Is het Waalse volleybal aan een opwaardering bezig?

De volleybalclub van Borgworm – bij onze Franstalige vrienden meer bekend als Waremme – bestaat 22 jaar en daarvan is de Waalse club reeds 11 jaar actief in de hoogste volleybalreeks bij de mannen. Tchalou en Charleroi zijn volop bezig om ook bij de vrouwen een traditie op te bouwen. En momenteel staat Volley Axis Guibertin aan de leiding in de eerste nationale reeks. Kunnen we spreken van een opmars in het Franstalige landsgedeelte?

Sacha Koulberg – net gestopt als T1 bij Waremme konden we heel eventjes spreken op zijn volleybalstage in Spanje – is voorzichtig met zijn voorspellingen over het Waalse volleybal. “We moeten nog niet te snel op de zaken vooruitlopen, wat de promotie van Guibertin betreft. De voorwaarden om in de EuroMillions League te mogen spelen, zijn nog niet allemaal ingevuld. Er is ook het probleem van het aantal trainingen. Niet iedereen is bereid om iedere dag te trainen. Zelfs talentrijke spelers vinden drie trainingen per week ruim voldoende.”

Frédéric Servotte – hij werkte bij de Waalse Federatie FVWB en is sinds vorige week de nieuwe T1 bij Waremme – klinkt optimistischer. “Er wordt in sommige clubs goed gewerkt. Er zijn een drietal interessante spelers uit de Franstalige streek, 16-17 jaar jong, die misschien binnen een paar jaar kunnen doorstoten naar het hoogste niveau.

Het enthousiasme is er – ‘on joue avec le coeur’ – dat merk ik bijvoorbeeld ook bij Waremme. Dat zet zich hopelijk door in de hele streek. Ik heb met mijn ploeg en de club uit Borgworm gepraat en mijn filosofie uitgelegd, toen ik als hoofdtrainer werd aangesteld. We spelen een beetje anders. Maar het voornaamste is dat de attitude goed zit. Dan kan je veel bereiken. Kijk naar onze recente overwinning tegen Leuven. Volgend jaar zien we wel wat de toekomst brengt, maar we willen vooruit. Er moet eerst gecommuniceerd worden met de nieuwe trainer-coach van Waremme. Vermoedelijk behouden we onze kern bijna volledig. Daarna zien we wat de perspectieven zijn van de club.”

“Er zijn mogelijkheden aan de andere kant van de taalgrens”, vervolgt de Luikenaar. “Herman Vleminckx doet uitstekend werk bij de FVWB. Claudio Gewehr is ook actief in de Federatie. Er is kwaliteit, maar de paar talenten zijn nog niet klaar voor de top. We zijn in een ‘poule’ bezig met de opleiding. In Tchalou voor de meisjes en in Waremme voor de jongens en er worden open trainingen georganiseerd. De heikele kwestie en het probleem blijft actueel: wie wil er meer trainen om aan de top te geraken.”

Thibault Detandt – zelf nog speler bij Waremme en een aantal jaar geleden ook coach bij Basècles in derde nationale – durft zachtjes van een Waalse opmars spreken. “We nemen Tchalou als voorbeeld”, merkt de man uit Bergen op. “Hun prestaties zorgen voor publiciteit in heel Wallonië. Zij zijn met toekomstgerichte projecten bezig ter promotie van het volleybal. En er is Charleroi. Zij spelen al lang aan de top bij de vrouwen. Er ontstaat een mentaliteitswijziging. Wij zijn bijvoorbeeld met Waremme jarenlang actief in de EuroMillions League. Normaal vertrekt iedereen elk seizoen met het idee dat wij als laatste zullen eindigen. Daar willen we verandering in brengen. De motivatie is hoog om dit jaar de rode lantaarn aan een andere ploeg door te geven. Dat zijn hoopvolle signalen. Dat toont een zekere progressie en een andere denkwijze.”

“Is het een goede zaak dat er een tweede Waalse ploeg in de hoogste afdeling zou spelen”, vraagt Thibault Detandt zich af. “Voor sommigen lijkt het beter om vooraan in eerste nationale te spelen dan helemaal achteraan in de eredivisie. Er moeten vooral meer Waalse spelers bijkomen die een stap hoger zetten, zoals François Lecat (ooit bij Guibertin), Martin Perin en Elias Thys (beiden afkomstig van Waremme).

Durven investeren in een volleybalcarrière. In onze ploeg spelen maar vier Walen. Pierre Perin – een echt talent -, Samuel Fafchamps – zeker iemand met toekomst -, Roman Abinet – onze hoofdaanvaller begon ook bij Guibertin – en ik. Er was een school in Dinant, die studies met volleybaltrainingen combineerde, maar dat project is gestopt. Het is gecompliceerd. Het probleem is dat wij in Wallonië geen topsportschool hebben, zoals in Vlaanderen met het EuroVolley Center in Vilvoorde. Ik denk dan aan de weg die ik zelf heb moeten vinden”, besluit de perfect tweetalige volleyballer. “Ik moest mezelf ontwikkelen, want in onze streek was dat niet mogelijk. Er moet nog veel gebeuren, maar het kan. Budgetten verhogen, trainers opleiden door mensen die zelf aan de top gespeeld hebben, want die zijn er bij ons amper. En mogelijkheden grijpen. Dus elke dag trainen en tijd en energie steken in de sport.”

“Het probleem situeert zich in de jeugdopleiding”, vertelt Tim Van de Wielle, uitstekend geplaatst om zijn visie te verduidelijken als huidige trainer-coach bij Nijvel. “De jeugdcompetitie is niet te vergelijken met het Vlaamse aanbod. Binnen de categorie van U15 worden er in Wallonië bij de jongens amper wedstrijden georganiseerd. Dus spelertjes van 13-14 jaar spelen dan maar mee in derde provinciale. Het net hangt te hoog, de medespelers zijn veel ouder en dat zijn natuurlijk belangrijke elementen die de motivatie niet meteen stimuleren.

De Waalse topclubs, ik denk aan Guibertin en Waremme, hebben hun jeugdspelers al tot het niveau van ‘national 2’ kunnen brengen. Ook bij ons bij ‘BW Nivelles Volley’ loopt er veel jeugd rond, maar die gaan geen urenlange verplaatsingen doen om een match te spelen. Die komen zich vooral amuseren. Wij hebben drie jeugdspelers in ons eerste team, die vanuit de jeugd opgeklommen zijn, maar dat is een uitzondering. Men moet naar een model zoals de NBA: een reeks met pure profspelers, aangevuld met talenten. En een B-reeks met volleyballers die wel willen trainen en spelen, maar niet als voltijdse profs.”

“Ik sprak onlangs nog met Erik Verstraten, ex-Noliko Maaseik en nu jarenlang trainer bij Mortroux. Hij moest ook vaststellen dat de jongeren in Wallonië niet meteen de motivatie vinden om veel te trainen. Er zijn gelukkig wel goede signalen en prachtige initiatieven, met bijvoorbeeld Pascal Hens, die met zijn beachselecties elke zaterdag extra trainingen organiseert. Er worden extra stages georganiseerd tijdens de vakantieperiodes. Het begint te groeien in de Waalse Federatie. Maar in de meeste clubs ontbreekt een degelijke breedtewerking. In Brussel wordt er amper gevolleybald. Kom mij niet vertellen dat er in de hoofdstad van ons land geen talent rondloopt.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Bart Vandenbroucke