Scheidsrechter van het jaar Wim Cambré: “O.S. 2024 zijn mijn grootste droom”

Tien jaar na zijn eerste prijs als ‘Scheidsrechter van het Jaar’ werd topreferee Wim Cambré (52) uit Meerhout voor de tweede keer gelauwerd. In de top-3 ging hij Marie-Catherine Boulanger en Koen Luts vooraf. Al tien keer prijkte zijn naam op de lijst van de genomineerden. Het aantal ‘career high lights’ is uitgegroeid tot een ellenlange lijst vol topaanduidingen. Hij blaast dan ook al zesendertig jaar op het fluitje.

Cambré heeft alles netjes bijgehouden. De teller staat op 1317 officieel geleide wedstrijden: 390 als amateur, 652 in eredivisie/liga en 275 op internationaal niveau: CEV, FIVB, WK, EK en Champions League.

Over dik drie jaar zou hij met scheidsrechterspensioen moeten gaan. “Maar ik hoop dat het reglement over de leeftijdsgrens veranderd wordt. FIVB en CEV zijn ermee bezig om carrières te verlengen. Op voorwaarde dat je blijft slagen voor fysieke proeven en mogelijk andere testen. Vandaar dat ik twee keer per week fietstochten maak met de Gilderijders en met de wielertoerisen van Meerhout-Gestel.”

Wim en dochter Stien (links)

Wim Cambré is vader van een voetballende zoon Toon (18), die na vele jaren club Berg en Dal verlaat en als rechtsback getekend heeft bij Balen in de provinciale reeksen. Dochter Stien (17) speelt volleybal als middenaanvalster bij de U17 van NRG Geel. Wim zelf rolde als tiener quasi automatisch in het volleybal.

Dat had zo zijn redenen. Vader Pol Cambré was stichter van de Meerhoutse volleybalclub Mevoc (°1969), die het schopte tot in eredivisie (met de vrouwen) en tot eerste divisie (met de mannen). “Ik heb ook zes jaar in het bestuur gezeten. Op een bepaald ogenblik lanceerde Mevoc liefst zestien ploegen in competitie”, blikt Wim Cambré terug. “Ik organiseerde in 1997, 1998 en 1999 drie keer een manche beachvolleybal onder de noemer ‘Mevoc Kaepa Beach’ in Geel-Bel. In ’99 begon ik trouwens in eigen land op het hoogste niveau te arbitreren. Nvdr.: overigens zou Mevoc Meerhout later de handdoek gooien.

Vader Pol kreeg altijd de volle steun van zijn echtgenote Magda. Het tweetal maakte zich verdienstelijk in het clubleven, in het bestuur van het P.C. Antwerpen en door hun inzet voor de ploegen van de volleybalschool in Vilvoorde.

Zoon Wim is ook uit het sportieve hout gesneden. Hij combineerde zijn studie bedrijfstolk in Genk met een passage bij VC Wara Genk, waar hij Maaslander Rudi Roex leerde kennen. “Ik ging weg bij het management van autoconcern Toyota Europe en ik heb als zelfstandige in consulting mijn lot verbonden aan Rudi Roex in de sector van Supply Chain. Ik ben zijn rechterhand, hij leidt zijn firma op de bedrijvenzone van Maastricht Airport. Ik stel mijn expertise en mijn gedrevenheid ter beschikking van iedereen die mij nodig heeft. Ik kan alleen maar bevestigen dat het allemaal prima loopt.”

Het klinkt een beetje grappig: Je beweert dat de scheidsrechter vroeger ‘politieagent’ moest spelen. Gaandeweg heeft hij de rol gekregen van ‘regisseur’. Is de sport dan zo sterk veranderd?

Wim Cambré: “O ja, het hele volleybal ‘an sich’ is enorm geëvolueerd. Met de komst van de libero en dies meer. Vroeger ging het vooral om te bestraffen. Nu is veel meer toegelaten in de technische behandeling. Je bent minder een politieman. Nu stuur je als eerste scheidsrechter een heel team aan, gaande van de tweede scheids over de lijnrechters, de ballenrapers, de moppers, de markeerder, de terreinafgevaardigde, de videoref, de wedstrijdcommissaris en de challenge operators en de rode lamp op FIVB-niveau.

Er is ook de technologie met de digitale tablets, het elektronisch wedstrijdblad, het TV-schermpje met wedstrijdbeelden, de oortjes en headsets. Je moet als ref dat geheel perfect managen en positief aansturen. Je krijgt dus veel prikkels te verwerken, ook de spelers zijn veel mondiger geworden. Een supporter miskijkt zich op de moeilijkheidsgraad van de moderne arbitrage. Vergeet niet dat wij bijna het jaar rond arbitreren. Eerst in de nationale competitie van september tot april en vanaf mei in diverse internationale en intercontinentale events als EK’s, Golden League, Volley Nations League, WK’s of Olympische Spelen.”

Al je topervaringen vermelden, zou ons te ver leiden. Kan je enkele grote pieken opsommen?

“Ik floot in 2019 de langste set in de geschiedenis van de CL, die eindigde op 44-46 voor Cannes tegen Minsk. Ik leidde het Flanders Volley Gala (Witte Molen), de League Trophy en drie Supercups. Ik beleefde al zes EK’s, waarvan twee bij de jeugd in Hongarije (2004) en in Kazan (Rus, 2006). Vier bij de seniores: in Italië (2015), Polen (2017), Frankrijk (2019) en Tsjechië (2021). Ik was aangeduid op de Final 4 van de Champions League 2017 in Conegliano (Ita). Ik leidde een pak wedstrijden in de Europese bekers: bijv. mijn eerste C.L.-match in 2008 tussen Trentino met Nikola Grbic en Bled met Tine Urnaut.

Mijn eerste Belgische bekerfinale floot ik in 2005 in de Expodroom in Bree, waar Maaseik de eindstrijd niet haalde, maar wel de finale tussen Lennik en Roeselare organiseerde. Onlangs hanteerde ik het fluitje in de derde en beslissende titelfinale tussen Roeselare en Menen en ook de finale van de Belgische beker (zesde keer) bij de vrouwen, met ditmaal Oudegem als verrassende winnaar tegen topfavoriet VDK Gent.

Mijn eerste WK beleefde ik in Lima (Peru, 2018), waar ik de meisjes U18 met o.a.coach Fien Callens en jonge topper Britt Herbots vergezelde. Op het EK 2022 zou ik graag een keer Italië-Frankrijk willen leiden. Ik heb nu aanduidingen voor de EK-kwalificatie M/V en de Volley Nations League: een keer in Amerika (vrouwen) en twee keer in Bulgarije (mannen en vrouwen).”

Wordt de Belgische arbitrage gewaardeerd in buitenland?

“Ja, hoe langer je meedraait in het circuit, des te beter de mensen je leren kennen en waarderen. Ik denk dat onze refs veel respect afdwingen. Ik zeg altijd: je reputatie gaat je vooraf. Ik laat veel emotie toe, ik zie graag moed en passie. Maar ik eis ook de volle discipline. En dat weet men.”

Je koestert één grote droom. Je hebt er het profiel en de kennis en ervaring voor.

“Inderdaad: het jaar 2024 nadert, met de Olympische Spelen in Parijs. Daar wil elke FIVB-referee naartoe. Vroeger moest je eigen land op de Spelen staan om in aanmerking te komen, maar die regel is niet langer van toepassing. Parijs is vlakbij, ik zou het zeker graag doen. Duimen maar.”

Tekst: Leo Peeters