Nina Coolman: “De beker? Dat is de snelste weg naar Europa”

In de reguliere competitie zijn de dames van VDK Gent al een tijdje gaan vliegen, maar gelukkig heeft VC Oudegem volgend weekend de bekerfinale om al een eerste keer een eitje te pellen met de fiere leider. Bovendien staat de ploeg van coach Fien Callens voor het tweede jaar op rij in de finale en beschikt ze met Nina Coolman (31) over een vat vol ervaring als het op bekercompetities aankomt.

 Zondag 27 februari wordt namelijk de zevende bekerfinale in haar carrière, de vierde opeenvolgende ook. En dan eindelijk nog eens in het Sportpaleis in Antwerpen. Al zal het wel raar aanvoelen nu haar broer Pieter met zijn Roeselare eens niet alle aandacht van de familie opeist.

In normale omstandigheden zouden we dit interview met receptie-hoek Nina Coolman openen met een terugblik op de competitiewedstrijd tegen Antwerp. De ideale waardemeter voor het huidige vormpeil van VC Oudegem. Meer dan de clash tegen VDK Gent van vrijdag  (3-1-zege voor Gent), want een week voor de effectieve bekerfinale hoeft het niet te verbazen dat beide ploegen nauwelijks in hun kaarten lieten kijken.

Antwerp zat afgelopen woensdag blijkbaar met een paar speelsters die positief hebben getest?

Nina Coolman: “Corona was inderdaad de spelbreker. Spijtig, er waren zelfs al een paar van onze speelsters vertrokken naar Antwerpen, maar die mochten terugkeren.”

Hoe kan dat nu? Werden jullie dan zo laat verwittigd?

“Pas enkele uren voor de wedstrijd. Het is heel raar. Normaal gezien mag geen enkele ploeg nog een wedstrijd uitstellen, maar Antwerp kan dat blijkbaar wel. Normaal is het de regel dat je in onderling overleg de wedstrijd wel nog mag verplaatsen, maar wij wilden echt wel spelen. Begrijpen wie begrijpen kan.”

Gelukkig is bij VC Oudegem wel alles tot in de puntjes geregeld. Hoe voel je je daar in jouw tweede seizoen?

“Uitstekend. Dit seizoen valt alles in de plooi, meer dan vorig seizoen. Voor mij is dat de bevestiging dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Het zijn hier allemaal fantastische mensen, van het bestuur tot de technische staf… de ganse omkadering eigenlijk. Volgend seizoen zullen we bijvoorbeeld elke dag trainen. Alles is ook voorzien zoals borden om te blokken of een ballenkanon. Wij krijgen individuele videobeelden te zien om onze werkpunten te verbeteren. Eerlijk, in België heb ik het in dat opzicht nog nooit zo gedifferentieerd meegemaakt. Mijn periode bij Parijs is nog het meest vergelijkbaar. Ook de opvolging op medisch vlak is top. Is er iemand geblesseerd, dan wordt er elke dag mee gepraat. En vooral, Oudegem probeert te werken met jonge Belgische speelsters die de ambitie hebben om beter te  worden.”

En jij bent er, met al jouw ervaring, om die jonge veulens mee de kneepjes van het vak te leren?

“Dat wordt inderdaad van mij verwacht, maar ik voel me daar ook wel goed bij. De jeugd luistert ook echt naar mij. Ik heb het daar vaak over met Fien (Callens, de coach).”

Het klinkt allemaal heel professioneel. Lukt de combinatie nog met jouw job als leerkracht LO in de secundaire school GISO in Machelen?

“Ik werk daar vier vijfde, dus dat valt best wel mee. Al is het wel een terechte vraag, want ik heb in het verleden wel gemerkt dat je echt een goede balans moet vinden.”

Hoe valt Fien Callens als coach mee? Zij kent er natuurlijk ook wel iets van?

“Fien is een coach zoals ik er nog nooit één heb gehad. En het is een vrouw, ook al best bijzonder. Fien is iemand die zichzelf continu in vraag stelt, maar ook heel fel luistert naar de feedback van de speelsters. Daardoor zijn we elkaar nu ook beter gaan vinden in vergelijking met vorig seizoen. Het leuke aan Fien is dat ze voor mij nog steeds de nodige uitdagingen zoekt. Zelfs op mijn 31ste moet ik dingen uitproberen die ik nog nooit heb gedaan.”

Wat is jullie ambitie dit seizoen?

“We zijn als ploeg heel leergierig en enthousiast dus we willen absoluut beter doen dan vorig seizoen. Met andere woorden, we willen heel graag die bekerfinale winnen. Dat zou goed zijn voor onze jonge speelsters. Ze hebben veel in hun mars, maar het komt er nog niet altijd uit. Ze zouden wat sterker in hun schoenen mogen staan.”

Hoe kan je dit verbeteren?

“We zijn daar wekelijks mee bezig. Na de 1-3-nederlaag tegen Asterix Avo begin dit jaar zijn we bijvoorbeeld op een zondagochtend samengekomen om die pijnpunten te bespreken.”

Een week voor de bekerfinale in het Sportpaleis mochten jullie al eens testen tegen Gent. Zie je dit als een voor- of nadeel?

“De bekerfinale zal een gans andere wedstrijd worden. Het is ook geen wedstrijd die we absoluut moesten winnen. Natuurlijk zijn we ervoor gegaan, maar de beleving zal komende zondag toch anders zijn.”

Ondertussen hebben jullie dus al twee keer tegen Gent gespeeld en twee keer verloren. Hoe schat je hen in?

“Wij staan nu natuurlijk veel verder dan toen we in november een 0-3 om de oren kregen. Gent is een machine, een sneltrein. Ik ken hun spelwijze heel goed. Ze spelen op elke positie enorm snel. Elke aanval is bij wijze van spreken eerste tempo.”

In de competitie is Gent onaantastbaar. Hoe schat je jullie kansen in?

“Alle statistieken zullen aantonen dat wij in het nadeel zijn, maar ik geloof echt in onze kansen. Na de 3-1 vrijdag heb ik er zelfs nog meer vertrouwen in. Laat ons tien keer tegen Gent spelen en we zullen misschien zeven of acht keer verliezen, maar ik ben ervan overtuigd dat die andere twee of drie kansen op een zege wel eens voor volgende zondag zouden kunnen zijn.”

Gent heeft dit seizoen wel nog geen enkele wedstrijd verloren?

“Dat betekent dus dat wij zorgeloos kunnen spelen. Zij zullen veel meer druk voelen en daar moeten wij gebruik van maken. Iedereen is topfit, dus we zullen er klaar voor zijn.”

Hoe gaat zoiets, dat toeleven naar een bekerfinale? Jij zal er zondag voor de zevende keer staan?

“En ik heb de beker al drie keer gewonnen: één keer met Asterix en twee keer met Oostende. De stress zal stilaan wel komen, maar je bent nog meer met het spelletje bezig dan anders natuurlijk. Ik kijk vooral uit naar de sfeer in het Sportpaleis, want ondanks mijn zeven bekerfinales heb ik nog maar twee keer in het Sportpaleis mogen spelen. De andere vijf vonden plaats in de Lotto Arena en dat is toch een ander gevoel.”

Die twee keer in het Sportpaleis was wel twee keer raak met Oostende. Dat ziet er dus niet slecht uit?

“Dat kan geen toeval zijn (lacht). Hopelijk brengt het ons deze keer ook geluk.”

Gaan jullie veel volk op de been krijgen?

“Ik heb vernomen dat de ticketverkoop niet zo heel goed loopt. De club gaat last minute wel nog twee bussen inleggen. Daar was lang geen sprake van, omdat het niet zeker was dat de supporters welkom zouden zijn. Het is natuurlijk een ongelukkige datum, midden in de krokusvakantie. Bij deze een oproep aan de lezers van Volleymagazine en alle andere mensen: kom a.u.b. supporteren, het zal een geweldige ervaring zijn.”

Jouw broer Pieter staat voor het eerst in zeven jaar eens niet in de finale met Roeselare?

“Het is nog maar de tweede keer in zijn carrière dat dit gebeurt.”

Heb je hem daar al mee geplaagd?

“Pieter is een winnaar, dus nee, ik heb dat nog niet gedaan (lacht). Ik herinner me nog een jaar dat ik er niet stond en hij wel en dat is dan enorm balen als je naar die wedstrijd aan het kijken bent, wetende dat jij nadien niet hoeft te spelen.”

Komt Pieter dan wel supporteren?

“Dat was nog niet zeker, omdat hij druk bezig is met zijn fitnesszaak. Ik hoop van wel natuurlijk. Mijn ouders zullen sowieso van de partij zijn. Ze zijn echt diehard-supporters, zeker ons mama. Zelfs toen ik in Parijs speelde, kwamen ze elke thuiswedstrijd kijken.”

Aan welke van jouw zes bekerfinales heb je de beste herinneringen?

“Die van twee jaar geleden. Eerst had Pieter gewonnen en daarna winnen wij met Hermes van Asterix. We hadden in de competitie net twee keer van hen verloren, maar in de bekerfinale winnen we wel met 3-2. Als je zo’n finale wint, is dat zo mooi, maar als je verliest, is het ook echt heel zuur.”

Heeft het bestuur iets extra beloofd bij winst?

“Nee en het is ook niet nodig om ons extra te prikkelen. We zullen hypergemotiveerd zijn. Of we nu winnen of verliezen, nadien trekken we sowieso naar de sporthal in Oudegem om te vieren met de supporters.”

Stel dat jullie winnen, dan zal daar toch een serieus feestje losbarsten?

“Dat zal wel zijn. Dan zullen we nog eens uitgaan zoals vanouds, want dat is ook al enorm lang geleden. Wees maar zeker dat er dan zotte dingen zullen gebeuren.”

Wie is de sfeermaker in de ploeg?

“Dat ben ik, moet ik bekennen (lacht).”

Hoe zorg je dan voor ambiance?

“Ik zorg er bijvoorbeeld mee voor dat onze wedstrijdrituelen in ere worden gehouden. Na een overwinning houden we altijd een toast met een hapje en een drankje. En we zingen zo’n typisch volleyballiedje.”

En dat op jouw 31ste tussen al dat jong geweld?

“Kijk, ik heb beslist om er bij Oudegem nog een jaartje bij te doen, maar dat zal echt wel mijn laatste seizoen worden. Het kan met andere woorden dus ook mijn laatste bekerfinale worden, dus ik zal er alles aan doen om de ploeg mee op sleeptouw te nemen. Op mijn ouderdom besef je hoe langer hoe meer de waarde van zo’n wedstrijd. Als je bijvoorbeeld 21 bent, weet je dat er waarschijnlijk nog wel kansen zullen komen. Dat is toch ook iets dat ik in onze kleedkamer al heel vaak heb gezegd.”

Zal jullie seizoen al geslaagd zijn als jullie volgende week Gent kloppen?

“Misschien wel, maar dan willen we ook nog graag in de competitie een resultaat neerzetten hoor. We willen graag heel veel… Maar die beker? Dat is natuurlijk de snelste weg naar Europa. Na onze Europese campagne dit seizoen willen we daar volgend seizoen nog meer van. De beker is en blijft natuurlijk ook een prijs. Stel je voor dat ik die op mijn 31ste nog eens in de lucht kan steken. Veel beter dan dat wordt het niet.”

Tekst: Kenny Hennens

Foto’s: Bart Vandenbroucke