Emanuele Zanini: “De Red Dragons zullen groeien”

Onze nationale volleybalploeg staat op een keerpunt. De ontgoocheling na het EK van vorige zomer is ondertussen doorgespoeld, maar vanaf eind augustus zal het waarschijnlijk toch nog wringen als het WK wordt gespeeld, zonder de Red Dragons. Om maar te zeggen, de honger naar een groot toernooi is groot, maar naar resultaten nog veel groter. Misschien kan de komende European Golden League voor een wederopstanding zorgen?

Dat er voldoende kwaliteit voor handen is, hoeft geen betoog, maar talent op papier alleen volstaat al lang niet meer. Dat er na enkele mindere campagnes niet meer mag getwijfeld worden, besefte ook de Belgische volleybalbond. Fernando Muñoz werd begin dit jaar bedankt voor bewezen diensten waardoor er sinds eind januari een doorgewinterde Italiaan orde op zaken moet stellen. Laat ons dus maar hopen dat Emanuele Zanini, een coach van naam en faam, de Red Dragons terug op de rails krijgt. Als we kijken naar zijn staat van verdienste, ziet het er in elk geval niet slecht uit.

Zijn cv oogt indrukwekkend en dat is zelfs nog voorzichtig uitgedrukt. Als assistent van Andrea Anastasi boekte Zanini in 1999 zijn eerste succes door met zijn geboorteland goud te pakken op de World League en het EK. Daarna deed hij als hoofdcoach ervaring op bij tal van clubs in Italië (Monza, Modena, Verona, Perugia, Montichiari en Santa Croce), Oostenrijk (Innsbruck), Slovakije (Bratislava), Frankrijk (Beauvais) en Polen (Rzeszow).

Ook op internationaal vlak liet Zanini zich gelden als bondscoach van Turkije (winst European Golden League in 2008), Slovakije (winst Golden League in 2011), en recent nog Kroatië. Ervaring heeft de 57-jarige Noord-Italiaan – Zanini is afkomstig uit de regio Lombardije -duidelijk te koop. En zin voor avontuur is hem evenmin vreemd.

Maar ongeacht zijn rijkgevuld palmares, waaruit duidelijk blijkt dat hij nationale ploegen doet klimmen op de wereldranking, en een standaard interview na zijn bekendmaking als nieuwe bondscoach, weten we eigenlijk bitter weinig over deze intrigrerende man.

Benvenuti in Belgio. Het wordt dringend tijd dat we u eens voorstellen aan volleybalminnend België. Enerzijds zijn we verbaasd, maar anderzijds ook vereerd dat dit pas uw eerste echte interview is met de Belgische pers?

Emanuele Zanini: “Ik heb in functie van mijn aanstelling wel een interview gedaan met de mensen van de bond, maar inderdaad, ik ben eigenlijk ook wel verrast dat het daarbij gebleven is. In Italië zou dat wel anders geweest zijn. Mocht ik daar bij een nieuwe club zijn beland, dan had mijn telefoon de eerste paar dagen roodgloeiend gestaan. Normaal gezien stond er een officiële persconferentie op de planning, maar dat was ‘coronagewijs’ niet mogelijk.”

Sinds wanneer vertoef je eigenlijk in ons land?

“Sinds vrijdag 29 april. Dit is dus mijn derde week in België. Ik moet zeggen, het bevalt me hier wel.”

Vrijdag 29 april? Dat wil zeggen dat u meteen de eerste wedstrijd van de finales van de play-offs heeft gezien in Roeselare?

“Dat was oorspronkelijk de bedoeling, omdat de eerste finalewedstrijd eerst op zaterdag 30 april was gepland. Toen ik die vrijdag aankwam, geraakte ik niet meer op tijd in Roeselare. Dat bleek dus even tegen te vallen. Spijtig, want ik had deze wedstrijd graag in levende lijve gezien. Gelukkig was er nog een live stream.”

Wat vond u van het niveau?

“Best goed. Al was er wel een duidelijk verschil tussen de twee ploegen. In de eerste wedstrijd kon Menen nog een beetje tegenspartelen, maar uiteindelijk was Roeselare toch een maatje te groot en is het de verdiende kampioen. Niet onlogisch, want ze tellen toch een pak meer ervaring dan Menen. De andere twee finalewedstrijden heb ik wel live gezien en ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was door de sfeer in de zaal. Er waren veel supporters aanwezig en die maakten toch wel wat kabaal. Voor de rest ben ik daar perfect onthaald geweest, een pluim voor de organisatie. Kortom, het was een aangename kennismaking.”

En je kon ook enkele Red Dragons aan het werk zien. Wat vond je bijvoorbeeld van Seppe Rotty, zowel speler als rookie van het jaar?

“Een jongen met heel veel talent, maar dat wist ik al. Is zijn transfer naar Roeselare nu officieel?”

Inderdaad, samen met Simon Plaskie maakt hij de overgang naar de landskampioen.

“Dat is goed nieuws. Spijtig dat Plaskie de komende twee maanden niet beschikbaar zal zijn vanwege een blessure, want hij heeft eveneens een interessant profiel. Voor beide spelers is het wel een belangrijke stap, want in Roeselare kunnen ze zich verder ontwikkelen en vooral, ze kunnen er Champions League spelen. Die ervaring op internationaal niveau is van cruciaal belang in het groeiproces van een speler. Voor alle Red Dragons is het trouwens belangrijk dat ze zo veel mogelijk tegen ploegen kunnen spelen van internationaal niveau.”

Van internationaal niveau gesproken. Jij woont momenteel op een appartement in Leuven, de stad met één van de oudste en belangrijkste universiteiten van Europa.

“Dat wist ik. Al is de Universiteit van Bologna, waar ik zelf Lichamelijke Opvoeding heb gestudeerd, nog wel een paar honderd jaar ouder (de Universiteit van Bologna werd gesticht in 1088, die van Leuven in 1425). Ik woon aan de Vaartkom en ik moet zeggen dat ik toch wel onder de indruk ben van de bedrijvigheid in de stad. Die studenten, dat brengt iets extra.

Ik voel ook dat de stad open staat voor vernieuwing. En wat me nog opvalt, hier wordt veel gefietst. Dat is in mijn geboortestreek wel anders, omdat er nauwelijks deftige fietsinfrastructuur te bespeuren is. Bij ons moet je daarvoor al naar Ferrara, een stad die op zo’n 50 km ligt van mijn geboorteplaats San Giovanni del Rosso. In Leuven woon ik op amper twee kilometer van de topsporthal waar we met de Red Dragons trainen. Ik ga dus elke dag met de fiets naar het werk, heerlijk.”

Heeft u al kennisgemaakt met de langste toog van het land?

“Natuurlijk. Ik weet ook wel dat Leuven de bakermat is van Stella Artois. Samen met Leffe zijn dat de twee meest bekende Belgische bieren in Italië. Ik drink trouwens wel eens graag een Leffe, maar ik ben en blijf een Italiaan, dus rode wijn draagt nog altijd mijn voorkeur uit.”

Heeft u al een goed Italiaans restaurant gevonden?

“Nog niet, ik heb er nog geen tijd voor gehad. Maar als ik in een nieuw land aankom, wil ik eerst de lokale keuken ontdekken. Op de Grote Markt, vlak naast de Sint-Pieterskerk, heb ik al enkele gezellige restaurantjes gevonden. En het uitzicht daar is ook prachtig. Ik zal pas echt naar die Italiaan op zoek gaan, wanneer ik heimwee begin te krijgen (lacht).”

Momenteel zijn er nog geen zaken die je mist uit Italië?

“Mijn familie natuurlijk: mijn vrouw Anna, mijn twee zonen Cristiano en Nicola. Ik ben trouwens ook al grootvader van Tomasso, het zoontje van Cristiano. Hij wordt in oktober voor de tweede keer papa, van een dochtertje deze keer.”

Proficiat! En gelukkig bestaan er zaken zoals Facetime en andere videocalls?

“Inderdaad, dat maakt de afstand al een pak minder groot. Al plan ik zeker ook een bezoekje aan mijn jongste zoon Nicola. Hij studeert momenteel in Luxemburg voor de laatste fase van zijn master in Marketing en Economie.”

Terug naar het volleybal. Je hebt het daarnet al even over Rotty en Plaskie gehad. Welke spelers vielen je nog op tijdens de finale van de play-offs?

“Jongens als een D’Hulst of Matthijs Verhanneman ken ik natuurlijk al langer, maar het was ook leuk om Mathijs Desmet en Lou Kindt bezig te zien. Ik ben blij voor Mathijs dat hij een transfer naar Italië heeft versierd en Lou heeft eindelijk laten zien dat hij een gans seizoen lang op een hoog niveau kan spelen.”

Desmet, D’Hulst, Rotty.

Heb je het met Desmet al gehad over zijn nieuwe club Padova?

“Nee, maar hij heeft de juiste keuze gemaakt. Het is enerzijds een mooie en anderzijds een noodzakelijke transfer. Ik hoop dat hij in Padova een belangrijke rol zal kunnen spelen. Mathijs zal zich opnieuw moeten bewijzen, want de meeste Italiaanse topclubs hebben minstens drie goede hoekspelers. Maar dat hij nog een enorm potentieel heeft, daar bestaat geen twijfel over.”

Het komt er nu op aan om zich op een veel hoger niveau te bewijzen. Net het grote werkpunt bij de nationale ploeg, toch?

“De Red Dragons zullen groeien. Maar we hebben tijd nodig en meer sponsors en media-aandacht. Kijk, het is belangrijk dat de spelers een oplossing vinden om zo veel mogelijk internationale ervaring op te doen door bijvoorbeeld te spelen in de Duitse, Franse, Italiaanse of Poolse competitie. Als ze zonder die ervaring van een buitenlandse topcompetitie in het nationaal team terechtkomen, wordt het heel moeilijk om zich op het hoogste niveau te bewijzen. Ze moeten die stap durven zetten en tonen dat ze in staat zijn om stabiliteit in hun spel te houden. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het nationaal team van Duitsland, daar heb je een speler zoals Györgi Grözer die ondertussen al 37 is, maar al meer dan tien jaar op internationaal niveau speelt. Dan ben je een topsporter pur sang. Wel ik hoop dat deze talentvolle generatie dat ook kan opbrengen.”

De huidige selectie voor de European Golden League telt op uitzondering van Kevin Klinkenberg alleen maar jonge spelers. Een bewuste keuze?

“De groep is nog niet compleet, want Wout D’Heer bijvoorbeeld speelt met zijn club Trentino nog de finale van de Champions League. De meer ervaren spelers zoals Stijn D’Hulst, Hendrik Tuerlinckx en Sam Deroo hebben hun seizoen door blessureperikelen niet ideaal afgesloten, dus zij krijgen nog wat extra rust. Maar ik heb wel al met hen gesproken en zij tonen de juiste mentaliteit die de Red Dragons zeker nog kunnen gebruiken. François Lecat is trouwens ook aan het trainen bij ons. Voor de rest klopt het wel wat je zegt. We zitten met de Red Dragons in een periode van transitie, dus ik probeer zo veel mogelijk jonge spelers in te passen. Ervaring kan je spijtig genoeg niet kopen, zoals je dat met een iPhone in de winkel wel kan doen.”

Wat dan met spelers zoals Tomas Rousseaux of Bram Van den Dries? Die laatste heeft met Panathinaikos net de dubbel binnengehaald.

“Tomas heeft laten weten dat hij mentaal helemaal uitgeput is en hij de komende twee maanden niet beschikbaar zal zijn. Bram ken ik nog van mijn periode bij San Giustino en Beauvais, maar hij haakt af omwille van privéredenen.”

U heeft sinds uw aanstelling heel wat data verzameld van de Belgische spelers. De voorbije twee weken heeft u ze ook bezig kunnen zien op training. Wat viel u op?

“Eerst en vooral heb ik met heel veel mensen gesproken: Frank Depestele, die ik nog ken als speler bij Beauvais, maar ook met Fulvio Bertini die nog assistent van mij is geweest. Ik heb ook contact gehad met Idner Martins, de nieuwe coach van Aalst die ik als speler onder mijn vleugels had bij Santa Croce. Tijdens de voorbije trainingen viel vooral de werklust en uitstekende mentaliteit op. Spijtig genoeg rest er ons niet veel tijd meer in functie van de European Golden League.”

Welke accenten heb je tijdens deze korte kennismakingsperiode proberen te leggen?

“Ik probeer de spelers met mijn ervaring op elk gebied iets bij te brengen, zoals op het vlak van people management als op technisch en tactisch vlak. Natuurlijk zijn er nog werkpunten. Niet alleen onze block-defense moet beter, maar ook onze receptie, onze aanvalskracht en onze efficiëntie in opslag. Hoe? Daar kan ik niet over uitwijden, maar het zijn wel die kleine details die het verschil kunnen maken. Kijk maar hoe Italië afgelopen zomer het EK gewonnen heeft. Landen als Frankrijk, Rusland, Polen en Slovenië hadden op papier een betere aanval, maar Italië kon een bepaalde manier van spelen ontwikkelen, waardoor ze toch slimmer waren. Dat is ook de weg die ik met de Red Dragons wil inslaan. Maar eerst moeten we werken aan onze stabiliteit.”

En een resultaat neerzetten! België moet opnieuw punten verzamelen om op te klimmen in de Europese en de wereldranking.

“Ons eerste doel is de kwalificatie voor de Final Four van de European Golden League. Al zal dat niet gemakkelijk worden, want in Europa bestaan geen zwakke broertjes meer. Kijk maar naar Tsjechië dat op het EK nog in de kwartfinale stond. En ze hebben ook allemaal de nodige ervaring.”

Estland wordt dan weer een goede test in functie van het kwalificatietoernooi voor het EK in augustus?

“Dat klopt. Maar onze eerste doel is alle wedstrijden winnen in de European Golden League. Het is ook een uitgelezen kans voor de jonge spelers om die broodnodige ervaring op te doen. Daarna volgt het kwalificatietoernooi voor het Europees Kampioenschap en ook daar willen we op ons sterkst zijn.”

Tekst: Kenny Hennens