Energieproblemen in het volley: “Dankzij Corona geleerd om creatief te zijn”

Goed nieuws: de gasprijzen zijn sinds kort enorm gedaald. Maar gaan wij die daling ook terugzien op onze energiefactuur? Het is een vraag die niet alleen bij heel wat Vlaamse huishoudens op tafel ligt, maar ook bij diverse volleybalclubs. Van Liga A tot nationale 1, van mannen- en vrouwenploegen tot opleidingscentra, van topklassers met de grootste werkingsbudgetten van het land tot amateurclubs die teren op de welwillendheid van hun lokale gemeenschap: overal kijken ze met argusogen naar de recente ontwikkelingen op energieniveau.

Want ook al blijkt na onze rondvraag dat de gecontacteerde clubs nog geen zwarte sneeuw zien, in het huidige klimaat kan het niet anders dan dat er slachtoffers zullen vallen.

Om tot deze vaststellingen te komen, spraken we met een aantal bestuurders en beheerders op diverse niveaus met als algemeen vertrekpunt: zou het echt zo erg gesteld zijn met de financiën van de clubs zoals Dirk Specenier, algemeen directeur van Roeselare, afgelopen zomer liet optekenen?

Bij de landskampioen hebben ze vermoedelijk al meer dan eens de rekening gemaakt en komen ze voor dit seizoen op een meerkost van zomaar eventjes 100.000 euro door de stijging van de brandstofprijzen, energiefacturen en cateringkosten. De West-Vlamingen proberen dit op creatieve wijze te compenseren door hun spelers te sensibiliseren (bijvoorbeeld met de fiets naar de training i.p.v. met de clubwagen) en door de verwarming een graadje of twee lager te zetten.

“Of wij er ook aan hebben gedacht om te besparen op de verwarming? Gelukkig is het nog niet echt koud geweest en heeft onze installatie nog niet moeten draaien. Laat ons dus maar hopen op een zachte winter. Ik denk dat die voor veel clubs welkom zal zijn”, lacht Maaseik-manager Dieter Leenders (43) eerder groen. Al dertien jaar waakt hij mee over het beleid van de Limburgse topclub, naar eigen zeggen als ‘een goede huisvader’.

“De extra kosten die we nu plots te slikken krijgen? Niemand had dat kunnen voorspellen. Wat we nu meemaken is uitzonderlijk, ook al beheren wij bijvoorbeeld zelf onze zaal. Gelukkig hebben we bij de opening in 2008 meteen 1000 zonnepanelen geïnstalleerd, dus we zijn op een zeker niveau best wel gewapend tegen de stijgende energieprijzen. Onze verwarming loopt wel via gas, want destijds was dit de beste optie.

Gelukkig hebben we ook een prima computergestuurd systeem dat zo zuinig mogelijk omspringt met energie, maar daarnaast heb je natuurlijk ook de appartementen van de club waar onze spelers wonen. Op dat verbruik hebben we natuurlijk minder controle, maar hier rekenen we toch ook op hun verantwoordelijkheidsgevoel. We sensibiliseren de spelers sowieso elk seizoen dus ze weten dat ze bijvoorbeeld bij Europese wedstrijden ervoor moeten zorgen dat ze alle lichten enzovoort uitdoen.

Van de spelers verwachten wij dat zij zich net zoals het management als een goede huisvader gedragen en bijvoorbeeld minder lang douchen. Al kunnen we het water van onze boiler niet op een lagere temperatuur zetten. De standaardwaarde moet verplicht op 60 graden staan als bescherming tegen bepaalde bacteriën.”

Wat de exacte impact zal zijn op de energiefactuur bij Maaseik is voorlopig nog onduidelijk, want de jaarafrekening valt er pas binnen enkele maanden in de bus. De gevolgen voor het werkingsbudget daarentegen zijn wel gekend.

“We hebben natuurlijk zelf al wat zitten rekenen en bij aanvang van dit seizoen hebben we voor ons energieverhaal toch de helft meer budget voorzien. Ook al is dit budget geen vastliggend gegeven, maar eerder iets dat leeft”, aldus nog Leenders.

“Ik bedoel daarmee dat we dit continu evalueren. Of dit gevolgen heeft voor ons sportief budget? Kijk, we komen al uit een moeilijke periode, maar dankzij Corona hebben we geleerd om creatief om te springen met crisissituaties. Het water staat bij wijze van spreken altijd aan onze lippen, dat is inherent bij volleybalclubs. Wij beseffen ook wel dat we niet meer de inkomsten zullen vergaren van vijf jaar geleden, al is het vandaag zeker niet dramatischer dan drie jaar geleden. Wij blijven dus zoeken naar opportuniteiten om te besparen. Daarom zullen we binnenkort overschakelen op ledverlichting.”

“Of we nog op andere zaken zullen besparen? Op verwarming kunnen we dit niet doen. Integendeel, misschien moeten we dit zelfs promoten en zeggen dat de mensen zich gratis kunnen komen opwarmen in de Steengoed Arena. Indien het echt winter wordt, moeten we sowieso verwarmen, of dit nu voor 10 of voor 1000 supporters

is.

Weet je dat ik onlangs nog contact heb gehad met Dirk Specenier van Roeselare? Hij vroeg me hoeveel een pintje bij ons kostte. Wel, wij hanteren een prijs van 2,5 euro en die is marktconform. Niet vergeten dat wij geen regionale voetbalclub zijn en met officieel horecapersoneel moeten werken. Ons lidgeld is trouwens al vijf jaar hetzelfde, mede door de extra activiteiten en sponsors. Op dit moment betalen onze jeugdleden omgerekend zo’n 1,3 euro per uur om te volleyballen. Spotgoedkoop denk ik dan, want we moeten daarvan zowel onze trainers als infrastructuur betalen. Maar goed, deze oefening maken we continu en we zullen dat blijven doen, als een goede huisvader.”

“Onze energiekosten zijn maal tien gegaan”

Bij Amigos Zoersel, één van de betere opleidingsclubs die ons land rijk is, spreken we natuurlijk van andere budgetten, maar daarom is de dreiging van de stijgende energieprijzen er niet minder groot. “Sinds we niet meer uitkomen in Liga A, het seizoen vlak voor de uitbraak van Corona, moeten we de economische realiteit onder ogen durven komen en die ziet er nu eenmaal niet rooskleurig uit”, trapt voorzitter Claude Holvoet (52) een open deur in.

“Als eerstenationaler moeten wij overleven dankzij onze jeugdspelers zoals bijvoorbeeld een Jolan Cox of Jeroen Oprins. Als wij bijvoorbeeld een nieuwe sponsor binnenhalen, gaat er één derde naar de mannenploeg, één derde naar de vrouwenploeg en één derde naar de jeugd. De club bestaat dit seizoen exact 50 jaar en onze sporthal, waarvan we zelf eigenaar zijn, is amper 10 jaar geleden gebouwd. Ons dak ligt dus vol met zonnepanelen en toch zijn onze energiekosten maal tien gegaan. Ik ben bezorgd.”

“Let op, we kunnen zeker nog wel een tijdje doorgaan, maar het is ook bijna twee voor twaalf. Ik bedoel daarmee dat we in actie moeten schieten om deze crisis te lijf te gaan. Gelukkig zitten we met de gemeente op dezelfde golflengte en komen ze binnenkort een energiescan uitvoeren. Op basis van die resultaten zullen we overgaan tot bepaalde investeringen. We kunnen niet anders als je alleen al 85.000 euro aan gas moet betalen. Gelukkig waren we in 2018 al overgeschakeld op ledverlichting, maar we zullen nog op zoek moeten gaan naar duurzame alternatieven.

Veel licht in lege zalen…

Hoe we dit allemaal proberen te compenseren? We zijn bijvoorbeeld gestopt met het betalen van een vast loon aan de spelers van de eerste ploeg. Ze krijgen wel nog een winstpremie, eten voor de wedstrijd, een gratis fitnessabonnement en drie trainingen van topniveau. Was het leuk om deze beslissing te nemen? Natuurlijk niet, maar op een bepaald moment moet je keuzes maken. Daarom hebben we ons sportief beleid herschreven. Met de vrouwen willen we graag naar Liga A, maar onder de huidige voorwaarden zal dit met de mannen niet meer lukken.”

Bij amateurclubs in het voetbal horen we dan weer dat kinderen niet meer mogen douchen. Zou deze lijn ook doorgetrokken worden in het volleybal? “Ik weet niet of dit ons vooruit zal helpen. We hebben dit op bestuursniveau zeker al besproken, maar we moeten rationeel blijven. Het is een stap die we op korte termijn zeker nog niet zullen zetten”, aldus nog Holvoet. “We zijn trouwens ook niet van plan om het lidgeld duurder te maken. We zijn en blijven een familieclub en leven van onze vrijwilligers. We blijven in hen investeren, omdat we van hen ook iets terug vragen. Vanaf een bepaalde leeftijd moeten onze jeugdspelers bijvoorbeeld komen tappen tijdens wedstrijden of ballen komen rapen. We proberen wel gewoon meer activiteiten te organiseren, zeker nu het WK voetbal eraan komt. Onze buffer is er eentje van menselijk kapitaal en dat moeten we in ere houden.”

“Afwachten wat de winter in petto heeft”

Begin 2021 moest premier Alexander De Croo nog bijspringen om de vrouwen van Saturnus Michelbeke in de hoogste klasse te houden, maar ondertussen vinden we de fiere Oost-Vlamingen na een snertseizoen terug in eerste nationale. Niet dat de degradatie helemaal uit de lucht kwam vallen, want de club heeft met heel wat tegenslagen te kampen gekregen. Al probeert het nu – weliswaar met een pak buitenlandse meisjes – een herstart te maken, ondanks de energiecrisis ook op financieel gebied een impact heeft.

“Ik zit al meer dan 50 jaar in het volleybal, maar ook ik heb dit nog maar zelden meegemaakt”, aldus voorzitter Karel Van den Berge (69). “We hebben recent een bestelling van mazout geplaatst, dus we hebben nog geen idee wat deze factuur zal kosten, maar we hebben de brandstof nodig voor onze nieuwste zaal die we in 2005 hebben gebouwd. De oude zaal, die dateert uit de jaren ‘70, is ironisch genoeg het probleem niet, omdat we die amper gebruiken en op gas draait. Of we met het openhouden van de nieuwste zaal problemen gaan krijgen? Geen idee, maar het wordt zeker afwachten wat de winter voor ons in petto heeft.”

Maar onafhankelijk van de weersomstandigheden is de club niet van plan om de leden beperkingen op te leggen. “Ondanks het feit dat we alles zelf moeten bekostigen, zijn we bijvoorbeeld zeker niet van plan om de douchekraan dicht te draaien. Al zullen we er misschien wel aan denken om tijdens trainingen minder verlichting op te zetten, aangezien daar toch geen familie of supporters komen kijken. Of we denken aan bepaalde investeringen of duurzame alternatieven? De enige investering die we op korte termijn zouden willen doen, is de vernieuwing van onze zaal. Maar ook dat zal enkel het geval zijn als we kampioen spelen en terug naar het hoogste niveau stijgen. Blijven we in eerste nationale, dan gebeurt er niets.”

“Een luxesituatie die nu als een boemerang terugkomt”

Ten slotte trokken we nog naar de Topsportschool in Vilvoorde, het opleidingscentrum bij uitstek voor onze jonge topvolleyballers in spe. Het internaat huisvest op weekdagen namelijk niet minder dan 51 spelers, wat logischerwijze meteen zijn gevolgen heeft voor de maandelijkse energiefactuur. “51 spelers, dat betekent 25 kamers met elk een eigen douche en daarmee zijn we uniek, want nergens anders in Vlaanderen bestaat er een internaat met eigen badkamers”, weet directeur en beheerder Jan Walravens.

“De afrekening van het verbruik moet nog komen, maar je kan wel voorspellen dat dit niet om te lachen is. Eigenlijk zitten we echt wel met een probleem. We leren onze leerlingen vanaf het begin dat hygiëne belangrijk is en ze dus dagelijks minstens één keer moeten douchen, maar in de huidige omstandigheden is dit niet meer te verantwoorden. Bovendien moeten we rekening houden met de privacy van de spelers en kunnen we hen daar eigenlijk niet echt op controleren. Het is erg om te zeggen, maar waar we vroeger mee konden uitpakken – dat elke kamer zijn eigen douche heeft – moeten we nu gaan herbekijken. De voorbije jaren was dat zeker betaalbaar, maar het is ondertussen een luxesituatie die nu als een boemerang in ons gezicht terugkomt.”

Natuurlijk heeft de Topsportschool ook een bepaalde educatieve visie te volgen. Vanuit dat oogpunt werden zowel de leerlingen als hun ouders al voldoende geïnformeerd en gesensibiliseerd aan het begin van dit schooljaar. “Zelf moeten we natuurlijk ook het goede voorbeeld blijven geven door onnodige kosten zoveel mogelijk in te perken. Want ondanks de trainingszaal in beheer bij Volley Vlaanderen zit en wij het internaat in erfpacht krijgen van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, draaien wij wel zelf op voor de energiefactuur”, aldus nog Walravens.

“Elke kamer telt tot nu toe nog altijd een koelkast, maar dit zou binnen de kortste keren afgeschaft kunnen worden door bijvoorbeeld één groot toestel per verdieping te installeren. Wat we zullen doen met de douches op elke kamer? We denken alvast na of het mogelijk is om bijvoorbeeld een tijdslot in te voeren.”

Tekst: Kenny Hennens