Johan Devoghel (Lindemans Aalst): “Het kan een ellenlange finale worden”

Aan de bekerfinales 2022 kleeft dit seizoen een heel apart verhaal. Het is gelopen via een speciaal scenario, hoe Lindemans Aalst en Caruur Gent de kwalificatie voor een optreden in het Antwerps Sportpaleis voor elkaar hebben gekregen.

De traditionele ‘groten’ Knack Roeselare en VC Greenyard Maaseik lieten zich, de ene thuis en de andere op verplaatsing, op een onverwacht zware uitschuiver betrappen in hun kwartfinale. Die werd afgehandeld in één wedstrijd tegen respectievelijk Decospan Menen (1-3 uitzege bij Knack) en uit bij Lindemans Aalst (3-2 tegen Maaseik). Roeselare en Maaseik bleven met een zuur gevoel uitgeschakeld achter.

De Ajuinen trokken de lijn netjes door tegen VH Leuven met een dubbele 3-1-zege in twee halve finales. Decospan Menen stond echter het huilen nader dan het lachen. Het team kreeg een emotioneel vreselijke optater te verwerken in de golden set bij Caruur Gent. Zo stapelden de verrassingen zich op. En historisch merkwaardig is het feit dat bij de vrouwen ook Gent, VDK met name, zondag mag knallen voor tweede bekerwinst in de clubgeschiedenis na het magische jaar 2009.

Aalst-coach Johan Devoghel blikt optimistisch vooruit. Hoewel het seizoen niet over een rozenpaadje loopt. “Dat beaam ik volkomen. Er zijn allerlei redenen te vinden voor onze aaneenschakeling van ‘ups en downs’. Nu maar hopen dat iedereen zondag (13.45 uur) helemaal bij de les is. Dat zal nodig zijn. Caruur Gent is geen onaardige ploeg. Ik waarschuw voor elke vorm van onderschatting van onze zijde.”

“Lindemans Aalst hield van vorig seizoen vijf spelers over. Dat vergde een vrij lange periode van opbouw. Met vallen en opstaan.”

De campagne van Aalst begon onder een niet bijster goed gesternte na de openingszege in eigen vesting tegen Achel. Het vormpeil zakte opvallend. Wat is jouw verklaring voor die tendens?

Johan Devoghel: “Die aarzelende start had te maken met de opbouw van een nieuwe ploeg. We verloren Twan Wiltenburg (eerst naar Tectum Achel, dan naar Cisterna Latina, Ita) en Wout D’Heer (naar Trentino, Ita). En ik moest bezig zijn met de inpassing van spelverdeler Kamil Droszynski, opposite Robin Overbeeke, tweede opposite Renars Pauls Jansons, middenmannen Alejandro Vigil en Peter Ondrovic en van Egor Bogachev op receptie-hoek. Uiteindelijk hield ik maar vijf spelers over van vorig seizoen: Simon Van de Voorde, Seppe Baetens, Seppe Van Hoyweghen, libero Tim Verstraete en aanvaller Jakub Rybicki. Tja, na de winst tegen Achel lieten we het afweten in Menen (3-2). Daar hebben we het domweg een beetje zelf weggegeven. Ook thuis tegen VH Leuven (0-3) en uit bij Knack Roeselare (3-1) kwam het team aanvankelijk niet uit de verf.”

Maar dan volgt een fameuze heropflakkering met negen overwinningen op rij.  Zes in de interclub, ook met het volle succes in de beker. Bekroond met de stunt in de kwartfinale thuis tegen Greenyard Maaseik. En ook dubbele winst in de halve finales, dus een mooie revanche, tegen VH Leuven.

“Ja, dat was een heel mooie serie van een rist betere wedstrijden. Het deed iedereen veel deugd. De ploeg etaleerde wat ze in haar mars had. We beleefden een heel aangename periode. Met in de interclub winst in Borgworm (2-3), thuis tegen Maaseik (3-0), in Achel (2-3), thuis tegen Gent (3-0), thuis tegen Roeselare (3-0) en bij VH Leuven (0-3).

Maar…. Het mooie liedje bleef niet duren. Jullie zijn pardoes in een tweede dip beland, na die eerste mineur-fase bij de start van de competitie.

“Ja, de alarmbellen zijn nu plots afgegaan, dat geef ik grootmoedig toe. Ik pieker me te pletter om verbetering te brengen. De laatste weken hebben we enkele ferme tikken gekregen. Verlies in Gent (3-1), serieuze afknappers in Maaseik (0-3) en thuis tegen Menen (0-3). Prettig is anders. De ploeg draaide niet. Ik zag veel te weinig ‘grinta’, normaal een heel sterk punt in onze rangen. Er is een gebrek aan vertrouwen ontstaan. Dat moet snel veranderen.”

Daarom hebben jullie de koppen bij elkaar gestoken in het vooruitzicht van de bekerfinale? Doel: de neuzen in de goede richting krijgen.

“Ja, dat is natuurlijk de bedoeling. We hebben samengezeten om zo snel mogelijk uit het dal te kruipen. Ik heb in een praatsessie dan ook om een reactie gevraagd van al mijn jongens. Hopelijk leveren ze die tegen Caruur Gent. Anders wacht ons een zware ontgoocheling. Het wordt mijn vijfde bekerfinale. Met één keer winst, toen nog met Asse-Lennik, tegen Antwerpen, bij de allereerste editie in het Sportpaleis. In mijn andere finales ging het goud naar Maaseik en twee keer naar Knack Roeselare.”

“Ik hoop dat de spelers zich lanceren naar een nieuwe piekfase. Ze moeten klaar staan met al hun capaciteiten. Daar hamer ik op.”

Hoe groot is de kans nu op bekerwinst?

“Ik ga niet hoog van de toren blazen. Iedereen zegt dat wij favoriet zijn. Iedereen is ook fit in onze rangen. Maar ik ben op mijn hoede voor de tegenstander. Die dwong bijvoorbeeld Maaseik in de laatste competitiematch van afgelopen weekend tot twee sets van 24-26 voor de Limburgers. Maaseik moest zijn beste niveau uit de kast halen. Dat zegt toch wat over de krachten van Gent. Wijzelf trainen goed, nog altijd. Maar in matchen komt dat er niet voldoende uit. Als we zondag weer in mindere momenten zouden verzeilen, dan wordt het heel spannend. Ik hoop dat de spelers zich lanceren naar een nieuwe piekfase, ze moeten klaar staan met al hun capaciteiten, daar hamer ik op. Ik reken op meer regelmaat, minder gekwakkel, ook betere cijfers in receptie, meer alertheid en beleving, een hoger rendement in de verdediging. Alles moet beter, ook in de passing en in de aanvallende zones. Ik kan niet zeggen dat we de laatste tijd op één aspect heel goed gepresteerd hebben. Als ik dat zou beweren, zou ik de waarheid geweld aandoen.”

Jullie vierde plaats in de Liga is zo ook onder druk gekomen. VH Leuven ligt op één puntje op de loer en heeft nog twee wedstrijden te gaan. Jullie hebben nog slechts één duel, thuis tegen Borgworm.

“Met die stand ben ik op dit ogenblik niet bezig, hoor. Vierde of vijfde maakt niet zo heel veel uit. Het is in de barragematchen (nr. 8 in de stand tegen 1, 7 tegen 2, 6 tegen 3 en 5 tegen 4, over twee of drie wedstrijden) dat je top moet zijn om door te stoten naar de Champions Final Four met vier ploegen. Ben je toevallig niet top, dan word je uit koers geramd. In de beker is dat net hetzelfde. Je moet er altijd staan, in elke confrontatie: in de kwartfinale (dat lukte tegen Maaseik), in de twee halve finales (liep heel goed tegen VH Leuven) en zondag in de finale. Speel je niet op niveau en draait het vierkant, dan heb je het vlaggen. Eigenlijk is het simpel, er is weinig keuze: het is winnen of verliezen. Ik hoop dat onze motor weer aanslaat.”

“Als we snel op voorsprong kunnen komen, zie ik het succes zeker zitten.”

Kan je ons concreet wat info bieden over de stuwende krachten van Caruur Gent?

“Gent is dit seizoen behoorlijk gegroeid. In de interclub wonnen ze vier wedstrijden. In de beker wipten ze Guibertin A, Tectum Achel en Decospan Menen. Een mooie serie, prima resultaten. Coach Jan Van Huffel levert vakkundig werk. Er zit veel stabiliteit in het team. Hoofdaanvaller Jente de Vries vind ik de bepalende figuur. Ook het middencompartiment met Martijn Colson en Chris Ogink kan veel druk zetten. Zij kunnen elke ploeg doen beven. Vergeet ook niet het potentieel van Gilles Vandecaveye en van Kjaer Hougs Tobias. Ik sla nagels met koppen, als ik zeg dat de ervaren en oerdegelijke Tim Degruyter vaak sterk presteert aan de pass. Met de jonge Thiemen Ocket als zijn back-up. Tweede opposite Jome Vandamme is ook uit het goede hout gesneden. Hij was van goudwaarde in de beslissende golden set tegen een ontsporend Decospan Menen. Op de libero trekt de Fin Breilin zijn streng en Anshel Ver Eecke leent zich vaak tot een goede invalbeurt. Het zal geen sinecure worden om dit gezelschap te verslaan.”

“Op de vraag van de spelers hebben we ‘ja’ gezegd. De ploeg zal zaterdag in Antwerpen overnachten. Hopelijk zeer positief voor de sfeer.”

Krijgen jullie een hele horde supporters achter jullie als steun?

“Ik denk dat we rond duizend tickets aan de man hebben gebracht. Dat is een mooie respons vanuit de regio Aalst. Het zou best wel eens kunnen dat ons een lange uitputtingsslag te wachten staat. Vijf sets, ja? Dat kan allemaal. Daarvoor reken ik dan op Seppe Baetens om, als het moet, de sfeer twee uur lang aan te jagen. Simon Van de Voorde en Robin Overbeeke moeten offensief ook de hele tijd blijven draaien. De andere jongens evenzeer natuurlijk. Puur individueel kan je de beker nooit winnen. Het hangt allemaal samen met het leveren van een topprestatie op één en dezelfde dag. Op vraag van de spelers gaan we zaterdag trainen in het Sportpaleis. We overnachten op hotel in Antwerpen om alle nerveus makend gedoe te vermijden. We bouwen aan de juiste sfeer om in de bekerfinale goed van start te gaan. Als we snel op voorsprong kunnen komen, dan zie ik het succes zeker zitten.”

Tekst: Leo Peeters

Foto’s: Bart Vandenbroucke