Sam Deroo: “Naar Russische topclub Zenit Kazan? Ik zoek uit of dat kan”

Oost-Vlaming Sam Deroo (30 jaar, 2m03) is al vele jaren de kapitein van de Red Dragons. Het zit de topper uit Beveren de laatste tijd niet echt mee. Hij is aanbeland op een kruispunt van keuzes. De klepper zat niet in de nationale selectie voor de European Golden League en kan in augustus ook niet aantreden in de EK-kwalificatie tegen Faeröer Eilanden, Israël en boeman Estland. Dat is voor pechvogel Deroo niet haalbaar na een operatieve ingreep aan de knie. De revalidatie vergt veel tijd.

Anderzijds heeft hij het Poolse Resovia Rzeszow na één seizoen verlaten. Ook op dit niveau liggen de kaarten moeilijk. Zijn manager Luca Novi zwaait namelijk met een zeer lucratief contract bij de Russische topclub Zenit Kazan. “Maar tot vandaag heb ik geen officiële overgang getekend”, houdt Deroo zich op de achtergrond door de precaire situatie wegens de Russische invasie in Oekraïne. Hij wil ook zijn zoontje Bas (4) geregeld kunnen zien. “Voor mij als papa is mijn zoontje een bijzonder aandachtspunt. Ik wil mijn kind zien opgroeien en veel affectie geven”, zegt de receptie-hoek, die in Sint-Niklaas een woning heeft aangekocht.

Voor onze jongere lezers: wie is Sam Deroo? Hij kreeg zijn opleiding bij het immer sympathieke PNV Waasland, destijds geleid door de minzame preses Juul De Maeyer van de Tabaknatie en met oefenmeester Julien Van de Vyver als sportieve supervisor. “Logisch dat ik ging volleyballen. Het zat zoals de volksmond zegt ‘in de genen’”, lacht Deroo. “Mijn vader Lieven en mijn broer Jan speelden bij PNV. Net als mijn stiefbroer Stijn Boesmans. Ik stapte in hun voetsporen.”

Op je vijftiende trok je naar de Volleybalschool in Vilvoorde.

“Ja, ik heb er enkele jaren gewerkt met wijlen Rik Luyten, Emile Rousseaux, Steven Vanmedegael en Claudio Gewehr. Tot Knack Roeselare kwam aankloppen in 2010, een dozijn jaren geleden. Ik kreeg een contract onder mijn neus voor twee seizoenen. Als jonge gast verwierf ik het volle vertrouwen van coach Dominique Baeyens en kreeg ik een belangrijke functie als receptie-hoek. Ik heb in die fase veel bijgeleerd in het gezelschap van Frank Depestele, Matthijs Verhanneman, Hendrik Tuerlinckx, Stijn D’Hulst, Kristof Hoho en libero Manu Callebert. Ik herinner me winst van de Belgische beker tegen Maaseik in de tiebreak. Met al die ploegmaats van toen heb ik nog altijd een uitstekend contact.”

Dan breekt je ‘Italiaanse periode’ aan: twee seizoenen bij Modena, gevolgd door een campagne bij Verona.

“Bij Modena onder trainer Angelo Lorenzetti (nu in dienst bij Trentino) had ik een moeilijke start. Ik kwam er toe met een enkelblessure, opgelopen bij de Red Dragons. Ik raakte net op tijd fit. Ik wist met de Braziliaan Bruno Rezende en de Fransman Earvin N’Gapeth heel veel successen te boeken. Ik beleefde een super interessant eerste seizoen, waarin ik werd uitgeroepen – wat een eer – tot beste jongere in de Serie A.”

Snel begon het te kwakkelen in Modena. Ook nu, anno 2022, hadden ze problemen om de ploeg in leven te houden.

“Ja, mijn tweede campagne liep minder goed dan verwacht. Wegens tal van veranderingen in het management, een nieuwe president, een andere visie. Ik kon blijven, maar ik ben toch naar Verona vertrokken, onder hoede van trainer Andrea Gianni en met de Amerikaan Taylor Sander in de ploeg. Hij is van mijn geboortejaar 1992. Verona zat er als tussenstap heel snel op. Op het fascinerende voorstel van het Poolse Zaksa Kedzierzyn – nieuw project – kon ik geen ‘neen’ zeggen.”

Je werkte bij Zaksa in de Poolse PlusLiga twee jaar met Ferdinando De Giorgi en twee seizoenen met Andrea Gardini. Wereldtoppers in het trainersvak.

“Ja, het liep allemaal zo tof. Heerlijk hoor. We maakten elkaar constant beter. We wonnen vrijwel alles wat er te winnen was. Maar op het einde van die vier jaar werd het voor mij wat minder. Ik raakte op de sukkel met blessurelast. Ik deed lang aan topsport met pijnstillers. Ik wilde me handhaven. Maar zo haalde ik op de duur niet meer het rendement dat ik hoopte te bereiken. Fysiek was ik niet in staat uit te voeren, wat ik in mijn hoofd had uitgetekend. Man, man: ik heb veel pijn verbeten. Ik heb daarna nog twee weken gespeeld bij het Arabische Al Rayyan S.C. in Qatar, waarmee ik de Emir cup won. Mooie herinneringen zijn dat. En dan openden zich deuren in Rusland.”

Ja, met Dinamo Moskou kreeg je alweer een andere grote opportuniteit op je bord.

“In mijn eerste van twee seizoenen bij Dinamo eindigde ik op de vierde plaats. Daarna pakten we de ene trofee na de andere: de titel, de beker en de Europese CEV Cup in twee duels tegen Zenit Sint-Petersburg. Voor mij de eerste Europese voltreffer in clubverband. Met de Bulgaar Tsvetan Sokolov erbij en enkele nieuwe steengoede Russen. Ik kon wel leven met het strenge clubregime. Tot ik vernam in mijn tweede seizoen dat ze ervoor opteerden om meer jong Russisch talent te  willen inzetten. Een zeer duidelijk signaal dat ik op zoek moest naar een andere werkgever. Ik werd in Moskou ook nog getroffen door corona. En er loerde altijd blessureleed om de hoek. Tja, ik had gelukkig veel aanbiedingen uit Polen en Oekraïne. Ik verkoos dan het Poolse Resovia Rzeszow op 100 km van de grens met Oekraïne boven Jastrzebski Wegiel, gelegen bij de grens met Tsjechië.”

In Rzeszow ben je na één seizoen alweer weg. Nu komen we aan een kritisch en zeer gevoelig punt. Hoe ga je om met de gigantisch grote aanbieding die je kreeg van de Russische topformatie Zenit Kazan. Vanuit Moskou een uur verder oostwaarts vliegen.“

“In normale omstandigheden zou ik in Kazan tekenen met mijn ogen dicht. Zo interessant is het. Maar de geopolitieke situatie is door de oorlog zeer moeilijk geworden. Je moet als buitenlander de nodige visa vastkrijgen, je moet Rusland binnen geraken. En je moet ook weer buiten kunnen… Het land is bovendien uitgesloten van tal van internationale competities. Ik heb nog geen finale beslissing genomen. Ik kan maar hopen op een vredesverdrag en de normalisering van de betrekkingen, maar dat ziet er voorlopig niet rooskleurig uit. Het zou spijtig zijn dat me de transfer naar Zenit door het lot niet is gegund.”

Toch beleef je nu een beroerde ervaring met Dinamo Moskou. Financieel gezien dan…

“Inderdaad: de contractueel afgesproken verloning is door de Russische club correct gestort op een rekening op mijn naam bij een Russische bank. Dan denk je… alles goed en wel, ik ben weg uit Moskou, ik wil dat geld graag opnemen…. Neen, hé. Dat kan niet. Bijzonder vervelend: ik kan aan het geld momenteel niet aan. Alle handel met het Westen is geblokkeerd. Dat is voor mij een zeer onprettige vaststelling. Ik heb er toch voor gewerkt. Dus heb ik er recht op. Ik moet ook leven. Hopelijk wordt dit probleem zo vlug mogelijk in orde gemaakt. Ik tracht er rustig bij te blijven.”

Houdt het risico op gerateerd loon jou misschien tegen om naar Kazan te trekken?

“Het stemt alleszins tot nadenken. Stel dat ik teken bij Kazan, dan zal toch een andere oplossing uitgedokterd moeten worden. Ik wil dat geen tweede keer meemaken. Misschien kantelt de situatie nog, omdat beide landen –  ze zijn nog ‘on speaking terms’ -blijkbaar toch akkoord gaan om miljoenen tonnen graan uit te voeren.”

Ander gegeven zijn de Red Dragons. Het loopt niet zo lekker.

“Het is allemaal heel complex. Er is zo veel gebeurd. Ik kan maar hopen dat de ploeg zich zal plaatsen voor het EK 2023. Dat is bijzonder belangrijk voor meer internationaal getinte contacten, het verzamelen van extra punten voor de ranglijsten, present zijn en blijven op de hogere volleybalscène. In het andere geval lopen we vijf jaar achterop.”

Raakt het je dat veel spelers de nationale ploeg de rug toekeren?

“Ja, toch wel. Ik ben al vele jaren kapitein, ik had zo graag mee de kar getrokken. Zeker raakt het me ook, dat veel spelers niet meer bereid zijn om hun borst nat te maken. Het is aan de federatie en het kader om de dieper liggende oorzaken voor die gang van zaken aan te pakken, uit te klaren en dan x-aantal elementen te herschikken. Dat de Red Dragons ‘centraal’ in Leuven trainen, is niet zo gemakkelijk voor jongens die dag in dag uit vanuit West-Vlaanderen of het ‘verre Limburg’ moeten aanrijden. Zo zijn er wel meer akkefietjes om over na te denken.”

Je straalt als Dragon een positieve houding uit tegenover de nieuwe sterke man Zanini?

“Ja, ik sta helemaal achter de Italiaan. Er is de laatste jaren te veel ‘verloop’ geweest qua trainers, zodat de continuïteit niet meer gegarandeerd bleef. Dat voortdurende gewissel moet ophouden. Emanuele Zanini lijkt me als consensusfiguur de geknipte man op de juiste plaats. Hij praat veel met de spelers. Hij hanteert de methode van het overleg. De goede aanpak, dunkt me. Het klopt wel dat veel jongens de fysieke overbelasting inroepen om met de Dragons te kappen. Grootste boosdoener is de zwaar overladen kalender, ook een probleem dat opduikt in andere sporten zoals het mondiale tennis.”

Je denkt wel dat er voor de Dragons beterschap op komst is. Maar nog niet meteen.

“Ja, op termijn verwacht ik een correctie in positieve zin. Er zit heel veel jong talent in de pijp. Maar op dit moment is het gat tussen de jeugd en de routiniers te groot. We misten op het vorige EK tegen Oekraïne en Portugal de kracht om een WK-ticket af te dwingen. Heel spijtig dat zoiets is gebeurd. Er moet wellicht ook wat veranderen in de ‘mentaliteit’ en ‘de beleving’.”

 Waarom konden de Dragons in het verleden wel grote successen laten optekenen?

“Door echt kei- keihard te werken. Waarom loopt het nu minder? Dat gemiste WK-ticket gaf de ploeg een psychologische knak. Het ging allemaal plots ongecontroleerd bergaf, in de richting van een zeer zware neerwaartse spiraal. Een grondig onderzoek waard. Ook in de European Golden League lukte het maar met mondjesmaat. Ik denk dat de basiswaarden van de volleybalschool extra moeten worden benadrukt.”

Jij wil een sterker vaderlands gevoel aanwakkeren.

“De nagel op de kop. Het moet een grote eer zijn om voor het vaderland dat Belgische truitje aan te trekken. Het kwam vroeger zelden in iemand op om niet mee te doen. Sommige jongeren zeggen nu te vlug, ho-ho-ho, ik kan niet, ik moet eerst mijn examens afleggen. Dan reageer ik verrast: via afstandsonderwijs zijn er oneindig veel mogelijkheden om een studie te spreiden en te combineren met topsport. Zelf heb ik dat altijd gedaan. Zo heb ik een diploma van bachelor in accountancy-fiscaliteit behaald. Daar ben ik trots op.”

In Antwerpen heb je onlangs een ingreep laten doen aan je knie.

“Ja, ik had al langer te kampen met een grote verkalking van een pees, die na twee maanden van externe behandeling niet wilde verbeteren. Daarom die operatie, oorzaak van mijn onbeschikbaarheid voor de Red Dragons. Ik zou in september weer topfit willen zijn. Zoals het nu aanvoelt, zal ik nog even aan de weg van het herstel moeten timmeren. En ach, als Zenit Kazan niet haalbaar is, kan ik misschien beter – om optimaal te genezen – een ‘sabbat’ van enkele maanden inlassen. Een kans ook om dicht bij zoontje Bas te zijn. Het is absoluut een prioriteit om die opspelende knie volledig in orde te krijgen. Ik denk dat het wel even zal duren, eer ik weer op topniveau zal presteren. Grootste gevaar is dat ik misschien te vroeg herbegin.”

Welke toekomst heb je voor jezelf uitgestippeld?

“Ik heb geen idee op dit ogenblik. Daar heb ik nog niet veel over nagedacht. Ik wil bij voorkeur nog eventjes in het buitenland aan de slag blijven. Ik sluit niet uit dat ik over enkele jaren naar België terugkeer. Om er veel vaker te zijn voor zoontje Bas. Vanuit Kazan wordt dat een zeer moeilijk verhaal, dat besef ik. Mijn kleine Bas moeten missen, maakt het voor mij heel zwaar. Stel bijvoorbeeld dat Volley Antwerpen een topklasser op de been zou kunnen brengen, dan vind ik dat het overwegen waard. Voor mezelf zie ik geen trainerscarrière weggelegd. Maar ik wil graag op de ene of andere manier in de volleybalsport actief blijven.”

Tekst: Leo Peeters