Jan Van Huffel: “De toekomst van Caruur Gent? Verstandig doorgroeien”

Naast Menen, dat toch enigszins verrassend de titelstrijd aangaat met Roeselare, kunnen we nog voor het definitieve einde van dit seizoen spreken van een tweede revelatie. Wie had er anders verwacht dat Caruur Gent als bekerwinnaar uit de bus zou komen? Het zou bij aanvang van dit seizoen in elk geval een knappe winstmarge hebben opgeleverd bij de wedkantoren.

Bij de Oost-Vlamingen lopen ze sinds die unieke prestatie in het Antwerpse Sportpaleis nog altijd op wolkjes. Dat bewijst het knappe parcours in de Challenge Final 4 en de meer dan verdiende vijfde plaats als eindresultaat. Zonder twijfel moet dit de allerbeste jaargang ooit zijn uit de clubgeschiedenis en dan rijst natuurlijk al snel de vraag: zal Gent dit niveau volgend seizoen kunnen evenaren? En zo ja, waar zullen de ambities dan liggen?

Interessante vragen over een club die misschien juist iets te vaak uit de schijnwerpers is gebleven de afgelopen jaren, ook al was dat waarschijnlijk een bewuste keuze. Bij Gent houden ze er namelijk niet van om te hoog uit de toren van de Sint-Baafskathedraal te blazen. Dat blijkt toch wanneer we de hoofdarchitect van dit huidige Gent, coach Jan Van Huffel (59), aan de tand voelen over de toekomstplannen van zijn club.

Jouw stem klinkt nogal hees. Is dat nog altijd het gevolg van de feestroes die de bekerwinst heeft veroorzaakt? In de competitie lijkt dat bij de spelers wel het geval, gezien de knappe resultaten.

Jan Van Huffel: “Nee, ik heb net een hardnekkige griep achter de rug en mijn stem draagt daar nog een beetje de gevolgen van (lacht). Maar ik begrijp jouw vraag wel. We kunnen ons seizoen eigenlijk in twee blokken indelen: we hebben een hoofdstuk pré-bekerfinale en een hoofdstuk post-bekerfinale. Ik vind dat we sinds de zege tegen Aalst grote stappen hebben gezet.”

Dat vinden wij ook. In de kwalificatiewedstrijden voor de play-offs was het verschil met Maaseik bijzonder klein?

“Vooral dan in de thuiswedstrijd. We verliezen met 2-3, maar dat is vooral de verdienste van Jolan Cox die in de tiebreak zomaar eventjes vijf aces lukt en daar de beslissende factor is. Ook in Maaseik waren we sterk ondanks de 3-1-nederlaag.

Als groep zijn we na die bekerfinale gewoon heel goed blijven werken. In de Challenge Final 4 hebben we heel volwassen gespeeld en hebben we ons wedstrijdplan bijna altijd perfect uitgevoerd. Onze ploeg heeft een sterk midden, dat wisten we, maar als je kijkt naar onze statistieken: 20 aces tegen Achel, in Waremme waren het er 17 en afgelopen weekeinde tegen Achel waren het er opnieuw 10. Eigenlijk is de ploeg alleen maar blijven groeien en dat is wel fijn om te zien.”

En dat na een volledig seizoen met amper tien spelers. Ongezien!

“Wat ik wel duidelijk heb aangevoeld is dat dit een aanzienlijke impact heeft gehad op de spelers, meer dan ik had verwacht. Als je bijvoorbeeld met twee middenmannen aan het trainen bent op spelsituaties, dan zijn die jongens continu bezig, want ze kunnen nooit eens in het achterveld tot rust komen. De belasting van de spelers is relatief groot geweest. Daarom hebben we ons trainingsritme de voorbije periode aangepast, ook met het oog op de komende weken. Tobias Kjaer en Niklas Breilin zijn opgeroepen voor de nationale ploeg en starten daar weldra met een nieuwe voorbereiding terwijl we met Gilles Vandecaveye en Martijn Colson spelers hebben die heel snel willen schakelen naar het nieuwe beachseizoen. Daar moeten we ook rekening mee houden.”

Martijn Colson (18)

Maar nog een seizoen met tien spelers, dat kan niet de bedoeling zijn?

“Het vertrek van Petr Sulista en Cristian Freitas is een ervaring die ons wijzer heeft gemaakt. We hebben nu geleerd dat er wel degelijk aspecten zijn waarmee we rekening moeten houden bij de beoordeling  van onze  buitenlandse spelers. We moeten verder kijken dan enkel en alleen naar de zuivere technische en fysieke aspecten. We moeten met goede en eerlijke managers aan de slag gaan, mensen die voldoende empathie hebben om te kunnen inschatten of een bepaalde speler het aan kan om in het buitenland te spelen.”

Hoe blik jij terug op deze jaargang?

“Moest je mij gevraagd hebben hoeveel kansen ik ons zou gegeven hebben om enerzijds de beker te pakken en anderzijds vijfde te eindigen: 5%. Die bekerwinst zat absoluut niet in mijn hoofd. Alle voorgaande jaren werden we in de eerste ronde steevast uitgeschakeld door Roeselare. Ik had ons wel een kans gegeven om een Europees ticket te bemachtigen, maar dan via de Challenge Final 4. Maar wat we dit seizoen gedaan hebben, dat is ongelooflijk uniek.”

Hebben jouw spelers je verbaasd?

“Wat mij positief verrast heeft, is dat wij een bepaalde game play voor ogen hadden en we daarin zijn blijven groeien. Onze aanvallen via de pipe, de variatie in opslagen, onze eerste tempoaanvallen… We zijn daar veel sterker in geworden dan ik had kunnen voorspellen. Niet dat ik het potentieel van mijn ploeg verkeerd heb ingeschat, maar mijn spelers hebben dat niveau heel lang kunnen aanhouden zonder echt weg te vallen. Eén van onze problemen was een te hoge foutenlast. Wel, de laatste weken was dat geen pijnpunt meer.”

Wat ons nog opviel, in de Challenge Final 4 zijn jullie haast de enige ploeg die met de basisploeg is blijven spelen?

“Dat is ook een beetje aan community building doen natuurlijk, zowel voor de supporters, als de sponsors en onze vrijwilligers. Een voorbeeld: toen we thuis 2-3 verloren van Maaseik kregen we na de wedstrijd een minutenlange staande ovatie van de supporters. We hebben sinds de bekerfinale een bepaalde vibe gecreëerd en ik vind dat we die moesten onderhouden. Er is trouwens geen enkele speler die hier een probleem van heeft gemaakt. Al snap ik natuurlijk sommige ploegen wel die als doel voorop hebben gesteld om jongere spelers een kans te geven, zoals Haasrode Leuven nu bijvoorbeeld doet met Lennert Beelaert.”

Jullie spelen volgend seizoen voor het eerst Europees. Wat gaat dit voor verandering teweegbrengen voor de werking van de club?

“We gaan de trainingsintensiteit opdrijven door extra oefenmomenten in te lassen voor de spelers die daar tijd voor hebben. We mogen natuurlijk wel niet vergeten dat we nog altijd met studenten zitten en mensen die naast het volleybal nog werken.

Qua budget werd er met de kernsponsor al afgesproken dat de extra investering voor ons Europees verhaal los zal staan van ons algemene werkbudget. Het feit dat we Europa ingaan, zal dus geen gevolgen hebben voor onze werking of visie. Ik wil trouwens benadrukken dat we deze stap naar verdere professionalisering in elk geval gingen zetten, onafhankelijk van dat Europese verhaal.”

Hoe zit het met de samenstelling van de kern voor volgend seizoen?

“Met Gent moeten we naar de toekomst kijken. Daarom hebben we voor Kobe Brems gekozen als setter. We willen hem een kans geven, omdat we het liefst kijken naar talentvolle Belgische spelers. In mijn ogen is hij ook de spelverdeler van de toekomst en bovendien past hij geweldig bij ons spelsysteem. We zijn een team dat graag gebruik maakt van de eerste tempoaanval en de pipe en dat ligt Kobe wel. Met zijn kwalitatieve passing en technische kwaliteiten gaan we ons spel zeker verder kunnen ontwikkelen.”

Wat gebeurt er dan met clubicoon Tim Degruyter?

“We moeten kijken wat hij wil. En we zullen dat ook samen bespreken. Wil hij afbouwen? Wordt het moeilijker om hetzelfde niveau aan te houden? Hoe dan ook moeten we met Gent naar de toekomst kijken, maar dat wil niet zeggen dat Tim zijn waarde niet meer zal hebben.”

Maar jullie hebben toch meer nodig dan enkel een nieuwe setter?

“We zullen ons zeker nog versterken op de positie van hoofdaanvaller. Die onderhandelingen zijn bezig, maar daar kan ik voor de rest niets over zeggen. Het is aan de club om hierover te communiceren.”

Jente Devries

Ok, maar we dachten eigenlijk ook aan een middenspeler?

“Daarvoor hebben we plannen met Jome Vandamme. Jome is voor ons een enorm belangrijke speler die we afgelopen seizoen als opposite hebben gebruikt. Hij werkt altijd hard op training, is enorm ondersteunend voor de ploeg en het is iemand die we niet graag kwijt zijn. Daarom hebben we die keuze gemaakt, al hebben we daar met hem natuurlijk al over gesproken.

Met Martijn Colson en Chris Ogink beschikken we over twee heel goede middenspelers en in Jome zien we op dat vlak de perfecte aanvulling. Komende zomer zullen we hem daarin begeleiden en klaarstomen. We willen Jome gewoon heel graag bij de groep houden en ik ben er zeker van dat hij die kans met beide handen zal grijpen.”

En een nieuwe receptie-hoek? Met Gilles Vandecaveye en Tobias Kjaer beschikken jullie over vrijwel twee dezelfde types op de hoeken?

“Niet vergeten dat we ook nog Anshel Ver Eecke hebben. Hij is voor ons team van goudwaarde geweest. In de bekerfinale heeft hij ons bijvoorbeeld op een bepaald moment uit een moeilijke rotatie geholpen. Iedereen kent zijn verhaal natuurlijk en Anshel weet zelf ook wel dat hij nog niet aan zijn beste vorm zit, maar we gaan hem zeker nog tijd geven om te groeien.

Vandecaveye

Maar je hebt wel een punt over onze hoeken. Tobias en Gilles zijn beiden niet van de grootsten, dus misschien moeten we maar op zoek gaan naar een totaal ander profiel. Ik had deze week mijn hoop gezet op een Belgische speler, maar dat is niets geworden. We zullen dus op zoek moeten gaan naar een jong buitenlands talent. Maar de volleybalwereld zit soms raar in elkaar. Spelers met Italiaanse managers vinden ons land blijkbaar te min. Ach, ik heb goede ervaringen met Scandinavische spelers, dus misschien gaan we opnieuw die toer op.”

Het is natuurlijk altijd wat gokken als je voor een buitenlandse speler kiest, dat hebben jullie dit seizoen mogen ondervinden?

“Wij niet alleen, hoor. Kijk bijvoorbeeld maar naar Roeselare en wat er met Gavenda is gebeurd. Niet elke transfer kan raak zijn, dat weet ik ook wel en dat moet je incalculeren.”

Hoe analyseer jij de groeimarge van de club? Of met andere woorden: wat is er voor Gent nog nodig om een stabiele subtopper te worden?

“Ik ben enorm blij dat er een hecht blok staat en ik denk dat wij met de komst van Kobe Brems een enorm goede zet hebben gedaan. Maar we moeten er wel voor zorgen dat we met vier volwaardige hoekspelers zitten.”

Wat is het plan op korte termijn met de club?

“We blijven gewoon hard verder werken en we zien wel wat er allemaal op ons zal afkomen. We gaan zeker niet het avontuur zoeken om daarna onszelf voorbij te hollen. We gaan wel proberen om regelmatig kleine stapjes vooruit te zetten, maar dan op een doordachte manier. Ik noem dat verstandig groeien. Natuurlijk willen we groeien naar een stabiele subtopper en willen we volgend seizoen terug voor een Europees ticket gaan, maar we zijn zeker niet de enige hé. Ik denk dan aan Haasrode Leuven, Aalst, Menen…

Als wij zo sterk willen zijn als dit seizoen, dan zullen we nog vijf tot tien procent moeten verbeteren. De geschiedenis heeft uitgewezen dat het voor clubs met een kleiner budget, zoals wij, niet altijd even gemakkelijk is om twee seizoenen op rij Europees volleybal te halen. Maar ik vind het wel een goede zaak dat Menen zal meestrijden om de titel en dat wij de beker hebben gepakt. Het laat een frisse wind waaien door onze competitie en het geeft andere ploegen nieuwe zuurstof en stimulans om ook die extra inspanningen te leveren.”

Heb je al een zicht op de voorbereiding voor volgend seizoen?

“Voorlopig niet. Naar wat ik heb vernomen, zou de competitie terug van start gaan tijdens het derde weekend van oktober, maar dat ligt nog niet vast. We weten bijvoorbeeld ook niet of er een supercup zal gespeeld worden. Normaal wordt die wedstrijd gespeeld het weekend voor de start van de reguliere competitie, maar de voorbije twee seizoenen was er geen supercup.

Bovendien zitten we met een aantal spelers die we kwijt zullen zijn aan de respectievelijke nationale ploegen. En ik moet natuurlijk ook rekening houden met het zomerprogramma van sommige spelers. Tim Degruyter gaat bijvoorbeeld beachen met Lowie Stuer. Kobe Brems staat op de lijst van de Talent Dragons, maar zal misschien ook tot de kern behoren van de Red Dragons, al zal dat wel afhangen van wat Valkiers en D’Hulst zullen doen. Al die zaken bij elkaar gaan bepalen wanneer wij onze voorbereiding zullen starten, maar we zullen er alles aandoen om net dat tikkeltje verder te staan dan dat we de voorbije seizoenen voor ogen hadden.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Bart Vandenbroucke