Dokter Stijn Bogaerts over preventie: “Elk pijntje melden aan kine, clubarts, coach”

De hartstilstand van Martin Perin (19), libero bij VC Greenyard Maaseik, was een signaal voor Volleymagazine om stil te staan bij allerlei medische problemen in de sport. Geknipte man om ons te informeren, is Stijn Bogaerts (35) uit Nieuwrode (Holsbeek). Hij rondde met succes een doctoraat af in fysische geneeskunde, revalidatie en legt zijn focus op revalidatie in de sportsector.

Hij is aan de slag op een voor hem ideale plek op het ‘Sportkot’ langs de Leuvense Ring. Hij beschrijft in dit artikel enkele specifieke problemen qua blessureleed in de volleybalsport. Met de grote klemtoon op preventie. ‘Communicatie’ is voor hem één van de sleutelwoorden om gepast in te spelen op diverse problemen.

Stijn Bogaerts is specifiek verbonden aan het Universitair Ziekenhuis UZ Leuven en is ook actief in Pellenberg. Hij is docent aan de faculteit geneeskunde van de KUL. Ook papa van zoontje Ferre (18 maanden jong). Weldra, begin januari 2023, wordt het gezinnetje uitgebreid met een dochtertje. “Een reden voor mij om nog meer qualitytime te vinden voor mijn vrouw die kinesiste is en de kindjes.”

Laten we het eerst hebben over wat Martin Perin, de libero van Greenyard Maaseik, is overkomen: een hartstilstand.

Stijn Bogaerts: “De oorzaak? Elk geval is anders, het kan om een aangeboren verborgen hartaandoening gaan of over een zware hartritmestoornis. Het hart moet mooi gesynchroniseerd pompen. Gebeurt dat niet, dan kan een acuut probleem ontstaan. De meesten voelen het helemaal niet aankomen. Martin Perin heeft zich wel enkele seconden onwel gevoeld, omdat de bloedtoevoer naar de hersenen werd onderbroken. Er is dan geen input meer van zuurstof. Je zijgt dan bewusteloos neer. Zeer snel ingrijpen, is absoluut de boodschap.

Overigens zal Perin zich van de feiten weinig of niets herinneren, omdat er niet langer informatie wordt opgeslagen als je zoiets meemaakt. Dat is misschien ook best zo, anders zou een patiënt voortdurend met nare herinneringen moeten omgaan. Vooral met angst op herhaling. Dat is beslist geen pretje. Een patiënt moet inderdaad de klik maken om het probleem mentaal te overstijgen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Zo zijn er voorbeelden van voetballers die (mét defibrillator) wegens een herhaalde confrontatie met de shocks van het toestel gestopt zijn met topvoetbal.”

Martin Perin heeft een goede bewaarengel gehad. Op die wedstrijd in Aalst kreeg hij onmiddellijk de hulp van Brecht Ingels, een verpleegkundige op intensive care, die toevallig aanwezig was. Ook scheidsrechter Koen Luts, brandweerman van beroep, kon de speler de eerste zorgen toedienen. Zijj hebben een heldendaad verricht.

Je stelt dat zeer snel hartmassage toedienen van levensbelang is?

“Ja, een snelle reactie met ‘basic life support’ via reanimatie is cruciaal. Daarnaast is in sporthallen tegenwoordig meestal een AED-apparaat ter beschikking. Ik geef de raad aan trainers en coaches altijd te checken waar de AED, afkorting voor ‘Automatische Externe Defibrillator’, te vinden is. Dat moet je natuurlijk weten. Dat is broodnodige informatie.

In theorie kan iedereen de AED bedienen. Er is een handleiding voorradig. Je moet het ook durven, maar ja, je moet dadelijk aan de slag, je mag geen seconde aarzelen om de AED aan de gang te brengen. Per minuut dat er niks wordt gedaan, daalt de levenskans exponentieel met verschillende procenten.”

Hoe gaat zo’n AED in zijn werk?

“In het apparaat zitten twee stickers die je op de borstkas van betrokkene moet aanbrengen. Het toestel registreert automatisch of er nog ritme is. Is dat niet het geval, dan zal de AED semi-automatisch een elektrische schok geven. Het toestel detecteert ook of er weer een hartritme is. Dan kan de patiënt naar het ziekenhuis getransporteerd worden. Afhankelijk van de onderliggende oorzaak kan een interne defibrillator (werkt in grote lijnen zoals een externe AED) worden ingeplant.

Over het algemeen is zes weken rust aanbevolen voor het herstel en recuperatie van het lichaam. Er is even geen bloedcirculatie geweest, wat altijd leidt tot een graad van celschade of weefselontsteking. Met het implantaat heeft de patiënt een uitstekende bescherming, mocht het hart nog eens stilvallen. In theorie kan Martin Perin nog aan topvolleybal doen. Er zijn echter ook landen waar sport met zo’n implantaat verboden is,. Een voorbeeld daarvan is Italië. Dat land doet aan een uitermate intensieve screening, ook met echografieën, die in de standaardbehandeling niet worden toegepast.”

Volleybal is niet speciaal belastend voor het hart?

“Neen, niet echt. Er zijn een paar sporten met verhoogd risico. Enerzijds gevechtsporters wegens de rechtstreekse impacten op de borstkas en anderzijds duursporters (ultralopers, triatleten) via graduele overbelasting van het hart in bepaalde gevallen.

Een volleyballer duikt dan wel, maar hij/zij krijgt nooit een rechtstreekse slag op de borst en ook de zuivere duur-overbelasting is beperkt in vergelijking met triatleten. Duursporters krijgen minder te maken met een grote piekoverbelasting, waardoor het hart progressief vervormt en bijjvoorbeeld groter wordt. Op zich is dat niet negatief, maar door die vergroting worden bepaalde zones kwetsbaarder.”

Heel concreet volg jij als consulent de topsportscholen in Leuven en in Vilvoorde op. Ook Asterix Avo Beveren en de nationale ploegen.

“Ja, ik draag mijn steentje bij in een groot multidisciplinair team van coaches, kinesisten en fysical trainers. Iemand als Fons Vranken bezorgt de spelers preventieprogramma’s. Bij problemen komen spelers bij mij terecht voor diepgaander onderzoek en opvolging. We doen bij de start van het seizoen aan ‘screening’ via een vragenlijst over risicofactoren en familiale belasting en voorts activeren we een hart- en longennazicht. Ook het maken van een rust-elektrocardiogram (ECG) behoort tot de mogelijkheden.

Lager spelende ploegen hebben vaak te weinig aandacht voor zo’n screening. Misschien wegens te weinig budget.  Nu ja, de oplossing in zo’n geval is dat je als particuliere speler – als de club je niets aanbiedt – zelf een sportarts raadpleegt voor een sportmedische keuring. Anderzijds moet gezegd worden dat we via deze screening niet elk toekomstig probleem of letsel kunnen voorspellen. Dus honderd procent zekerheid is er nooit.”

Stijn Bogaerts derde van links bij een vroegere selectie Yellow Tigers

Jullie diensten bieden de topsportscholen en de nationale ploegen een uitstekende service.

“Ja, onze sportmedische begeleiding  via het SMAC, het Sportmedisch Adviescentrum, vlakbij het Sportkot in Leuven, steekt heel goed in elkaar. Dat durf ik met de hand op het hart zeggen. Onze atleten krijgen een service die ze niet altijd vinden op andere plaatsen. Ik behandel ook niet-sporters in Pellenberg, maar onze volleybalatleten capteren we bij ons op het Sportkot. Dat is de gemakkelijkste manier van werken.”

PS: Wat het ingrijpen bij een hartstilstand betreft, houdt dr. Stijn Bogaerts een pleidooi voor een verplichte cursus reanimatie vanaf de leeftijd van zestien jaar, hoe je het leven van een patiënt kan redden. Die cursus kan worden gegeven in scholen, maar ook in bedrijven enzomeer.

HOE DOE JE AAN PREVENTIE IN HET VOLLEYBAL?

Nuttige tips van Stijn Bogaerts

Grosso modo ziet dr. Stijn Bogaerts een aantal vaak opduikende  problemen in het volleybal. Hij geeft enkele preventieve tips om blessures te voorkomen

Verstuikte enkels

Preventie: draag een brace, ook als je club het niet oplegt. Studies tonen aan dat een volleyballer meer stabiliteit en bescherming verwerft met een brace.  De schade bij verzwikking zal altijd minder groot zijn met een brace dan zonder. Vergeet daarnaast niet je stabiliserend oefenprogramma, want de combinatie van een brace met oefeningen geeft de grootste bescherming.

Overbelaste kniepezen

Preventie: de sprongbelasting is te groot. Je kan spieren en pezen sterker maken door een juist oefen- en trainingsprogramma te volgen. Belangrijk: heb aandacht voor eventuele kleine klachten. Door die op de juiste manier aan te pakken, o.a. met hulp van een kinesist, kan je vaak erger voorkomen.

Overbelaste knieën

Preventie: een beetje zoals bij overbelaste kniepezen. Doe krachtprogramma’s en stabilisatieprogramma’s.

Overbelaste schouder

Preventie: de schouder is een moeilijk gewricht. Ze wordt door de sportspecifieke bewegingen op een volleybalveld soms extreem zwaar belast. Doe daarom oefeningen om de schouder en de schoudergordel in zijn geheel sterker te maken. Bij jeugdspelers geldt het advies veel  aandacht te schenken aan de slagtechniek en bij uitbreiding aan het correcte gebruik van het hele lichaam bij de slag/smash.

Buikspieren

Preventie:  spierletsels in de buikspieren komen vaak voor. Maar gelukkig genezen kleine scheurtjes vaak geleidelijk aan vanzelf. Wel blijft er altijd een graad van littekenweefsel hangen. De aanpak verschilt van mens tot mens. De perfecte oefening bestaat niet, maar ze moet vooral inspelen op de onderliggende risicofactoren van de betrokken atleet.  

Rugproblemen

Preventie: de klassieke rugpijn (in de volksmond soms ‘lumbago’ genoemd) dient vooral aangepakt te worden via oefeningen die leiden tot een sterker spiercorset rond de rug. In bepaalde gevallen, met effectieve uitstraling (Ischias) is een meer geriche revalidatie nodig. Soms door een inspuiting op basis van cortisone om een verdikte ontstoken zenuw te kalmeren. Vanuit preventief perspectief ligt ook hier de nadruk op een goed uitgebouwd kracht- en stabilisatieprogramma.

Verstuikte vingers

Preventie: het is een moeilijk te voorkomen probleem. Je moet handen en vingers met tape beschermen. Dat is nu net het probleem bij preventie: het risico op een blessure zal door bijv. tape dalen, maar nooit nul zijn.

Dr. Stijn Bogaerts besluit: “De beste preventie is een heel goede communicatie tussen de atleet, de medische staf en het coachend team. Een atleet die een vorm van pijn ervaart, hoe klein ook,  zou dit tijdig moeten melden aan de kiné of de clubarts. De medische staf moet snel ingelicht worden. De coaches kunnen vanuit de medische component dan op de hoogte worden gebracht om zonodig de training aan te passen: minder lange deelname, een oefensessie overslaan, enkel trainen op defense en geen aanval. Anders gaan trainen, kan langere onbeschikbaarheid voorkomen. Een kleine verandering op de training – minder intensief of een beetje ingekort – kan preventief soms een oplossing bieden voor een fysiek probleem.“

Tekst: Leo Peeters

Martin Perin kan normaal zijn carrière verder zetten

De feiten: op 1 oktober 2022 werd de super getalenteerde Maaseikse libero Martin Perin (19) tijdens een oefenduel in Aalst getroffen door een hartstilstand. Hij zakte onverwacht in elkaar. In medisch jargon ben je dan het slachtoffer van een ‘sudden death’, een plots overlijden.

“Het begon in mijn hoofd plots te tollen, maar dan herinner ik me niets meer”, aldus Perin.  “Mijn hart pompte wellicht slecht, waardoor ik te weinig bloed in mijn hoofd kreeg. Ik werd al snel wakker, toen ik voelde dat iemand me aan het masseren was. Ik was een tijdje bewusteloos, maar vraag me niet hoe lang dat geduurd heeft. Het is precies alsof de stekker uit mijn lichaam werd getrokken en gelukkig vrij snel weer werd ingeplugd. De tijd tussen het gebeuren en het handelen was  gelukkig bijzonder kort. Veel mensen panikeerden, maar ik had het grote geluk dat enkele mensen met kennis van zaken in de zaal zaten en dadelijk reageerden.”

Na intensieve onderzoeken in Aalst werd de oorzaak van het hartfalen nog niet gevonden. Op de ‘case’ rust voorlopig de info: onverklaarbaar.

“Dat is uiteraard niet zo aangenaam: ik zou het willen weten en mijn ouders ook, wat de oorzaak is”, stelt Perin. “Ik heb nu een ingeplante defibrillator, oké. Ik neem zes weken rust in acht, ik wil niks forceren. Ik leg geen druk op mezelf. Maar het gaat goed met me. Op vrij korte termijn wil ik graag terugkeren. Eerst op Belgisch topniveau.

Internationaal? Dat zien we later wel. Het is mijn grootste wens dat ik over enkele weken weer aan het volleyballen ben. Ik ga voorzichtig  een gericht fysiek programma volgen. Na de mij opgelegde break moet ik op controle voor een check-up. Ik besef dat ik die pauze moet nemen om er volledig hersteld uit te komen. Ik trek me op aan voetballers Daley Blind en Christian Eriksen, die weer op het veld staan. Dat is ook mijn doel. Maar nogmaals: voorzichtigheid is geboden. Ik ga geen gekke dingen doen voor de artsen het licht op groen zetten.”

“Onze zoon Martin is nu beschermd door de defibrillator, dat is een hele geruststelling. Dokters zeggen dat er totaal geen aanwijzingen zijn, dat hem zoiets nogmaals overkomt”, geven vader Vincent Perin en moeder Gwendoline Soleil nog mee. Vincent is voorzitter van topklasser VBC Borgworm/Waremme in de Liga. (LP)