met zijn krachten op receptie-hoek. Hij heeft een snoeiharde jumpopslag en hij legde offensief winnend aan voor vijfentwintig punten. Sakis zou zijn team zo behoeden voor een tweede nederlaag. Maaseik prijkt nu in het zog van leider Caruur Gent en regerend kampioen Knack Roeselare op de derde plaats. Zeker niet onaardig. De bijzonder sympathieke aanvaller die Protopsaltis is – een man met veel ‘naturel’, heel spontaan – zet woensdag zijn zinnen op een tweede Europees succes in de return van de 1/16de finales tegen het Kroatische Mladost Zagreb. “Onze 0-3-uitzege oogt goed en doet het beste vermoeden. We blaken van vertrouwen. Maar ik steek toch even waarschuwend mijn vingertje op. In die optiek volg ik onze coach Fulvio Bertini. De volgende ronde is nog niet binnen. Onderschatting is uit den boze”, aldus de technisch zeer sterke aanvaller met een aanvalshoogte van 3m45 en een blokhoogte van 3m25. “Mijn Servische manager bracht me voor één seizoen onder bij Greenyard Maaseik. Ik ben met mijn gat in de boter gevallen. Bram Van den Dries en Vital Heynen hebben me een heel toffe club aangeraden.”

Kan je iets vertellen over jouw afkomst en die van jouw familie?  

Protopsaltis: “Ik kom uit het Cypriotische Limassol. Ik heb een jongere broer Alexander (19), die volley speelt als hobby bij VC Melissia, ten noorden van Athene. Dat ik zelf professioneel volleyballer ben geworden, is vrij logisch te verklaren, hoewel ik van mijn negende tot mijn zestiende levensjaar voetbalde in Cyprus. Maar voetbal was niet helemaal mijn ding. Daarom die switch naar de zaal. Mijn beide ouders speelden aan de nationale en internationale volleytop. Vandaar dat ik in hun voetsporen ben gestapt.’  

Zij blonken allebei uit in het volleybal?  

“Mams was een van de beste speelsters ooit in Griekenland. Ik overdrijf niet. Ze was kapitein bij Panathinaikos Athene en won liefst acht landstitels. Mijn vader acteerde voor verscheidene ploegen, ook op internationaal niveau. Met Panathinaikos won hij één titel. Als ik dat goed heb. Mams en paps leerden elkaar trouwens kennen op de club, waar ik ook altijd terecht zou kunnen. Als ik geen nieuwe ploeg kon vinden, kon ik altijd naar Panathinaikos terug. De deur stond altijd voor mij open. Het is tweemaal gebeurd dat ik teruggekeerd ben. Ik ben overigens een hondstrouwe familieman. Ik heb vijftien tattoos op mijn lichaam laten tekenen, die allemaal verwijzen naar familieleden en sport.”  

Je vriendin Natalia Metaxa speelt trouwens momenteel bij Panathinaikos.  

“Ja. Met haar lengte (1m85) fungeert Natalia (30) in Athene als middenblokster.  Wij zijn al acht jaar samen. Het positieve is dat ze zelf topvolleybal speelt en me heel begripvol alle sportieve ruimte gunt. Zij weet hoe het er in de topsport aan toegaat. Dat is een groot voordeel in onze relatie. We houden intens contact via Facetime en andere kanalen. Ik ben geen tv-kijker, maar mijn hobby draait om videogames. Het team van Natalia staat op de vijfde plaats in de League. Natalia houdt voor later al een diploma in educatie achter de hand. Zelf deed ik nog geen hogere studies. Het is er nooit van gekomen. Ik ben dat absoluut wel van plan na mijn carrière in de sector van sportwetenschap of management. Aan beachvolleybal doe ik niet, omdat dat moeilijk te combineren valt met de Griekse nationale ploeg. En Hellas krijgt mijn voorkeur.”

Je startte jouw carrière in Cyprus bij Famagusta, ook bekend van het voetbal.  

“Inderdaad. Ik werd met VC Anorthosis Famagusta twee keer kampioen van Cyprus. Een goed begin. We konden concurrent Pafiakos wegblazen. Ik trok dan naar het vasteland, naar Panathinaikos Athene, de succesclub van mijn ouders. Ik kon steunen op een super goede connectie met het bestuur. Als mijn toekomst niet duidelijk was, werd ik er met open armen weer ontvangen. Ze gaven mij de prioriteit. Een heel mooie geste. Ik ben de mensen er zeer dankbaar voor.”  

Met Kifissia Athene haalde je de bekerfinale en de halve finale van de play-offs. Panathinaikos schonk je een tweede kans voor een nieuwe passage. Tot je in 2015 onderdak vond bij Narbonne in de Franse Pro A.  

 “Mijn Franse team brak helaas weinig of geen potten. Na één seizoen hield ik het voor bekeken. Gelukkig kon ik toehappen voor een andere uitdaging bij het Duitse VfB Friedrichshafen. Dat zal bij jou een belletje doen rinkelen. VfB werd getraind door ene … Vital Heynen. Die keuze voor VfB had een grote impact.”  

Te begrijpen hoor. Een klepper als Heynen had op jou het effect van een ‘coup de foudre’?   “Heel zeker. Ik heb van hem bijzonder veel opgestoken. We pakten drie Duitse Supercups en evenveel bekers. Mijn voordeel was en is dat ik me heel vlot aan allerlei situaties kan aanpassen. Ik ben een eenvoudige goedlachse jongen. Geen kapsones. Met de illustere Heynen, de pure perfectionist, kon ik trainen bij één van de beste leermeesters in de wereld. Ik begreep al vrij snel zijn concept. Er zit een schitterende en zeer doordachte methodiek achter.”

Kan je stellen dat hij jouw carrière een forse boost heeft gegeven.   “Ik wou het net zeggen. Hij beoefent ‘mastermind’ in zijn tactische aanpak en kan een speler en een team mentaal ijzersterk maken.  Ja, Vital Heynen heeft toch een heel speciale plaats in mijn hart. In 2017 werd ik als bekroning uitgeroepen tot MVP van de Duitse Bundesliga. Een hele eer. Zonder de input van coach Heynen zou ik nooit zo ver gekomen zijn als waar ik nu sta. Ik heb op allerlei vlakken vorderingen gemaakt. Niet alleen sportief, maar ook maatschappelijk en als mens ‘tout court’.”  

In 2019 speelde je één seizoen in de Poolse Plusliga bij Radom. Niet zo ver van Warschau. Je koos dan weer voor Griekse ploegen. Met Foinikas Syros en met Panathinaikos, voor jouw derde passage in hoofdstad Athene.  

“In Polen eindigde ik op de vijfde plaats. Het virus COVID-19 verstoorde de competitie en veroorzaakte een schokgolf in de wereld en in de sport. Ik heb ook een besmetting opgelopen. Maar wonderwel was ik er niet echt ziek van. Behalve dan een duidelijk smaakverlies. Met Foinikas, op het eiland Syros (Cycladen) werd ik vicekampioen en pakte ik de beker van de Liga. In Griekenland kan je namelijk drie prijzen veroveren: de landstitel, de Griekse beker en de beker van de Liga.  Bij Panathinaikos genoot ik van het gezelschap van Bram Van den Dries. Een jongen van goud. Ik mocht tegen rivaal Olympiacos de landstitel op mijn palmares bijschrijven en andermaal de beker van de Liga. Zonder Bram zat ik misschien niet in Maaseik. Haha: hij vertelde bijzonder veel goeds over de club. Ik moet zeggen dat het beeld dat Bram schetste in overeenstemming is met de realiteit. En ook Vital Heynen heeft me zeer positieve tips gegeven.”  

 Ondertussen maakte je jouw opwachting bij de Griekse nationale ploeg. Je begon bij de U19.

 “Ja, ik ben trots op mijn status van Grieks international. Onze laatste grote bijdrage was het EK 2021 in Polen. In een poule tegen het gastland, Servië, Oekraïne, België (onder bondscoach Fernando Munoz) en Portugal. België won in de poule één van vijf wedstrijden, wij helaas geen enkele. Ik fixeer nu mijn ambitie op het EK 2023, waarvoor Griekenland reeds gekwalificeerd is. De loting wordt op 16 november gehouden in Napels, zowel voor het EK ’23 mannen als vrouwen.”  

Je wordt vooral omschreven als een technisch zeer handige speler? En je hebt ook veel kracht. Men noemt je ‘Grieks dynamiet’.  

“Dat kan kloppen hoor. Ik voel me geflatteerd. Ik ben op de positie receptie-hoek duidelijk een acteur met minder gestalte dan gewoonlijk. Men zet vaak tweemetermannen op die positie, maar ik ben niet eens 1m90. Mijn veerkracht doet in feite wonderen. Ik heb ook veel technisch vermogen in mijn mars. En ja, ‘power’ is geen probleem. In sommige wedstrijden sloeg ik meer dan vijf aces. Laatst tegen Borgworm liet ik vijfentwintig punten optekenen, weliswaar in een partij over vijf sets.”  

Met jouw transfer naar Maaseik ben je aan de slag bij jouw tiende ploeg, jouw vierde club in het buitenland. Vind je het leuk in Limburg? “Het valt allemaal reuze mee. Ik ben overigens niet de man met veel ster- of vedette-allures. Maaseik is een rustig stadje, het is Athene niet. Geen probleem. Ik vind mijn draai wel. Ik ben al goed ingepast in de club en de Liga kent me ook al, want er werden me al enkele awards als MVP toegekend. Ik deed al enkele uitstapjes met de auto naar het Duitse Aken en naar het Nederlandse Maastricht. De moeite waard om te bezoeken. De Belgische keuken is overigens ook allerminst een probleem. Ik wil je wel verklappen dat ik een keer per week naar een Grieks restaurant trek. Tzatziki, gemaakt van yoghurt en knoflook, en ook gyros (vleesgerecht) zijn een ‘must’ op het menu.”

Ervaar je een opvallend verschil tussen het land België en Griekenland?   (lacht) “Ik zie dat er in België een surplus aan discipline heerst. Maar hier gelden ook veel meer regels en nog meer ‘regeltjes’ dan in Griekenland. Bij ons gaat het er iets ruiger aan toe. Misschien spontaner, met meer ruimte voor improvisatie.”

Is er ook een verschil tussen VC Greenyard Maaseik en een topclub in Griekenland?  

“VC Greenyard blinkt uit door zijn uitermate degelijke structuur en zijn schitterende organisatie. Alles is letterlijk tot in de puntjes geregeld. Ik zeg niet dat de Griekse clubs niet georganiseerd zijn, dat mag je me niet in de mond leggen, maar toch (nog) niet op Belgisch niveau.”

We willen met jou uiteraard ook het Europese luik aansnijden. Met de return in de 1/16 finales van de CEV Cup tegen het Kroatische Mladost Zagreb. Vorige week drukten jullie 0-3 winst af. Weliswaar met twee scherpe setstanden. De uitslag luidde 0-3: 23-25, 16-25 en weer 23-25. Wat leer je daaruit?  

 “Dat overmoed en onderschatting niet in ons rijtje mogen passen. Zagreb is zeker geen slappe kost. Ze kunnen heus wel wat. Ik maak me altijd de bedenking, dat je een ogenschijnlijk gemakkelijke opdracht toch nog naar de bliksem kan helpen. Bijvoorbeeld door nonchalance. Het is een boutade, maar elke wedstrijd moet gespeeld worden. We hebben twee sets nodig, we staan in theorie met één been in de achtste finale. Maar ik wil de return niet minimaliseren. Ik heb voor elke tegenstander respect. Toch wil ik duidelijk stellen, dat de grootste druk bij de Kroaten ligt. Al wil ik niet speculeren op een ‘golden set’. Neen, neen: we moeten het met de steun van onze fans eerder afmaken.”  

 In de volgende ronde wacht dan Amriswil uit Zwitserland of het Servische Partizan Belgrado. Welke tegenstander heeft jouw voorkeur?   “De Zwitsers wonnen heen in eigen huis met 3-2. De terugwedstrijd kan alle kanten uit. Liefst kruis ik de wegen van Partizan. Naar verluidt hebben zij een hevige en zeer luidruchtige achterban. Dat geeft een emotioneel Grieks getint sfeertje. De perfecte coulisse voor mij om een topprestatie af te leveren.”    

ONDER VOORBEHOUD – Woensdag 30/11: 1/8ste finales CEV Cup. Heenmatch uit tegen winnaar van Amriswil (Zwi)-Partizan Belgrado (Ser).

ONDER VOORBEHOUD – Woensdag 14/12:  1/8ste finales CEV Cup. Return in de Steengoed Arena tegen de winnaar van Amriswil (Zwi)-Partizan Belgrado (Ser).    

Tekst: Leo Peeters