Bram Van Ghelue: “De gedrevenheid van vroeger bij Roeselare, vind ik terug bij Caruur Gent”

“Het moet zowat twintig jaar geleden zijn toen we met Roeselare – toen droeg de club nog de naam Knack Randstad Roeselare – in een aparte formule met een ‘Final Four’ de tweede plaats bereikten in de Belgische beker”, graaft Bram Van Ghelue diep in zijn herinneringen. “Die eindronde voor de beker van België werd op twee dagen tijd in de sporthal van Roeselare georganiseerd. De eerste dag wonnen we van Zellik, geloof ik. Maaseik won toen de beker. Achteraf bleek die finaleplaats een uitstekende prestatie van ons team en het startsein voor latere successen.”

Nu staat Bram Van Ghelue na zo veel jaren opnieuw in de bekerfinale. Zondag 27 februari moet alweer een memorabele dag worden voor Caruur Gent, waar de inmiddels 42-jarige volleyballer drie jaar assistent-trainer is.

Je kwam van het toenmalige VDK Gent. Daarna twee jaar Lennik en toen tekende je een contract voor vier jaar bij Roeselare. Je hebt er drie jaar gevolleybald, vooraleer je na een jaartje Cyprus plotseling in Menen moest stoppen met het volleybal wegens een handblessure.

Bram Van Ghelue: “In Roeselare beleefde ik geweldige jaren, met de piepjonge Frank Depestele en Brecht Van Kerckhove aan de spelverdeling. Ivan Contreras was er ook en hij was aanvankelijk hoekaanvaller. Het was mijn geluk dat Guillermo Falasca – toen de opposite van Knack – gekwetst uitviel en coach Dominique Baeyens de Mexicaanse alleskunner Contreras als hoofdaanvaller opstelde. Ik mocht de vrijgekomen plaats als receptie-hoek opvullen. Zo heb ik meer wedstrijden gespeeld dan ik ooit verwacht had. Voor Contreras was het de start van een zeer succesvolle carrière als opposite. Ik stond er ieder seizoen tussen sterke ploegmaats. De linkshandige Braziliaan Gilmar Texeira – iedereen kent hem als Kid – kwam er als hoekaanvaller. Ralph Bergman en José Luis Molto waren onze middenblokkers. En dan vergeet ik nog een paar geweldige teamgenoten.”

Sergiu Stancu, nu headcoach van de Roemeense ploeg, kwam er later bij. En ik mag natuurlijk de flamboyante Ivan Marquez niet vergeten. Dat was een ex-basketballer. Onder de basketring kreeg hij blijkbaar veel de bal. Hij kon maar niet begrijpen dat hij in het volleybal zo weinig aangespeeld werd. De Venezolaan was een aparte figuur.

Ik weet nog dat hij ruim te laat was aan de spelersbus toen we naar Rusland moesten vertrekken voor de Champions League. Trainer-coach Dominique Baeyens kon er indertijd niet mee lachen. Bij aanvang van het vierde jaar in Roeselare wist ik dat ik weinig speelkansen zou krijgen en in onderling overleg ben ik vanaf september naar Cyprus getrokken bij Pafiakos Paphos.”

Je hebt successen gekend, zelfs Champions League wedstrijden gespeeld. Je was één van de stille, verrassende motoren bij de Knack-ploeg.

“Ik heb vooral op de juiste momenten veel kansen gekregen. Bijvoorbeeld toen Ivan Contreras vlak voor onze match voor de Champions League in Turkije met een pinkbreuk uitviel. Het was een wedstrijd tegen Eregli met de betreurde Strumilo als trainer-coach. Dat was mijn Europees debuut. U begrijpt dat dit onvergetelijke momenten zijn.

Later kwamen er bij Roeselare jonge talenten bij. Die zorgden voor een nog grotere dynamiek. Dat is iets wat ik nu bij Gent terugvind. Wat gedrevenheid betreft is dit bij Caruur de beste ploeg sinds jaren. We hebben dat tijdens de halve finales bewezen met een zeer sterke wedstrijd in Menen en tijdens de golden set tijdens de terugwedstrijd in de Edugo Arena. Wanneer je die onverzettelijkheid en dat geloof in mekaar niet hebt, dan win je die extra set nooit na een 0-3 pandoering. Dat is de kracht van ons team tegenwoordig.”

Dat brengt ons naadloos naar een voorbeschouwing op de bekerfinale in het Antwerpse Sportpaleis. Start Lindemans Aalst nog steeds als favoriet?

“Ons meest recente resultaat tegen Lindemans Aalst (3-1 overwinning voor Caruur Gent, red.) zal totaal geen invloed hebben op de bekerfinale. We zijn volop aan het werken om een piekconditie te bereiken op het einde van deze maand. Aalst doet dat ongetwijfeld ook. Zij hebben een ‘wake-up call’ gekregen na ons laatste duel. Zij hadden net een lange reeks overwinningen behaald. Onder meer tegen Roeselare, dan hoor je bij de top van België.

Wij blijven de underdog, voor Aalst zal dat niet veel veranderen. Op mentaal vlak merk ik wel een positieve wijziging. De Gentse volleyballers beseffen nu dat het eigenlijk mogelijk is om van Aalst te winnen. Een maand geleden was die overtuiging er nog niet, dan was er alleen hoop. Dat verandert wel voor de ‘mindset’ van de spelers. Het geloof is er nu wel. Ik merk dat dit een enorm motiverende boost geeft aan het Gentse team. Ze willen nu nog harder trainen om dat doel te bereiken. We zijn overtuigd dat – indien we allemaal top zijn – er wel iets moois kan gebeuren in het Antwerpse Sportpaleis.”

Tekst: Walter Vereeck

Foto’s: Bram Van Ghelue