Angie Bland: “Blij dat ik in de sportwereld kan blijven”

Trainer Brecht Van Kerckhove moest twee keer in zijn ogen wrijven toen hij tijdens het EYOF-toernooi in Banská Bystrica een mooie dame in zijn bureau zag binnenkomen, die hem ook nog perfect herkende. Was dit Angie Bland, de ranke speelster die meer dan 80 internationale caps op haar palmares had staan? En wat kwam die in het verre Slovakije zoeken?

Inderdaad, het was de 38-jarige Angie, die haar actieve volleycarrière bij Hermes Oostende afsloot met bekerwinst na een loopbaan die over heel wat Europese landen gespreid lag. Rechtstreeks had ze niks meer met volley te maken, maar ze was wél het voorbeeld van een topatlete, die na haar actieve sportcarrière een zinvolle tijdsbesteding had gevonden. Een stokpaardje van het BOIC (Belgisch Olympisch en Federaal Comité). En precies daar had ze haar stek gevonden: mee instaan voor de communicatie omtrent Team Belgium.

Mogelijk herinneren een aantal lezers haar verleden in het volley niet meer. Een opfrissertje is bijgevolg op zijn plaats. Gestart bij Gooik, vervolgens naar VDK Gent, Charleroi, Mallorca (Spanje), Altamura, Pavia (beide Italië), Köniz (Zwitserland), Tenerife (Spanje), Stuttgart (Duitsland), Yuzhny (Oekraïne), Aken (Duitsland), Nantes, Mulhouse, Cannes, Paris (alle Frankrijk) om dus succesvol af te sluiten bij Hermes Oostende. Tussendoor kwam daar nog een bronzen medaille bij op het BK beachvolley met Goedele Van Cauteren als partner. En uiteraard was ook bij haar het hoogtepunt dat ze met de Belgische selectie brons haalde op het EK 2013.

Maar tijdens de Hermes-periode kwam Corona en werd het even stil rond Angie Bland…

Angie: “Achteraf gezien was het voor mij een gelukkig toeval dat de Covid-periode toen aanbrak, want zo kon ik mijn studies aan het Vives in Brugge afmaken. Ik heb dan één jaar echt alles op mijn studies gezet, zonder nog veel aan volley te moeten denken en intussen heb ik dus mijn diploma in business- en sportmanagement.

En toen trok je op zoek naar een geschikte job…

“Precies. Tussen februari en mei 2021 kon ik stage doen op het BOIC. Ik had toen ook nog het geluk dat de Olympische Spelen een jaartje waren opgeschoven wegens Covid en het dus bijzonder druk was op het BOIC. Ik kon toen daarna drie maanden meedraaien tijdens de zomer in het communicatieteam en nadien ben ik daar kunnen in verder blijven functioneren.”

Wat zijn jouw taken bij het BOIC?

“Ik zorg mee voor de coördinatie van de sociale media binnen het Team Belgium, samen met mijn collega’s Benjamin Roeges en Benjamin Wéry. Meer precies betekent het dat wij instaan om specifieke content te creëren over atleten, die reeds deel uitmaken van Team Belgium en/of onderweg zijn naar de volgende Olympische Spelen. Het communicatieteam is trouwens uitgebreid.
De komst van gewezen topsporters zoals voorzitter Jean Michel Saive en CEO Cedric Van Branteghem zorgt wel voor een nieuwe wind. Een bijkomende pijler waarop zij zich focussen zijn de Olympische waarden. Zij willen het olympisme terug naar de schoolbanken brengen. Het is de bedoeling dat ik naast mijn taken binnen het communicatieteam, ook meewerk aan het promoten van die Olympische waarden.”

Moet je dan permanent aanwezig zijn in de lokalen van het BOIC?

“Nee, we kunnen twee dagen werken van buiten het BOIC, terwijl we naast het telewerk ook zo’n drie dagen per week op het BOIC zijn. Dan zijn we ook met het hele team aanwezig. Zo ben ik wel als media- en communicatieverantwoordelijke van het BOIC mee geweest naar de EYOF om te communiceren over onze jonge atleten.”

Wordt er verondersteld dat je bij het BOIC vooral het volley volgt?

“Nee. Integendeel zelfs. Er werken op het BOIC zo’n dertigtal mensen, maar die zijn uiteraard niet allemaal bezig met communicatie. Dat is onze specifieke taak. Genoeg variatie dus in de job. We communiceren dan ook dagelijks met mekaar, waar we ons ook bevinden: in Brussel of bij me thuis in Berlare.

Voor de komende maanden heb ik er bovendien de opdracht bij gekregen dat ik moet trachten de olympische gedachte zo veel mogelijk te verspreiden, o.a. ook via de scholen. Daar zal eveneens veel tijd inkruipen.”

Je voelt je daar intussen duidelijk goed bij?

“Zeker. Ik ben vooral heel gelukkig dat ik in de sportwereld kan blijven. Dat voelt ideaal aan. Op deze manier kan ik zo’n beetje in mijn natuurlijke habitat blijven en events en projecten van dichtbij begeleiden. Op deze manier kan ik dikwijls een ‘link’ leggen naar mijn persoonlijke ervaringen in de sport.”

Hoewel er allicht grote verschillen bestaan tussen deze job en zelf topsporter zijn.

“Dat is inderdaad zo. Als atleet sta je daar niet bij stil en vind je alles wat er gebeurt om je toe te laten jouw sport te beoefenen als iets evident. Maar nu ik mee achter de schermen kan werken, stel ik vast dat er heel wat bij komt kijken om alles in goede banen te leiden. Wij focussen intussen ook op alle grote evenementen waar eventuele kandidaat-olympiërs aan deelnemen. Ik ben dus momenteel goed op de hoogte van de belangrijke competities, waaraan basketters, volleyers, hockeyers en andere sporters aanwezig zijn. Ik kijk dus ook met belangstelling uit naar de prestaties van de Yellow Tigers op het WK volley vanaf eind september. Ik ben me dus ook nog meer bewust van al het werk dat in die verschillende sporten gestoken wordt.

Bij sommige evenementen zullen communicatiespecialisten zeker ook ter plaatse zijn. Al moet er tegelijkertijd ook al uitgekeken worden naar de Olympische Spelen 2024 in Parijs. De Spelen zullen nooit dichter plaatsvinden dan in 2024, dus we stellen alles in het werk binnen Team Belgium om van die Spelen een onvergetelijke periode te maken.”

Zien we je nog ooit terug in het volley? Als coach misschien?

“De laatste twee jaren ben ik daar nog slechts vanop afstand bij aanwezig gebleven. Als coach heb ik bovendien zeker nog veel te weinig ervaring. Stijn Morand heeft me wel eventjes gevraagd of ik geen zin had om eventueel te assisteren. Ik heb hem bedenktijd gevraagd. Ik ga het uiteindelijk (nog) niet doen, want als ik ergens iets toe zeg, dan ken ik mezelf en wil ik me er 100% voor inzetten. En dat betekent toch weer tijd steken in trainingen en tijdens het weekeinde in aanwezigheid op wedstrijden.

Ik denk dat zoiets moeilijk te combineren valt met mijn huidige job en daaraan wil ik nu toch alleszins prioriteit geven. Bij een individuele job beslis je zelf over de tijd die je erin steekt, maar dat is niet zo in groeps- of ploegverband.”

Tekst: Marcel Coppens