Seppe Rotty (Decospan Menen) : “Overdonderd door totaal onverwachte dubbelslag”

Knack Roeselare vierde tegen buur Decospan Menen haar dertiende Belgische titel. Maar op de VolleyProms in hotel Van der Valk in Diegem was heel verrassend en overduidelijk de vice-kampioen aan het feest. De immer sympathieke en volkse Frank Depestele kreeg voor zijn toewijding de titel ‘Coach van het Jaar’. En nog straffer: het ontluikende 21-jarige talent Seppe Rotty (1m90), receptie-hoek bij Decospan, bekroonde zijn seizoen met een dubbelslag: ‘Rookie van het Jaar’ en als klap op de vuurpijl ‘Speler van het Jaar’.

De student industrieel ingenieur bouwkunde aan de UGent kon het aanvankelijk nauwelijks geloven en voelde zich in de ban van allerlei overweldigende emoties. Hij klopte grote namen als Stijn D’Hulst en Mathijs Desmet, de twee topfavorieten van Knack Roeselare. Desmet vertrekt naar Padova in de Italiaanse Serie A. Stijn D’Hulst blijft een ‘Knackie’ en wordt volgend seizoen Rotty’s ploegmaat.

Het al lang rondwarende gerucht is bevestigd. Seppe Rotty verlaat Decospan Menen en gaat aan de slag bij Knack. Met Simon Plaskie in zijn zog. In Menen wordt Seppe alle succes gegund bij zijn overstap. Wellicht vormt Knack ook voor Rotty, net zoals dat was voor Desmet, een tussenstation, want het buitenland wenkt. Maar Rotty – en gelijk heeft hij – wil eerst zijn studies afmaken. Daarom tekende hij bij Knack een contract voor drie seizoenen.

Manager Anne Verhelst (Decospan): “Spijtig dat Seppe gaat. Net als Plaskie, Kobe Brems, set-up Akseli Lankinen en middenman Anderson. Anderzijds zijn we trots op Seppe. Op zo’n jonge leeftijd heeft hij al maximaal veel gepresteerd. Hij heeft er dan ook keihard voor gewerkt. Die dubbele trofee op de Proms is een geweldig mooie bekroning voor zijn drie seizoenen bij ons. De stembusuitslag gaf een zeer groot verschil aan in zijn voordeel. Onverwacht, maar zeker heel verdiend. De kiezer heeft altijd gelijk. Met ook felicitaties voor Frank Depestele. Hij kon de piepjonge Seppe overtuigen om na de Volleybalschool naar ons te komen. Aan een recordtempo is hij uitgegroeid tot één van de groten in het Belgische topvolleybal. Ja, Seppe is een karakterman, iemand die weet wat hij wil. Ik vermoed dat hij het heel ver gaat schoppen. Bij hem zie je extreem veel overtuiging. Nooit toont hij enig gebrek aan goesting of inzet.”

Onze eerste vraag dan aan het feestvarken zelf. Heb je goed gevierd?

Seppe Rotty: “Ja, we zijn er even stevig ingevlogen. Ik was compleet overdonderd. De adrenaline gierde door mijn lijf. Ik heb met mijn ogen geknipperd. Ik zat precies in een droom. Ik kon het niet geloven.”

Ja, je bent nog een piepkuiken: 21 jaar jong. Je zal snel veel bekendheid verwerven. De stad Torhout zal trots zijn op zo’n kanjer van een inwoner.

“Mijn fanclub zal nu wellicht nog in omvang toenemen (lacht). Het is vreemd gelopen allemaal. Mijn papa is een tennisfreak. Zo speelde ik ook tennis in mijn kinderjaren en deed ik aan atletiek bij AC Houtland Torhout. Per toeval maakte ik in de sporthal kennis met de volleybalsport. Er waren ‘testdagen’ bezig en ik ging even meedoen. Ik vond het best leuk. Ze zegden me dat ik veel ‘balgevoel’ had. Gaandeweg werd het volleybal zo mijn grote passie. Heel anders dan mijn jongere en enige zus Sien: zij doet helemaal niet aan sport. Gek hoe het allemaal lopen kan.”

Tot en met het derde middelbaar volgde je les op het college in Torhout. Na een telefoontje vanuit de volleybalschool in Vilvoorde is alles voor jou veranderd.

“Dat ‘bellletje’ heeft mijn sportief lot inderdaad bepaald. Ik had in het EVC in Vilvoorde meegedaan aan een ‘detectietraining’, dat was een schot in de roos. Ze hadden mijn naam genoteerd. Ik heb het aanbod dan ook snel aanvaard en ben dan drie jaar op internaat gegaan. Daarna vond ik onderdak bij Decospan Menen op 30 km van huis. Ik heb het me geen seconde beklaagd.”

Je had het grote voordeel op de volleybalschool te kunnen werken met eminente trainers. Echt grote namen in ons land.

“Ik ben die drie mensen en de hele entourage zeer dankbaar. De rol van trainers Kris Eyckmans, Mieke Moyaert en Dominique Baeyens valt niet te onderschatten. Kris is een slimme man, hij heeft een brede vakkennis, kan dat ook allemaal goed overbrengen en maakt werk van het hele plaatje. Mieke is sterk in de opleiding van jongeren. Ze kan prima overweg met alle technische aspecten van het spel. En heel belangrijk: zij kan jeugdig talent als geen ander optimaal motiveren. Dominique heeft enorm veel bagage, bakken ervaring en een geweldig charisma. Hij dwingt van nature bij iedereen veel respect af. Soms waren het zware dagen, maar dat moet je er voor over hebben. Ik heb alleen aangename herinneringen aan mijn verblijf op de volleybalschool. Ik zou het zo opnieuw doen. Ik vond er ook vrienden voor het leven zoals Simon Plaskie, Wout D’Heer, Joost Peeters, Joran Verbruggen, Kobe Brems, de één jaar oudere Ferre Reggers en de één jaar jongere Liam Mc Cluskey, beiden van VC Greenyard Maaseik.”

Bij Decospan Menen trof je dan een vierde topper voor jouw opleiding. De coach van het jaar 2022. Wat een toeval.

“Ik kon terecht bij het team van Frank Depestele. Een naam als een rots. Frank is een heel spontane man zonder capsones. met wie je altijd kan babbelen. Hij kan een team opbouwen. Met aandacht voor de groepssfeer en de spelerscohesie. Elementen waarmee je een hoger niveau kan bereiken. Frank voelt het spel heel goed aan en hij weet de sfeer altijd honderd procent positief te houden. Ook toen in de finales bleek dat het beste er af was bij ons na een loodzwaar seizoen vol onzekerheden, hebben we nog het beste van onszelf gegeven.”

Seppe, je bent toch een bijzondere speler. Na de volleybalschool combineerde je Decospan Menen met universitaire studies. Hoe staat het daarmee? Met je technische knobbel begon je eerst in Kortrijk de studies ‘machinebouw en productautomatisering’.

“Ik voelde al snel dat die richting me niet zo goed lag. Ik ben dan overgeschakeld naar de richting industrieel ingenieur bouwkunde aan de UGent. Zo zit ik daar op kot. Ik hoop mijn tweede jaar deze zomer af te werken. Al moet ik grondig uitspitten hoe ik het allemaal wil organiseren.”

Dat je bulkt van talent werd als snel duidelijk, als we het luik ‘nationale ploegen’ aansnijden.

“Vijf jaar geleden speelde ik al mee met de nationale ploeg op het EK U17 in Turkije. Met de namen die ik al noemde. Plus kleppers als Lennert Van Elsen, Martin Perin, Samuel Fafchamps, Thiemen Ocket, Van Helmont, Michiel Fransen en Robbe Van de Velde. In 2018 volgde het kampioenschap WEVZA en een zevende plaats op het EK. In 2019 met de U19 werd ik in Italië uitgeroepen tot MVP van WEVZA en pakte ik, onder hoede van coach Mieke Moyaert, de zilveren medaille op het European Youth Olympic Festival (EYOF) in Bakoe in Azerbeidzjan. Met Kris Eyckmans als coach won ik brons op het EK U21 (jaar 2020) in Tsjechië. En als toetje vorig jaar, ook met Kris, de vijfde stek op het WK U21 in Sardinië. Daar werd ik als Young Red Dragon uitgeroepen tot beste scorer (137 punten), beste aanvaller (119 punten) en beste man in receptie.”

Ondertussen maakte je al kennis met de nieuwe Italiaanse coach Emanuele Zanini, de opvolger van de Spanjaard Munoz, bij de grote Red Dragons. De European Golden League komt eraan?

“Hoe de selectie eruit ziet, weet ik niet zo best. Er zijn toehappers en afzeggingen. Ik hoor allerlei geruchten daarover, maar ik ga er geen namen op plakken omdat ik geen zekerheid heb en niet in andermans naam wil spreken. Over mijn allerbeste vriend Simon Plaskie (Breendonkenaar) wil ik wel meegeven, dat hij eerst een medische check-up nodig heeft wegens ernstige perikelen met zijn knie. Van mezelf zeg ik dat de kans klein is, dat ik me beschikbaar stel. Ik voel me ietwat vermoeid en ik wil ruim wat recuperatietijd na een zware campagne. Veel meer nog is het van belang dat ik mijn tweede jaar aan de UGent positief afsluit. Ik heb x-aantal examens in juni en ik moet ook  een verplichte stage lopen in een bedrijf. Ik vrees dat het allemaal samen een beetje zwaar wordt.”

*Seppe Rotty heeft ondertussen toegezegd voor de volledige European Golden League campagne met de Red Dragons.

We zouden het bijna vergeten: je werd ook gelauwerd als ‘Rookie van het Jaar’. Je versloeg Ferre Reggers (Maaseik) en je soulmaatje Simon Plaskie.

“Heel fijn, een hele eer voor de tweede keer. Wat een knotsgekke bedoening. Ik wist dat ik genomineerd was. Maar dat het zo ging uitdraaien…  Natuurlijk had mijn triomf als ‘Speler van het Jaar’ grotere afmetingen. De grootste eer die je als speler in ons land kan beleven. Ik had nooit kunnen vermoeden, dat ik toppers als D’Hulst en ‘Popeye’ Desmet achter me zou houden.  D’Hulst moet ik nog leren kennen. Dat komt er nu snel aan door mijn overstap naar Roeselare. Met ‘Smetje’ was ik al ‘roommate’ bij de nationale ploeg. Maar hij verkast dus naar het Italiaanse Padova in de Serie A. Wellicht kreeg ik punten voor mijn sprongkracht, mijn volgehouden inzet en mijn bestendigheid tegen hoge druk en stress. Voor mezelf zeg ik dat ik op technisch vlak en ook in defensie nog stappen moet zetten.”

Je besliste al snel om naar Knack Roeselare te verhuizen?

“Ja, er zijn natuurlijk redenen voor. Al zal ik Decospan met zijn geweldige supporters (The Green Wall/de groene muur) wel missen. De fans hebben ons altijd gesteund en vooruit gestuwd. In Vauban kon je ze bijna lijfelijk aanraken. Ze zitten zo kort bij het veld dat je zelfs een praatje kan slaan tussen twee opslagen door. Waarom het Roeselare is geworden? Ze zijn nog geen recordkampioen: 13 titels tegen 16 voor Maaseik. Maar dat kan ik mee helpen veranderen. We gaan die kloof ooit nog dichten. Ze namen al heel vroeg contact op in november/december. En ik heb niet echt meer gewacht op andere aanbiedingen. Ook omdat alles mooi past, in functie van mijn studies. Pas na mijn einddiploma denk ik er eventueel aan naar het buitenland te verkassen, dat is zeker een doel. Maar ik krijg nu drie jaar de kans om in eigen land aan mijn carrière te bouwen. En ik zal ook altijd bekommerd zijn om mijn Torhoutse vriendin Renske. Ik blijf zeker nog een hele tijd in eigen land. Renkse doet aan kickboksen, puur voor de cardio, de ontlading, het zweet en de mental training. Ze gaat normaal niet vechten en dat vind ik goed zo.”

Roeselare is natuurlijk een heel stuk professioneler in zijn werking.

“Dat aspect heeft zeker meegespeeld. Knack heeft nu eenmaal meer te bieden dan Menen. Hun budget ligt drie tot vier keer hoger. Alles is perfect geregeld. De club werkt met vast personeel, speelt in een mooie zaal, beschikt over alle faciliteiten. Je kan de twee clubs niet echt vergelijken. Waarmee ik Menen niks tekort wil doen, versta me niet verkeerd. Er is via mijnheer Vandeputte een nieuwe wind aan het waaien. Ik zal Decospan en Frank Depestele met veel aandacht van nabij blijven volgen. Zij versterken zich met Arno Van de Velde (26 jaar, 2m10), een goede zaak in het middencompartiment, met kapitein Jelle Sinnesael en Leonis Dedeyne op dezelfde positie. Bij Roeselare zijn twee nieuwkomers gemeld: de Braziliaanse middenman Maicon Leite (30 jaar, 2m04) en de Argentijnse opposite Pablo Kukartsev (29 jaar, 2m03).”  

We keren nog even terug naar manager Anne Verhelst, die nog iets kwijt wil over de titelfinales en de toekomst.

Anne Verhelst: “De titelfinales 2022 zullen me altijd bij blijven wegens de hartverwarmende samenwerking met Knack. Ja, Roeselare haalde het drie keer met 3-0. Ik zie er twee verklaringen voor: we hebben even in heel zwaar weer gezeten. We hebben voor het einde gevreesd. Het waren hectische tijden en zo zat er bij ons sneller slijtage op ons spel. We wensen Seppe Rotty en Simon Plaskie alle succes bij onze buren. We spelen volgend seizoen de Champions League, waarin we voor de accommodatie weer mogen rekenen op Knack. De voorbije titelfinales in de Tomabelhal waren een mooie vooroefening om er in het najaar onze C.L. te spelen.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: TopVolleyBelgium