“Ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken.” Aan het woord is Kristof De Loose (47), geboren in Etterbeek en kort inwoner van Jette, maar momenteel als vader van een dochter en een zoon al meer dan dertig jaar wonend in Meise. Hij is van opleiding onderwijzer, maar na een periode van detachering is Kristof sinds vorig jaar in vast dienstverband getreden als DSKO, ‘directeur sportkaderopleidingen’ bij Volley Vlaanderen. Met een kantoor op het Eurovolleycenter EVC in Vilvoorde.
In de functie van DSKO volgde hij Brecht Van Kerckhove op. Kristof is verantwoordelijk voor alle trainersopleidingen. Daarnaast is de organisatie van bijscholingen voor alle trainers, al dan niet gekwalificeerd, ook een van zijn focuspunten.
Met ‘Volley United’ brengt hij de expertise van Volley Vlaanderen en Volley Belgium naar de CEV en de concullega’s van volleybalfederaties in Europa en andere continenten. Hij is samen met Joeri Van de Wiele en Hanne Claessens voor de federatie ook het aanspreekpunt qua ‘integriteit’. “Ik word regelmatig gevraagd voor ‘incentives’ in bijvoorbeeld Denemarken, Oostenrijk, Slovenië en zelfs in Senegal. Die internationale contacten ervaar ik als bijzonder verrijkend.”
Kristof De Loose trad als speler aan bij VC Meise en VC Wolvertem. Later bouwde hij in Meise aan een carrière als trainer. Hij startte de jeugdopleiding in Wolvertem op. En was actief in Londerzeel en Kruikenburg. Op dit eigenste moment is hij hoofdzakelijk jeugdtrainer bij Grivok Grimbergen en trainer van de dames B. Hij wil voor ons het thema ‘nieuwe trainersstructuur bij Volley Vlaanderen’ belichten. “Ik doe dat bij voorkeur in drie schuifjes”, zo stelt hij. “Ten eerste: hoe waren de opleidingen georganiseerd voor corona? Ten tweede: hoe evolueerden de opleidingen tijdens corona? Ten derde: hoe ziet de nieuwe trainersstructuur er uit?”
A. De opleidingsstructuur voor corona: vier niveaus
Kristof De Loose: “Tot aan de eerste coronagolf in het voorjaar van 2020 verliep die opleiding via een vrij eenvoudige structuur. Er golden vier niveaus qua trainersdiploma: initiator, instructeur B, trainer B en trainer.
- Diploma van initiator
Dan begeleid je jeudspelers tot 12 jaar. De doelgroep van 4 tegen 4 bij U11 en U13. Binnen dat verhaal komt aan bod: hoe leer ik training geven aan de hand van een aantal bouwstenen? Zoals in welke omgeving (sporthal) gebeurt dat? Met ook aandacht voor de jongeren zelf: aan wie geef ik nu training? Is dat een homogene of heterogene groep? Hoe klein of groot is het aantal sporters? Hoe ga ik doelgericht te werk? Niet via losse oefeningen, maar vanuit een duidelijke aanpak.
Een doelstelling bijv. is bovenhands spelen over een korte en een lange afstand. Welke methode hanteer ik? Hoe zorg ik voor leuke en dynamische oefeningen en kan ik in de oefeningen veel variatie aanbieden? Maak ik die oefeningen soms moeilijker of gemakkelijker en omgekeerd? Het is niet de bedoeling letterlijk uit boeken te kopiëren. Je kan uit publicaties wel een idee nemen. Maar je moet dat dan uitgewerkt in jouw training integreren. Laatste bouwsteen is dat je jezelf in vraag stelt: wie ben ik, hoe motiveer ik mezelf en de spelertjes? En hoe zorg ik ervoor dat ze kunnen volleyballen in een veilige omgeving.
Voor de opleiding als initiator hanteren we verscheidene formules. In een volle week cursus of in de weekends. De duur bedraagt 77 lesuren. Wij zorgden jaarlijks voor 12 cursussen in de Vlaamse provincies. Op dit ogenblik zijn we actief in Gent, Hasselt en Kortessem. Wij zoeken geïnteresseerde clubs op, anderzijds kunnen clubs (zie gegevens onderaan dit artikel) zich ook tot ons wenden om een cursus op te starten.
- Diploma van instructeur B
Het cursusparcours is langer: 125, 5 uur. Bedoeld voor jeugd ‘6 tegen 6’ (U 15, U17, U19) en voor senioren op promoniveau (provinciaal). De lessen gaan over een andere materie: allerlei technieken als stand van de handen, ellebogen en voeten, worden in detail beschreven. Er is heel veel aandacht voor foutenanalyse. Wat kan er allemaal fout lopen, hoe ga je om met fouten, hoe verminder je foutenlast? Remediëring van foutenlast is een hot item. Elk seizoen organiseren we zelf twee tot drie cursussen.
- Diploma van trainer B
We boden gemiddeld één cursus aan. De kandidaat wil trainer worden in derde en tweede nationale. Hoofdzaak is de benadering van diverse tactische aspecten. Verscheidene ploegtactieken komen aan bod. Hoe organiseer ik mijn team op zijn best? Hoe organiseer ik optimaal het blok en de verdediging. Er is ook tijd voor de bespreking van mentale en conditionele aspecten. En voor scouting.
- Diploma van trainer A
We organiseren één lesgang om de x-aantal jaar. De kandidaten willen trainer worden in eerste nationale of bij de ploegen in de Liga. Wat komt aan bod? Alles wat in de cursus ‘trainer B’ is aangehaald, wordt tot in detail bestudeerd en uitgespit tot op het bot.
- B. De opleidingsstructuur tijdens corona
We laten opnieuw Kristof De Loose aan het woord.
Alle fysieke opleidingen werden gestopt. Maar we zijn niet bij de pakken blijven zitten. Het alternatief was onze intensieve werking ‘online’. Veel met videobeelden, alleen de theorie werd aangebracht. Het gedeelte praktijk moesten we uitstellen. Toch hebben we tot onze tevredenheid veel cursisten een kans kunnen geven. Zeker op het niveau van initiator, zodat dat publiek al van start kon gaan. Onze aanpak werd alleszins stevig gewaardeerd.
Op een bepaald moment moesten we ook praktijklessen kunnen organiseren. Daarvoor kozen we voor een heel persoonlijke aanpak. Kandidaten konden soms taken inleveren, anderen wensten een kort of een langer uitstel. Wanneer kandidaten om uiteenlopende redenen een taak niet tijdig konden indienen, werd gekeken op wellke termijn ze een kort of langer uitstel konden krijgen. Het invullen van die opties was een heel intensief werk, omdat we bij de uitbraak van corona 45 lopende cursussen hadden, die dan plots op een alternatieve manier vervolgd moesten worden. Geen sinecure.
We hebben, al zeg ik het zelf, keihard gewerkt: 39 cursussen werden afgehandeld, toen de pandemie afzwakte door de vaccinaties. Nu zijn er nog 6 van de 45 cursussen lopend. Zo hebben we het verleden bijna volledig ingehaald. We hebben die intensieve periode van ‘coronacursussen’ bijna… en hopelijk definitief achter de rug.
- C. De nieuwe opleidingsstructuur (2 + 3)
In januari 2023 gaat de nieuwe opleidingsstructuur van start. Die omvat twee grote delen: je maakt een keuze voor de ‘participatiecontext’, gericht op jeugd. En het tweede deel speelt zich af in de ‘prestatiecontext’, gericht op senioren.
- Je wil trainer worden in de participatiecontext. Het gaat om twee niveaus
Participeren betekent ‘deelnemen’. Elke jongere zonder enig onderscheid moet volleybal kunnen en mogen spelen. Voor dit niveau komt bovendien ook de G-Sport in aanmerking. Mensen met een beperking moeten alle mogelijkheden krijgen om te participeren in de volleybalsport. Positief: de G-Sport gaat stap per stap, langzaam maar zeker, elk jaar vooruit.
A. Diploma van initiator
Het diploma ‘iniator’ blijft de eerste stap. Bedoeld voor jeugd, 4 tegen 4. Met twee grote verschillen in vergelijking ‘voor corona’: de lesduur is ingekort van 77 tot 61 uren en het vroegere praktijkexamen valt weg. In de plaats komt een systeem van ‘permanente evaluatie’. De cursist leert het zelfstandig begeleiden van sporters (kinderen tot 12 jaar) in een sportclub of een andere sportieve omgeving. De jongeren situeren zich in de LTAD-ontwikkelingsfasen: ‘active start’, ‘FUNdamentals’ en ‘Learn tot train’.
B. Diploma van instructeur
Nog in de participatiecontext kan je het diploma ‘instructeur’ behalen. Bedoeld voor jeugd, 6 tegen 6. De lesduur is 126 uur. Wat valt op: de B in de benaming is weggevallen. De cursist leert naast de algemene doelstellingen in te staan voor het trainen en begeleiden van recreatieve en/of competitieve volleyballers (jongeren, adolescenten en volwassenen), rekening gehouden met de ontwikkelingskenmerken van de doelgroep en de ontwikkelingslijn van het volleybal, om de spelers de leerdoelen te laten bereiken en ze te laten doorstromen naar een hoger niveau via aangepaste sporttechnische en -tactische trainingsopbouw.
Met dit diploma heb je als cursist de participatiecontext afgerond.
- 2. Je wil trainer worden in de prestatiecontext. Het gaat om drie niveaus:
- A. Diploma van trainer C (nieuw)
Is meer gericht zoals de benaming het zegt op prestaties. Er is een nieuwe cursus aangemaakt. Lesduur: 91 uur. Met het statuut van ‘trainer C’ word je bevoegd om training te geven aan senioren op promoniveau (provinciaal). Dus in een georganiseerde sportstructuur. Het gaat om de ontwikkelingsfasen: ‘learn tot train’, ‘train tot train’ en ‘train to compete’.
Het vroegere statuut van ‘instructeur B’ is opgesplitst in twee diploma’s: ‘instructeur’ (zonder die B) en ‘trainer C’.
Belangrijk: stel dat je geen jeugdtrainer wil worden (actief in de 2 niveaus van de participatiecontext) dan kan je vanaf 2023 starten op het niveau van trainer C. Dan kies je prestatiegericht om senioren de kneepjes van het volleybalspel bij te brengen.
- B. Diploma van trainer B
De lesduur is bepaald op 170 uur. De kandidaat leert in te staan voor het trainen, coachen en vervolmaken van competitieve volleyballers (jongeren, adolescenten en volwassenen) tot op het nationale niveau. Doel is sporttechnisch en -tactisch door te stromen naar een hoger niveau met hogere prestatiedoelen.
- C. Diploma van trainer A
Dit diploma vraagt een investering van 307 uur. De cursus focust op de doorstroming naar het internationaal hoogste niveau. De trainer kneedt tactisch, conditioneel en mentaal spelers die echte topprestaties kunnen afleveren.
EXTRA
Bijkomende diploma’s in het beachvolleybal
Kristof De Loose is ook geboeid door de gestage groei van het beachvolleybal. Hij is blij met de aanstelling van Dries Koekelkoren als beachcoördinator bij Volley Vlaanderen. “We werken aan nieuwe cursussen. Ze zijn nog in voorbereiding. Het gaat om twee modules: initiator beachvolleybal en trainer B beachvolleybal. De initiator begeleidt beginnende en/of recreatieve beachvolleyballers via technische en tactische trainingssessies. Als trainer B train, coach en vervolmaak je competitieve beachvolleyballers tot op het nationale niveau. Bedoeling is de spelers mogelijk nog te laten doorstromen naar een nog hoger niveau. “We moeten overigens voortdurend openstaan voor vernieuwingen en dus aanpassingen. De inhouden van de cursussen kunnen altijd wijzigingen ondergaan”, weet De Loose.
Bijscholingen via webinars
De job van Kristof De Loose is bijzonder intensief. “Ik sta ermee op en ik ga ermee slapen”, lacht hij.
Onder zijn functie als DSKO valt ook de organisatie van workshops en bijscholingen. Dat gebeurt heel vaak via zogenaamde ‘webinars’, die in internationaal verband verlopen. “We krijgen veel waardering vanuit Nederland, Polen, Turkije, Denemarken, Slovenië en andere landen. Onze webinar met de befaamde trainer Giovanni Guidetti kon rekenen op een geweldige buitenlandse deelname.
Wat is het voordeel? We doen kennis op over de aanpak in het buitenland. Dat is een meerwaarde voor onze werking – ik leer nog elke dag bij – en biedt een kans om een ruim netwerk uit te bouwen. Zo komt de Oostenrijkse selectieheer Roland Schwab naar ons land. Hij is de opvolger van Jan De Brandt. De heer Schwab zal een aantal topics aankaarten. De leerlingen van de topsportschool doen hun voordeel, omdat ze met de man een praktijksessie zullen meemaken.”
Kristof De Loose: “Ik ben de link tussen Volley Vlaanderen en de Vlaamse trainersschool, die alle cursussen organiseert. Hans Ponnet is het overkoepelende afdelingshoofd van de sportkaderopleidingen. Ik vind het fijn dat cursisten hun eigen ideeën aanbrengen. Daar kan ik vaak verder mee aan de slag. Over alle niveaus heen beschikt Volley Vlaanderen over een zestigtal docenten. De grote namen zijn Dominique Baeyens en Gert Vande Broek. Voor inwijding in ‘scouting’ is Marnix Acar de perfect geknipte docent.”
| Voor meer info Kristof De Loose, +32 2 257 16 29 (tijdens werkuren) |
| kristof.deloose@volleyvlaanderen.be |
| www.volleyvlaanderen.be |
Tekst: Leo Peeters
Foto’s: Kristof De Loose
