Tomas Rousseaux: “Ik ben trots dat ik voor mijn land kan spelen”

Al voor het kortstondig verblijf op de Faroer-eilanden (en 0-3 winst van de Belgen: 16-25, 16-25, 20-25) stond het vast dat de Red Dragons op het EK 2023 zullen vertegenwoordigd zijn, dankzij een dubbele zege tegen Estland.

Nog merkwaardiger dan de uitslagen, was het feit dat deze kwalificatie behaald werd door een behoorlijk jonge Belgische ploeg. Sam Deroo bekeek het vanaf de zijlijn, herstellend als hij was van zijn operatie, maar op het terrein waren alleen François Lecat (en dan nog maar gedeeltelijk omdat hij op training twee vingers brak) en Tomas Rousseaux (28) van de ‘oudere generatie’ vertegenwoordigd. Waar veel van zijn leeftijdsgenoten om al dan niet gewettigde redenen afmeldden, tekende Tomas wél present. Dat verdient extra aandacht.

Had je verwacht dat de Red Dragons zich zouden plaatsen voor het EK 2023?

Tomas Rousseaux: “Je begint aan deze campagne sowieso met het idee om je te kwalificeren. Al wisten we ook wel dat Estland een sterk volleyland is, want de laatste jaren slaagden we er nooit in om ze te verslaan. Estland heeft een goede ploeg, die blijkbaar stilaan aan een generatiewissel toe is, want Venno was er niet bij en de twee Esko’s – vroeger nog actief in België – zouden gestopt zijn als speler. Maar bij de andere Esten zaten toch ook talentrijke spelers met ervaring in Turkije en Polen. Bij ons zitten ook wel talenten, maar zij staan nog aan het begin van een internationale carrière.

De vraag was dus hoe we het het best zouden aanpakken. Er zat een sterk gevoel van revanche bij de jongeren na de verliesmatchen in het recente verleden. Ze waren gemotiveerd, er was voldoende agressie en overtuiging in de ploeg en daardoor is het dus gelukt.”

Je was er aanvankelijk niet bij in de European League. Wat heeft je dan toch overtuigd om er opnieuw bij te zijn?

“Ikzelf had absoluut een ‘break’ nodig na het voorbije seizoen. Vorige zomer had ik te weinig rust genomen  en ik was fysiek ook helemaal niet in orde. Vandaar dat ik in overleg met de coach beslist heb om in het eerste gedeelte van het zomerproject niet mee te doen. Maar ik stelde ook vast dat ik stilaan het volley begon te missen. Ik voelde opnieuw voldoende energie en motivatie om mee te doen.

Daar kwam bij dat mijn Amerikaanse vriendin maar niet kon begrijpen dat je zou weigeren om voor jouw land uit te komen. Zij zijn misschien nog trotser om voor hun land uit te komen en misschien missen wij dat iets te veel. Intussen ben ik toch trots dat ik meedeed en dat we ons kwalificeerden.”

Wat ervaarde je als verschil tussen deze groep en die van de voorbije jaren?

“Ik denk dat er na het vertrek van Vital Heynen als bondscoach een gebrek aan stabiliteit kwam. Elk jaar een nieuwe coach, elk jaar nieuwe systemen, het was moeilijk om op deze manier een ‘click’ te krijgen. Deelname aan de Red Dragons werd op deze manier ook minder aantrekkelijk. Daar kwam nog bij dat sommigen met fysieke kwaaltjes sukkelden, zoals intussen met Sam Deroo. Er moest dus opnieuw positieve energie in de groep komen.”

En die kwam er met coach Emanuele Zanini?

“Ik kende hem al een beetje omdat hij twee maanden Rzeszov coachte, maar wegens Corona bleef hij daar niet langer. Ik wist dus dat hij vooral een heel harde werker was en dat had deze generatie zeker nodig. Wij hadden talent, maar speelden er te weinig mee. Gezond blijven en hard trainen was hetgeen deze groep sterker maakte. Zo werden wij compatibel en ik denk dat de ganse ploeg een goed contact had met de coach.”

Misschien kwam je ook wel terecht in een nieuwe generatie spelers met heel veel talent?

“Absoluut. Met deze groep is er zeker iets van te maken. Ferre Reggers is gewoon de nieuwe opposite van de nationale ploeg voor vele jaren, als hij tenminste gezond blijft. Mathijs Desmet bewees bij Roeselare al zijn waarde en hij zal – net als d’Heer – in het buitenland zeker nog progressie maken. Met Seppe Van Hoyweghen, die opnieuw spelgelegenheid kreeg, kwam er meer spelritme in de ploeg en vergeet zeker een goede libero als Perin niet en dan vergeet ik zeker nog enkele namen.”

Wat mogen we van deze groep verwachten op het komende EK?

“Daarvoor is het nog veel te vroeg. Eerst de loting afwachten. Natuurlijk zijn er mooie stappen gezet, maar er is nog een lange weg te gaan. Onze coach heeft het ook al gezegd: vanaf nu gaat het ook om winnen met de kracht en de energie die er in deze groep zit.”

Jijzelf speelt komend seizoen opnieuw in Polen bij Katowice. Waarom opnieuw bij die ploeg?

“Het is een leuke stad, niet zo ver van Krakau. En we hebben er een leuke ploeg. Bovendien mag ik er blijven, hoewel ik er vorig jaar geblesseerd toe kwam en ik nadien enkele weken ‘out’ was nadat ik op mijn gezicht gevallen was. (lacht) Maar nadien heb ik twee absolute topmaanden gekend, misschien wel de beste uit mijn hele carrière met verschillende nominaties als mvp. We zijn dan in de beker verder geraakt dan verwacht, maar in de play-offs botsten we dadelijk op Zakza Kedzierzyn en dat is gewoon de beste ploeg in Polen.

Ik heb dan ook niet getwijfeld om er opnieuw bij te tekenen. Wat de verwachtingen zijn voor het komend seizoen? Kan ik nog helemaal niet zeggen, omdat Katowice met een ernstig probleem zit. Onze Amerikaanse setter lag nog onder contract, maar zonder overleg ging hij in op het verzoek van het Turkse Halkbank. Dat doe je dus niet en onze club heeft de zaak ook aangekaart bij het FIVB (internationale volleybond). Ondertussen moet ze wel op zoek naar een nieuwe setter op een moment dat de meesten al een club gevonden hebben. Misschien vinden ze nog iemand uit een ploeg die tijdens een WK-poule naar o.a. Katowice komt.”

Tekst: Marcel Coppens