Menen: de strijd rekken, Roeselare: korte metten

Voor uitdager Decospan Menen komen de titelfinales in een eerste kritische fase na 1-0 in de tussenstand. Stel dat titelverdediger Knack Roeselare zijn voorsprong in een ‘best of three’ op woensdag 3 mei naar 2-0 uitbouwt, dan lijkt de nieuwe kampioen bij voorbaat gekend. Dan zou Menen drie finales op een rij moeten winnen. Een beetje een ‘mission impossible’.

Teammanager Anne Verhelst en trainer-coach Frank Depestele bij Menen hopen dan ook op volle kracht een eerste keer hard terug te slaan. Ze beseffen in die context maar al te goed dat het spel dan een stuk beter moet dan in de eerste krachtmeting, waarin Knack met 3-0 (25-22, 25-20, 25-16) behoorlijk stevig van leer trok. Menen wil die verliezende knop snel omdraaien voor de vogel definitief is gaan vliegen.

Hoe historisch voelt het aan om die titelfinales te spelen?

Anne Verhelst: “Het is en wordt een unieke belevenis. Hoe dan ook. Natuurlijk is het na 21 jaar op het hoogste niveau een geweldige ervaring voor de club en al onze fans. We haalden ooit in Knokke de bekerfinale tegen het winnende Maaseik. Maar nooit bereikten we de finales van de play-offs. Het speelde perfect in onze kaart, dat onze buren even de teugels vierden in de laatste match van de Champions Final Four. Heel simpel: ze waren al veel eerder geplaatst en wilden geen enkel risico nemen om blessureschade op te lopen. Ik toon alle begrip voor die houding. Maar nu gaat het om de knikkers.”

Jullie werden geconfronteerd met een rollercoaster aan emoties.

“Zeg dat wel. In januari wilden we onze stekker uit ereklasse trekken. Er ontplofte een bom in de sportwereld. Versta me niet verkeerd. Die keuze om de boeken te sluiten, had niks te zien met dit seizoen, waarin alle kosten perfect zijn afgedekt. Het had alles te maken met de angst dat we de budgetten voor de volgende campagne 2022-2023 niet meer zouden rondkrijgen. Mede door corona zat die angst er diep in. Het virus COVID 19 bracht veel sponsors aan het twijfelen. Bovendien kampten we met een tekort aan mankracht in het bestuur. Maar de oplossing kwam al snel in een stroomversnelling. Een echt godsgeschenk. Heel Menen fleurt ervan op.”

Grote verrassing: mijnheer Vandeputte, verankerd in Menen en in het verleden vele jaren ‘mecenas’, wil de club in het nauw weer op gang trekken.

“Heel mooi. Na drie seizoenen is onze oud-voorzitter Pierre Vandeputte (bedrijf Galloo) weer boven water gekomen. Hij hoorde van de ‘stop’ en heeft zelf contact met ons gezocht, omdat hij de club altijd een zeer warm hart is blijven toedragen. Hij zal volgend seizoen zijn bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid weer opnemen. In zoverre dat we kunnen doorgaan met alle teams (de A-ploeg, de teams in Promo 1 en Promo 3 en een 10-tal jeugdploegen) en bovendien – compleet nieuw – als debutant bovendien ons ticket voor de Champions League zullen opnemen. Samen met Knack Roeselare. Een ware ‘revival’ voor het topvolley bij de mannen in West-Vlaanderen.”

In het bestuur viel plots veel beweging en nieuw vuur te bespeuren.

“Klopt. Pierre Vandeputte wordt voorzitter van de Raad van Bestuur na drie jaar afwezigheid. Met Benoit Deny als secretaris en Peggy Clerick als penningmeester. Jan Desmet van de firma Decospan blijft op post als externe adviseur. In het dagelijks bestuur zal er een wissel van voorzitter worden doorgevoerd. En treden ook Cedric Odvart en Bart Gryson toe. Er komen zeker nog mensen bij. De namen kan ik nog niet geven. Maar één ding is zeker: we hebben aardig veel versterking kunnen bekoren.”

Is het niet spijtig dat de zaal Vauban voor de titelfinales is afgekeurd. De hal is niet hoog genoeg, er is ook achter en naast het terrein niet voldoende ruimte. Een videocheck installeren, is niet haalbaar. Alle finales vinden daarom plaats in de Tomabelhal in Roeselare. Een beetje een scheefgetrokken situatie.

“Tja, de reglementen zijn bijzonder streng. Weet dat door de politici in Menen totaal niet wordt gedacht aan de bouw van een sporttempel, die qua uitstraling en capaciteit vergelijkbaar zou zijn met de Tomabelhal. Neen, de gemeente Menen (33.000 inwoners) heeft totaal geen plannen op dat vlak. De Champions League zullen we dus ook in de stad Roeselare (64.000 inwoners) spelen. Niets aan te doen. Ik was wel opgewekt dat we in de eerste titelkraker konden aantreden voor 1700 toeschouwers. Heel knap allemaal.”

Gelukkig is de verstandhouding met jullie grote buur uitstekend.

“Ja, het is een zeer fijne samenwerking. Alles is vlot volgens afspraak geregeld. We kregen de optimale medewerking. Ik vind de deal zeer goed verdeeld. We kunnen het niet beter treffen. Het is zo dat wij op 3 mei virtueel thuis spelen. We krijgen op die avond als thuisploeg de voorrang wat het aantal plaatsen betreft om onze supporters te herbergen. We mogen onze aanhang verhuizen naar de lange kant van het veld. Meer plaats voor ons dus, dan de twee toegekende supportersblokken in de eerste clash. De socio-blokken 1-2-3 zijn deze keer voor Menen. Blokken 7-8-9 voor Roeselare. Blokken 4-5-6 worden toegewezen naargelang de aanhang van Menen of van Roeselare-aanhang meer plaats wenst. We verwerven ook alle inkomgelden, we mogen een VIP in eigen beheer organiseren met logistieke hulp van Knack, omdat het onze thuiswedstrijd is. Aan meer finales hangt voor ons ook een lucratief aspect – meer zaad in het bakje – aan vast. Let wel: de Knack-drankkaart werkt niet in de foyer om iets te drinken voor en na de wedstrijd. Wij verkopen daar onze drankjetons, precies zoals in onze eigen Vauban. Best brengt de toeschouwer veel ‘cash’ mee om vlot te betalen.”

* * *

Bij Frank Depestele komen we terecht voor de meer technische analyse. De eerste ontmoeting viel ruim in het voordeel van Roeselare uit. Puntenstand: 75-58, blok 12-6, foutenlast 16-23. Knack domineerde de derby op alle vlakken. Aanvallend en defensief.

Frank Depestele: “Ik besef maar al te goed dat Roeselare op twee zeges staat van zijn dertiende landstitel, de tweede opeenvolgende. Toch zie ik nog mogelijkheden, omdat onze prestatie in het eerste duel te mager uitviel. Alleen in de eerste set konden we gelijke tred houden. We boden nog weerstand in de tweede fase. Dan vielen we te opvallend terug. Maar op dit moment blijft een eerste landstitel voor Decospan Menen nog altijd haalbaar. We klopten Knack in de kwartfinales van de Belgische beker en ook in competitie. Elementen om ons aan op te trekken. Onze ‘knaldrang’ is nog altijd zeer groot.

Ja, maar dan moeten de cijfers tien keer verbeteren. Seppe Rotty (4 op 22 of 18%) en Simon Andersen (2 op 8 of 25%) hadden min of meer een ongewone offday. Lou Kindt scoorde met 12 punten nog enigszins behoorlijk. Ook opvallend: Pieter Coolman nam voor Knack 6 van 12 bloks voor zijn rekening. Je zal dus moeten sleutelen aan de tactiek.

“Om tegen Roeselare te winnen, moet iedereen top zijn. Pieter Coolman verkeerde in bloedvorm. Tegen hem moet ik aanvallende oplossingen weten te vinden. We moeten veel efficiënter zijn en meer druk zetten. En ook toeslaan op de cruciale momenten. Niet zo gemakkelijk tegen een geoliede machine zoals Knack Roeselare.”

Meer efficiëntie bereiken, meer druk zetten. Dat is sneller gezegd dan gedaan?

“Ja, Knack acteert op dit ogenblik defensief verrassend sterk. Toch wil ik me optrekken aan onze eerste set in de eerste finale. Daaruit leerden we dat we de tegenstander geen reeksjes mogen gunnen. Een kloof van een paar puntjes dichtrijden, is bijzonder lastig.”

Missen jullie niet de hete adem van de fans in de nek. Zoals in Vauban, waar de rivaliteit altijd sterk tot uiting komt.

“Heel zeker. Je moet er rekening mee houden, dat we in een vreemde omgeving spelen. Vandaar misschien de hoogtes en laagtes in onze acties. In Vauban voelen we de hete adem van onze dolle fans in de nek. Altijd goed voor een mentale boost en wat gepikeerde momenten. Dat is nu anders: de supporters zitten toch iets verder weg. Iedereen moet ‘top’ zijn om de troepen van collega Vanmedegael te bedreigen.”

Je ziet het nog allemaal zitten. Je kijkt door een roze bril.

“Of kampioen worden voor Menen een onmogelijke opdracht is? Zo bekijk ik het niet. Het leek ook onmogelijk om de titelfinales te halen. Daarin zijn we dan toch maar geslaagd. Ik schat wat komen gaat altijd positief in. ‘Onmogelijk’… die term staat niet in mijn woordenboek. Ik heb de ploeg op de feestdag van zondag 1 mei dan ook opgetrommeld voor een powersessie. Ik wilde dat de spelers die dag ook ‘acte de présence’ zouden doen op de klassieke familiedag in Menen, met de ‘Kiekenfret’. Goed voor heel veel animo.”

Je onderneemt ook een poging om de spelers meer vertrouwd te maken met de Tomabelhal. Bedoeling van Menen is het schouwspel in de tweede clash langer te rekken.

“Op maandag en dinsdag schakel ik een speciale ‘gewenningstraining’ in om beter om te gaan met de ongewone locatie. Ik wil het gevecht rekken tot een vierde of zelfs vijfde finale. In tegenstelling tot Knack dat de afrekening wil regelen in een zo kort mogelijk bestek. Daar zit het verschil: ‘rekken’ tegenover ‘’beperken’ van de finales. Voor ons moet het natuurlijk langer duren dan drie duels. Bij een eerste winst zie ik ons vertrouwen pijlsnel de hoogte ingaan.”

Ik stel ook graag als extra even de vraag: wat je vindt van de situatie in Oekraïne? Je speelde vijf maanden bij Kharkiv/Charkov, dat nu zwaar is gebombardeerd en zowaar in de frontlinie ligt.

“Oorlog is altijd onaanvaardbaar. Ik vind wat er gebeurt heel dubbel. En zeer betreurenswaardig. Het is een ontspoord conflict tussen twee ‘broederlanden’. Ik kwam van Iskra Odintsovo (bij Moskou) terecht in Charkov in Oekraïne, op zo’n 80 km van Belgorod. In het seizoen 2012-2013. Heel toffe mensen allemaal. Mooie stad ook. Met heel veel fonteinen. Ik won met de club de beker. Met Charkov traden we trouwens in de bevriende Russische competitie aan. We gingen spelen tot in Siberië en waren met de trein vaak 24 uur onderweg. Toch zeer slopend.”

Was het zwaar in een onbekend land als Oekraïne?

“Ja, vooral door de soms lange uithuizigheid wegens de grote afstanden. Maar ik was er toch gelukkig. Grootste probleem echter gold de flinterdunne communicatie door de taalbarrière. Men spreekt er nauwelijks een woordje Engels. En ik miste het familiale contact. Dat verliep drie keer handiger bij mijn volgende ploeg Fenerbahçe. Net daarom dat ik Charkov verliet na een mooi bod van de Turkse topploeg uit Istanboel. Je vliegt nu eenmaal veel vlotter naar Turkije dan naar Oekraïne Charkov toonde alle begrip voor mijn beslissing. Ik heb af en toe nog contact. Trouwens ook nog met de vele vrienden in Rusland zelf.”

Tussen de finales door loopt momenteel ook het spinnenweb van allerlei transfers. Het klassieke ‘blijven of gaan en komen’.

 “Bij ons vertrekken alvast Seppe Rotty, Simon Plaskie (beiden naar Roeselare), Kobe Brems (Caruur Gent), Maxim Libert (Marke-Bissegem), de Deen Simon Andersen en onze spelverdeler Aleksi Lankinen. Ik vind het jammer dat onze Finse passeur blijkbaar heimwee heeft naar zijn land. Mede in de hand gewerkt door corona. Het is hard als je een hele tijd moet leven, geïsoleerd op je eentje in eenzaamheid. Hij gaat er zijn niveau niet verhogen. Spijtig. Ik had hem liever naar de Franse Pro A zien verkassen.”

Wie zijn de blijvers en zijn er al nieuwe namen bekend?

“Blijvers zijn ‘good old’ kapitein Jelle Sinnesael, Mathieu Vanneste, Louis Stuer, Leonis Dedeyne en Yentl Bille. Opposite Lou Kindt is nog in onderhandeling. Nieuwkomers zijn de 21-jarige Seppe Van Hoyweghen (Lindemans Aalst, pass), de 20-jarige Thiemen Ocket (Caruur Gent, pass) en de 19-jarige Basil Dermaux (1m94, young Red Dragon). Middenman Arno Van de Velde (Knack) is in onderhandeling om naar ons te komen. Dat is voer voor na het seizoen. Zelf heb ik na een periode van drie jaar bijgetekend voor twee bijkomende seizoenen.”

                                                     * * *

Programma titelfinales (‘best of three’)

Reeds gespeeld: Finale 1: Knack Roeselare-Decospan Menen 3-0. Stand 1-0.

Vervolg: Woensdag 4 mei: Decospan Menen-Knack Roeselare

Zaterdag 7 mei: Knack Roeselare-Decospan Menen

Indien nodig: Woensdag 11 mei: Decospan Menen-Knack Roeselare

Zaterdag 14 mei: Knack Roeselare-Decospan Menen

Alle wedstrijden om 20.00 uur in de Tomabelhal in Roeselare. Te volgen op diverse tv-kanalen.

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke