Lise Van Hecke kiest voor Hisamitsu Springs: “Japan, here I come!”

De Oost-Vlaamse Lise Van Hecke, geboren in Sint-Niklaas, heeft de slag van haar leven geslagen op de internationale wereldwijde transfermarkt. Haar Italiaanse manager slaagde erin voor de bekoorlijke hoofdaanvalster een onverwacht mooie stek te vinden bij de meervoudige Japanse landskampioen en bekerwinnaar Hisamitsu Springs. Met als thuisbasis de metropool Kobe, een agglomeratie van 3 miljoen inwoners.  Buiten proportie naar Belgische normen.

“Fantastisch dat ik dat nog mag beleven”, lacht de speelster na haar rijk gevulde carrière, vooral dan in Italiaanse loondienst. En bovendien als surplus gekruid met enkele ‘ommetjes’ naar toplanden als Brazilië en Turkije. Straks komt ze in het land van de Rijzende Zon in een totaal andere cultuur terecht met een heel aparte etiquette, een land van mooie sushibars, bonsaikwekers, brouwers van sake rijstwijn, judo- golf- en voetbalclubs, sumoworstelclubs en andere gevechtssporters. Natuurlijk mag je het voetbal in Japan ook niet vergeten. Tegen de bal trappen is ook daar bijzonder populair.

“Ik besef dat een nieuwe wereld voor me zal open gaan”, aldus een opgetogen Lise Van Hecke. “Ik heb het geluk dat mijn vriendinnen Freya Aelbrecht en Laura Heyrman  me met veel goede raad willen bijstaan. Freya speelde één seizoen in Japan bij Kurobe Aqua Fairies en Laura was één seizoen de coryfee bij Hitachi Rivale.” In een ver verleden speelde Liesbet Vindevoghel ook in Japan bij Toray Arrows, een club die nog altijd actief is. Zo is Lise Van Hecke de vierde Belgische topper in de Japanse interclub.

De hele familie Van Hecke ademt volleybal.

Dat Lise Van Hecke (30) toppaden zou bewandelen in het volley stond in de sterren geschreven. Of beter nog: het zit en zat in de genen van de voorzaten. Moeder Lieve Van de Velde, haar oom Luc Van de Velde en vader Ludwig van Hecke scheerden de hoogste Belgische toppen bij VC Temse. Broer Niels is na zijn korte carrière als speler nog altijd jeugdtrainer bij Temse. Haar 19-jarige neef en Red Dragon Robbe Van de Velde (zoon van Luc) zit als jong talent bij Lindemans Aalst. Volgens alle insiders kan Robbe het heel ver schoppen. Zijn jeugdige leeftijd is zijn grootste voordeel.

Je bouwde aan jouw internationale opgang via drie Belgische clubs?

Lise Van Hecke: “Ja, in het spoor van mijn ouders begon het voor mij ook allemaal in Temse bij coach Ivo De Mulder en ploegmate Marijke Vandenbussche. Ik speelde dan één seizoen bij VC Oudegem. Met Hélène Rousseaux in de ploeg en Anja Duyck als trainster.”

Jouw derde Belgische formatie was Asterix Kieldrecht. In die tijd al een voortrekker met een moderne zeer vooruitziende visie.

“Inderdaad. Mijn ‘Belgische fase’ sloot ik af bij Asterix met twee titels en twee bekers. Asterix koos voor een innovatieve aanpak. Met als verjongende elementen mezelf, Ilka Van de Vyver, Freya Aelbrecht, Nina Coolman en Laura Heyrman. Een jaar eerder waren Charlotte Leys, Sarah Smits, Anja Van Damme, Veerle Van Looy, Tiny Van Landeghem en Griet Van Vaerenbergh al geëngageerd door Asterix. Later is de Nederlandse Anne Buijs er bijgekomen voor één seizoen. Heel doordacht zocht Asterix contact met de volleybalschool in Vilvoorde. Een puike strategie. Zo werd de basis gelegd voor het eclatante succes van de Yellow Tigers: brons op het EK 2013 in Berlijn. Een succes dat op herhaling zit te wachten.”

Maar eer het zover was, begon je aan jouw Italiaanse toer. Bij Urbino in 2011. Vanaf 2013-2014 volgden Piacenza, Pesaro, Cuneo en later Vero Volley Monza. Tot vorig seizoen. Zo speelde je negen seizoenen in het onvergetelijke Italië. Weliswaar koos je voor enkele andere tussenstations.

“Ja, het is opvallend hoeveel belangstelling de Belgische vrouwen tien jaar geleden opwekten in het buitenland. En hoe ze dat nog altijd doen, ook anno 2022. We zijn met meer dan een dozijn, terwijl het contingent Belgische mannen in de loop der jaren zienderogen is geslonken. Robur Tiboni Urbino Volley in 2011 was de aanzet voor mij.”

Vooral bij Piacenza maakte je naam en faam met een Belgische ploeggenote.

“De grootste prestatie, na het EK 2013 in Berlijn, leverde ik in 2014 bij River Volley Piacenza. Samen met Liesbet Vindevogel won ik de ‘scudetto’: de Italiaanse dubbel met titel en beker. In mijn tweede seizoen bij Piacenza in 2015 was Frauke Dirickx mijn ploeggenote en haalden we succes in de Supercup.”

Ook Freya Aelbrecht en Laura Heyrman leverden hun bijdrage in successen met andere ploegen?

“Bij Volley Pesaro speelde ik samen met Freya. Ook bij Cuneo Granda, de legendarische ploeg in de regio Piemonte van mijn man Wout Wijsmans, bereikten we de play-offs. En bij Vero Volley Monza trof ik in het eerste seizoen Laura Heyrman (ze vertrok nadien naar Eczacibasi/Tur) en grepen we de CEV Cup tegen Galatasaray. Een hele sensatie. In het tweede seizoen bereikte ik de finale van de play-offs tegen het haast onklopbare Imoco Volley Conegliano.”

In het midden van jouw Italiaanse periode trok je in 2015 voor een jaar naar Molico Nestlé Osasco (Sao Paulo/Bra) en in 2016 voor één seizoen naar Besiktas Istanboel (Tur). Welke ervaringen deed je daar op?

“De aanbieding vanuit Brazilië, één van de grootste volleyballanden op de globe, kon ik niet afslaan. Gemakkelijk was het nochtans niet. Zo ver van huis. Het was een geweldige stap vooruit. Ik had een aanpassingstijd nodig. Maar ik blik zeer tevreden terug. Ik heb er veel geleerd en ook heel veel gespeeld. Bij Besiktas aan de Bosporus had ik het geluk dat Hélène Rousseaux – we speelden al samen bij Oudegem – ook in dat team meedraaide. Altijd mooi meegenomen, een landgenote aan jouw zijde. Besiktas ligt aan de Europese kant van de stad. Een leuke omgeving. We hebben er een aangenaam seizoen van gemaakt.”

Nu trek je met Hisamitsu Springs opnieuw de kaart van een ‘grote onbekende’?

“Ja, maar niet zo onbekend of ondoordacht. Ik vertrouw op de ingewonnen informatie van mijn manager. De club werd opgericht in 1948 en wordt gedragen door een farmaceutische gigant, eigenaar van het team. Ze hebben al ruim een handvol titels gepakt. En ook enkele Japanse bekers. Vanuit het hoofdkwartier in Kobe (Hyogo) is er een samenwerking op touw gezet met Tosu City (Saga). Kwestie van het hinterland nog uit te breiden. Maar de hoofdwedstrijden worden in Kobe afgewerkt.”

De club speelt in de V. League Division 1 (kortweg V 1), de hoogste reeks van het land.

“Klopt. Afgelopen seizoen wonnen ze de eerste titelfinale tegen JT Marvelous. Maar de eindfase werd gestopt wegens perikelen door corona. Er gelden in Japan op pandemisch vlak zeer strenge maatregelen. Je komt niet zomaar het land in. Op basis van die ene overwinning werd de titel aan Hisamitsu Springs toegekend.”

Er gelden in Japan bepaalde beperkingen bij de transfers. En hoe verloopt de competitie?

“Elke Japanse club mag spelen met één niet-Aziatische speelster en met één speelster uit een ander Aziatisch land. De klemtoon ligt dus voor een groot gedeelte op Japanse vrouwen. De eigen jeugd. Ik denk dat Hisamitsu op dit ogenblik niet van plan is een andere Aziatische speelster aan te trekken. De clubs spelen drie keer tegen elkaar In de voorrondes. Daarna volgen de play-offs.”

Op welk niveau situeer je het Japanse topvolley?

“De competities in verschillende continenten zijn moeilijk te vergelijken. Je kan nauwelijks parallellen trekken. Anders is zo anders dan anders. Alle ploegen in de hoogste Italiaanse reeks b.v. zijn sterk. Dat is algemeen bekend. Maar vergeet niet dat in Japan niet hetzelfde type volleybal wordt gepredikt als in bijvoorbeeld Polen, Turkije of Frankrijk. Neen, het gaat om een sterke defensie, veel technisch vernuft, veel soepelheid in de opbouw, extreem veel ‘fighting spirit’ en van die dingen meer.

Het Japanse spel is een streling voor het oog. Ik wil er gewoon de nadruk op leggen dat het Japanse volley minder aanvallend ingesteld is. De klemtoon wordt meer gelegd op een zeer intensieve actie in de lage verdediging. Hisamitsu is overigens één van de best georganiseerde clubs die er zijn in het land. Alles is tot in de kleinste details geregeld. Mijn hoofdtaak is nu resoluut meer offensieve power te brengen in de acties. En voor die taak ben ik helemaal klaar. Ik ga mijn uiterste best doen.”

Je vliegt op 9 september naar Japan. De eerste competitiematch is gepland op 29 oktober. Je hebt een zee van tijd.

“Prima. Zo krijg ik veel tijd om te acclimatiseren en de stad Kobe te leren kennen. Met de auto zal ik er niet rijden. Er is me een goede fiets beloofd. En voor de rest beschikken wereldsteden van die omvang als Kobe over een uitgesponnen en schitterend georganiseerd openbaar vervoer. Die late start heeft te maken met het lopende WK.”

Die negende september wordt wellicht een emotionele dag?

“Ik vrees wel dat het een moeilijk vertrek zal zijn. Voor drie maanden moet ik afscheid nemen van Wout en mijn twee pluskinderen. Het helpt dat we er samen, ik beklemtoon helemaal samen, veel over nagedacht en gepraat hebben. We staan allebei achter de beslissing. De keuze is gemaakt, we gaan door zoals afgesproken. Ik heb na 9 jaar Italië ook wel zin in een uitdagend avontuur op Aziatische bodem. Voor mij onbekend terrein. Daarom des te interessanter. Om te beginnen heb ik getekend voor één seizoen. We zien wel wat het wordt.

Het is inderdaad zo, dat Wout in Italië veel gemakkelijker kon langs komen. Maar we vinden wel een ‘modus vivendi’ hoe we dat oplossen. Ik heb Wout vier maanden nu heel dicht bij mij gehad. Heel dichtbij tijdens een toffe reis van drie weken naar Montreal (Canada), waar zijn papa Noël woont. Als extraatje namen we nog een week vakantie in Kroatië. De batterijen zijn weer opgeladen.”

Ben je al Japans aan het leren?

“Neen, nog niet intensief. Ik ken al wel enkele losse woordjes zoals hallo, dank u wel, goede morgen en andere. Ik heb wel de gave om snel nieuwe woorden op te pikken. Ik ben trouwens opnieuw aan het studeren. Dat is een beetje mijn ding. Bij VIVES in Kortrijk heb ik eerder een diploma Sportmanagement behaald. In Japan, zeker ook bij wijze van afwisseling, begin ik aan een studie ‘Rechtspraktijk’. Je gelooft het of niet: ik zit graag met mijn neus tussen de cursussen. Ik heb een aantal vrijstellingen gekregen, dat loopt wel los. Omdat ik in Kobe alleen zal huizen, is die studie een welgekomen tijdvullend aandachtspunt. Ik ben een type dat buiten de sport ook iets om handen wil hebben.”

Heb je al nagedacht hoe jouw ‘fin de carrière’ zal verlopen?

“Neen, ik heb er nog geen seconde over geprakkiseerd. Daarvoor ben ik nog veel te passioneel met mijn sport bezig. Het volleybal heeft me veel geschonken en ik kan het zeker nog enkele jaren uitzingen op topniveau. Ik had meeval, dat ik mede door Wout, mijn vroegere topniveau kon terugvinden bij Cuneo. Dat is een fijne ervaring.

Dit mag gerust nog even blijven duren. Hisamitsu biedt me normaal een aangenaam verblijf. Ik krijg In Kobe een appartement privé om te wonen, alleen voor mij. De zeer ervaren clubleiding begreep snel dat er sluitende garanties tussen beide partijen moesten worden afgesproken. (lacht) Zeker omdat de afstand van Mechelen tot Kobe (9.350 km) zich niet aandient voor een wekelijkse trip.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Jürgen Sabarz en diversen